STAATSCOURANT
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nr. 23971
25 mei
2018
Taxivervoer 2018
Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 mei 2018 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Taxivervoer
XXX Xx. 00000
Xx Xxxxxxxx van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelezen het verzoek van Partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Partij ter ener zijde: Taxivervoer Nederland;
Partijen ter andere zijde: FNV Taxi en CNV Vakmensen.
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;
Besluit:
Dictum I
Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereen- komst Taxivervoer1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.4.4, derde lid, komt te luiden:
‘‘1.4.4 Arbeidsovereenkomst jaarurenregeling (bijvoorbeeld schoolvervoer)
3. In het kader van de jaarurenregeling dient in de loonberekening de vakantie-aanspraak te worden opgenomen conform het volgende schema.
23 vakantiedagen = 23 : 237 (260 werkbare dagen minus 23) x 100% = 9,70%
Bestaande rechten, voor zover er sprake is van opvolgend werkgever als bedoeld in artikel 3.2.1 en
3.4.1 alsmede bestaande rechten van werknemers die op 1 januari 2018 reeds in dienst waren bij werkgever, worden gerespecteerd dat wil zeggen bij:
25 vakantiedagen = 25 : 235 (260 werkbare dagen minus 25) x 100% = 10,63%
26 vakantiedagen = 26 : 234 (260 werkbare dagen minus 26) x 100% = 11,11%
27 vakantiedagen = 27 : 233 (260 werkbare dagen minus 27) x 100% = 11,58%
Onder bestaande rechten in bovenstaande alinea wordt verstaan: het aantal vakantiedagen zoals opgenomen op de laatste loonstrook dan wel laatste vakantiekaart.’’
Artikel 1.8 komt te luiden:
‘‘1.8 Overgang vervoerscontracten
De regeling “Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten” is van toepassing op vervoers- contracten die worden aanbesteed en waarbij de contractwaarde van de opdracht per jaar groter is dan of gelijk is aan € 300.000,– excl. BTW.
Indien over de contractwaarde van de aanbesteding geen duidelijkheid bestaat, stelt SFT de waarde vast.
1 Stcrt. 15 januari 2018, nr. 2292.
SFT stuurt aan de betrokken werknemers een brief met informatie over de regeling. In de brief komt terug het:
• betrokkenheidpercentage,
• type contract,
• het aantal contracturen dat de overdragende contractpartij heeft opgegeven,
• xxxxx xxxxxxx, als opgegeven door de overdragende contractpartij.
De verkrijgende contractpartij doet 75% van de betrokken werknemers een schriftelijk baanaanbod waarbij tenminste onderstaande vijf punten gelijk blijven, welke de werknemer heeft bij de overdra- gende vervoerder:
• aantal contracturen, conform de schriftelijke arbeidsovereenkomst
• contractduur, bepaalde of onbepaalde tijd, conform de schriftelijke arbeidsovereenkomst
• aantal vakantiedagen, conform de laatste loonstrook of laatste vakantiekaart
• de inhoud van de functie, conform de schriftelijke arbeidsovereenkomst
• laatstverdiende bruto uurloon, met inachtneming van een eventuele nog van toepassing zijnde tredeverhoging (conform artikel 3.7.2 of 3.12.2 van deze Cao), conform de laatst verkregen loonstrook.
Het opnemen van een uitzendbeding en/of proeftijd in de nieuwe arbeidsovereenkomst is niet toegestaan.
Indien de verkrijgende contractpartij en de werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst aangaan komt de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst overeen met de formele ingangsdatum van het vervoerscontract.’’
3.2 Inschaling rijdend personeel vanaf 1 januari 2018
Artikel 3.2.1 komt te luiden:
‘‘3.2.1 Inschaling rijdend personeel ingeval van opvolgend werkgever
Met ingang van 1 januari 2018 geldt dat werknemers die in geval van opvolgend werkgever overgaan de door hen opgebouwde ervaringsjaren (vastgesteld conform de bepalingen onder artikel 3.1.1 t/m 3.1.3) behouden. Bij indiensttreding wordt door werkgever en werknemer onderstaand formulier ingevuld, aan de hand waarvan werkgever en werknemer bepalen of er sprake is van opvolgend werkgever of niet (in dat laatste geval geldt artikel 3.2.2). Dit formulier wordt door werkgever en werknemer ondertekend en gedateerd en in het personeelsdossier van betreffende werknemer bewaard. In verband met controle op juiste inschaling kan SFT inzage verlangen in het door werkge- ver en werknemer ondertekende formulier.
In geval van overgang van onderneming (ook wel bedrijfsovername genoemd) zullen op grond van artikel 7:663 BW de rechten en verplichtingen die op dat tijdstip voor de werkgever in die onderne- ming voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst met een werknemer van rechtswege overgaan op de verkrijgende werkgever.
Formulier Inschaling in geval van opvolgend werkgever:
Werknemer zal per datum (invullen) in dienst treden bij werkgever. Teneinde te
bepalen of de door werknemer opgedane ervaring in de taxisector al dan niet van invloed is op de inschaling bij werkgever, dient aangekruist te worden welke van de onderstaande situatie van toepassing is, en dient vastgesteld te worden tot welke inschaling dat leidt, waarna het formulier door zowel werknemer als werkgever dient te worden ondertekend.
DEEL I
(aankruisen hetgeen van toepassing is)
[ ] 1)
De vorige werkgever van werknemer is failliet geraakt waarna het failliete bedrijf door werkgever is doorgestart; werkgever heeft het door de vorige werkgever gesloten vervoerscontract geheel of gedeeltelijk overgenomen uit het faillissement, werknemer verricht bij werkgever soortgelijk werk als bij de vorige werkgever, en werknemer is niet op eigen initiatief bij werkgever in dienst getreden, maar als gevolg van een aanleiding aan de kant van werkgever of de vorige werkgever; de overgang naar werkgever is een gevolg van een situatie die voortvloeit uit het handelen van één of beide werkgevers; werknemer heeft het werk dat is over is gegaan van de oude werkgever naar werkgever, gevolgd;
[ ] 2)
Xxxxxxxxx was eerst via een uitzendbureau bij werkgever werkzaam, en is vervolgens, binnen zes maanden na beëindiging van die uitzendwerkzaamheden, rechtstreeks bij werkgever in dienst getreden, terwijl werknemer bij werkgever soortgelijke werkzaamheden zal verrichten als de werk- zaamheden die op uitzendbasis werden verricht.
[ ] 3)
Xxxxxxxxx was eerst rechtstreeks bij werkgever in dienst en is vervolgens binnen zes maanden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst via een uitzendbureau opnieuw bij werkgever werkzaam, terwijl werknemer via het uitzendbureau bij werkgever soortgelijke werkzaamheden zal verrichten als de werkzaamheden die op basis van de arbeidsovereenkomst bij werkgever werden verricht.
[ ] 4)
Werknemer gaat in concern/groepsverband op initiatief van werkgever over van één vennootschap naar een andere vennootschap, terwijl de door werknemer uit te voeren werkzaamheden niet wijzigen, of soortgelijk zijn aan de eerder uitgevoerde werkzaamheden;
[ ] 5)
Xxxxxxxxx is werkzaam ten behoeve van een vervoerscontract, xxxxxx niet op eigen initiatief uit dienst bij zijn oude werkgever, aanvaardt een dienstbetrekking bij een nieuwe werkgever, en blijft in dat kader werkzaam ten behoeve van hetzelfde vervoerscontract.
[ ] 6)
Xxxxxxxxx is werkzaam bij werkgever en treedt binnen zes maanden na het einde van een arbeids- overeenkomst voor bepaalde tijd opnieuw bij werkgever in dienst.
[ ] 7)
Xxxxxxxxx is werkzaam bij werkgever en treedt binnen zes maanden na het einde van een arbeids- overeenkomst voor onbepaalde tijd, opnieuw bij werkgever in dienst.
[ ] 8)
Werknemer is werkzaam bij een werkgever, en verricht werkzaamheden in het kader van een specifiek vervoerscontract. Het vervoerscontract wordt via onderhandse gunning, of anderszins, maar in elk geval niet via een aanbestedingsprocedure als bedoeld in artikel 1.8 van de Cao Taxivervoer deel uitmakende Regeling Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten, overgenomen door de – nieuwe – werkgever. Werknemer verricht bij de nieuwe werkgever soortgelijk werk als bij de vorige werkgever, en werknemer is niet op eigen initiatief bij de nieuwe werkgever in dienst getreden, maar als gevolg van een aanleiding aan de kant van de nieuwe werkgever of de vorige werkgever; de overgang naar werkgever is een gevolg van een situatie die voortvloeit uit het handelen van één of beide werkgevers; werknemer heeft het werk dat is over is gegaan van de oude werkgever naar de nieuwe werkgever, gevolgd;
[ ] 9)
Werknemer komt bij werkgever in dienst als gevolg van artikel 1.8 van de Cao Taxivervoer deel uitmakende regeling Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten;
[ ] 10)
Geen van de bovenstaande situaties is van toepassing;
DEEL II
(aankruisen hetgeen van toepassing is)
[ ] ( in geval één van de punten 1 t/m 8 van Deel I is aangekruist)
Partijen bepalen op basis van door de werknemer aangeleverde informatie dat er sprake is van ......
ervaringsjaren, met inschaling in loontrede ..... per tot gevolg;
[ ] ( in geval punt 9 van Deel I is aangekruist)
Partijen bepalen op basis van door werknemer aangeleverde laatste loonstrook dat werknemer bij zijn voorgaande werkgever € als laatstverdiend bruto uurloon genoot. Partijen stellen vast dat
er op grond van artikel 3.7.2 of 3.12.2 er wel of geen* tredeverhoging moet worden toegepast. Indien werknemer nog recht heeft op een tredeverhoging en de hoogte van het laatstverdiende bruto uurloon tussen twee tredes in het loongebouw rijdend of niet-rijdend valt, wordt de werknemer minimaal ingeschaald in de naasthogere trede. De werknemer zal bij werkgever per worden inge-
schaald in loontrede ;
[ ] ( in geval punt 10 van Deel I is aangekruist)
Partijen stellen op grond van het vorenstaande vast dat werknemer vrij kan worden ingeschaald, en komen in dat kader in onderling overleg overeen dat werknemer per ingeschaald wordt in
loontrede ............
*: doorhalen wat niet van toepassing is
Aldus vastgesteld, overeengekomen en in tweevoud ondertekend op (datum invullen) te
................ (plaats)
Naam werkgever naam werknemer
DIT FORMULIER IS UITSLUITEND EN ALLEEN BEDOELD TER BEPALING VAN DE INSCHALING CONFORM DE CAO TAXIVERVOER; HET FORMULIER GEEFT GEEN INVULLING OF NADERE INVUL- LING AAN HET BEGRIP OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP ZOALS DAT VOORTVLOEID UIT DE WET, ER KUNNEN DIENAANGAANDE DAN OOK GEEN RECHTEN AAN WORDEN ONTLEEND.’’
3.4 Inschaling niet-rijdend personeel vanaf 1 januari 2018
Artikel 3.4.1 komt te luiden:
‘‘3.4.1 Inschaling niet-rijdend personeel in geval van opvolgend werkgever
Met ingang van 1 januari 2018 geldt dat werknemers die in geval van opvolgend werkgever overgaan de door hen opgebouwde ervaringsjaren (vastgesteld conform de bepaling onder artikel 3.3) behouden. Bij indiensttreding wordt door werkgever en werknemer onderstaand formulier ingevuld, aan de hand waarvan werkgever en werknemer bepalen of er sprake is van opvolgend werkgever of niet (in dat laatste geval geldt artikel 3.4.2). Dit formulier wordt door werkgever en werknemer ondertekend en gedateerd en in het personeelsdossier van betreffende werknemer bewaard. In verband met controle op juiste inschaling kan SFT inzage verlangen in het door werkgever en werknemer ondertekende formulier.
In geval van overgang van onderneming (ook wel bedrijfsovername genoemd) zullen op grond van artikel 7:663 BW de rechten en verplichtingen die op dat tijdstip voor de werkgever in die onderne- ming voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst met een werknemer van rechtswege overgaan op de verkrijgende werkgever.
Formulier Inschaling in geval van opvolgend werkgever:
Werknemer zal per datum (invullen) in dienst treden bij werkgever. Teneinde te
bepalen of de door werknemer opgedane ervaring in de taxisector al dan niet van invloed is op de inschaling bij werkgever, dient aangekruist te worden welke van de onderstaande situatie van toepassing is, en dient vastgesteld te worden tot welke inschaling dat leidt, waarna het formulier door zowel werknemer als werkgever dient te worden ondertekend.
DEEL I
(aankruisen hetgeen van toepassing is)
[ ] 1)
De vorige werkgever van werknemer is failliet geraakt waarna het failliete bedrijf door werkgever is doorgestart; werkgever heeft het door de vorige werkgever gesloten vervoerscontract geheel of gedeeltelijk overgenomen uit het faillissement, werknemer verricht bij werkgever soortgelijk werk als bij de vorige werkgever, en werknemer is niet op eigen initiatief bij werkgever in dienst getreden, maar als gevolg van een aanleiding aan de kant van werkgever of de vorige werkgever; de overgang naar werkgever is een gevolg van een situatie die voortvloeit uit het handelen van één of beide werkgevers; werknemer heeft het werk dat is over is gegaan van de oude werkgever naar werkgever, gevolgd;
[ ] 2)
Xxxxxxxxx was eerst via een uitzendbureau bij werkgever werkzaam, en is vervolgens, binnen zes maanden na beëindiging van die uitzendwerkzaamheden, rechtstreeks bij werkgever in dienst getreden, terwijl werknemer bij werkgever soortgelijke werkzaamheden zal verrichten als de werk- zaamheden die op uitzendbasis werden verricht.
[ ] 3)
Xxxxxxxxx was eerst rechtstreeks bij werkgever in dienst en is vervolgens binnen zes maanden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst via een uitzendbureau opnieuw bij werkgever werkzaam, terwijl werknemer via het uitzendbureau bij werkgever soortgelijke werkzaamheden zal verrichten als de werkzaamheden die op basis van de arbeidsovereenkomst bij werkgever werden verricht.
[ ] 4)
Werknemer gaat in concern/groepsverband op initiatief van werkgever over van één vennootschap naar een andere vennootschap, terwijl de door werknemer uit te voeren werkzaamheden niet wijzigen, of soortgelijk zijn aan de eerder uitgevoerde werkzaamheden;
[ ] 5)
Xxxxxxxxx is werkzaam ten behoeve van een vervoerscontract, xxxxxx niet op eigen initiatief uit dienst bij zijn oude werkgever, aanvaardt een dienstbetrekking bij een nieuwe werkgever, en blijft in dat kader werkzaam ten behoeve van hetzelfde vervoerscontract.
[ ] 6)
Xxxxxxxxx is werkzaam bij werkgever en treedt binnen zes maanden na het einde van een arbeids- overeenkomst voor bepaalde tijd opnieuw bij werkgever in dienst.
[ ] 7)
Xxxxxxxxx is werkzaam bij werkgever en treedt binnen zes maanden na het einde van een arbeids- overeenkomst voor onbepaalde tijd, opnieuw bij werkgever in dienst.
[ ] 8)
Werknemer is werkzaam bij een werkgever, en verricht werkzaamheden in het kader van een specifiek vervoerscontract. Het vervoerscontract wordt via onderhandse gunning, of anderszins, maar in elk geval niet via een aanbestedingsprocedure als bedoeld in artikel 1.8 van de Cao Taxivervoer deel uitmakende Regeling Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten, overgenomen door de – nieuwe – werkgever. Werknemer verricht bij de nieuwe werkgever soortgelijk werk als bij de vorige werkgever, en werknemer is niet op eigen initiatief bij de nieuwe werkgever in dienst getreden, maar als gevolg van een aanleiding aan de kant van de nieuwe werkgever of de vorige werkgever; de overgang naar werkgever is een gevolg van een situatie die voortvloeit uit het handelen van één of beide werkgevers; werknemer heeft het werk dat is over is gegaan van de oude werkgever naar de nieuwe werkgever, gevolgd;
[ ] 9)
Werknemer komt bij werkgever in dienst als gevolg van artikel 1.8 van de Cao Taxivervoer deel uitmakende regeling Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten;
[ ] 10)
Geen van de bovenstaande situaties is van toepassing;
DEEL II
(aankruisen hetgeen van toepassing is)
[ ] ( in geval één van de punten 1 t/m 8 van Deel I is aangekruist)
Partijen bepalen op basis van door de werknemer aangeleverde informatie dat er sprake is van ......
ervaringsjaren, met inschaling in loontrede ..... per tot gevolg;
[ ] ( in geval punt 9 van Deel I is aangekruist)
Partijen bepalen op basis van door werknemer aangeleverde laatste loonstrook dat werknemer bij zijn voorgaande werkgever € als laatstverdiend bruto uurloon genoot. Partijen stellen vast dat
er op grond van artikel 3.7.2 of 3.12.2 er wel of geen* tredeverhoging moet worden toegepast. Indien werknemer nog recht heeft op een tredeverhoging en de hoogte van het laatstverdiende bruto uurloon tussen twee tredes in het loongebouw rijdend of niet-rijdend valt, wordt de werknemer minimaal ingeschaald in de naasthogere trede. De werknemer zal bij werkgever per worden inge-
schaald in loontrede ;
[ ] ( in geval punt 10 van Deel I is aangekruist)
Partijen stellen op grond van het vorenstaande vast dat werknemer vrij kan worden ingeschaald, en komen in dat kader in onderling overleg overeen dat werknemer per ingeschaald wordt in
loontrede ............
*: doorhalen wat niet van toepassing is
Aldus vastgesteld, overeengekomen en in tweevoud ondertekend op (datum invullen) te
................ (plaats)
Naam werkgever naam werknemer
DIT FORMULIER IS UITSLUITEND EN ALLEEN BEDOELD TER BEPALING VAN DE INSCHALING CONFORM DE CAO TAXIVERVOER; HET FORMULIER GEEFT GEEN INVULLING OF NADERE INVUL- LING AAN HET BEGRIP OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP ZOALS DAT VOORTVLOEID UIT DE WET, ER KUNNEN DIENAANGAANDE DAN OOK GEEN RECHTEN AAN WORDEN ONTLEEND.’’
3.13.1 Vakantietoeslag
Artikel 3.13.1, vierde lid, komt te luiden:
‘‘4. Loon voor de berekening van de 8% vakantietoeslag is alles wat uit hoofde van de arbeidsovereen- komst van werkgever is ontvangen, met uitzondering van:
• verdiensten uit overwerk
• vakantietoeslag
• winstuitkeringen
• uitkeringen bij bijzondere gelegenheden
• uitkeringen als gevolg van aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde één of meer uitkeringen te ontvangen
• vergoedingen, voor zover zij bedoeld zijn ter bestrijding van noodzakelijke kosten, die de werknemer in verband met zijn dienstverband heeft te maken
• de HAP toeslag
• de OV ORT (als opgenomen in artikel 7.2).’’
Noot
Onverminderd het bepaalde in artikel 16, tweede lid, Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Artikel 4.1 komt te luiden:
‘‘4.1 Vakantiedagen
Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
De werknemer heeft recht op 23 vakantiedagen, op basis van een fulltime dienstverband.
De medewerkers die op 1 januari 2018 al in dienst zijn en recht hebben op meer dan 23 vakantiedagen behouden dat recht. In geval van parttime medewerkers en MUP-krachten wordt het recht op vakantiedagen bepaald naar rato van het aantal verloonde uren.
Indien de werknemer overuren maakt worden hierover geen vakantiedagen opgebouwd.
Om in geval van een parttime medewerker of een MUP-kracht het recht op vakantiedagen te kunnen berekenen, moet werkgever het aantal verloonde uren per betalingsperiode vermenigvuldigen met 8,85% (23 vakantiedagen = 23 : 260 (werkbare dagen) x 100% = 8,85%) (bij 23 vakantiedagen).
Bestaande rechten, voor zover er sprake is van opvolgend werkgever als bedoeld in artikel 3.2.1 en 3.4.1, alsmede bestaande rechten van werknemers die op 1 januari 2018 reeds in dienst waren bij werkgever, worden gerespecteerd, dat wil zeggen:
25 vakantiedagen = 25 : 260 (werkbare dagen) x 100% = 9,62%
26 vakantiedagen = 26 : 260 (werkbare dagen) x 100% = 10,00%
27 vakantiedagen = 27 : 260 (werkbare dagen) x 100% = 10,38%
Onder bestaande rechten in bovenstaande alinea wordt verstaan: het aantal vakantiedagen zoals opgenomen op de laatste loonstrook dan wel laatste vakantiekaart.’’
Artikel 5.4.1 komt te luiden:
‘‘5.4.1 Vakantietoeslag en vakantiedagen M.U.P.-kracht
De vakantietoeslag en de vakantiedagen ontstaan naar rato van het aantal gewerkte uren.
De M.U.P.-kracht kan ervoor kiezen het uit te betalen uurloon te laten verhogen met de vakantiedagen volgens onderstaande berekening en/of het uurloon te laten verhogen met de vakantietoeslag (8%). Indien de MUP-kracht ervoor kiest zijn uurloon te laten verhogen met de vakantiedagen dan geldt dat verhoogd uurloon als basisloon voor het berekenen van de vakantietoeslag (van 8%).
23 vakantiedagen = 23 : 237 (260 werkbare dagen minus 23) x 100% = 9,70%
Bestaande rechten, voor zover er sprake is van opvolgend werkgever als bedoeld in artikel 3.2.1 en 3.4.1, alsmede bestaande rechten van werknemers die op 1 januari 2018 reeds in dienst waren bij werkgever, worden gerespecteerd, dat wil zeggen bij:
25 vakantiedagen = 25 : 235 (260 werkbare dagen minus 25) x 100% = 10,63%
26 vakantiedagen = 26 : 234 (260 werkbare dagen minus 26) x 100% = 11,11%
27 vakantiedagen = 27 : 233 (260 werkbare dagen minus 27) x 100% = 11,58%
Onder bestaande rechten in bovenstaande alinea wordt verstaan: het aantal vakantiedagen zoals opgenomen op de laatste loonstrook dan wel laatste vakantiekaart.’’
Dictum II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.
’s-Gravenhage, 22 mei 2018
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze,
De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving,
X.X.X. xxx xxx Xxxx