Contract
Uitspraak van de Geschillencommissie Bureau Krediet Registratie, nr. 20.27 d.d. 16 december 2020 te Amsterdam (mr. X.X. xxx Xxxxxx, mr. I.M. Bilderbeek en A.C. Juffermans).
1. Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Commissie te laten beslechten, binnen de door het Reglement Geschillencommissie BKR (hierna: het Reglement) gestelde grenzen.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- klachtschrift met bijlagen d.d. d.d. 26 november 2019;
- aanvullende stukken met acceptatieformulier d.d. 6 januari 2020 en 24 januari 2020;
- verweer deelnemer d.d. 19 februari 2020;
- repliek betrokkene d.d. 4 mei 2020;
- dupliek deelnemer d.d. 27 mei 2020.
De deelnemer heeft na haar dupliek nog een schriftelijk stuk ingediend.
De Commissie heeft kennis genomen van de door partijen overgelegde stukken en heeft betrokkene en de deelnemer uitgenodigd voor een mondelinge behandeling van de klacht op 23 november 2020 te Amsterdam.
Op de zitting is betrokkene verschenen tezamen met zijn raadsman. Namens de deelnemer is de heer
[X] ([deurwaarderskantoor]) verschenen.
Ter zitting hebben partijen hun standpunt (nader) toegelicht.
2. Standpunt van partijen
2.1. Op naam van betrokkene is een doorlopend krediet met contractnummer [Y] geregistreerd. Het geregistreerde bedrag is EUR 19.200. De registratie heeft een A op 1 oktober 2002, een code 3 op 23 september 2019 en ook een werkelijke einddatum op diezelfde dag. Xxxxxxxxxx stelt zich op het standpunt dat hij met de deelnemer heeft afgesproken dat deze de registratie zou verwijderen, althans zodanig zou aanpassen dat hij daarvan geen hinder meer zou ondervinden bij het aangaan kredietovereenkomsten en telefoonabonnementen, als betrokkene de overeengekomen
betalingsregeling zou nakomen. Betrokkene vordert voorts schadevergoeding ten belope van EUR 2.270.
2.2. De deelnemer stelt te hebben geregistreerd conform de reglementering van het BKR.
2.3. Op hetgeen partijen hebben gesteld in de klacht, het verweer en indien van toepassing de repliek en de dupliek, wordt zo nodig in de beoordeling ingegaan.
3. Beoordeling van het geschil
Uit de stukken en de afgelegde verklaringen voor zover wederzijds erkend althans niet of onvoldoende betwist, is het volgende komen vast te staan.
3.1. De Commissie laat het door de deelnemer voor de mondelinge behandeling ingediende stuk buiten beschouwing. Het betrof een uitgebreide, nieuwe schriftelijke uiteenzetting van het verweer met bijlagen. De schriftelijke fase van de behandeling was op dat moment echter al geëindigd.
3.2. Betrokkene maakt bezwaar tegen de registratie in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van een doorlopend krediet met contractnummer [Y] geregistreerd. Het geregistreerde bedrag is EUR
19.200. De registratie heeft een A op 1 oktober 2002, een code 3 op 23 september 2019 en ook een werkelijke einddatum op diezelfde dag. Betrokkene vordert een bedrag aan schadevergoeding ad EUR 2.270.
3.3. Betrokkene stelt dat er een afspraak is gemaakt tussen partijen die inhoudt, dat de deelnemer na betaling van een overeengekomen bedrag, de registratie zou verwijderen dan wel zou aanpassen naar een registratie waarvan de betrokkene geen hinder meer zou ondervinden bij het aangaan van nieuwe overeenkomsten. Betrokkene heeft niet betwist dat de registraties technisch juist zijn, dat wil zeggen in overeenstemming met de reglementering van het BKR zijn aangebracht.
3.4. Het betalingsvoorstel van 3 september 2019 dat de betrokkene middels zijn advocaat aan de deelnemer heeft gedaan luidt als volgt:
“1. Cliënt betaalt een bedrag van EUR 4.500,-- in maandelijkse termijnen van EUR 250--, ingaande op 1 oktober 2019;
2. De BKR-registratie ten laste van cliënt in verband met onderhavige vordering wordt per direct verwijderd dan wel wordt de code herzien op zodanige wijze dat cliënt weer in staat is om overeenkomsten te sluiten, zoals kredietovereenkomsten en telefoonabonnementen;
3. Na uitvoering van het voorgaande verlenen partijen elkaar over en weer finale kwijting.”
3.5. De door de deelnemer ingeschakelde deurwaarder, waarmee de advocaat van betrokkene correspondeerde, heeft daarop als volgt gereageerd op 4 september 2019:
“Cliënte kan akkoord gaan met het door u gedane voorstel tegen finale kwijting van EUR 4.500,00 in maandelijkse termijnen van EUR 250, onder de voorwaarde dat de regeling stipt wordt nagekomen. (…) Daarnaast heeft cliënte aangegeven dat de BKR registratie pas zal
worden aangepast wanneer er volledig is voldaan aan het kwijtingsvoorstel van EUR 4.500,00.” Op 22 september 2019 is het volledige bedrag van EUR 4.500,00 door de betrokkene betaald.
3.6. De deelnemer heeft de registratie in het CKI per 23 september 2019 zodanig aangepast dat er een 3 en een werkelijke einddatum op die dag zijn toegevoegd.
3.7. De deelnemer stelt te hebben gehandeld conform de reglementering van het BKR en dat de registratie door haar is aangepast zoals ook betrokkene van haar mocht verwachten. Tot meer is de deelnemer niet gehouden, stelt zij. De Commissie deelt dat standpunt niet. De deelnemer heeft met betrokkene een concrete afspraak gemaakt over de registratie indien de betrokkene zich aan de betalingsafspraak zou houden. Daar heeft de deelnemer (nog) niet naar gehandeld, maar zij heeft zich daartoe wel verbonden. Als de deelnemer achteraf tot de conclusie is gekomen dat zij haar toezegging niet goed kan nakomen, of daar althans in wordt beperkt door de reglementering van het BKR, dan komt dat voor haar rekening. Xxxxxxxxxx heeft expliciet in het voorstel opgenomen dat hij geen hinder van de registratie zou mogen hebben bij het vinden van nieuwe financiering, indien hij het afgesproken bedrag zou betalen. Redelijkerwijs mocht de deelnemer daaraan niet de betekenis toekennen dat zij slechts gehouden zou zijn om na betaling een code 3 met een werkelijke einddatum toe te voegen, waarvan algemeen bekend is dat het kredietverlening juist in de weg staat. Nu de deelnemer haar afspraak niet nakomt kan niet worden geoordeeld dat de registratie juist en actueel is. De Commissie is van oordeel dat de deelnemer haar verplichting moet nakomen en zal dienovereenkomstig beslissen. Omdat niet goed denkbaar is, dat betrokkene geen enkele hinder zal ondervinden van een registratie die nog op kleine onderdelen wordt gewijzigd, zal de Commissie bepalen dat de gehele registratie moet worden verwijderd.
3.8. Xxxxxxxxxx heeft voorts een bedrag van EUR 2.270 als schade gevorderd. Hij heeft dat in zoverre gespecificeerd dat hij facturen heeft overgelegd van de kosten van rechtsbijstand ten belope van EUR 805,87 in totaal. De betrokkene heeft gesteld dat deze kosten zijn gemaakt in verband met de
onderhavige procedure. Artikel 17 van het Reglement Geschillencommissie BKR bepaalt dat ter zake het geschil gemaakte kosten voor eigen rekening van partijen komen, behoudens bijzondere gevallen. In dit geval is de Commissie van oordeel dat inderdaad sprake is van bijzondere omstandigheden nu de deelnemer de gemaakte afspraak bezwaarlijk anders kon interpreteren dan betrokkene heeft gedaan. Omdat het inschakelen van rechtsbijstand een vrije keuze is, zal de gevorderde kostenvergoeding worden gematigd tot een bedrag van EUR 500. Het meerdere wordt afgewezen.
4. De beslissing
De Commissie beslist dat de klacht van betrokkene gegrond is. De deelnemer dient binnen tien werkdagen na dagtekening van deze beslissing de negatieve coderingen op het doorlopend krediet met contractnummer [Y] uit het CKI te verwijderen en aan betrokkene EUR 500 aan schadevordering te voldoen. Voorts beslist de Commissie gezien de gegrondheid van de klacht, conform het bepaalde in artikel 9 lid 2 van het Reglement, tot terugbetaling van de door betrokkene betaalde bijdrage ad EUR 50.