COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 8 MEI 2017 INZAKE DE SECTORALE PENSIOENTOEZEGGING VOOR HET JAAR 2016
PARITAIR COMITÉ VOOR DE GEZONDHEIDSINRICHTINGEN EN -DIENSTEN (330)
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 8 MEI 2017 INZAKE DE SECTORALE PENSIOENTOEZEGGING VOOR HET JAAR 2016
Hoofdstuk 1. Voorwerp van de overeenkomst
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten
• in uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2010 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel (registratienummer 103537/CO/330), afgesloten in het paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en – diensten en zoals gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2014 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 330 (registratienummer 121162/CO/330), bij collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2016 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 330 (registratienummer 135009/CO/330) en bij collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2015 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2010 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel (registratienummer 127323/CO/330);
• in toepassing van artikel 4 van het pensioenreglement dat als bijlage is opgenomen bij de hoger genoemde collectieve arbeidsovereenkomst en zoals gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2012 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 330 (registratienummer 113964/CO/330), bij collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2014 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 330 (registratienummer 121162/CO/330), bij collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2016 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 330 (registratienummer 135009/CO/330) en bij collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2015 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 330 (registratienummer 127322/CO/330).
Hoofdstuk 2. Toepassingsgebied
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en alle werknemers, met uitzondering van de categorieën voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die ressorteren onder het paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en onder:
- de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn;
- de psychiatrische verzorgingstehuizen;
- de initiatieven voor beschut wonen voor psychiatrische patiënten;
- de rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen;
- de dagverzorgingscentra voor bejaarden;
- de revalidatiecentra;
- de diensten voor thuisverpleging;
- de diensten voor bloedtransfusie en bloedverwerking;
- de medisch-pediatrische centra;
- de wijkgezondheidscentra.
Onder werknemers wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
Artikel 3
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op:
- werknemers met een contract van interimarbeid;
- werknemers met vakantie-, studenten- of IBO-contracten (individuele beroepsopleiding);
- leerlingen waarvoor geen sociale zekerheidsbijdragen worden betaald (erkende leerling van de middenstand, leerling met industrieel leercontract, leerling in opleiding tot ondernemingshoofd, leerling met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de gemeenschappen en gewesten, stagiair met een beroepsinlevingsovereenkomst);
- arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van artikel 60 §7 van de organieke wet op de inrichting van de OCMW’s en een tewerkstelling in het kader van artikel 78 van het KB van 25/11/1991 tenzij er sprake is van een arbeidsovereenkomst;
- werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk rustpensioen genieten;
- geneesheren-bedienden die een opleiding volgen tot geneesheer-specialist en die beperkt onderworpen zijn door werkgevers-ziekenhuizen uit de privésector (RSZ code 072).
Hoofdstuk 3. Pensioentoezegging
Artikel 4
§ 1. Op 1 januari 2017 is een eenmalige toelage op de individuele pensioenrekening gestort voor het jaar 2016.
§ 2. De valutadatum vanaf wanneer het rendement toegekend wordt is 1 januari 2017.
Artikel 5
De toelage voor het jaar 2016 bedraagt maximaal tien euro per rechtgevend trimester in de periode tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016 voor zover
• de aangeslotene in het jaar 2016 door een arbeidsovereenkomst verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van toepassing is;
• én in de periode tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016 gedurende minstens twee opeenvolgende trimesters door een arbeidsovereenkomst verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van toepassing is.
Artikel 6
§ 1. De toelage wordt toegekend in verhouding tot de 'contractuele arbeidstijd', zijnde [het gemiddeld aantal uren per week van de werknemer] gedeeld door [het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon].
Als de werknemer geen volledig trimester gewerkt heeft of in de loop van een trimester van contractuele arbeidstijd is veranderd, wordt de contractuele arbeidstijd geproratiseerd in functie van het aantal kalenderdagen van de arbeidsduur ten opzichte van het aantal kalenderdagen in het betrokken trimester.
§ 2. Als de werknemer in de loop van het trimester met wettelijk pensioen is gegaan wordt de contractuele arbeidstijd geproratiseerd in functie van het aantal kalenderdagen tot de pensioendatum ten opzichte van het aantal kalenderdagen in het betrokken trimester.
§ 3. In geval van opzeggingsvergoeding wordt de toelage, bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, toegekend voor de volledige periode waarmee deze opzeggingsvergoeding overeenkomt, voor zover deze periode een aanvang neemt in het jaar 2016 en de betrokken werknemer voorafgaand aan deze periode aan de voorwaarden van deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft voldaan.
§ 4. De berekening van de toelage wordt vastgesteld op basis van de gegevens die meegedeeld werden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid.
Hoofdstuk 4. Inwerkingtreding, duur en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst Artikel 7
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2017 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen worden opgezegd voor 30 juni van ieder kalenderjaar, met uitwerking op 1 januari van het daaropvolgend
kalenderjaar. De opzegging moet betekend worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en - diensten, die een kopie van de opzegging stuurt aan elke ondertekenende partij.
COMMISSION PARITAIRE DES ÉTABLISSEMENTS ET DES SERVICES DE SANTÉ (330)
CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 8 MAI 2017 RELATIVE À L'ENGAGEMENT DE PENSION SECTORIEL POUR L'ANNÉE 2016
Chapitre premier. Objet de la convention
Article premier.
La présente convention collective de travail est conclue
• en exécution de l'article 5 de la convention collective de travail du 13 décembre 2010 instaurant un régime de pension complémentaire sectoriel (n° d'enregistrement 103537/CO/330), conclue au sein de la commission paritaire des établissements et des services de santé, tel que modifié par la convention collective de travail du 10 mars 2014 modifiant le règlement de pension du régime sectoriel de pension complémentaire 330 (n° d'enregistrement 121162/CO/330), par la convention collective de travail du 6 juillet 2016 modifiant le règlement de pension du régime sectoriel de pension complémentaire 330 (n° d'enregistrement 135009/CO/330) et par la convention collective de travail du 11 mai 2015 modifiant la convention collective de travail du 13 décembre 2010 instaurant un régime de pension complémentaire sectoriel (n° d'enregistrement 127323/CO/330) ;
• en application de l'article 4 du règlement de pension repris comme annexe à ladite convention collective de travail et tel que modifié par la convention collective de travail du 12 novembre 2012 modifiant le règlement de pension du régime sectoriel de pension complémentaire 330 (n° d'enregistrement 113964/CO/330), par la convention collective de travail du 10 mars 2014 modifiant le règlement de pension du régime sectoriel de pension complémentaire 330 (n° d'enregistrement 121162/CO/330), par la convention collective de travail du 6 juillet 2016 modifiant le règlement de pension du régime sectoriel de pension complémentaire 330 (n° d'enregistrement 135009/CO/330) et par la convention collective de travail du 11 mai 2015 modifiant le règlement de pension du régime sectoriel de pension complémentaire 330 (n° d'enregistrement 127322/CO/330).
Chapitre 2. Champ d’application Article 2.
Cette convention collective de travail s'applique à tous les employeurs et tous les travailleurs, à l'exception des catégories prévues à l'article 3 de la présente convention collective de travail, qui ressortissent à la Commission paritaire des établissements et des services de santé et aux :
- établissements soumis à la loi sur les hôpitaux ;
- maisons de soins psychiatriques ;
- initiatives d'habitation protégée pour patients psychiatriques ;
- maisons de repos pour personnes âgées et des maisons de repos et de soins ;
- centres de soins de jour pour personnes âgées ;
- centres de revalidation ;
- services de soins infirmiers à domicile ;
- services de transfusion sanguine et de traitement du sang ;
- centres médico-pédiatriques ;
- maisons de santé.
Par « travailleurs », on entend : le personnel ouvrier et employé, tant masculin que féminin.
Article 3.
La présente convention collective de travail ne s'applique pas aux :
- travailleurs avec un contrat de travail intérimaire ;
- travailleurs avec des contrats de vacances, d’étudiants et FPI (formation professionnelle individuelle) ;
- apprentis pour lesquels aucune cotisation de sécurité sociale n'est payée (apprentis agréés des classes moyennes, apprentis industriels, apprentis en formation de chef d'entreprise, apprentis sous convention d'insertion, reconnus par les communautés et régions, stagiaires en convention d'immersion professionnelle) ;
- collaborateurs à l’assistance par le travail et les personnes employées dans le cadre de l’art. 60, § 7, de la loi organique relative à l’organisation de CPAS et un emploi dans le cadre de l’article 78 de l’AR du 25.11.1991, s’il n’est pas question d’un contrat de travail ;
- travailleurs qui exercent des activités alors qu’ils bénéficient déjà d’une pension de retraite légale ;
- médecins-employés qui suivent la formation de médecin spécialiste, et qui sont soumis à un assujettissement restreint, par des employeur hôpitaux du secteur privé (Code 072 ONSS).
Chapitre 3. Engagement de pension Article 4.
§ 1. Le 1er janvier 2017, un supplément unique est versé sur le compte de pension individuel pour l'année 2016.
§ 2. La date de valeur à partir de laquelle le rendement est octroyé est le 1er janvier 2017.
Article 5.
Le supplément pour l'année 2016 s’élève à un maximum de dix euros par trimestre qui y donne droit pour la période du 1er janvier 2016 au 31 décembre 2016 pour autant :
• qu'au cours de l'année 2016, l’affilié soit lié par un contrat de travail avec une organisation à laquelle s’applique le règlement de pension ;
• ET qu’il ait été lié par un contrat de travail pendant au moins deux trimestres consécutifs à une organisation à laquelle s’applique le règlement de pension, durant la période du 1er janvier 2016 au 31 décembre 2016.
Article 6.
§ 1. Le supplément est octroyé au prorata de la « durée de travail contractuelle », à savoir [le nombre moyen d'heures par semaine du travailleur] divisé par [le nombre moyen d'heures par semaine de la personne-étalon].
Si le travailleur n'a pas travaillé un trimestre entier ou a changé de durée de travail contractuelle au courant du trimestre, la durée de travail contractuelle est convertie au prorata en fonction du nombre de jours civils de la durée de travail vis-à-vis du nombre de jours civils du trimestre concerné.
§ 2. Si le travailleur a pris sa pension légale au courant du trimestre, la durée de travail contractuelle est convertie au prorata en fonction du nombre de jours civils jusqu'à la date de la retraite vis-à-vis du nombre de jours civils durant le trimestre concerné.
§ 3. En cas d’indemnité de préavis, le supplément visé dans la présente convention collective de travail est attribué pour la période complète à laquelle cette indemnité de préavis correspond, pour autant que cette période prenne cours en 2016 et que le travailleur concerné ait, préalablement à cette période, rempli les conditions de la présente convention collective de travail.
§ 4. Le calcul du supplément est établi sur la base des données communiquées par l'Office national de sécurité sociale par le biais de la Banque Carrefour de la sécurité sociale.
Chapitre 4. Entrée en vigueur, durée de validité et dénonciation de la convention collective de travail
Article 7.
§ 1. La présente convention collective de travail prend effet le 1er janvier 2017 et est conclue pour une durée indéterminée.
§ 2. Cette convention collective de travail peut être dénoncée par chacune des parties avant le 30 juin de chaque année civile, avec effet au 1er janvier de l'année suivante. La dénonciation doit être notifiée par lettre recommandée à la poste et adressée au président de la Commission paritaire des établissements et des services de santé, qui enverra une copie à chacune des parties signataires.