1400102 Speciale autobusdiensten
Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek
1400102 Speciale autobusdiensten
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997 (46353), gewijzigd door XXX
van 22 september 2008 (89329) 3
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997 (46353), gewijzigd door XXX
van 22 september 2008 (89329) 4
Vergoeding gesplitste diensten 5
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2007 (86333) 5
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2008 (87511), gewijzigd door de
CAO van 25 juni 2008 (88921) 7
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2010 (102592) 9
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2008 (88096) 10
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2008 (88097) 12
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2010 (102592) 14
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2009 (97012)
Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011 (107042)
Tussenkomst bestuurderskaart voor de digitale tachograaf 21
Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2006 (80745) 21
Tussenkomst kosten rijbewijs en geneeskundig toezicht 23
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001 (57773), gewijzigd door XXX
Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 (85594) 25
Arbeidsvoorwaarden ingeval van gemengde arbeid 27
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2008 (88.096) 27
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2013 (120.162) (rijdend
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2013 (120.160)
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 1972 (1.320) 31
Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2008 (88.917) 33
Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2008 (88.918), gewijzigd door CAO van 20 januari 2011 (103.293) en de CAO van 20 oktober 2011 (107.039) en de
CAO van 20 december 2012 (113.020) en de CAO van 13 maart 2014 (121.129) 33
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2010 (101890) 35
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997 (46353), gewijzigd door CAO van 22 september 2008 (89329)
Erreur ! Source du renvoi introuvable.
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van bijzondere vormen van geregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen.
§ 2. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
§ 3. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.
(Het artikel is gewijzigd door XXX van 22 september 2008, registratienummer 89329, vanaf 17 januari 2008)
HOOFDSTUK V. Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 6. De zondagsarbeid geeft recht op een loon gelijk aan dit vermeld in de artikelen 3 en 4 verhoogd met een toeslag van 100 pct.
HOOFDSTUK VI. Geldigheidsduur
Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 mei 1996 en is voor onbepaalde duur gesloten.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997 (46353), gewijzigd door CAO van 22 september 2008 (89329)
Erreur ! Source du renvoi introuvable.
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van bijzondere vormen van geregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen.
§ 2. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
§ 3. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.
(Het artikel is gewijzigd door XXX van 22 september 2008, registratienummer 89329, vanaf 17 januari 2008)
HOOFDSTUK V. Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 7. Nachtarbeid geeft recht op een toeslag van 20 F.
Geeft recht op de toeslag : ieder uur of gedeelte van uur geleverd tussen 22 uur en 6 uur.
HOOFDSTUK VI. Geldigheidsduur
Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 mei 1996 en is voor onbepaalde duur gesloten.
Vergoeding gesplitste diensten
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2007 (86333)
Loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van het bijzonder geregeld vervoer (
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van het bijzonder geregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen (rijdend personeel).
§ 2. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.
Voor de toepassing van deze overeenkomst worden gelijkgesteld met werklieden : 1° de personen verbonden aan een werkgever bedoeld door artikel 1, § 1 van deze
overeenkomst door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun arbeidsovereenkomst werd gegeven;
2° de personen bedoeld in artikel 3, 5°bis van het koninklijk besluit van
28 november 1969 ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 houdende wijziging van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
HOOFDSTUK IV. Vergoeding gesplitste diensten
Art. 4. Vanaf 1 januari 2008 wordt een forfaitaire vergoeding voor gesplitste diensten van 1 EUR per effectief gepresteerde dag toegekend aan het rijdend personeel bijzonder geregeld vervoer onder de 3 volgende voorwaarden :
- tewerkstelling volgens een gesplitste dienst op de betrokken dag;
- het lid van het rijdend personeel neemt het voertuig niet mee naar huis;
- het lid van het rijdend personeel heeft zijn woonplaats over een afstand van meer dan 5 km van de plaats van tewerkstelling.
HOOFDSTUK V. Geldigheidsduur
Art. 5. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van
1 oktober 2007, met uitzondering van artikel 4, dat in werking treedt op 1 januari 2008. Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2008 (87511), gewijzigd door de CAO van 25 juni 2008 (88921)
Loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van het bijzonder geregeld vervoer
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van het bijzonder geregeld vervoer met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen.
§ 2. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.
HOOFDSTUK III. ARAB-vergoeding
Art. 3. Op 1 juni 2003 stijgt de ARAB-vergoeding met 13,12 EUR/maand en bedraagt vanaf dan 68,80 EUR/maand. Het dagbedrag, toe te kennen tot en met 5 effectieve prestatiedagen per maand, bedraagt vanaf die datum 3,78 EUR/dag.
Aan de werklieden in dienst getreden vanaf 1 september 2008 bij een werkgever vermeld in artikel 1, § 1 wordt het dagbedrag toegekend tot en met 9 effectieve prestatiedagen per maand.
(Het artikel is gewijzigd door CAO van 25 juni 2008, registratienummer 88921, vanaf 1 september 2008)
Art. 4. Het maandbedrag van de ARAB-vergoeding is verschuldigd vanaf 6 effectieve prestatiedagen per maand. Tot en met 5 effectieve prestatiedagen per maand is een bedrag per effectief gepresteerde dag verschuldigd dat als volgt berekend wordt :
Maandbedrag x 10
182
Voor de werklieden in dienst getreden vanaf 1 september 2008 bij een werkgever vermeld in artikel 1, § 1 is het maandbedrag van de ARAB-vergoeding verschuldigd vanaf 10 effectieve prestatiedagen per maand. Tot en met 9 effectieve prestatiedagen per maand is een bedrag per effectief gepresteerde dag verschuldigd dat als volgt berekend wordt :
Maandbedrag x 10
182
(Het artikel is gewijzigd door CAO van 25 juni 2008, registratienummer 88921, vanaf 1 september 2008)
Art. 5. De ARAB-vergoeding wordt aangepast op 1 juli van elk jaar bij toepassing van de volgende formule :
Maandelijks bedrag van de ARAB-vergoeding x indexcijfer der consumptieprijzen van juni van het lopend jaar
indexcijfer der consumptieprijzen van juni van vorig jaar
Art. 6. De ARAB-vergoeding wordt betaald ten laatste terzelfdertijd als het loon van de maand waarop de vergoeding betrekking heeft.
Art. 7. De werklieden hebben recht op de ARAB-vergoeding voor zover :
- zij tot de categorie van het rijdend personeel behoren;
- zij op eigen initiatief de onderneming niet hebben verlaten.
Art. 8. Zowel de deeltijdse als de voltijdse leden van het rijdend personeel hebben recht op het volledig maand- of dagbedrag.
HOOFDSTUK V. Geldigheidsduur
Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2003 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2010 (102592)
Loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van het bijzonder geregeld vervoer
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van bijzondere vormen van geregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen.
§ 2. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
§ 3. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.
HOOFDSTUK II. ARAB-vergoeding
Art. 2. § 1. Vanaf 1 juni 2009 wordt het maandbedrag van de ARAB-vergoeding met 18 EUR verhoogd voor de werklieden die voltijds tewerkgesteld zijn en voor de werklieden die a rato van meer dan 25/38 tewerkgesteld zijn.
§ 2. Voor de werklieden die a rato van maximum 25/38 tewerkgesteld zijn, wordt het maandbedrag van de ARAB-vergoeding met 12 EUR verhoogd.
§ 3. Vanaf 1 januari 2010 wordt het maandbedrag van de ARAB-vergoeding met 3 EUR verhoogd voor de werklieden die voltijds tewerkgesteld zijn en voor de werklieden die a rato van meer dan 25/38 tewerkgesteld zijn.
§ 4. Voor de werklieden die a rato van maximum 25/38 tewerkgesteld zijn, wordt het maandbedrag van de ARAB-vergoeding met 2 EUR verhoogd.
HOOFDSTUK V. Geldigheidsduur
Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2009 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2008 (88096)
Gemengde arbeid in ondernemingen van bijzondere geregeld vervoer en van diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de leden van het rijdend personeel van de ondernemingen van bijzonder geregeld vervoer met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) en van diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek.
§ 2. Met "vervoer verricht met huurauto’s met chauffeur" wordt bedoeld : ieder bezoldigd personenvervoer met voertuigen met een capaciteit van maximum 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) met uitzondering van het taxivervoer en het geregeld vervoer. Met "geregeld vervoer" wordt bedoeld : het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de SRWT-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria : een welbepaald traject en een welbepaald, geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren.
§ 3. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
HOOFDSTUK II. Gemengde arbeid
Art. 2. De gemengde arbeid bijzonder geregeld vervoer uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) enerzijds en vervoer met huurauto's met chauffeur anderzijds, wordt als volgt geregeld :
§ 2. Toekenning ARAB-vergoeding :
a) voor de reëel gepresteerde dagen in bijzonder geregeld vervoer met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen), is het dagbedrag van de ARAB- vergoeding voorzien in het bijzonder geregeld vervoer verricht met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) van toepassing;
b) voor de reëel gepresteerde dagen in vervoer met huurauto’s met chauffeur, is het bedrag per uur van de ARAB-vergoeding voorzien voor het vervoer met huurauto’s met chauffeur van toepassing.
HOOFDSTUK III.
Geldigheidsduur en slotbepaling
Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 17 januari 2008 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2008 (88097)
Gemengde arbeid in ondernemingen van bijzondere geregeld vervoer en van taxivervoer HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de leden van het rijdend personeel van de ondernemingen van bijzonder geregeld vervoer met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) en van taxivervoer, die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek.
§ 2. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
HOOFDSTUK II. Gemengde arbeid
Art. 2. De gemengde arbeid bijzonder geregeld vervoer met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) enerzijds en taxivervoer anderzijds wordt als volgt geregeld :
Toe te passen loon- en arbeidsvoorwaarden :
a) als op dezelfde dag beide activiteiten verricht worden, dan gelden de loon- en arbeidsvoorwaarden van toepassing op elkeen van de uitgeoefende activiteiten. De toekenning van de ARAB-vergoeding gebeurt pro rata de uitgeoefende activiteiten;
b) als op dezelfde dag één enkele van beide activiteiten verricht wordt, dan gelden de loon- en arbeidsvoorwaarden van toepassing op de uitgeoefende activiteit. Wat de toekenning van de ARAB-vergoeding betreft, gelden de volgende regels :
- voor de reëel gepresteerde dagen in bijzonder geregeld vervoer met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen), is het dagbedrag van de ARAB- vergoeding voorzien in het bijzonder geregeld vervoer verricht met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) van toepassing;
- voor de reëel gepresteerde dagen in taxivervoer, gelden de toekenningsvoorwaarden van de ARAB-vergoeding van toepassing in het taxivervoer.
HOOFDSTUK III.
Geldigheidsduur en slotbepaling
Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 17 januari 2008 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2010 (102592)
Loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van het bijzonder geregeld vervoer
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van bijzondere vormen van geregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen.
§ 2. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
§ 3. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.
HOOFDSTUK III. Geschenkencheque
Art. 3. De werklieden die als gevolg van de jaarlijkse vakantie geen recht hebben op de ARAB-vergoeding tijdens een bepaalde maand, hebben recht op een geschenkencheque ter waarde van het overeenstemmende bedrag van de verhogingen vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die zal uitgereikt worden naar aanleiding van Sinterklaas of Kerstmis van het betrokken jaar, ongeacht of de werkman op dat ogenblik nog in dienst is of niet.
HOOFDSTUK V. Geldigheidsduur
Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2009 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2009 (97012) (garagepersoneel)
Toekenning van ecocheques aan het garagepersoneel
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, alsmede op het garagepersoneel dat zij tewerkstellen.
§ 2. Met "geregeld vervoer" wordt bedoeld : het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de SRWT-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria : een welbepaald traject en een welbepaald, geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren.
§ 3. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
§ 4. Met "ongeregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer dat niet aan de definitie van geregeld, met inbegrip van de bijzondere vormen van geregeld vervoer, beantwoordt en dat met name wordt gekenmerkt door het transport van vooraf samengestelde groepen, op initiatief van een opdrachtgever of van de vervoerder zelf. Onder "ongeregeld vervoer" wordt eveneens verstaan : de internationaal geregelde diensten over een lange afstand.
HOOFDSTUK III. Toekenning van de ecocheques
Art. 3. Aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider worden 3 semestriële schijven van ecocheques betaald, elk ter waarde van 125,00 EUR.
Art. 4. De betaling van deze ecocheques vindt plaats op de volgende tijdstippen :
- in de loop van de maand december 2009 en ten laatste op 31 december 2009. De referteperiode loopt van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009;
- in de loop van de maand juni 2010 en ten laatste op 30 juni 2010. De referteperiode loopt van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010;
- in de loop van de maand december 2010 en ten laatste op 31 december 2010. De referteperiode loopt van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2010.
Art. 5. De hoogste nominale waarde van de ecocheque die wordt toegekend zoals opgenomen in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedraagt 10,00 EUR per cheque.
Art. 6. De ecocheque wordt op naam van de arbeider afgeleverd. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de arbeider, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van sociale documenten.
Art. 7. Op de ecocheque dient duidelijk te worden vermeld dat zijn geldigheid tot 24 maanden beperkt is en dat hij slechts mag aangewend worden voor de aankoop van producten en diensten met een ecologisch karakter, zoals opgenomen in de lijst gevoegd als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98.
Art. 8. De ecocheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor geld omgeruild worden.
HOOFDSTUK IV. Prestaties en gelijkstellingen
Art. 9. Voor de toekenning van de ecocheques wordt per referteperiode rekening gehouden met de gewerkte dagen van de arbeider die voltijds is tewerkgesteld.
Art. 10. § 1. Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die zijn opgenomen in artikel 8 van de hierboven vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98.
§ 2. Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, alle dagen van tijdelijke werkloosheid en 30 dagen ziekte of (arbeids)ongeval bovenop de dagen gedekt door het gewaarborgd maandloon.
HOOFDSTUK V. Pro rata toekenning
Art. 11. Er wordt een pro rata uitbetaald in de volgende gevallen :
- arbeiders die in de loop van het betrokken semester in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van semestriële schijven a rato van 1/25ste per week met een maximum van 25/25sten. Voor de toepassing van deze alinea wordt met "week" bedoeld : elke week waarin minimum 1 dag wordt gewerkt of gelijkgesteld;
- deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider.
Art. 12. Bij uitdiensttreding dienen de ecocheques, die pro rata worden toegekend, te worden uitbetaald ten laatste op het moment van de uitdiensttreding.
HOOFDSTUK VI. Recurrentie
Art. 13. Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur. De waarde van de koopkracht bedraagt 250 EUR per jaar (inclusief RSZ-bijdragen voor werkgever en werknemer) vanaf 2011.
Art. 14. Na de interprofessionele evaluatie van het netto voordeel in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 en eventuele beslissingen over de wijzigingen, dient een sectorale evaluatie te worden voorzien om de recurrentie van de premie van 250 EUR in te vullen vanaf 1 januari 2011.
HOOFDSTUK VII. Geldigheid
Art. 15. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 december 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011 (107042) (garagepersoneel)
Koopkracht van het garagepersoneel en tot toekenning van ecocheques aan het garagepersoneel
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, alsmede op het garagepersoneel dat zij tewerkstellen.
§ 2. Met "geregeld vervoer" wordt bedoeld : het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de SRWT-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria : een welbepaald traject en een welbepaald, geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren.
§ 3. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
§ 4. Met "ongeregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer dat niet aan de definitie van geregeld, met inbegrip van de bijzondere vormen van geregeld vervoer, beantwoordt en dat met name wordt gekenmerkt door het transport van vooraf samengestelde groepen, op initiatief van een opdrachtgever of van de vervoerder zelf. Onder ongeregeld vervoer wordt eveneens verstaan de internationaal geregelde diensten over een lange afstand.
HOOFDSTUK III. Ecocheques
Afdeling I. Algemeen kader
Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van :
- het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008;
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98bis, betreffende de ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad van respectievelijk 20 februari 2009 en 21 december 2010;
- de adviezen betreffende de ecocheques met nummers 1675, 1728 en 1758 van de Nationale Arbeidsraad van respectievelijk 20 februari 2009, 16 maart 2010 en
21 december 2010;
- het koninklijk besluit van 14 april 2009 tot invoeging van een artikel 19quater in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der werknemers (Belgisch Staatsblad 20 mei 2009).
Afdeling II. Toekenning van de ecocheques
Art. 4. § 1. Aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider worden jaarlijks twee semestriële schijven van ecocheques betaald, elk ter waarde van 125,00 EUR.
§ 2. In afwijking van § 1 worden in 2011 aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider ecocheques betaald ter waarde van 250 EUR. Deze ecocheques worden ten laatste op 15 december 2011 toegekend. De referteperiode loopt van 1 december 2010 tot en met 30 november 2011.
Art. 5. Vanaf 2012 vindt de betaling van deze ecocheques elk jaar opnieuw plaats op de volgende tijdstippen :
- ten laatste op 15 juni en behelst de referteperiode van 1 december van het voorgaande jaar tot en met 31 mei van het lopende jaar;
- ten laatste op 15 december en behelst de referteperiode van 1 juni tot en met 30 november van het lopende jaar.
Art. 6. De hoogste nominale waarde van de ecocheque die wordt toegekend zoals opgenomen in de artikelen 4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedraagt 10,00 EUR per cheque.
Art. 7. De ecocheque wordt op naam van de arbeider afgeleverd. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de arbeider, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van sociale documenten.
Art. 8. Op de ecocheque dient duidelijk te worden vermeld dat zijn geldigheid tot 24 maanden beperkt is en dat hij slechts mag aangewend worden voor de aankoop van producten en diensten met een ecologisch karakter, zoals opgenomen in de lijst gevoegd als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98bis
Art. 9. De ecocheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor geld omgeruild worden. Afdeling III. Prestaties en gelijkstellingen
Art. 10. Voor de toekenning van de ecocheques wordt per referteperiode rekening gehouden met de gewerkte dagen van de arbeider die voltijds is tewerkgesteld.
Art. 11. § 1. Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die zijn opgenomen in artikel 6 van de hierboven vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98bis.
§ 2. Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, alle dagen van tijdelijke werkloosheid en 30 dagen ziekte of (arbeids)ongeval bovenop de dagen gedekt door gewaarborgd maandloon.
Afdeling IV. Pro rata toekenning
Art. 12. Er wordt een pro rata uitbetaald in de volgende gevallen :
- arbeiders die in de loop van het betrokken semester in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van semestriële schijven a rato van 1/25ste per week met een maximum van 25/25sten. Voor de toepassing van deze alinea wordt met week bedoeld, elke week waarin minimum 1 dag wordt gewerkt of gelijkgesteld;
- deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider.
Art. 13. Bij uitdiensttreding dienen de ecocheques, die pro rata worden toegekend, te worden uitbetaald ten laatste op het moment van de uitdiensttreding.
Afdeling V. Recurrentie
Art. 14. Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur. De waarde van het voordeel bedraagt 250 EUR per jaar (inclusief RSZ-bijdragen voor werkgever en werknemer) en dit sinds 2011.
HOOFDSTUK IV. Geldigheid
Art. 15. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Tussenkomst bestuurderskaart voor de digitale tachograaf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2006 (80745)
Tussenkomst in de kosten voor de afgifte van de bestuurderskaart voor de digitale tachograaf voor de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van de openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van de openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer, alsmede op hun arbeid(st)ers.
HOOFDSTUK II. Begrippen
Art. 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder :
1° "sociaal fonds" : het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten", opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de werklieden van de openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 juli 1971 (Belgisch Staatsblad van 23 oktober 1971);
2° "bestuurderskaart" : de kaart zoals bedoeld in bijlage IB, I. Definities, t) van Verordening (EG) nr. 2135/98 van 24 september 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van richtlijn 88/599/EEG betreffende standaardprocedures voor de controle op de toepassing van Verordening (EEG) nr. 3820/85 en Verordening (EEG) nr. 3821/85.
HOOFDSTUK III.
Tussenkomst in de kosten voor de afgifte van de bestuurderskaart voor de digitale tachograaf
Art. 3. § 1. De werkgever, bedoeld in artikel 1, betaalt één keer per geldigheidsperiode de bestuurderskaart, afgeleverd aan zijn werklieden bedoeld in artikel 1, op voorwaarde dat de begindatum van de geldigheidsperiode van de bestuurderskaart zich situeert in de tewerkstellingsperiode bij een werkgever behorend tot de sector van de openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten en op voorwaarde dat voor deze kaart nog geen tussenkomst, waarvan sprake in alinea 2, plaatsvond.
De werkgever heeft recht op een tussenkomst in de kosten voor de aflevering van deze bestuurderskaart.
§ 2. De werkgever kan de in § 1, alinea 2 van dit artikel vermelde tussenkomst vragen voor alle bestuurderskaarten van zijn werknemers afgeleverd sinds 5 augustus 2005.
HOOFDSTUK IV. Bedrag van de tussenkomst
Art. 4. Het bedrag van de tussenkomst, bedoeld in artikel 3 van deze overeenkomst, wordt bepaald door de raad van beheer van het sociaal fonds.
HOOFDSTUK V. Betaling van de tussenkomst
Art. 5. De raad van beheer van het sociaal fonds is belast met :
1° het vaststellen van de procedure tot indiening van de uitbetalingsaanvragen van de tussenkomst bedoeld in artikel 3 van deze overeenkomst;
2° het bepalen van de uitbetalingsmodaliteiten van de tussenkomst bedoeld in artikel 3 van deze overeenkomst.
Art. 6. Het sociaal fonds neemt de bedragen van de tussenkomst bedoeld in artikel 3 van deze overeenkomst, ten laste.
HOOFDSTUK VI. Geldigheidsduur
Art. 7. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 29 augustus 2006 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Tussenkomst kosten rijbewijs en geneeskundig toezicht
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001 (57773), gewijzigd door CAO van 10 april 2008 (88095)
Tussenkomst in de kosten tot het behalen van het rijbewijs en geneeskundig toezicht in de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek alsook op hun werklieden.
§ 2. Onder "geregeld vervoer" wordt verstaan : het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de SRWT-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria : een welbepaald traject en een welbepaald, geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren.
§ 3. Onder "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt verstaan : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
§ 4. Onder "ongeregeld vervoer" wordt verstaan : het vervoer dat niet aan de definitie van geregeld, met inbegrip van de bijzondere vormen van geregeld vervoer, beantwoordt en dat met name wordt gekenmerkt door het transport van vooraf samengestelde groepen, op initiatief van een opdrachtgever of van de vervoerder zelf. Onder "ongeregeld vervoer" wordt eveneens verstaan : de internationaal geregelde diensten over een lange afstand.
§ 5. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.
(Het artikel is gewijzigd door XXX van 10 april 2008, registratienummer 88095 , vanaf 17 januari 2008)
HOOFDSTUK II.
Tussenkomst in de kosten voor het rijbewijs
Art. 2. De werklieden en werksters, bedoeld in artikel 1 § 3, hebben recht op de terugbetaling van de reële administratieve kosten voor het behalen van het rijbewijs. Het bedrag van deze terugbetaling is evenwel beperkt tot een maximum van 11,16 EUR.
HOOFDSTUK III.
Tussenkomst in de kosten voor geneeskundige schifting
Art. 3. De werklieden en werksters, bedoeld in artikel 1 § 3, hebben recht op de terugbetaling van de reële medische kosten voor het behalen van de geneeskundige schifting. Het bedrag van deze terugbetaling is evenwel beperkt tot een maximum van
- 39,66 EUR voor het oogonderzoek;
- 42,14 EUR voor het medische onderzoek.
HOOFDSTUK V. Overgangsbepaling
Art. 5. Voor de periode van 1 juni 2001 tot en met 31 december 2001 gelden in de plaats van het bedrag van 11,16 EUR, vermeld in artikel 2 het bedrag van 450 BEF, in plaats van het bedrag van 39,66 EUR, vermeld in artikel 3, het bedrag van 1 600 BEF en in plaats van het bedrag van 42,14 EUR, vermeld in artikel 3, het bedrag van 1 700 BEF.
HOOFDSTUK VI. Geldigheidsduur
Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Uitkering bij verlies van het getuigschrift van medisch schifting en bij overlijden ingeval van ongeval in het privéleven
Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 (85594)
Toekenning van een uitkering bij verlies van het getuigschrift van medisch schifting en bij overlijden ingeval van ongeval in het privéleven
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek.
HOOFDSTUK II. Begrip
Art. 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder "sociaal fonds" : het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten", waarvan de statuten werden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 tot vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten".
HOOFDSTUK III. Rechthebbenden
Art. 3. Aan de arbeid(st)ers van de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten, zoals bedoeld in artikel 1, die voorkomen in de RSZ- aangifte van de werkgever en die daartoe een aanvraag indienen bij het sociaal fonds, wordt een éénmalige uitkering toegekend bij de definitieve intrekking van het bewijs van medische schifting en bij het overlijden als gevolg van een ongeval in het privéleven volgens de toekenningsmodaliteiten vermeld in artikel 4.
HOOFDSTUK IV. Toekenningsmodaliteiten Art. 4. § 1. Definitieve intrekking van het bewijs van medische schifting.
De éénmalige uitkering wordt toegekend onder de volgende voorwaarden :
a) de arbeid(st)er moet 10 jaar voltijds tewerkgesteld zijn geweest in de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en van autocardiensten en moet minstens voor die periode het bezit van het bewijs van medische schifting kunnen bewijzen;
b) de intrekking van het bewijs van medische schifting moet definitief zijn;
c) het volledige bedrag wordt toegekend tot de leeftijd van 55 jaar. Vanaf de 55ste verjaardag wordt het bedrag per bijkomend jaar met 20 pct. verminderd, zodat de uitkering geheel vervalt op de 60ste verjaardag.
§ 2. Overlijden ingevolge een ongeval in het privéleven.
De éénmalige uitkering wordt toegekend onder de volgende voorwaarden :
a) het overlijden dient uitsluitend het gevolg te zijn van een ongeval in het privéleven, dit wil zeggen wanneer de wet op de arbeidsongevallen niet van toepassing is of wanneer een zelfstandige beroepsactiviteit wordt uitgeoefend;
b) het overlijden dient het gevolg te zijn van een ongeval, dit wil zeggen een plotse gebeurtenis vreemd aan de wil van de arbeid(st)er en waarvan de oorzaak gelegen is buiten zijn/haar organisme;
c) het overlijden dient uiterlijk in te treden 3 jaar na de dag van het ongeval.
HOOFDSTUK V. Bedrag
Art. 5. Het bedrag van de éénmalige uitkering wordt vastgelegd op 7 932,60 EUR.
HOOFDSTUK VI. Betaling
Art. 6. Dit bedrag wordt ten laste genomen door het sociaal fonds dat hiertoe een verzekeringspolis afsloot.
HOOFDSTUK VII. Geldigheidsduur
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1980 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Arbeidsvoorwaarden ingeval van gemengde arbeid
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2008 (88.096)
Gemengde arbeid in ondernemingen van bijzondere geregeld vervoer en van diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur (Overeenkomst geregistreerd op
29 april 2008 onder het nummer 88096/CO/140)
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de leden van het rijdend personeel van de ondernemingen van bijzonder geregeld vervoer met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) en van diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek.
§ 2. Met "vervoer verricht met huurauto’s met chauffeur" wordt bedoeld : ieder bezoldigd personenvervoer met voertuigen met een capaciteit van maximum 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) met uitzondering van het taxivervoer en het geregeld vervoer. Met "geregeld vervoer" wordt bedoeld : het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de SRWT-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria : een welbepaald traject en een welbepaald, geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren.
§ 3. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
HOOFDSTUK II. Gemengde arbeid
Art. 2. De gemengde arbeid bijzonder geregeld vervoer uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) enerzijds en vervoer met huurauto's met chauffeur anderzijds, wordt als volgt geregeld :
§ 1. Toe te passen loon- en arbeidsvoorwaarden :
a) als op dezelfde dag beide activiteiten verricht worden, dan gelden de loon- en arbeidsvoorwaarden van toepassing op de activiteit waaraan de meeste uren worden besteed;
b) als op dezelfde dag één enkele van beide activiteiten verricht wordt, dan gelden de loon- en arbeidsvoorwaarden van toepassing op de uitgeoefende activiteit.
HOOFDSTUK III.
Geldigheidsduur en slotbepaling
Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 17 januari 2008 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2013 (120.162) (rijdend personeel)
De CAO van 19/12/2013 betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2013 aan het rijdend personeel van de ondernemingen van geregeld vervoer, registratienummer 120.162, is nog niet beschikbaar in een integreerbare Word-versie.
De oude CAO kan geraadpleegd worden in de voorgaande fiche of op de site van de FOD: xxxx://xxx.xxxx.xxxxxx.xx/xxxxxxXXX.xxxx?xxx0000
De nieuwe CAO kan eveneens geraadpleegd worden op de site van de FOD (in pdf). De tekst van deze CAO wordt in deze fiche zo snel mogelijk toegevoegd.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2013 (120.160) (garagepersoneel)
De CAO van 19/12/2013 betreffende de toekenning van een eindejaarspremie aan het garagepersoneel, registratienummer 120.160, is nog niet beschikbaar in een integreerbare Word-versie.
De oude CAO kan geraadpleegd worden in de voorgaande fiche of op de site van de FOD: xxxx://xxx.xxxx.xxxxxx.xx/xxxxxxXXX.xxxx?xxx0000
De nieuwe CAO kan eveneens geraadpleegd worden op de site van de FOD (in pdf). De tekst van deze CAO wordt in deze fiche zo snel mogelijk toegevoegd.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 1972 (1.320)
Vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerkosten van de werklieden en werksters.
I. Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten welke ressorteren onder het Nationaal Paritair Comité voor het vervoer.
II. Bijdrage in de vervoerkosten
Art. 2. Rekening houdend met het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni 1971 wordt de werkgeversbijdrage in de vervoerkosten van de werklieden en werksters voor de afstand, heen en terug, tussen hun woonplaats en de werkplaats, hierna vastgesteld.
Art. 3. De werklieden en werksters die woonachtig zijn op 5 km en meer van de werkplaats en voor zover zij gebruik maken van om het even welke diensten van gemeenschappelijk vervoer, hebben recht, ten laste van de werkgever, op een terugbetaling van de gedragen kosten ten belope van 50 pct. van de prijs van een sociaal abonnement tweede klasse van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen voor de afstand, heen en terug, afgelegd door de gemeenschappelijke vervoerdiensten tussen de woonplaats en de werkplaats.
Art. 4. De terugbetaling van de gedragen kosten, waarvan sprake in het artikel 3 geschiedt, minstens om de maand.
Art. 5. Onverminderd de regelingen vastgesteld bij het artikel 3, blijven de gunstiger voorwaarden inzake vervoer en terugbetaling van vervoerkosten welke op het vlak van de onderneming bestaan, behouden.
Art. 6. De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst houden in dat de werklieden en werksters geen aanspraak kunnen maken op de betaling van
vervoerkosten wanneer de werkgever, door eigen middelen, het vervoer van zijn werklieden en werksters kosteloos verzekert.
III Geldigheidsduur
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1972 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Conform Wet op de Aanvullende Pensioenen van 28/04/2003 (WAP) : | Ja |
Toepassingsgebied : Opting-out / niet deelname : | Neen |
Toepassingsgebied : Uitsluiting categorieën : | Studentenarbeid, arbeid in kader van opleidings-omscholingsprogramma met steun van overheid, arbeiders met wettelijk pensioen met toegelaten arbeid |
Inrichter : | Sociaal Fonds voor de Werklieden van de Ondernemingen der Openbare en Speciale Autobusdiensten en Autocarondernemingen |
Uitvoerder Pensioentoezegging : | Fortis Insurance |
Uitvoerder Solidariteitstoezegging : | Solidariteitsfonds Car en Bus (FBZ) |
Bijdragevoeten (op brutoloon) : Pensioentoezegging (PT) Solidariteitstoezegging (ST) | Zie CAO(’s). |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2008 (88.917) Oprichting van het Solidariteitsfonds Car & Bus Geldigheidsduur : 01/01/2008 - onb. duur Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2008 (88.918), gewijzigd door CAO van 20 januari 2011 (103.293) en de CAO van 20 oktober 2011 (107.039) en de CAO van 20 december 2012 (113.020) en de CAO van 13 maart 2014 (121.129) Invoering van een sociaal sectoraal pensioenstelsel voor de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer Geldigheidsduur : 01/01/2008 - onb. duur | |
(type ‘vaste bijdrage’) 210 EUR x het werktijdregime van de aangeslotene voor 2011 en 2012 144 EUR x het werktijdregime van de aangeslotene vanaf 01/01/2013 Vanaf 2011 : De inrichter stort aan de solidariteitsinstelling een bedrag gelijk aan 4,40% van de geraamde pensioenspaarpremie voor het lopende jaar. Indien dit bedrag in de loop |
van het jaar ontoereikend zou blijken, zal het saldo beperkt tot een jaarlijks maximum per aangeslotene van 25 EUR vermenigvuldigd met het werktijdregime van de aangeslotene, bijgestort worden door de inrichter.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2010 (101890)
Sectorale hospitalisatieverzekering voor de werklieden van de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek alsook op hun werklieden.
§ 2. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.
§ 3. Met "geregeld vervoer" wordt bedoeld : het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de SRWT-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria : een welbepaald traject en een welbepaald, geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren.
§ 4. Met "bijzondere vormen van geregeld vervoer" wordt : bedoeld het vervoer, ongeacht door wie het wordt georganiseerd, van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, voor zover dat vervoer geschiedt op de wijze van het geregeld vervoer en wordt uitgevoerd met voertuigen van meer dan 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen).
§ 5. Met "ongeregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer dat niet aan de definitie van geregeld, met inbegrip van de bijzondere vormen van geregeld vervoer, beantwoordt en dat met name wordt gekenmerkt door het transport van vooraf samengestelde groepen, op initiatief van een opdrachtgever of van de vervoerder zelf. Onder ongeregeld vervoer wordt eveneens verstaan de internationaal.
§ 6. Onder "sociaal fonds" wordt verstaan : het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten", waarvan de statuten zijn vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van
16 oktober 2007 tot vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten", zoals gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2008.
HOOFDSTUK II.
Inrichting, financiering, beheer en uitvoering
Art. 2. Het sociaal fonds sluit een sectorale hospitalisatieverzekering af ten gunste van de werklieden bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2.
§ 2. Deze hospitalisatieverzekering wordt gefinancierd door het sociaal fonds.
§ 3. Het beheer ervan wordt toevertrouwd aan de verzekeringsmaatschappij AG Insurance nv, Xxxxx Xxxxxxxxxxxx 00 X, 0000 Xxxxxxx, onderneming toegelaten onder codenummer 0079 RPR 0404.494.894.
§ 4. Het sociaal fonds wordt belast met de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK III. Aansluitingsvoorwaarden
Art. 3. § 1. Voor de werklieden in dienst op 1 april 2010 wordt het recht op de tussenkomst van de sectorale hospitalisatieverzekering vanaf die datum geopend, indien deze werklieden op die datum sedert minstens 6 maanden in dienst zijn bij één of meerdere werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst en dus als werkman aangegeven zijn in de RSZ-categorie 085.
§ 2. Bovendien moeten deze werklieden in het 3de en het 4de kwartaal van 2009 minstens 50 prestatiedagen of hiermee gelijkgestelde dagen hebben geleverd.
§ 3. Met prestatiedagen of hiermee gelijkgestelde dagen wordt bedoeld alle dagen aangegeven in de DMFA-aangifte met de volgende codes 001, 002, 003, 005, 010, 011,
020, 022, 023, 030, 050, 051, 052, 060, 061, 070, 071, 072 en 073.
§ 4. Voor de werklieden die op 1 april 2010 niet sedert minstens 6 maanden in dienst zijn bij één of meerdere werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst en voor de werklieden die na 1 april 2010 in dienst treden, wordt het recht op de tussenkomst van de sectorale hospitalisatieverzekering geopend vanaf de 1ste van de maand voorafgaand aan de datum waarop deze werklieden sedert minstens 6 maanden in dienst zijn bij één of meerdere werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst en dus als werkman aangegeven zijn in de RSZ-categorie 085
§ 5. Bovendien moeten deze werklieden tijdens deze 6 maanden minstens 50 prestatiedagen of hiermee gelijkgestelde dagen hebben geleverd.
§ 6. Met prestatiedagen of hiermee gelijkgestelde dagen wordt bedoeld alle dagen aangegeven in de DMFA-aangifte met de volgende codes 001, 002, 003, 005, 010, 011,
020, 022, 023, 030, 050, 051, 052, 060, 061, 070, 071, 072 en 073.
§ 7. Om het recht op de tussenkomst van de sectorale hospitalisatieverzekering te behouden, moeten de werklieden tijdens het voorbije kalenderjaar minstens 100 prestatiedagen of hiermee gelijkgestelde dagen, zoals vermeld in artikel 3, §§ 3 en 6, hebben geleverd, behalve indien dat kalenderjaar het jaar van aansluiting was.
§ 8. Om het recht op de tussenkomst van de sectorale hospitalisatieverzekering opnieuw te verwerven na het verlies ervan, moeten de werklieden 6 maanden in dienst zijn bij één of meerdere werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst en tijdens deze 6 maanden minstens 50 prestatiedagen of hiermee gelijkgestelde dagen, zoals vermeld in artikel 3, §§ 3 en 6, hebben geleverd.
§ 9. Het recht op de tussenkomst van de sectorale hospitalisatieverzekering eindigt de 1ste van de maand voorafgaand aan de datum waarop de betrokken werkman 6 maanden uit dienst is bij één of meerdere werkgevers bedoeld in artikel 1 en dus niet meer als werkman is aangegeven in de RSZ-categorie 085.
HOOFDSTUK IV.
Modaliteiten van de tussenkomst
Art. 4. De modaliteiten van de tussenkomst liggen vervat in het Medisch Plan Arbeiders Bus & Car.
HOOFDSTUK V. Derde betalersysteem
Art. 5. § 1. Elke aangeslotene bij de hospitalisatieverzekering kan, in geval van hospitalisatie in België, een beroep doen op het systeem van de derdebetaler georganiseerd door de beheerder via het "Service Center" Medi-Assistance.
§ 2. De derdebetaler bij een hospitalisatie kan worden aangevraagd via het nummer vermeld op de Medi-Assistancekaart of via de website van de beheerder.
HOOFDSTUK VI. Individuele voortzetting
Art. 6. § 1. In overeenstemming met de bepalingen van artikel 138bis-8 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst beschikken de verzekerde werklieden in geval van verlies van het voordeel van de sectorale hospitalisatieverzekering over het recht om deze verzekering individueel voort te zetten zonder een bijkomend medisch onderzoek te moeten ondergaan noch een nieuwe medische vragenlijst te moeten invullen. Daartoe moet de verzekerde werkman gedurende de twee jaren die aan het verlies van het voordeel voorafgaan, ononderbroken aangesloten geweest zijn bij één of meer opeenvolgende ziekteverzekeringsovereenkomsten, afgesloten bij een verzekeringsonderneming.
§ 2. De premie die bij individuele voortzetting van de sectorale hospitalisatieverzekering door de rechthebbende werkman zal moeten betaald worden, is die van het individueel tarief in overeenstemming met zijn leeftijd op het moment van de aansluiting bij de individuele verzekering.
§ 3. Teneinde de verzekerde werklieden de mogelijkheid te bieden om tijdig een individuele voortzetting aan te vragen bij de verzekeraar, bezorgt het sociaal fonds ten laatste 30 dagen na het verlies van het voordeel de volgende informatie schriftelijk of electronisch aan de verzekerde werkman :
- het precieze tijdstip van het verlies van dekking van de sectorale hospitalisatieverzekering;
- de mogelijkheid om de verzekering individueel verder te zetten;
- de contactgegevens van de verzekeraar
- de termijn van 30 dagen waarbinnen de verzekerde werkman het recht op individuele voortzetting kan uitoefenen.
Art. 7. § 1. In overeenstemming met artikel
138bis-9 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst licht de verzekeraar het sociaal fonds in over de mogelijkheid voor de verzekerde om individueel een bijkomende premie te betalen tijdens de periode van collectieve dekking. De betaling van die bijkomende premies, mits zij jaar na jaar ononderbroken werden betaald, heeft tot gevolg dat de premie in geval van individuele voortzetting berekend wordt rekening houdend met de leeftijd waarop de verzekerde de bijkomende premies is beginnen te betalen.
§ 2. Het sociaal fonds verbindt er zich toe de door de verzekeraar ter beschikking gestelde informatie te bezorgen aan alle verzekerde werklieden en telkens een nieuwe werkman wordt aangesloten.
HOOFDSTUK VII. Geldigheidsduur
Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2010 en is afgesloten voor onbepaalde duur.