P r o v i n c i e F l e v o l a n d S t a t e n v o o r s t e l
P r o v i n c i e F l e v o l a n d | S t a t e n v o o r s t e l |
Aan: Provinciale Staten Onderwerp: uitvoering SPA- akkoord per 1 oktober 2000. 1. Wij stellen u voor: a. in te stemmen met de verordening inhoudende voorschriften omtrent onderwerpen van materieel recht voor Ambtenaren (de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies); b. in te stemmen met de vaststelling door Xxxxxxxxxxxx Staten van de in de bijlagen van dit voorstel gevoegde rechtspositieregelingen; 2. Toelichting Gegeven de omvang van het dossier(ca 600 bladzijden) zijn verschillende leesbundels in uw leeskamer beschikbaar, alsmede ook elektronisch op het provinciale intranet in te zien. Het is de eerste keer dat de in het SPA overeengekomen Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) wordt ingesteld. De belangrijkste veranderingen t.o.v. de huidige situatie zijn: - een aanvang met de harmonisatie van de rechtspositie binnen alle provincies; - de invoering van een FPU-plusregeling; - de invoering van “spelregels en flankerend beleid bij reorganisaties” voor alle provincies; - de invoering van het aanstellen in “Algemene Dienst” bij alle provincies; - het per 01-01-2001 vervallen van de instroommogelijkheid voor de “wachtgeldregeling” en invoering van de WW; Toelichting ARTIKEL I sub a en b Omdat de “nieuwe en ongewijzigde” rechtspositieregelingen een juridisch grondslag moeten (blijven) hebben stemmen Provinciale Staten er mee in dat de (nieuwe en ongewijzigde) rechtspositieregelingen door Gedeputeerde Staten worden vastgesteld. Deels zijn deze wijzigingen veroorzaakt door invoering van de CAP en deels op het (gedeeltelijk) vervallen van het Ambtenarenreglement. Een aantal artikelen uit het Ambtenarenreglement provincie Flevoland worden in zijn geheel niet of niet uitputtend opgenomen in de CAP. Een aantal van deze artikelen komen wellicht in de tweede fase van interprovinciale harmonisering van rechtspositieregels aan de orde of in zijn geheel niet. Het gaat veelal over uitvoeringsregels of uitvoeringselementen van regelgeving. Deze worden nu als separate uitvoeringsregelingen opgenomen. Met betrekking tot de nieuwe (tijdelijke) verlofregeling geldt het volgende. Per 1 januari 2001 worden de algemeen en bijzonder verlofregeling geharmoniseerd conform bijlage 3 van de CAO (“Tekstafspraken, behorende bij verlof”). Hiervoor zijn de paragrafen 2 en 3 van hoofdstuk D van de CAP gereserveerd. Zoals is aangegeven in sub 4 van de CAO(”verlof”) wordt de regeling van het zwangerschaps- en bevallingsverlof- zoals enerzijds is uitgewerkt in bijlage 3 voornoemd en anderzijds in artikel E.9 van de CAP- reeds per 1 oktober 2000 geharmoniseerd. | Statenvergadering 7 september 2000 Agendapunt 9 Lelystad 1 augustus 2000 Kenmerk PS00.0009 Inlichtingen N.v. Spronsen* Afdeling PenO |
Aangezien het Ambtenarenreglement- waar thans de verlofbepalingen zijn opgenomen- per 1 oktober 2000 vervalt zal voor de periode 1 oktober 2000 tot 1 januari 2001 een verlofregeling moeten worden vastgesteld. In deze regeling is ook een hoofdstuk met betrekking tot zwangerschaps- en bevallingsverlof opgenomen, waarin rekening is gehouden met het bepaald in bijlage 3 van de CAO.
sub c
1. Provinciale Staten hebben reeds via het laatst vastgestelde “Besluit overdracht van
bevoegdheden Flevoland” (overdracht van Provinciale Staten aan Gedeputeerde
Staten, ABA/99.0921731/A) Gedeputeerde staten de bevoegdheid gegeven tot het
aanpassen van rechtspositieregelingen voor zover deze voortvloeien uit het sectoraal arbeidsvoorwaardenoverleg.
2. Bij een modern provinciaal besturingssysteem stuurt Provinciale Staten op hoofdlijnen en Gedeputeerde Staten op uitvoering.
Met invoering van een modern personeelsbeleid is het evenwichtig om naast de bevoegdheid die Gedeputeerde Staten heeft om rechtspositieregelingen, voor zover deze voortvloeien uit het sectoraal arbeidsvoorwaardenoverleg aan te passen, maar Gedeputeerde Staten ook de bevoegdheid te verlenen om nieuwe rechtspositieregelingen in te stellen en/of bestaande rechtspositieregelingen (technisch) aan te passen. Met name voor zover deze niet voortvloeien uit het sectoraal arbeidsvoorwaardenoverleg, maar lokaal aanvullend op de CAP, in de behoefte bij de provincie Flevoland voorzien.
(Deze rechtspositieregeling mogen echter niet strijdig zijn met de CAP en/of met de
in het SPA-akkoord gemaakte afspraken).
De betrokkenheid van de Staten is gewaarborgd door het (ongewijzigd) lidmaatschap van Statenleden in het Georganiseerd overleg.
Het budgetrecht van (nieuw) in te stellen rechtspositieregelingen blijft uiteraard, via de provinciale begroting, bij Provinciale Staten liggen en bij centrale CAO- onderhandelingen via een bestuursmandaat.
Gedeputeerde Staten zullen over de uitvoering hiervan Provinciale Staten in kennis
stellen.
Toelichting ARTIKEL II
– Provinciale Staten trekken de per 1 januari 1986 ingestelde en bestaande Ambtenarenreglement in. Dit met uitzondering van bovengenoemde artikelen.
Het
ambtenarenreglement wordt vervangen door het CAP en door de in artikel IV van dit besluit neergelegde juridische grondslag voor regelingen die niet of nog niet zijn/kunnen vervallen(vgls. sub 6 SPA-akkoord);
De genoemde artikelen van het Ambtenarenreglement dienen in stand te worden gehouden aangezien de bestaande wachtgeld en uitkeringsregelingen bij werkloosheid tot 1 januari 2003 van kracht blijven, dit gezien het Kabinetsbesluit om de bestaande gevallen niet per 1 januari 2001 maar eerst per 1 januari 2003 onder de werking van de WW te brengen. De toegang tot de wachtgeld en uitkeringsregeling bij werkloosheid is vanaf 1 januari 2001 echter gesloten voor
nieuwe gevallen.
- Provinciale Staten trekken de destijds door hen ingestelde en bestaande Arbeidsovereenkomstenverordening in omdat deze wordt vervangen door hoofdstuk H van de CAP(vgls. sub 6 SPA-akkoord);
- Provinciale Staten trekken de destijds door hen ingestelde overlegverordening geheel in omdat deze wordt vervangen door hoofdstuk I van de CAP(vgls. sub 6 SPA-akkoord);
- Provinciale Staten trekken de destijds door hen ingestelde suppletieregeling bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid provincie Flevoland 1996 geheel in omdat
deze
wordt vervangen door bijlage 7 van het SPA-akkoord 2000/2001 (vgls. sub 6 SPA-
akkoord);
Toelichting ARTIKEL III
Met de invoering van de CAP per 1 oktober 2000 komt het Ambtenarenreglement voor de provincie Flevoland te vervallen (zie het gestelde onder sub 6. Van de CAO” Harmonisatie en vernieuwing van de –overige- arbeidsvoorwaarden). Het is evenwel noodzakelijk dat een aantal artikel uit dit reglement – voorlopig- van kracht blijft. Eerst op 1 januari 2001 wordt namelijk de Regeling Aanvullende voorzieningen bij werkloosheid(bijlage 10 van de CAO) van kracht.
Deze regeling geldt als nieuwe bovenwettelijke werkloosheidsregeling in aanvulling op de per 1 januari 2001 ook voor overheidspersoneel geldende Werkloosheidswet. In artikel 20, lid 1 van deze regeling is bepaald dat de wachtgeldregeling en de uitkering bij werkloosheid met ingang van 1 januari 2003 vervallen en dat toegang tot deze regelingen met ingang van 1 januari 2003 niet meer mogelijk is. In de Toelichting op deze regeling in de CAO is vermeld dat vanaf 2003 de oude gevallen, dat wil zeggen degenen die op 1 januari 2001 al wachtgeld of ontslaguitkering op grond van de ambtelijke regelingen ontvingen, onder de wettelijke werkloosheidsregelingen vallen. Voor de goed orde wordt er op gewezen dat nog niet definitief vaststaat op welk moment voornoemde :”oude gevallen” onder de wettelijke werkloosheidsregelingen vallen;
1 januari 2003 wordt op dit moment als mogelijke datum genoemd.
Uit het vorenstaande vloeit voort dat de Wachtgelduitkering provincie Flevoland 1991 en de Uitkeringsregeling provincie Flevoland 1991 voor ambtenaren die vóór 1 januari 2001 zijn ontslagen – in ieder geval – tot 1 januari 2003 van kracht blijven. Deze regelingen dienen dan ook aan de (terminologie van de) CAP te worden aangepast. Aangezien in deze regelingen – zoals gezegd- wordt verwezen naar artikelen uit het huidige Ambtenarenreglement dienen deze eveneens te blijven gelden tot het moment dat de wachtgeldregeling en de Uitkeringsregeling vervallen zijn. De noodzakelijke wijzigingen in de desbetreffende regelingen zijn aangebracht.
In het SPA zijn en worden (bestuurlijke) afspraken gemaakt die gevolgen hebben voor de provinciale rechtspositieregelingen. De uitwerking en de implementatie van deze regelingen ligt bij Gedeputeerde Staten met inachtneming van de bevoegdheden van het Georganiseerd Overleg en de Ondernemingsraad(WOR). De rechtspositieregelingen zijn aangepast aan de begripsomschrijving c.q. verwijzingen naar de desbetreffende bepalingen in de CAP.
Provinciale Staten wijzigen de destijds door hen ingestelde Leidraad bij organisatieveranderingen provincie Flevoland 1993, deze leidraad gaat gelden als “aanvullende regelgeving” op bijlage 1 van de CAP;
- Provinciale Staten wijzigen de destijds door hen ingestelde Sociaal Statuut voor de
provincie Flevoland 1993, dit Sociaal Statuut gaat gelden als “aanvullende regelgeving” op bijlage 1 van de CAP;
Toelichting ARTIKEL IV
Door het intrekken van het Ambtenarenreglement van de provincie Flevoland ontvalt de grondslag voor het in standhouden en/of wijzigen van een tweetal regelingen. Hiervoor wordt nu een nieuwe grondslag ingesteld.
Toelichting ARTIKEL V
In artikel V is het individueel overgangsrecht geregeld dat in het SPA is afgesproken en dat in alle provincies gelijkelijk geldt. Dit is uitvoerig beschreven in de toelichting van bijlage 5a van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies.
Toelichting ARTIKEL VI
De CAP treedt in werking op 1 oktober 2000. In het SPA-akkoord zijn afspraken hierover gemaakt. Dit is uitvoerig beschreven in de toelichting van bijlage 5a van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies.
3. Advies van de Commissie voor advies
De leden van de Commissie stemmen in met het voorstel.
4. Ontwerp-besluit
Provinciale Staten van Flevoland,
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 1 augustus 2000 nr.PenO/00.091433/A
BESLUITEN:
Gelet op artikel 125, tweede lid, en 134, tweede lid, van de Ambtenarenwet en artikelen 145 en 152 van de Provinciewet;
Overwegende:
• dat de provincies hebben besloten de regelingen inzake bezoldiging, vakantie, verlof en overige onderdelen van de rechtspositie te harmoniseren en te vernieuwen, een en ander voor zover deze aangelegenheden met het oog op de bedrijfsvoering niet in elke provincie afzonderlijk zullen worden geregeld;
• dat de provincies daartoe in het SPA-akkoord 1997/1999 met de vakorganisaties van overheidspersoneel zijn overeengekomen afspraken te maken over een uniforme, transparante en vereenvoudigde collectieve arbeidsvoorwaardenregeling op hoofdlijnen voor de provincies die ruimte biedt
voor een eigen lokale inkleuring en waarin een nieuw evenwicht is te vinden tussen rechtsbescherming en rechtszekerheid enerzijds en flexibiliteit en slagvaardigheid van de organisatie anderzijds;
• dat in het kader van het SPA-akkoord per 1 januari 2000 overeenstemming is bereikt over de invoering op 1 oktober 2000 van een Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP), welke beantwoordt aan de hierboven geschetste kwalificaties, een en ander met inbegrip van in verband hiermee noodzakelijke overgangsvoorzieningen;
• dat in het SPA overleg met de vakorganisaties van overheidspersoneel wordt gevoerd over de invoering en wijziging van arbeidsvoorwaardenregelingen voor het provinciaal personeel en dat het lokaal overleg met de vakorganisaties van overheidspersoneel zich richt, meer algemeen op de algemene gang van zaken in de provincie welke van belang is voor het provinciaal personeel en meer in het bijzonder op de spelregels en personele gevolgen van reorganisaties, de lokale werkgelegenheid, alsmede op de regeling van alle zaken die uitsluitend of hoofdzakelijk de rechtstoestand van het provinciaal personeel betreffen welke sociale partners in het SPA aan de sociale partners in de afzonderlijke provincies opdragen of overlaten.
• Dat het overleg over regelingen die elke provincie afzonderlijk met het oog op de bedrijfsvoering treft zal worden gevoerd met de ondernemingsraad, met inachtneming van de bepalingen in en krachtens de Wet op de ondernemingsraden;
ARTIKEL I (invoering CAP)
a. De als bijlage 5a van het SPA-akkoord opgenomen en gevoegde Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies(CAP) vast te stellen alsmede de bijzondere afspraken inzake de invoering van de algemene dienst, opgenomen
als
bijlage 5b van het SPA-akkoord.
b. in te stemmen met de vaststelling door Xxxxxxxxxxxx Staten van de hieronder genoemde en als bijlagen van dit Statenvoorstel gevoegde “nieuwe en ongewijzigde” rechtspositieregelingen,
1. De in het kader van de collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector provincies 2000/2001 , overeengekomen “uitvoeringsregeling rechten en
plichten
bij ziekte en arbeidsongeschiktheid”, bijlage M.1 behorende bij dit besluit.
2. De in het kader van de collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector provincies 2000/2001 , overeengekomen “suppletieregeling bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid”, bijlage M.2 behorende bij dit besluit.
3. De in het kader van de collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector provincies 2000/2001 , overeengekomen “uitvoeringsregeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid”, bijlage M.3 behorende bij dit besluit.
4. De in het kader van de collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector
provincies 2000/2001 , overeengekomen “FPU-plusregeling provincies”, bijlage
M.4 behorende bij dit besluit.
5. De (nieuwe) regeling aanspraken in verband met (bijzondere) ziektekosten en opgenomen als (separate) “regeling aanspraken in verband met (bijzondere) ziektekosten provincie Flevoland”, bijlage J.4 behorende bij dit besluit, deze
wordt
geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.4, van de CAP;
6. De (nieuwe) regeling (bestuurlijk) lidmaatschap en opgenomen als (separate) “regeling (bestuurlijk) lidmaatschap” bijlage L.8 behorende bij dit besluit, deze wordt geacht te zijn vastgesteld op grond lid 7 van artikel F.1 van de CAP.
7. De (nieuwe) regeling bijzondere blijken van waardering en opgenomen als (separate) “regeling bijzondere blijken van waardering” bijlage D.5 behorende bij dit besluit, deze wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.3, van de CAP;
8. De (nieuwe tijdelijke) “verlofregeling” bijlage E.4 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van paragraaf 2 en 3 van de CAP en in afwachting van de terzake in het SPA gemaakte afspraken.
9. De (ongewijzigde) “stageregeling provincie Flevoland” zoals dat luidde vóór de in artikel VI eerste lid genoemde datum en opgenomen is in bijlage C.2 behorende
bij
dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.4, van de CAP;
10. De (ongewijzigde) “Financieringsregeling huisvesting provinciale ambtenaren Flevoland” zoals dat luidde vóór de in artikel VI, eerste lid genoemde datum en opgenomen is in bijlage I.1 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.4, van de CAP;
11. De (ongewijzigde) “Ziektekostenregeling provincie Flevoland” zoals dat luidde vóór de in artikel VI, eerste lid genoemde datum en opgenomen is in bijlage J.1 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel
A.4,
van de CAP;
12. De (ongewijzigde) “regeling inkomenstoeslag belanghebbenden in de zin van de
Ziektekostenregeling provincie Flevoland” zoals dat luidde vóór de in artikel VI, eerste lid genoemde datum en opgenomen is in bijlage J.3 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.4, van de CAP;
13. De (ongewijzigde) “regeling belonen in relatie tot beoordelingsleidraad” zoals dat
van
luidde vóór de in artikel VI, eerste lid genoemde datum en opgenomen is in bijlage L.3 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond
artikel A.3, van de CAP;
14. De (ongewijzigde) “gedragscode voor bestuurders en ambtenaren” zoals dat luidde vóór de in artikel VI, eerste lid genoemde datum en opgenomen is in bijlage L.7 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond
van
artikel F.1, lid 7 van de CAP in afwachting van de nader hierover met het GO te maken afspraken;
15. De (ongewijzigde) “financierings/stimuleringsregeling aanschaf
computerapparatuur provincie Flevoland” zoals dat luidde vóór de in artikel VI, eerste lid genoemde datum en opgenomen is in bijlage I.3 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.4 van de CAP;
16. De (ongewijzigde) “vergoedingsregeling Internetaansluiting provincie Flevoland”
zoals dat luidde vóór de in artikel VI, eerste lid genoemde datum en opgenomen is
in bijlage I.4 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.4 van de CAP;
17. De (ongewijzigde) “regeling beschikbaarstelling software provincie Flevoland” zoals dat luidde vóór de in artikel VI, eerste lid genoemde datum en
opgenomen is
in bijlage I.5 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.4 van de CAP;
c. 1. Gedeputeerde Staten worden belast met de uitvoering van artikel A.2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP).
2. In te stemmen met de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten tot het instellen van nieuwe en (technisch) aanpassen van rechtspositieregelingen voor zover deze voortvloeien uit het lokaal arbeidsvoorwaardenoverleg;
ARTIKEL II (Vervallen van rechtspositieregelingen) “ in te trekken”:
1. Het Ambtenarenreglement voor de provincie Flevoland met uitzondering van de artikelen 1/tm4, 95, 96, 97, 101; 103 en 105;
2. De arbeidsovereenkomstenverordening provincie Flevoland;
3. De overlegverordening provincie Flevoland.
4. De suppletieregeling bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid provincie Flevoland 1996.
ARTIKEL III ( wijziging van rechtspositieregelingen)
In te stemmen met de vaststelling door Xxxxxxxxxxxx Staten van de hieronder genoemde en als bijlagen van dit Statenvoorstel gevoegde “gewijzigde” rechtspositieregelingen.
1. In afwachting van de nader hierover in het SPA gemaakte afspraken inzake de invoering van een nieuw sectoraal bezoldigingssysteem, komt de “Bezoldigingsregeling provincie Flevoland” te luiden zoals opgenomen in bijlage
D.1 behorende bij dit besluit;
2. De toelageregeling beschikbaarheidsdiensten provincie Flevoland 1996 komt te luiden zoals opgenomen als bijlage D.2 behorende bij dit besluit;
3. De regeling vaste toelage overwerk komt te luiden zoals opgenomen als bijlage D.3
behorende bij dit besluit;
4. De spaarloonregeling provincie Flevoland 1994 zoals dat luidde vóór de in artikel
VI, eerste lid genoemde datum en opgenomen is in bijlage D.4 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel F.11, van de CAP.
5. De werktijdenregeling provincie Flevoland zoals die luidde voor de in artikel VI eerste lid genoemde datum en opgenomen als bijlage E.1 behorende bij dit
besluit,
wordt geacht (gewijzigd) te zijn vastgesteld op grond van artikel D.2, van de CAP;
6. De regeling betaald ouderschapsverlof provincie Flevoland 1992 komt, in afwachting van de nader hierover in het SPA gemaakte afspraken inzake de harmonisatie van betaald ouderschapsverlof, te luiden zoals opgenomen als bijlage E.2 behorende bij dit besluit;
7. De seniorenregeling provincie Flevoland 1994 komt te luiden zoals opgenomen als
bijlage E.3 behorende bij dit besluit en de terzake gemaakte afspraken in het SPA-
akkoord 2000/2001 (overgangsrecht);
0.Xx studiefaciliteitenregeling provincie Flevoland 1989, zoals die luidde voor de in artikel VI , eerste lid, genoemde datum en opgenomen als bijlage G.1
behorende bij
dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel F9, van de CAP
in
afwachting van de nader hierover in het SPA gemaakte afspraken;
9. De reis- en verblijfkostenregeling provincie Flevoland 1990, zoals die luidde vóór de in artikel VI , eerste lid, genoemde datum en opgenomen als bijlage H.1 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel
F.4,
eerste lid, van de CAP in afwachting van de nader hierover in het SPA gemaakte afspraken.
10. De vergoedingsregeling woon/werkverkeer provincie Flevoland 1997, zoals die luidde vóór de in artikel VI, eerste lid, genoemde datum en opgenomen als
bijlage
H.2 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van lid 4 van artikel F.4 van de CAP in afwachting van de nader hierover in het SPA gemaakte afspraken;
11. De verhuiskostenregeling provincie Flevoland 1990, zoals die luidde vóór de in artikel VI ,eerste lid, genoemde datum en opgenomen als bijlage H.3 behorende
bij
dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel F.4, tweede lid, van de CAP in afwachting van de nader hierover in het SPA gemaakte
afspraken;
12. De Telefoonkostenregeling provincie Flevoland komt te luiden zoals opgenomen
als bijlage H.4 behorende bij dit besluit;
13. De regeling algemene leningsvoorwaarden, zoals die luidde vóór de in artikel VI
,eerste lid, genoemde datum en opgenomen als bijlage I.2 behorende bij dit besluit wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.4, van de CAP;
14. De ziektekostenvoorziening provincie Flevoland zoals die luidde vóór de in artikel
VI ,eerste lid, genoemde datum en opgenomen als bijlage J.2 behorende bij dit besluit, wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel A.4, van de CAP;
15. De wachtgeldregeling provincie Flevoland 1991 komt, zolang de OOW-operatie nog niet is afgerond, te luiden zoals opgenomen als bijlage K.1 behorende bij
dit
besluit;
16. De uitkeringsregeling provincie Flevoland 1991 komt, zolang de OOW-operatie nog niet is afgerond, te luiden zoals opgenomen als bijlage K.2 behorende bij
dit
besluit;
17. In afwachting van de nader hierover in het SPA gemaakte afspraken inzake de invoering van jaargesprekken, komt de Leidraad voor beoordelings- en functioneringsgesprekken 1992 te luiden zoals opgenomen in bijlage L.1 behorende bij dit besluit;
18. In afwachting van de nader hierover in het SPA gemaakte afspraken inzake de invoering van een sectoraal functiewaarderingssysteem, komt de procedureregeling functiebeschrijving- en waardering te luiden zoals
opgenomen
in bijlage L.2 behorende bij dit besluit;
19. Het reglement bedrijfshulpverleners provincie Flevoland 1996 komt te luiden zoals opgenomen als bijlage L.6 behorende bij dit besluit;
20. Het Sociaal Statuut voor de provincie Flevoland komt te luiden zoals opgenomen
als bijlage L.4 behorende bij dit besluit;
21. De Leidraad bij organisatieveranderingen provincie Flevoland komt te luiden zoals
opgenomen als bijlage L.5 behorende bij dit besluit.
ARTIKEL IV (juridische grondslag voor regelingen die niet of nog niet zijn vervallen.)
De juridische grondslag voor de wachtgeldregeling provincie Flevoland 1991 (bijlage K.1) en de Uitkeringsregeling provincie Flevoland 1991 (bijlage K.2) is het (gewijzigd) ambtenarenreglement voor de provincie Flevoland.
Artikel V (individueel overgangsrecht)
1. De ambtenaar die direct voorafgaand aan de in artikel VI, eerste lid, genoemde datum hetzij een aanstelling in vaste dienst van de provincies heeft hetzij een tijdelijke aanstelling voor onbepaalde tijd, is met ingang van de in artikel VI,
eerste
lid, genoemde datum aangesteld voor onbepaalde tijd in dienst van de provincie als
bedoeld in artikel B.2, tweede lid van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies. Rechten en plichten die verband houden met de aanstelling in vaste dienst, onderscheidenlijk de tijdelijke aanstelling voor onbepaalde tijd zijn vanaf
de
in artikel VI, eerste lid, genoemde datum rechten en plichten die verband houden met de aanstelling voor onbepaalde tijd.
2. De bepalingen inzake de aanstelling in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd zoals die
luidden voor de in artikel VI, eerste lid genoemde datum blijven van toepassing
op
een aanstelling in tijdelijke dienst die op de in artikel VI, eerste lid, genoemde datum niet is afgelopen. De aanstelling in tijdelijke dienst geldt voor de
toepassing
van artikel B.3, derde tot en met vijfde lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies vanaf de in artikel VI, eerste lid
genoemde
datum als een aanstelling voor bepaalde tijd.
3. Op de ambtenaar, bedoeld in artikel E.11, tweede lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies, voor wie direct voorafgaand aan de in artikel VI, eerste lid, genoemde datum ten laste van de provincie een regeling inzake tegemoetkoming in de kosten van een particuliere
ziektekostenverzekering,
is het bepaalde in artikel E.13, tweede lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincie niet van toepassing.
4. Ten aanzien van de arbeidsovereenkomst die voor de in artikel VI, eerste lid genoemde datum is aangegaan op een andere dan in artikel H.2 van de
Collectieve
Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies genoemde grond of vóór een langere dan
in artikel H.4 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies voorgeschreven maximale duur blijft de overeengekomen grond, onderscheidenlijk de overeengekomen duur van de arbeidsovereenkomst gehandhaafd.
Artikel VI (inwerkingtreding)
1.. Met uitzondering van de artikelen B.6, B.7, B.16 en D.3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies treedt dit besluit in werking, na uitgifte van het provinciaal blad waarin het is geplaatst, op 1 oktober 2000.
2. De artikelen B.16 en D.3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies
treden, na uitgifte van het provinciaal blad waarin ze zijn geplaatst in werking op 1 januari 2001.
3. De artikelen B.6 en B.7 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies
treden, na uitgifte van het provinciaal blad waarin ze zijn geplaatst, in werking op een nader door Gedeputeerde Staten te bepalen datum, nadat over de datum
van
invoering overeenkomstig hoofdstuk I van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling Provincies overleg met de vakorganisaties van overheidspersoneel heeft plaatsgevonden. Daarbij worden in acht genomen de afspraken die daarover in bijlage 5b van het SPA-akkoord 2000/2001 zijn
gemaakt.
4. De algemeen verbindende voorschriften, bedoeld in de artikelen B.14, derde lid, en
E.8, onderscheidenlijk artikel B. 16 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling
Provincies, treden in werking op de in het eerste, onderscheidenlijk tweede lid, genoemde datum met inachtneming van de in die algemeen verbindende voorschriften opgenomen overgangs - en slotbepalingen. In die overgangs- en slotbepalingen is tevens vastgesteld dat Gedeputeerde Staten de datum
bepalen
waarop de wachtgeldregeling en de uitkeringsregeling bij werkloosheid vervallen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Flevoland d.d. 7 september 2000.
,griffier. ,voorzitter.
5. Bijlagen
6. Ter lezing gelegde stukken
- De als bijlage 5a van het SPA-akkoord opgenomen en gevoegde Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies(CAP) alsmede de bijzondere afspraken inzake de invoering van de algemene dienst, opgenomen als
bijlage
5b van het SPA akkoord;
- Het (gewijzigd) Ambtenarenreglement voor de provincie Flevoland;
- De in artikel I, II, III en IV van dit statenvoorstel genoemde rechtspositie (uitvoerings)regelingen
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
,griffier. ,voorzitter.