Contract
Uitspraak van de Geschillencommissie Bureau Krediet Registratie, nr. 19.07 d.d. 12 april 2019 te Amsterdam (prof. mr. J.J.C. Xxxxx, mr. H.M. Xxxxxx, X.X.X. Beijersbergen van Henegouwen).
1. Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Commissie te laten beslechten, binnen de door het Reglement Geschillencommissie BKR (hierna: het Reglement) gestelde grenzen.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- klaagschrift met bijlagen d.d. 14 september 2018;
- aanvullende stukken van betrokkene met acceptatieformulier d.d. 25 september 2018;
- informatieverzoek aan de deelnemer d.d. 3 oktober 2018;
- reactie deelnemer d.d. 15 oktober 2018;
- reactie betrokkene d.d. 23 oktober 2018;
- reactie deelnemer d.d. 30 november 2018.
De Commissie heeft kennis genomen van de door partijen overgelegde stukken en heeft de betrokkene en de deelnemer uitgenodigd voor een mondelinge behandeling van de klacht op 25 maart 2019 te Amsterdam.
Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht.
2. Standpunt van de betrokkene
2.1. Betrokkene wil wijziging van de achterstandsmelding (A) in een herstelmelding (H). Het maandbedrag van de aflossing van het krediet was laag (EUR 44 per maand). Een paar keer is de maandelijkse aflossing niet op tijd gedaan. Betrokkene kreeg dan een betalingsherinnering en betaalde dan een dubbele termijn. Betrokkene stelt dat hij de achterstand nooit verder heeft laten oplopen en stelt niet gewaarschuwd te zijn voor de BKR-registratie. Er is geen sprake van kwade opzet. Er is ook nooit contact geweest met de deelnemer over een betalingsregeling of iets dergelijks. Andere leningen verlopen zonder betalingsproblemen. De verplichting aan de deelnemer is er volgens betrokkene doorheen geglipt. Betrokkene voelt dit als een zware straf. Betrokkene wil een financiering aangaan voor de aanschaf van een andere auto. Ook de adressering door de deelnemer is onjuist. De deelnemer richt de correspondentie aan de heer [voorletter X] terwijl het is
de heer [voorletter Y] en mevrouw [voorletter X]. De gehele schuld is betaald in oktober 2017. Betrokkene wil wijziging van de registratie danwel verwijdering van de A.
2.2. Op het verweer van de deelnemer reageert de betrokkene dat hij een andere auto nodig heeft in verband met zijn fulltime baan en de afstand woon-werkverkeer van 42 kilometer. Hij had 100% afgekeurd kunnen worden vanwege zijn slechte rug, maar hij heeft daar niet voor gekozen. Een deel van de hypotheek op het woonhuis is aflossingsvrij. Ook de hypotheek kan hij niet veranderen. Betrokkene ziet in de overgelegde brieven maar eenmaal een waarschuwing voor BKR-registratie, maar deze brief heeft hij niet eerder gezien. Xxxxxxxxxx heeft geleerd niet onverschillig met kleine bedragen om te gaan. Hij doet nu alles via automatische incasso zodat hij het niet kan vergeten.
3. Standpunt van de deelnemer
3.1. De deelnemer stelt dat meerdere malen een achterstand is ontstaan. Betrokkene is hiervan op de hoogte gesteld. De deelnemer stuurt kopie van een betalingsherinnering en kopie van de vooraankondiging voor registratie van de A gedateerd op augustus 2016. De A is gemeld bij meer dan 60 dagen achterstand. Een H is niet mogelijk bij een beëindigde overeenkomst. Het niet nakomen van de betalingsverplichting was geen incident. De deelnemer maakt een belangenafweging. Zij stelt dat het belang, te weten het verkrijgen van een financiering voor de aanschaf van een nieuwe auto, niet dusdanig zwaarwegend is dat een uitzondering moet worden gemaakt. De deelnemer ziet geen reden om de registratie te verwijderen. De klacht is ongegrond. Xxxxxxx zijn gestuurd naar het adres waar betrokkene woonachtig is.
3.2. Op de reactie van de betrokkene herhaalt de deelnemer dat een herstelmelding niet mogelijk is omdat de overeenkomst is beëindigd.
4. Beoordeling van het geschil
Uit de stukken en de afgelegde verklaringen voor zover wederzijds erkend althans niet of onvoldoende betwist, is het volgende komen vast te staan.
4.1. De betrokkene maakt bezwaar tegen de registratie in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van een verzendhuis krediet met contractnummer ****352. De registratie wordt gekenmerkt door een achterstandsmelding (A) op 29 augustus 2016. De overeenkomst heeft een werkelijke einddatum per 3 oktober 2017.
4.2. Ten aanzien van de technische juistheid van de registratie oordeelt de Commissie als volgt. Alvorens de deelnemer overgaat tot registratie van een achterstand, is zij reglementair verplicht daarvoor te waarschuwen (een zogenaamde ‘vooraankondiging’), zodat men nog in de gelegenheid wordt gesteld de registratie te voorkomen. In beginsel rust op de deelnemer de plicht om aannemelijk te maken dat zij een vooraankondiging heeft verzonden, indien de klager dat betwist.
De administratie van de deelnemer kan tot bewijs strekken. Het is vaste jurisprudentie van de Geschillencommissie dat de deelnemer door overlegging van kopieën van brieven de verzending van de vooraankondiging aannemelijk kan maken. De deelnemer heeft daaraan voldaan. Uit de door de deelnemer overgelegde stukken is voldoende gebleken dat de deelnemer in augustus 2016 een brief heeft verzonden naar het bij haar bekende adres met daarin de vereiste vooraankondiging. Dat de betrokkene stelt de vooraankondiging niet te hebben ontvangen, doet aan het voorgaande niet af.
4.3. De registratie is technisch juist. Betrokkene heeft een aantal omstandigheden opgevoerd op grond waarvan hij van mening is dat de registratie niettemin moet worden geschrapt. Die omstandigheden wegen mee in de zogenaamde proportionaliteitstoets. Die houdt in dat de inbreuk op de belangen van de betrokkene niet onevenredig mag zijn in verhouding tot het met de registratie te dienen doel. Het belang van de registratie is enerzijds de betrokkene te beschermen tegen het aangaan van financiële verplichtingen die hij of zij niet kan dragen en anderzijds dat kredietverstrekkers middels het kredietregistratiesysteem in staat zijn de gegoedheid en het betaalgedrag van potentiële kredietnemers te toetsen en de afweging kunnen maken geen krediet te verlenen aan potentiële wanbetalers. Het hiertegenover staande belang van betrokkene is dat hij of zij in de gelegenheid is kredieten af te sluiten voor het doen van aankopen of zelfs van een woonhuis en daarin niet wordt belemmerd door een negatieve registratie die in veel gevallen verhindert dat de betrokkene een krediet kan afsluiten.
4.4. Voor een geslaagd beroep op disproportionaliteit is vereist dat betrokkene een belang stelt en zo nodig aantoont, in de vorm van bijvoorbeeld een vanwege de aangevochten registratie afgewezen financieringsaanvraag, dat hij of zij heeft bij schrapping van de registratie. Ook moeten er voldoende (bijzondere) omstandigheden zijn gesteld zodat aannemelijk is dat ondanks de correcte registratie in dit specifieke geval betrokkene geen (structurele) wanbetaler is waartegen potentiële kredietverstrekkers of betrokkene zelf moeten worden beschermd.
In dat verband overweegt de Commissie als volgt.
4.5. De betrokkene heeft een belang gesteld bij verwijdering van de registratie inhoudende dat de registratie een financiering voor een nieuwe auto in de weg staat. Betrokkene heeft twee afwijzingen van financieringsaanvragen overgelegd. Betrokkene heeft daarmee voldoende belang gesteld bij schrapping van de registratie.
4.6. De Commissie is van oordeel dat de toe te passen belangenafweging in het voordeel van de betrokkene moet uitvallen. De Commissie neemt hierbij het volgende in aanmerking. Gelet op het feit dat er geen deurwaarder is ingeschakeld en geen opeising heeft plaatsgevonden, die gepaard is gegaan met registratie van bijzonderheidscode 2, neemt de Commissie aan dat de achterstallige termijnen waarvoor de A is geplaatst kort na de registratie van de A alsnog zijn betaald. Betrokkene heeft dat gesteld en de deelnemer heeft dat niet betwist. Hoewel betrokkene daarna ook niet regelmatig heeft betaald, is er geen registreerbare achterstand meer ontstaan en is de gehele vordering in oktober 2017 voldaan. Als verzachtende omstandigheid geldt dat betrokkene heeft gesteld dat zijn betalingen aan [verzendhuis] plaatsvonden via automatische incasso, maar dat dit op enig moment na het faillissement is stopgezet, buiten de wil van betrokkene om. Betrokkene moest nadien handmatige betalingen doen en een deel van de problematiek houdt daarmee verband. Xxxxxxxxxx heeft er voorts een beroep op gedaan dat aan zijn adres sprake is van onregelmatige bezorging van post. Dat kan zo zijn, maar toen betrokkene ermee bekend was dat de deelnemer de vordering had overgenomen en hij aan de deelnemer moest betalen, speelt dat argument geen of nauwelijks een rol omdat betrokkene toen simpelweg de verschuldigde termijnen moest betalen, of hij daar nu door de deelnemer schriftelijk op werd gewezen of niet. Tenslotte neemt de Commissie ook in overweging dat de A thans al ruim tweeënhalf jaar in het CKI staat en potentiële kredietverstrekkers dus al geruime tijd zijn geïnformeerd over de betalingsgeschiedenis van betrokkene in verband met dit contract. Gelet op alle omstandigheden acht de Commissie het langer voortduren van de registratie niet langer noodzakelijk. De toe te passen belangenafweging valt in dit specifieke geval dan ook in het voordeel van betrokkene uit. Daarbij speelt ook een rol dat dit de enige negatieve registratie op naam van betrokkene is in het CKI.
5. De beslissing
De Commissie, in aanmerking genomen de toepasselijke reglementen, beslist dat de klacht van de betrokkene gegrond is. De deelnemer dient binnen tien werkdagen na dagtekening van deze beslissing de A te verwijderen. Voorts beslist de Commissie gezien de gegrondheid van de klacht, conform het bepaalde in artikel 9 lid 2 van het Reglement, tot terugbetaling van de door betrokkene betaalde bijdrage ad EUR 50.