Inhoud
Arbeidstijdorganisatie in betoncentrales
Inhoud
1. Toepassingsgebied van de overeenkomst
2. Regels in verband met de organisatie en de arbeidsduur
3. Door de CAO georganiseerde grote flexibiliteit
4. Loonvoorwaarden en andere vergoedingen
5. Enkele voorbeelden
6. Procedures voor de invoering van de nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen
7. Maatregelen inzake opleiding en veiligheid
8. Gevolgen voor de tewerkstelling
9. Inwerkingtreding
CAO VAN 8 OKTOBER 2009 TOT WIJZIGING VAN DE CAO VAN 22 JUNI 2006 TOT ORGANISATIE VAN NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN IN DE BETONCENTRALES
Op 8 oktober 2009 werd een CAO gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf. Zij voert de bepalingen uit van de wet van 17 maart 1987 en de CAO nr. 42 van 2 juni 1987 be-treffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen.
Zij wijzigt de CAO van 22 juni 2006 die nieuwe arbeidsregelingen bevat in de ondernemin¬gen die stortklaar beton produceren en/of leveren. Zij heeft niet tot gevolg dat de andere mogelijkheden om het werk beter te organiseren worden opgeheven (flexibele arbeidsweek, bijkomende uren, ploegenwerk, enz.). Zij vult de regels aan die werden bepaald in de CAO van 22 juni 2006 door de mogelijkheden om overschrijdingen van de arbeidsduur te recupe¬reren, te verhogen. Die wijzigingen mogen worden gebruikt sinds 1 oktober 2009.
1. Toepassingsgebied van de overeenkomst
De CAO is van toepassing op de 'ondernemingen die stortklaar beton produceren en/of leveren'. Zij heeft betrekking op de productie en/of levering van stortklaar beton (fabricage van stortklaar beton, transport met mixerwagens, levering via pompen, enz.).
Top
2. Regels in verband met de organisatie en de arbeidsduur
2.1. Algemene beginselen in verband met de organisatie en de arbeidsduur
Conform de algemene regels van de arbeidsorganisatie moeten de ondernemingen die be- horen tot het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf de volgende bepalingen naleven:
het werk wordt verdeeld over de eerste 5 dagen van de week (van maandag tot vrijdag);
de werken mogen niet worden uitgevoerd vóór 6 uur noch na 19 uur ; de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uren (de wekelijkse effectieve arbeidsduur bedraagt 40 uren, met toekenning van 12 rustdagen voor arbeidsduurvermindering);
het aantal dagen waarop kan worden gewerkt bedraagt 219 dagen per jaar (365 dagen per jaar min de weekends, de jaarlijkse vakantie, de feestdagen en de rustdagen we-gens werktijdverkorting);
de loontoeslagen voor overuren zijn verschuldigd boven het 9de werkuur per dag (grens per dag) en/of boven het 40ste uur (grens per week); de overuren worden ingehaald en de recuperatie wordt bezoldigd met het normale loon; de gemiddelde arbeidsduur mag op geen enkel ogenblik van het jaar worden overschre¬den met meer dan 65/130 uren per jaar van 1 april tot 31 maart (interne grens).
2.2. In het kader van de grote flexibiliteit toegestane wijzigingen
Overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 maart 1987 en de CAO nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen is het mogelijk af te wijken van de in punt 2.1. hierboven vermelde regels. De CAO van 22 juni 2006 bevat een aantal afwijkingen op die regels. Zij worden hierna in detail toegelicht.
Top
3. Door de CAO georganiseerde grote flexibiliteit
3.1. Enkele voorafgaande definities
Verscheidene begrippen worden gehanteerd in de CAO:
arbeidstijd: de tijd waarin de werknemer ter beschikking is van de werkgever . Met an-dere woorden, de arbeidstijd is de tijd waarin de werknemer ter beschikking staat van de werkgever en voor hem werkt;
beschikbaarheidtijd: de tijd waarin de arbeider ter beschikking blijft van zijn werkgever, hoewel hij geen enkel werk kan verrichten. De beschikbaarheidtijd wordt niet be-schouwd als werktijd voor de vaststelling van de arbeidsduur. Hij is beperkt tot 1 uur per dag, met een maximum van 5 uur per week ; hij wordt bezoldigd met het gewone loon;
aanwezigheidstijd: de tijd waarin de werknemer ter beschikking is van de werkgever. Deze aanwezigheidstijd wordt bezoldigd. Hij omvat de arbeidstijd en de beschikbaar-heidtijd;
rusttijd: de tijd waarin de werknemer niet ter beschikking is van de werkgever. Deze rusttijd wordt niet bezoldigd.
3.2. Begin van de arbeidsdag
Het normale aanvangsuur van de arbeidsdag kan worden vastgesteld tussen 6 uur en uiter-lijk 9 uur 's morgens.
Het aanvangsuur kan individueel en dagelijks worden gewijzigd op voorwaarde dat de pro-cedure van bekendmaking zoals vastgesteld in het arbeidsreglement wordt nageleefd.
Ongeacht het beginuur van het werk, heeft de arbeider recht op een volledige dag van 8 arbeidsuren - behalve uitzondering zie punt 3.5.2. Teneinde een dagtaak van acht uren te kunnen waarborgen, kunnen de arbei-ders ingezet worden om andere taken of opdrachten inherent aan de exploitatie van de be-toncentrales uit te voeren dan die welke zij normaal uitoefenen. In dergelijk geval is het loon van hun normale functie gewaarborgd.
3.3. De dagelijkse arbeidsduur
De dagelijkse arbeidsduur kan worden vastgesteld op 10 uren. De beschikbaarheidtijd zoals vastgesteld door het koninklijk besluit van 12 juli 2004 wordt niet beschouwd als werktijd voor de vaststelling van de arbeidsduur. De rusttijd tussen 2 prestaties bedraagt ten minste 11 uren.
3.4. De wekelijkse arbeidsduur
De arbeidsprestaties blijven verdeeld over de eerste 5 dagen van de week. De CAO heft de wekelijkse grens op. De wekelijkse arbeidsduur kan dus schommelen van week tot week. De
gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, berekend op jaarbasis gaande van 1 april tot 31 maart van het daaropvolgende jaar, mag echter 40 uren niet overschrijden. Door de wij-zigingen aangebracht door de CAO mogen de werkuren worden verdeeld over de hele re-ferteperiode (van 1 april tot 31 maart van het daaropvolgende jaar).
De spreiding is echter onderworpen aan twee beperkingen:
de beperking van 10 arbeidsuren per dag, het beschikbaarheidsuur niet inbegrepen; de jaarlijkse grens van 1752 werkuren.
In de loop van de referteperiode mag de totale duur van de verrichte arbeid de toegelaten gemiddelde arbeidsduur over dezelfde referteperiode, vermenigvuldigd met het aantal we-ken of delen van een week die reeds in deze referteperiode verlopen zijn, op geen enkel ogenblik met meer dan 65 uren overschrijden . Met andere woorden, zodra de grens van de in te halen 65 uren is bereikt, moeten recuperaties worden toegekend of moet men terugke-ren naar een wekelijkse arbeidsduur van 40 uren per week.
3.5. Het recupereren van overuren
3.5.1. Principe: recupereren in volledige dagen
In de regel wordt de wekelijkse arbeidsduur door de toekenning van recuperatiedagen na- geleefd. De rust moet samenvallen met een dag waarop de arbeider normaal zou hebben gewerkt indien deze arbeider hierop geen recht had gehad.
De compensatie gebeurt naar rato van één rustdag per 8 gepresteerde bijkomende uren.
Zij moet aan de arbeiders worden toegekend tijdens de ononderbroken periode van 12 maanden (van 1 april tot 31 maart van het daaropvolgende jaar), zodra:
• één of meerdere dagen slecht weer voorkomen die, indien er geen rustdagen waren ge-weest, de tijdelijke werkloosheid van deze arbeiders zouden gerechtvaardigd hebben;
• zich een periode van gebrek aan werk aandient die, indien er geen rustdagen waren ge-weest, de tijdelijke werkloosheid van deze arbeiders zou gerechtvaardigd hebben.
De rust wordt ook toegekend in volledige dagen wanneer:
de interne limiet van 65 uren, bedoeld in artikel 26bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, werd bereikt;
de dagen slecht weer of periodes van gebrek aan werk onvoldoende zijn om het saldo van bijkomende uren weg te werken vóór het einde van de ononderbroken periode van 12 maanden (vóór 31 maart van het daaropvolgende jaar).
3.5.2. Extra mogelijkheid: recupereren met uurregelingen van kortere duur (per uur)
Voor zover de hiervoor vastgelegde specifieke procedure werd gevolgd (zie hieronder punt 6.5.) is het ook mogelijk om 'in uren' te recupereren door uurregelingen in te voeren die korter zijn dan de wekelijkse duur van 40 uur.
Boven een pot van 24 uren die onder de vorm van volledige dagen moeten gerecupereerd worden, kunnen overuren worden gerecupereerd via uurregelingen van kortere duur. In dat geval mag de minimale dagelijkse arbeidsduur niet korter zijn dan 6 uur. De werkdag kan niet onderbroken worden. Het is verboden om negatieve saldi te hebben.
Concreet: 30 uren worden gepresteerd, 10 uren recuperatie worden toegekend in de vorm van prestaties van kortere duur en het weekloon bedraagt evenveel als 40 uren loon (niet rekening houdend met de voorzienbare beschikbaarheidtijden).
Top
4. Loonvoorwaarden en andere vergoedingen
4.1. Loonregels
4.1.1. Normaal loon
Zolang de grens van de dagelijkse arbeidsduur (10 uren, beschikbaarheidsuur niet inbegre-pen) of de jaarlijkse arbeidsgrens (1752 uren) niet is overschreden, ontvangt de arbeider zijn normaal loon.
De toeslag voor overuren is verschuldigd wanneer de arbeidstijd ofwel 10 uren per dag of-wel 1752 uren tijdens de periode van een jaar gaande van 1 april tot 31 maart van het daar- opvolgende jaar overschrijdt.
4.1.2. Loontoeslagen
Een loontoeslag van 10%, berekend op het baremieke uurloon, wordt toegekend voor de arbeidsprestaties verricht vóór 7 uur en na 19 uur.
Een loontoeslag van 25% wordt toegekend voor de prestaties verricht na 22 uur en vóór 6 uur. Deze toeslagen zijn niet onderling cumuleerbaar.
4.1.3. Maaltijdvergoeding
Een maaltijdvergoeding van 5,50 € wordt uitbetaald telkens de arbeidstijd, gecumuleerd met de beschikbaarheidtijd, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 5 maart 2006, 9 uur per dag overschrijdt, rusttijden niet inbegrepen.
Een aanvullende maaltijdvergoeding van 2,75 € wordt uitbetaald telkens de arbeidstijd, ge- cumuleerd met de beschikbaarheidtijd, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 5 maart 2006, 11 uur per dag overschrijdt, rusttijden niet inbegrepen.
4.1.4. Toepassingsschema
Schema per arbeidsdag:
8 betaalde werkuren à 100%;
1 betaald beschikbaarheidsuur à 100% (9de uur);
2 betaalde werkuren à 100% + maaltijdvergoeding voor elke dag waarop de duur van 9 uren aanwezigheid wordt overschreden (10de en 11de uur);
boven het elfde uur aanwezigheid per dag, overuren (loon à 100% + overloon à 50% + aanvullende maaltijdvergoeding voor elke dag waarop de duur van 11 uren aanwezig-heid wordt overschreden + recuperatie).
Spreiding over de referteperiode:
op maandbasis: geen loontoeslag zolang de 11 uren aanwezigheid per dag (10 werk-uren en 1 beschikbaarheidsuur) niet worden overschreden;
op jaarbasis: 1752 normale werkuren (219 dagen van 8 uren) + 219 beschikbaarheids-uren (1 uur per dag x 219 uren) + 65 uren (niet te overschrijden interne grens);
65 uren aan het eind van de periode: de uren worden in principe ingehaald (met nor¬maal loon) of betaald wanneer inhalen onmogelijk is .
Extra schema's bij uurregelingen van kortere duur
Prestaties/aanwezigheid per dag | Beschikbaarheidtijd(1 u/dag) | Maaltijdvergoeding | Bijzondere maaltijdvergoeding |
6 u | -- | -- | -- |
7 u [= 6 + 1] | Ja | -- | -- |
8 u [= 7 + 1] | Ja | -- | -- |
9 u [= 8 + 1] | Ja | -- | -- |
10 u [= 8 + 1 + 1] | Ja | Ja (5,50 €) | -- |
11 u [= 8 + 1 + 2] | Ja | Ja (5,50 €) | -- |
12 u [= 8 + 1 + 2 + 1 overuur] | Ja | Ja (5,50 €) | Ja (2,75 €) |
4.2. Regeling bij schorsing van de overeenkomst
Bij elke schorsing die aanleiding geeft tot een vergoeding vanwege de werkgever, is het ge- waarborgd loon ten laste van de werkgever gelijk aan 8 uren loon per dag. Deze regel geldt onder meer in de volgende situaties:
gewaarborgd loon wegens arbeidsongeschiktheid; verloren loon wegens de carensdag;
xxxx verschuldigd voor een dag kort verzuim; loon verschuldigd voor een feestdag.
4.3. Loondocumenten
De werkgever moet maandelijks aan elke werknemer een prestatiestaat afleveren die, voor elke dag van deze maand en in totaal voor alle dagen van deze maand, de volgende ele-menten bevat:
het aantal effectief gepresteerde uren; het aantal uren beschikbaarheidtijd;
het aantal uren die recht geven op een toeslag; het aantal in te halen uren.
Deze prestatiestaat geldt ook wanneer de bepalingen over de overuren of de flexibele arbeidsweek worden toegepast en wanneer de onderneming een beroep doet op bijkomen-de uren .
Top
5. Enkele voorbeelden
Om de toepassing van al die verschillende regels concreet te illustreren, nemen wij enkele voorbeelden op.
5.1. Voorbeeld 1 - geen grote flexibiliteit
In dit 1ste voorbeeld tonen wij de toepassing van de algemene regels bij afwezigheid van een CAO van grote flexibiliteit (prestaties/aanwezigheden van de maand).
M=30 dagen | Ma | Di | Woe | Don | Vrij | Tot/week | 100% | Besch.tijd | Overuren | Interne gr. |
Week 1 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 10 |
Week 2 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 20 |
Week 3 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 30 |
Week 4 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 40 |
Week 5 | 11 | 11 | 22 | 16 | 2 | 4 | 44 | |||
242 u | 176 u | 22 u | 44 u | 44 u |
Prestatiestaat aan het einde van de maand
normaal loon : 22 x 8 u = 176 u aan 100%
beschikbaarheidsuren 22 x 1 u = 22 u aan 100%
:
44 u (loon aan 100% betaald op het ogenblik van de
in te halen uren : recuperatie
toeslag (overuren) : 44 u aan 50% (toeslag betaald op het ogenblik van de prestatie)
5.2. Voorbeeld 2 - grote flexibiliteit
In dit 2de voorbeeld nemen wij prestaties/aanwezigheden in de loop van de maand op die identiek zijn aan voorbeeld 1 hierboven om de impact van de grote flexibiliteit te tonen.
M=30 dagen | Ma | Di | Woe | Don | Vrij | Tot/week | 100% | Besch.tijd | Overuren | Interne gr. |
Week 1 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 10 |
Week 2 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 20 |
Week 3 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 30 |
Week 4 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 40 |
Week 5 | 11 | 11 | 22 | 16 | 2 | 4 | 44 | |||
242 u | 176 u | 22 u | 44 u | 44 u |
Prestatiestaat aan het einde van de maand
normaal loon : 22 x 8 u = 176 u aan 100%
beschikbaarheidsuren 22 x 1 u = 22 u aan 100%
:
in te halen uren : 44 u (loon aan 100% betaald op het ogenblik van de recuperatie)
maaltijdvergoeding 22 x 5,50 €
toeslag (overuren) Geen (grote flexibiliteit)
5.3. Voorbeeld 3 - grote flexibiliteit/uurregelingen die van dag tot dag verschillen
In dit 3de voorbeeld nemen wij prestaties/aanwezigheid in de loop van de maand op als de uurregelingen van dag tot dag verschillen.
M=30 dagen | Ma | Di | Woe | Don | Vrij | Tot/week | 100% | Besch.tijd | Overuren | Interne gr. |
Week 1 | 10 | 10 | 11 | 11 | 11 | 53 | 40 | 5 | 8 | 8 |
Week 2 | 12(*) | 12(*) | 11 | 11 | 11 | 57 | 40 | 5 | 12 | 20 |
Week 3 | 12(*) | 12(*) | 11 | 11 | 10 | 56 | 40 | 5 | 11 | 31 |
Week 4 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 41 |
Week 5 | 10 | 10 | 20 | 16 | 2 | 2 | 43 | |||
241 u | 176 u | 22 u | 43 u | 43 u |
Prestatiestaat aan het einde van de maand
normaal loon : 22 x 8 u = 176 u aan 100%
beschikbaarheidsuren : 22 x 1 u = 22 u aan 100%
in te halen uren : 43 u (loon aan 100% betaald bij de recuperatie) maaltijdvergoeding 22 x 5,50 €
bijzondere maaltijdvergoeding (*)
4 x 2,75 €
toeslag voor overuren (*) 4 u aan 50% (toeslag betaald op het ogenblik van de
prestatie)
(*)Men mag niet uit het oog verliezen dat in dit voorbeeld de loontoeslag voor
arbeid na 19 uur (10%) verschuldigd kan zijn en dat hij deel uitmaakt van de berekeningsbasis voor het supplement voor overuren.
5.4. Voorbeeld 4 - grote flexibiliteit/uurregelingen van kortere duur
In dit 4de voorbeeld nemen wij prestaties/aanwezigheid in de loop van de maand op als de uurregelingen van dag tot dag verschillen. Vertrekkend van voorbeeld 3 hierboven voeren wij uurregelingen van kortere duur in (6, 6 + 1 en 7 + 1) aan het begin van de volgende maand (om een daling van de activiteit op te vangen). In de loop van die volgende maand zijn er ook 4 dagen slecht weer (= verplichte recuperatie van overuren).
Prestaties van de maand (september)
M=30 dagen | Ma | Di | Woe | Don | Vrij | Tot/week | 100% | Besch.tijd | Overuren | Interne gr. |
Week 1 | 10 | 10 | 11 | 11 | 11 | 53 | 40 | 5 | 8 | 8 |
Week 2 | 12(*) | 12(*) | 11 | 11 | 11 | 57 | 40 | 5 | 12 | 20 |
Week 3 | 12(*) | 12(*) | 11 | 11 | 10 | 56 | 40 | 5 | 11 | 31 |
Week 4 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 55 | 40 | 5 | 10 | 41 |
Week 5 | 10 | 10 | 20 | 16 | 2 | 2 | 43 | |||
241 u | 176 u | 22 u | 43 u | 43 u |
Prestaties van de volgende maand (oktober)
M=31 dagen | Ma | Di | Woe | Don | Vrij | Tot/week | 100% | Besch.tijd | Overuren | Interne gr. |
Week 5 | 11 | 11 | 11 | (20+)33 | (16+)24 | 3 | (2+)6 | 49 | ||
Week 6 | 11 | 11 | 11 | 10 | 8 | 51 | 40(-1) | 5 | 7 | 55 |
Week 7 | Rcp | 12(*) | 12(*) | 8 | Rcp | 32 | 40(-17) | 3 | 6 | 44 |
Week 8 | 12(*) | Rcp | 7 | 7 | 7 | 33 | 40(-14) | 4 | 3 | 33 |
Week 9 | 7 | 6 | 12(*) | Rcp | 11 | 36 | 40(-12) | 3 | 5 | 26 |
185 u | 184 u | 182 u | 27 u | 26 u |
Prestatiestaat aan het einde van de maand
normaal loon : 23 x 8 u = 184 u aan 100% (waarvan 44 u ingehaald)
beschikbaarheidsuren : 18 x 1 u = 18 u aan 100% gerecupereerde uren : 44 u
in te halen uren : 27 u (loon aan 100% betaald bij de recuperatie) maaltijdvergoeding 12 x 5,50 €
bijzondere maaltijdvergoeding (*)
4 x 2,75 €
toeslag voor overuren (*) 4 u aan 50% (toeslag betaald op het ogenblik van de
prestatie)
(*) Men mag niet uit het oog verliezen dat in dit voorbeeld de loonbijslag voor arbeid na 19 uur (10%) verschuldigd kan zijn en dat hij deel uitmaakt van de berekeningsbasis voor het supplement voor overuren.
Top
6. Procedures voor de invoering van de nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen
6.1. Principe
Deze CAO heeft een directe uitwerking in de ondernemingen. Met andere woorden, er is geen onderhandeling meer nodig op het niveau van de onderneming.
Zodra de nieuwe arbeidsuurroosters de regels van de CAO van 22 juni 2006 naleven, hoe-ven de procedures van de wet van 8 april 1965 voor de wijziging van het arbeidsreglement niet meer te worden gevolgd. Het volstaat de door de CAO vastgelegde informatieprocedure te volgen.
6.2. Onderneming met syndicale afvaardiging
Wanneer er in de onderneming een syndicale afvaardiging bestaat, overhandigt de werkge-ver de tekst van de CAO en informeert vooraf de leden van de syndicale delegatie over de invoering van de nieuwe arbeidsuurroosters. De leden van de syndicale afvaardiging teke-nen een ontvangstbewijs en overhandigen dit aan de werkgever.
6.3. Onderneming zonder syndicale afvaardiging
Bij ontstentenis van een syndicale afvaardiging in de onderneming, informeert de werkgever zijn werknemers. Deze kennisgeving gaat de invoering van de nieuwe arbeidsuurroosters vooraf, via een aanplakking van een bericht en de tekst van deze CAO in de lokalen van de onderneming. De werknemers van de onderneming tekenen een ontvangstbewijs. Dit ont-vangstbewijs kan de vorm aannemen van een lijst met de naam van de werknemer, gevolgd door zijn handtekening.
6.4. Kennisgeving aan de voorzitter van het Paritair comité voor het Bouwbedrijf
Na de voorafgaande informatieprocedure informeren de ondernemingen de voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf over de toepassing van deze CAO in de onderne-ming. Een kopie van het ontvangstbewijs wordt bij deze kennisgeving gevoegd.
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen Afdeling sociale bemiddeling
Ter attentie van de xxxx Xxxxx Xxxxxxxxx
Voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 0
0000 - XXXXXXX
Deze kennisgeving is een essentiële voorwaarde voor de geldigheid van de nieuwe arbeids- regelingen. De arbeidsuurroosters, opgesteld overeenkomstig de nieuwe regelingen, wor-den immers aangeplakt in de onderneming en maken volwaardig deel uit van het arbeids-reglement vanaf de verzending van de kennisgeving aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.
Om elke betwisting over de datum van inwerkingtreding van de nieuwe uurregelingen te ver- mijden, wordt aangeraden de informatie aangetekend te verzenden.
6.5. Speciale procedure voor het inhalen in de vorm van uurregelingen van kortere duur
De arbeidsregeling met uurregelingen van kortere duur (die toelaat 'in uren' te recupereren) kan in de bedrijven worden ingevoerd mits de syndicale afvaardiging hiermee akkoord gaat.
Bij ontstentenis van syndicale afvaardiging kan deze regeling worden ingevoerd mits de
werknemers hiermee akkoord gaan. Dit akkoord wordt via FedBeton aan het Paritair Comité ter goedkeuring voorgelegd.
De organisaties die deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben ondertekend, hebben zich uitdrukkelijk verbonden niet te onderhandelen over bijkomende voor-delen bij de invoering van deze arbeidsregeling.
Top
7. Maatregelen inzake opleiding en veiligheid
Bij het sluiten van de CAO van 22 juni 2006 was bepaald dat er werkgroepen gingen opge-richt worden binnen het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB) en het Natio-naal Actiecomité voor Veiligheid en Gezondheid in het Bouwbedrijf (NAVB) om een speci-fiek opleidingsprogramma voor de bedrijven die door de CAO worden bedoeld, een specifie¬ke veiligheidsopleiding en een bekwaamheidsattest op te stellen. Deze opleidingen bestaan en staan ter beschikking van de door de CAO bedoelde bedrijven - zie Opleidingen.
Top
8. Gevolgen voor de tewerkstelling
De CAO omvat de verbintenis van de ondernemingen om, bij een onveranderde economi-sche situatie, het arbeidsvolume te behouden en de tijdelijke werkloosheid te verminderen.
Zij herinnert er tevens aan dat, conform de interprofessionele regels van CAO nr. 53 van de Nationale Arbeidsraad, het werk dat normaal wordt uitgevoerd door werknemers die tijdelijk werkloos zijn, niet door de werkgever mag worden uitbesteed aan derden tijdens de duur van de tijdelijke werkloosheid.
Top
9. Inwerkingtreding
De CAO van 22 juni 2006 werd voor onbepaalde tijd gesloten. Zij trad in werking op 1 juli 2006. De wijzigingen die werden aangebracht door de CAO van 8 oktober 2009 (recupera-ties mogelijk in de vorm van uurregelingen van kortere duur mits aan voorwaarden wordt voldaan) traden in werking op 1 oktober 2009, ook voor onbepaalde duur.
Top
Bron : FedBeton + Bouwconfederatie