NOVEMBER 2007
FNVBondgenoten
PrCincaipoeaCkkaooordCcaaooMetalektro 2007
NOVEMBER 2007
Het principeakkoord draagt het motto “Investeren in mensen”. Het bevat forse verbeteringen van de lonen en investeringen in werknemers. Daarmee moet de sector aantrekkelijker worden voor instromers, het huidige personeel binden en uitstroom beperken. Daarvoor zijn concrete afspraken gemaakt over o.a. jongeren, opleidingen, ouderen en arbeidsongeschiktheid.
Binnenkort verschijnt de cao-krant met alle afspraken, de toelichtingen en de stempro- cedure. Enkele hoofdpunten staan in ons pamflet dat onmiddellijk na de onderhan- delingen verscheen. Zie ook onze website xxx.xxxxxxxxx.xx. In deze uitgave zetten we alles in het kort op een rijtje.
Looptijd
De nieuwe cao loopt van 1 november 2007 tot 1 februari 2010. Dat is dus
27 maanden.
Loon
Maandloon | Jaarloon | 3%zonder vloer | Vloer per maand | Extra per maand | Feitelijke loonsverhoging |
€ 1.500 | € 18.000 | € 45 | € 82,50 | € 37,50 | 5,5% |
€ 2.000 | € 24.000 | € 60 | € 82,50 | € 22,50 | 4,1% |
€ 2.500 | € 30.000 | € 75 | € 82,50 | € 7,50 | 3,3% |
€ 3.000 | € 36.000 | € 90 | € 82,50 | - | 3% |
Gedurende de looptijd van de cao worden de lonen structureel met 7,75% verhoogd.
> 3% op 1 januari 2008 en 0,5% op
1 juli 2008;
> 2,5% op 1 januari 2009 en 1% op
1 juli 2009;
> 0,75% op 1 januari 2010.
Op 1 december 2007 wordt een een- malige uitkering betaald van € 225 bruto.
Vloeren
De loonsverhoging met 3% op 1 januari 2008 heeft een vloer van € 330 per procent. Dus bij 3% loonsverhoging tenminste € 990 per jaar. Dat is per maand
€ 82,50. De werknemer van 23 jaar en ouder tot een maandloon van € 2.750 (€ 33.000 per jaar exclusief vakantietoe-
slag) heeft extra voordeel door deze vloer.
Bij de cao-verhogingen van de lonen wordt de bestaande vloer (cao-artikel 10.9) verhoogd met hetzelfde percentage. Ook de vakantietoeslagen hebben in de cao-Metalektro een dergelijke vloer (cao- artikel 5.11) die bij elke cao-verhoging wordt aangepast.
Nieuw loongebouw
Een werkgroep gaat een loonstelsel maken waarin de loonschalen voor jongeren en de bepalingen over vakvol- wassen lonen boven de 23 jaar worden vervangen. De nieuwe schalen gelden voor vakvolwassen werknemers en de aanloopschalen voor werknemers die een functie nog niet in alle opzichten volledig uitoefenen. Leeftijd zal geen bepalende factor meer zijn voor de indeling van een werknemer.
Jongeren
Wij zijn het met de werkgevers eens dat de Metalektro aantrekkelijker gemaakt moet worden voor jongeren. Er stromen te weinig jongeren in en er vertrekken te veel jongeren tijdens het leerwerktraject of kort daarna. Naast specifieke afspraken profiteren jongeren natuurlijk ook van de verbeteringen die voor iedereen gelden.
De jeugdschalen
Bij invoering van het nieuwe loongebouw zullen de aparte jeugdschalen verdwijnen. Op 1 januari 2008 worden de jeugdlonen al fors opgetrokken.
> Voor jeugdschaal B geldt nu nog het minimum jeugdloon. Deze schaal wordt vervangen door het hogere niveau van schaal C.
> In de nieuwe jeugdschaal C gaat het bedrag van een 19-jarige gelden voor een 18-jarige en daarmee zullen de stappen naar 23 jaar ook omhoog gaan.
> In de nieuwe jeugdschaal D gaat het bedrag van een 22-jarige gelden voor een 21-jarige en daarmee zal de stap naar 23 jaar ook omhoog gaan.
In het overzicht hieronder zijn de resul- taten in euro’s per maand vermeld uitgaande van de bedragen per 1 juli 2007 (dus zonder de loonsverhogingen per 1 januari 2008).
Contract voor onbepaalde tijd
Om werknemers met een leerarbeidsover- eenkomst meer perspectief te bieden op een loopbaan in de Metalektro zal de werkgever de leerling-werknemer die is geslaagd voor de BBL-opleiding aanslui- tend een arbeidsovereenkomst voor onbe- paalde tijd aanbieden.
Loon leerling-werknemers
Per 1 augustus 2008 zullen werknemers met een leer-arbeidsovereenkomst een
extra loonsverhoging ontvangen van 10% op het wettelijk minimum (jeugd)loon als zij de eerste helft van hun opleiding met goed gevolg hebben afgesloten.
Arbeidsmarkt en opleidingen
In de nieuwe cao staat de ontwikkeling van werknemers centraal.
Opleidingsdagen
Om de scholing van alle werknemers te bevorderen komen er opleidingsdagen. De keuze ligt bij de werknemer en zijn bedoeld voor zijn / haar individuele ontwik- keling.
> De werknemer krijgt in 2009 recht op 1 opleidingsdag. Vanaf 2010 wordt dit verhoogd naar 2 opleidingsdagen per jaar.
> Opleidingsdagen kunnen ook worden gebruikt in uren of halve dagen (8 uur per dag).
> Er worden opleidingen ontwikkeld die in modules kunnen worden aange- boden.
> Opleidingsdagen kunnen uiterlijk 1 jaar mee naar het volgende jaar.
> De werknemer kiest in overleg met de werkgever aan welke opleiding de dagen worden besteed om zich verder te ontplooien. Zij stellen ook in goed overleg vast wanneer de opleiding wordt gevolgd.
> Als de werknemer op problemen stuit bij het gebruik van zijn opleidings- dagen, dan kan hij dat ter behande- ling melden bij de ROM.
> De werkgever dient een studiekosten- regeling vast te stellen voor het na
1 januari 2009 volgen van oplei- dingen. De or zal instemming moeten verlenen aan zo’n regeling.
EVC
Vanaf 1 januari 2008 heeft de werk- nemer een keer per vijf jaren recht op
een EVC-test. De werkgever vergoedt de kosten tot maximaal € 750 bruto.
Praktijkopleider
Om de kwaliteit van de leer- en stage- plaatsen te verbeteren komt er meer aandacht voor de praktijkopleider. Er wordt een nieuwe cursus praktijkopleider ontwikkeld om de bredere taken te kunnen uitvoeren. De praktijkopleiders worden daarbij betrokken en ondersteund.
Ontwikkeling van opleiden in modules Het opleidingsaanbod past vaak niet bij de wensen van werknemers. Er is behoefte aan korte, overzichtelijke cursussen. A+O zal daarom een modulair aanbod ontwikkelen. Met zo’n opzet, bijvoorbeeld met een EVC-test als basis, kan de werknemer samen met de werk- gever zijn persoonlijke opleidingstraject samenstellen en zo het gewenste oplei- dingsniveau behalen.
Pilots en projecten
In het meerjarenplan van A+O zullen extra middelen worden ingezet voor pilots en projecten:
> Innovaties van opleidingsaanbod en opleidingscultuur
> Loopbaanadvies
> Ontwikkelingsbudget (scholingsbon)
> Voorlichting
> Beschikbaar arbeidsmarktpotentieel
Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingen (A+O)
A+O krijgt de opdracht om alle nieuwe en extra arbeidsmarkt- en scholingsactivi- teiten in de Metalektro tot uitvoering te brengen. Daarvoor wordt uiterlijk op
1 maart 2008 een programma opgesteld om de extra gelden te besteden.
De komende jaren heeft de Stichting A+O geen € 20 miljoen maar € 30 miljoen per jaar beschikbaar. De €15 miljoen reste- rende reserves van het kinderopvangfonds
Leeftijd | B oud | Bnieuw | B hoger | Coud | Cnieuw | Choger | Doud | Dnieuw | Dhoger |
18 | 599 | 959 | 360 | 959 | 1074 | 115 | |||
19 | 691 | 1074 | 383 | 1074 | 1166 | 92 | |||
20 | 809 | 1189 | 380 | 1189 | 1258 | 69 | |||
21 | 954 | 1304 | 350 | 1304 | 1350 | 46 | 1343 | 1461 | 118 |
22 | 1119 | 1419 | 300 | 1419 | 1442 | 23 | 1461 | 1521 | 59 |
23 | 1317 | 1534 | 217 | 1534 | 1534 | - | 1580 | 1580 | - |
(SKM) worden ingezet voor arbeidsmarkt en opleidingen. Bovendien heeft A+O nog een reserve van € 5 miljoen. Als in 2010 de reserve van A+O onder de €10 miljoen is gezakt (en dus de extra middelen inderdaad zijn gebruikt!), dan zal de heffing worden verhoogd tot 0,6% (nu 0,4%).
Ontslagrecht en werkstakingen tegen kabinetsplannen
In de cao zal worden vastgelegd dat de verplichting van vakverenigingen om geen werkstaking of andere acties toe te passen, die het normaal functioneren van een onderneming belemmeren, niet zal gelden indien de voorgenomen werksta- king of andere acties betrekking hebben op de voorgenomen plannen van het kabinet tot wijziging van het ontslagrecht.
Arbeidstijden en vrije tijd
Arbeidstijdenwet
De volgende bepaling wordt in de cao opgenomen:
Indien de werkgever een werktijdregeling wil gaan invoeren die niet past binnen de normen van de overlegregeling van de tot 1 november 2007 geldende Arbeidstij- denwet en de normen van de op deze wet gebaseerde Arbeidstijdenbesluiten, dan dient hij hierover met vakverenigingen overeenstemming te bereiken.
Seniorendagen, vakantiedagen en leeftijdsbepalingen
A. Nieuwe regelingen
In samenhang met de afspraken over opleidingsdagen, de aanpassing van de jeugdschalen en de studie naar de vernieuwing van de loonschalen is over- eengekomen de huidige regeling voor extra vakantie voor senioren en jeugdigen te vervangen per 1 januari 2009. In plaats daarvan krijgen alle werknemers vanaf 2009 voortaan twee extra vakantie- dagen.
Een overgangsregeling geldt voor de werknemers die op 1 januari 2009 in dienst zijn en 40 jaar of ouder zijn. In
plaats van deze twee extra vakantiedagen hebben zij recht op:
> De werknemer van 50 jaar of ouder behoudt de huidige cao-regeling (art. 5.6.1). Dat geldt voor de al toege- kende dagen en de extra dagen erna. Alleen wordt het aantal seniorendagen voor werknemers van 64 jaar en ouder gesteld op 22 (was 29), hetzelfde aantal als bij 63 jaar.
> De werknemer van 45 tot 50 jaar heeft recht op vier extra vakantie- dagen per jaar.
> De werknemer van 40 tot 45 jaar heeft recht op drie extra vakantie- dagen per jaar.
Voor de vervanging van seniorendagen is er veel compensatie, vooral extra investe- ring in jeugd en opleidingen. Door de extra vakantiedagen en een goede over- gangsregeling duurt het nog jaren voordat er iets voor werknemers verandert. Drie voorbeelden:
1. Een werknemer van 25 jaar krijgt tot
zijn 62e gedurende 37 jaar twee extra vakantiedagen, totaal 74 dagen. Dat is bijna gelijk aan de 76 dagen die de oudere werknemer nu nog opgeteld krijgt tussen zijn 50e en 62e. Alleen kan hij van deze extra vrije tijd al jaren profiteren.
2. Een werknemer die op 1 januari 2009 42 jaar is krijgt voor zijn 50e al acht jaar lang drie vakantiedagen extra. Daarna houdt hij zijn drie dagen, hetzelfde als hij in het oude stelsel
zou krijgen tussen zijn 50e en 55e. Pas daarna zou hij in het oude stelsel op zijn 55e t / m 57e vijf senioren- dagen per jaar krijgen en op zijn 58e en 59e tien dagen. Maar voor zijn 50e heeft hij al in acht jaar 24 vrije dagen gehad die hij eerst niet had. Dus 18 jaar lang heeft hij een voor- deel.
3. Een werknemer die op 1 januari 2009 47 jaar is krijgt voor zijn 50e al drie jaar lang vier extra vakantiedagen. Deze vier dagen houdt hij tussen zijn 50e en 55e, terwijl hij in het oude stelsel drie seniorendagen per jaar zou krijgen. Pas daarna zou hij in het oude
stelsel op zijn 55e t / m 57e vijf senio- rendagen krijgen. Maar voor zijn 50e krijgt hij opgeteld inmiddels 12 dagen die hij eerder niet had en tussen zijn 50e en 55e een dag meer. Ook op zijn 58e en 59e zou hij in het oude stelsel in totaal nog niet hetzelfde aantal vrije dagen hebben gekregen. Dus 13 jaar lang heeft hij meer vrije dagen gehad.
B. Nieuw beleid
Naast deze afspraken moet er ook een ouderen- of levensfasebeleid komen, zodat werknemers gezond hun pensioen halen en inzetbaar blijven. In plaats van toeken- ning van seniorendagen aan iedereen, zal er maatwerk komen voor werknemers die dat echt nodig hebben.
Een werkgroep beziet welke aanvullende afspraken nodig zijn over flankerend oude- renbeleid, maatwerk in persoonlijke omstandigheden, levensfase, zware en slij- tende beroepen. In de besprekingen worden de instrumenten betrokken die zijn ontwikkeld door het Nederlands Centrum Sociale Innovatie. De werkgroep heeft verder tot taak voorstellen te maken over:
> de overblijvende artikelen in de cao waarin leeftijd nog een criterium is, zoals het uitzonderen van werknemers van 55 jaar en ouder van de verplich- ting over te werken;
> een eenduidige regeling van de afbouw van ploegentoeslagen (cao- artikel 4.12);
> de regeling voor de opbouw van pensioen over de ploegentoeslagen.
ADV-dagen
Volgens cao-artikel 3.1 kan de werkgever in overleg met de or drie ADV-dagen kopen tegen een salarisverhoging van 1,15%. Als de werknemer dat echter wil heeft hij het recht om zijn ADV-dagen (104 vrije roosteruren per jaar) volledige te behouden.
In de nieuwe cao wordt deze mogelijk- heid uitgebreid naar 6 ADV-dagen onder dezelfde voorwaarden. De waarde van een dag is daarbij vastgesteld op 0,383% van het jaarsalaris.
Pensioen
Overgangsregeling voor werknemers geboren in de jaren 1950 t / m 1972 In de cao worden afspraken opgenomen om de overgangsregeling veilig te stellen van werknemers die op 1 januari 2005 jonger waren dan 50 jaar.
Onderdeel van de nieuwe pensioenrege- ling is een overgangsregeling voor werk- nemers geboren in de jaren 1950 t / m 1972. Zij hebben een voorwaardelijke toezegging dat zij uiterlijk op 61- of 62- jarige leeftijd vervroegd met pensioen kunnen. In de cao wordt vastgelegd dat werkgevers in de Metalektro die vrijstelling is verleend voor deelname aan PME verplicht zijn een zelfde overgangsregeling te treffen voor werknemers geboren van 1950 t / m 1972.
PME kan besluiten tot vervroegde inkoop van voorwaardelijke aanspraken. Vrijge- stelde ondernemingen hebben een eigen verantwoordelijkheid voor de financiering van de overgangsregeling uiterlijk op de datum van de pensioeningang.
FVP-regeling: vrijwillige voortzetting pensioenopbouw bij werkloosheid
Het reglement van PME wordt aangepast, zodat vanaf 1 januari 2009 pensioenop- bouw na een wachtperiode van 180 dagen (zoals nu ook in FVP) zal kunnen worden voortgezet voor de duur van de loongerelateerde uitkeringsperiode van de WW. Daarbij geldt geen onderscheid naar leeftijd, terwijl de FVP-regeling alleen geldt boven de leeftijd van 40 jaar. De premie wordt voor driekwart betaald door PME en slechts voor een kwart door de werknemer.
Gemiste indexaties
De financiële positie van PME is verder verbeterd, de dekkingsgraad is gestegen tot 136%. De opgebouwde rechten en de al ingegane pensioenen kunnen dan ook
Dit is een uitgave van StichtingFNVPers t.b.v.FNVBondgenoten
November 2007
Vormgeving:FNVBondgenoten, dienst Communicatie, unit Traffic
26407
Colofon
volledig worden geïndexeerd. Er is ook ruimte voor premiekorting en inhaalindex- atie. Maar de cao-partijen zullen het bestuur van PME adviseren om deze te matigen, zodat voldoende middelen beschikbaar blijven voor de tijdige financie- ring van de overgangsregeling voor 55-min.
Gezond en veilig werken
WIA-bodemverzekering
Per 1 januari 2009 wordt een collectieve WIA-bodemverzekering ingevoerd zoals in de Metaal en Techniek. Bij arbeidsonge- schiktheid van 35% of minder vult de verzekering het inkomensverlies aan tot 100% van het laatst verdiende loon. De werkgever betaalt 50% van de premie. De werknemer bepaalt of hij deelneemt aan de verzekering. Er komt een overgangsre- geling voor de bedrijven die al een verze- kering hebben afgesloten.
Re-integratie bij minder dan 35% arbeidsongeschiktheid
Als de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is zijn baan verliest en niet bij zijn eigen of een andere werk- gever aangepast werk heeft gekregen, zal de werknemer op kosten van A+O een periode intensief worden begeleid door een re-integratiebureau om alsnog passend werk te vinden. Ook wordt zoals in de Metaal en Techniek een re-integra- tietoets ontwikkeld die de werknemer helpt om aan het werk te blijven.
WGA-hiaatverzekering
Per 1 januari 2009 wordt een collectieve WGA-hiaatverzekering ingevoerd zoals in de Metaal en Techniek. Bij arbeidsonge- schiktheid tussen de 35% en 80% vult de verzekering het inkomensverlies aan tot het niveau van de WGA loonaanvullings- uitkering (70% van het laatst verdiende loon min de resterende verdiencapaciteit). De werknemer betaalt de premie. Hij bepaalt of hij deelneemt aan de verzeke- ring. De werkgever die al een WGA-hiaat- verzekering aan zijn werknemers heeft aangeboden zal de inhoud moeten aanpassen met ingang van de eerst mogelijke contractsverlenging.
WGA-premie
Gedurende de looptijd van de cao zal de werkgever de rentehobbel voor zijn reke- ning nemen en het overige deel van de
premie voor maximaal 50% voor rekening van de werknemer brengen.
Arbeidsomstandigheden
In het protocol wordt opgenomen het project ‘5 x beter, werken is gezond’, de opstelling van praktijkrichtlijnen en de komst van de Arbo-catalogus voor de metaal. Voor de financiering van het project betaalt A+O maximaal €1 miljoen per jaar.
Gelijk werk, gelijk loon
Om er zeker van te zijn dat in de Meta- lektro alleen met bonafide uitzendbureaus wordt gewerkt zal met ingang van 2009 alleen gebruik gemaakt worden van uitzendbureaus die NEN-gecertificeerd zijn. Tot die tijd geldt een aanbeveling. Voor buitenlandse uitzendbureaus geldt deze verplichting een jaar nadat de NEN-certifi- cering hiervoor in werking is getreden.
Voordelen voor vakbondsleden
> De FME zal meewerken aan een studie naar de mogelijkheden om voordelen voor vakbondsleden in te voeren voor de inkomensverzekeringen bij arbeidsongeschiktheid.
> De fiscale verrekening van vakbonds- contributie wordt een recht van de werknemer.
> De (werkgevers)premie voor het SF wordt verhoogd ter financiering van het aanbod van een jaar lang gratis lidmaatschap aan nieuwkomers in de Metalektro. Voordat dit kan worden ingevoerd zullen eerst de beschikbaar- heid van gegevens en technische uitvoering van de regeling moeten worden uitgewerkt.
Diversen
> Een werkgroep wordt ingesteld om de cao-teksten te vereenvoudigen en toegankelijker te formuleren.
> In de tekst van artikel 10.2 van de ISF/SAO-cao zal in de eerste zin worden toegevoegd “en uiterlijk na twee maanden”.
> Ter voorkoming van het vroegtijdig afscheid nemen van uitzendkrachten na ziekte wordt in de cao opgenomen dat een onderbreking als gevolg van ziekte niet wordt beschouwd als een beëindi- ging van de arbeidsovereenkomst.