CAO BAKKERSBEDRIJF
XXX XXXXXXXXXXXXXX
Tot en met 31 juli 2025 (algemeen deel) 1 juni 2023 t/m 28 februari 2025 (deel A)
1 juni 2023 t/m 31 december 2024 (deel B)
Voorwoord
Voor u ligt de cao voor het Bakkersbedrijf per 1 juni 2023. De cao bestaat vanaf 1 juni 2023 uit drie delen.
Allereerst een algemeen deel. Hierin zijn opgenomen: de definities, artikel 2 en artikel 53 en Bijlage D. Deze zijn geldig tot en met 31 juli 2025.
Deel A betreft de cao voor de ambachtelijke bakkerijen. Deel A heeft een looptijd van 1 juni 2023 tot en met 28 februari 2025.
Deel B betreft de cao voor de industriële bakkerijen. Deel B heeft een looptijd van 1 juni 2023 tot en met 31 december 2024.
Ten opzichte van de cao met looptijd 1 juni 2021 tot en met 31 mei 2023 zijn de volgende artikelen gewijzigd:
- Definitie medewerker
- Artikel 6 (bepalingen in de arbeidsovereenkomst)
- Artikel 6 lid 4 (overlijden medewerker)
- Artikel 8 (nevenwerkzaamheden)
- Artikel 14 lid 4 (uitsluitend voor ambacht)
- Artikel 32 lid 3 (arbeidsongeschiktheid en AOW-leeftijd)
- Artikel 40 (uitzendkrachten)
- Artikel 55, 60, 61 en 63 (collectieve loonsverhoging en toeslagen ambacht)
- Artikel 66, 70, 71 en 72 (collectieve loonsverhoging en toeslagen industrie)
- Loontabellen
Loononderdelen
contracturen
functieloon
functieuurloon x
aantal uur
plusuren
vakantietoeslag
loon/
vitaliteitsloon
variabele
toeslagen
bepaalde-uren-
toeslag
overwerktoeslag
toeslagen
BHV-toeslag
koel- en
vriescellentoeslag
vaste
toeslagen
persoonlijke
toeslag
ORBA-toeslag
Algemeen deel
De artikelen in dit deel hebben een looptijd tot en met 31 juli 2025
Artikel 1 Definities
De definities staan op alfabetische volgorde.
Ambachtelijke bakkerij / industriële bakkerij
Ambachtelijke bakkerij:
- ondernemingen met charge-oven(s) of (een) continue-oven(s) met een (totaal) vermogen van maximaal 400 KW of ondernemingen die uitsluitend bakkersartikelen in- en verkopen.
Industriële bakkerij:
- ondernemingen met continue-oven(s) met een (totaal) vermogen van meer dan 400 kW;
- bakkersbedrijven waarin slechts een of meerdere handelingen worden verricht die een deel van het productieproces van brood uitmaken.
Arbeidstijdpatroon
Een door de werkgever schriftelijk vastgelegd overzicht van de tijdstippen waarop de medewerker zijn arbeid in een bepaalde, in de toekomst gelegen periode zal moeten verrichten
Bakkersartikelen
- brood: de gebakken eetwaar als bedoeld in artikel 1 sub d van het Warenwetbesluit meel en Besluit d.d. 19 december 2019, Staatsblad 2020, nummer 14);
- banket: gebak, toebereid met slagroom, banketbakkersroom of een dergelijke grondstof, dan wel met vers of gesteriliseerd fruit;
- halffabricaten van bakkersartikelen: producten die nog een of meerdere (hitte)behandelingen dienen te ondergaan teneinde een voor directe consumptie gereed product te verkrijgen, waarbij het onverschillig is of die verdere behandeling al dan niet door de consument wordt uitgevoerd;
- overige bakkersartikelen: andere geheel of gedeeltelijk uit meel en/of bloem bereide artikelen, die gewoonlijk in brood- en/of banketbakkerijen vervaardigd worden, dan wel die naar de aard der verwerkte grondstoffen en/of de wijze van verwerking van de grondstoffen vergelijkbaar zijn met de zojuist bedoelde artikelen, zoals: beschuit, saucijzenbroodjes, worstenbroodjes, ander gebak dan banket, koek, koekjes, ragoutwerk, kerstbrood of dergelijke (gelegenheids)producten chocoladeartikelen.
Functieloon:
Beloning die staat in de loontabellen, vermenigvuldigd met het aantal gewerkte uren.
Functie-uurloon:
Beloning per uur die staat in de loontabellen.
IVA-uitkering
Uitkering op basis van de WIA-regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten.
Loon
Functieloon en vaste en variabele toeslagen.
Alle bedragen in deze cao zijn bruto. Daar waar gesproken wordt over loon is dit bruto loon, tenzij er netto staat.
Loon bij arbeidsongeschiktheid, vakantie, feestdagen, kort verzuim: het gemiddelde loon, dat in de aan de gebeurtenis voorafgaande laatste 3 volledige maanden of 3 volledige periodes van 4 weken is verdiend. Bij een aanpassing van de arbeidsduur in de referteperiode wordt bij de berekening van het loon de arbeidsduur naar rato meegenomen. Dit loon wordt met de collectieve loonsverhogingen aangepast.
Medewerker
a. degene die in dienst van de werkgever werkt.
b. deze cao is niet van toepassing op:
1. degene die middelbaar beroepsonderwijs volgt en in dat kader in een onderneming gedurende een bepaalde periode bedrijfservaring opdoet
2. vakantiewerkers, waaronder worden verstaan scholieren of studenten, in de periode waarin zij schoolvakantie hebben
3. verkooppersoneel dat ofwel gemiddeld 12 uren per 4 wekelijkse periode op de koopavond voor de werkgever arbeid verricht, ofwel wordt aangenomen voor 8 weken of korter
4. degene die de AOW-leeftijd heeft bereikt
5. degene wiens uurloon ten minste 10% ligt boven het maximum uurloon genoemd in de cao, tenzij in de individuele arbeidsovereenkomst de cao Bakkersbedrijf van toepassing is verklaard of
6. degene voor wie in de onderneming een door de OR en de bij deze cao betrokken werknemersorganisaties erkende arbeidsvoorwaardenregeling geldt.
In deze cao wordt de term medewerker consequent gehanteerd. Als er ‘medewerker’ of ‘hij’ staat, wordt daar ook ‘medewerkster’ en ‘zij’ mee bedoeld.
Partner
Degene met wie de medewerker is getrouwd, een geregistreerd partnerschap heeft of ongehuwd samenwoont.
Payrollmedewerkers
Arbeidskrachten die in beginsel langdurig ter beschikking worden gesteld door een payrollbedrijf.
Ploegendienst
Een werkpatroon, waarin sprake is van wisseling van diensten, welke wisseling noodzakelijk is om aan de eisen van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit met betrekking tot de beperking van nachturen te kunnen voldoen.
Plusuren
De uren die meer worden gewerkt dan de contracturen.
SV-loon
Het loon waarover de medewerker belasting en sociale premies betaalt (heffingsloon).
Uitzendkrachten
Arbeidskrachten die na bemiddeling ter beschikking worden gesteld door een uitzendbureau.
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.
Variabele toeslagen
Vakantietoeslag, overwerktoeslag en bepaalde uren-toeslag.
Vaste toeslagen
Persoonlijke toeslag, BHV-toeslag, koel- en vriescellentoeslag en ORBA-toeslag.
Vitaliteitsloon
Gewijzigde functieloon en toeslagen x 1,125.
Voltijds medewerker
De medewerker die gemiddeld 38 uur per week werkt.
Werkgever
a. de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die in Nederland een bakkersbedrijf uitoefent;
b. de natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet zelf het bakkersbedrijf uitoefent, maar medewerkers ter beschikking stelt van opdrachtgevers die natuurlijke of rechtspersoon zijn die het bakkersbedrijf uitoefenen, om
krachtens een door de opdrachtgever verstrekte – in beginsel langdurige – opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de opdrachtgever, waarbij de opdrachtgever de medewerkers heeft geworven, tenzij voor ten minste 50% van de loonsom van de werkgever medewerkers ter beschikking worden gesteld van opdrachtgevers in andere bedrijfstakken dan het bakkersbedrijf en voornoemde opdracht niet tot stand komt in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en waarbij de onderneming alleen met toestemming van het bakkersbedrijf bevoegd is de arbeidskracht aan een ander ter beschikking te stellen.
WIA-uitkering
Uitkering op basis van de Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen.
WGA-uitkering
Uitkering op basis van de WIA-regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten.
Artikel 2 Werkingssfeer
Deze cao is van toepassing op bakkersbedrijven.
Onder een Bakkersbedrijf wordt verstaan:
- iedere onderneming die een of meerdere bakkersartikelen vervaardigt en/of verkoopt; onder vervaardigen wordt hier verstaan: het verrichten van een of meerdere handelingen die deel uitmaken van een al dan niet onderbroken productieproces, dat gericht is op de verkrijging van bakkersartikelen;
- iedere onderneming die uitsluitend of in hoofdzaak diensten verleent aan één onderneming – of aan meerdere ondernemingen die een economische eenheid vormen, als hierboven bedoeld. Onder diensten wordt hier onder andere verstaan: inpakhandelingen, (technisch) onderhoud, verkoop, management- en beheersactiviteiten, schoonmaakwerkzaamheden, administratie en distributie;
- iedere onderneming die medewerkers ter beschikking stelt van een bakkersbedrijf, om krachtens een door het bakkersbedrijf verstrekte – in beginsel langdurige – opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van het bakkersbedrijf, waarbij het bakkersbedrijf de medewerkers heeft geworven, tenzij voor ten minste 50% van de loonsom van de onderneming medewerkers ter beschikking worden gesteld aan opdrachtgevers in andere bedrijfstakken dan het bakkersbedrijf. Voornoemde opdracht komt niet tot stand in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en waarbij de onderneming alleen met toestemming van het bakkersbedrijf bevoegd is de arbeidskracht aan een ander ter beschikking te stellen.
Bakkersbedrijf is niet
- de onderneming waarin het vervaardigen of verkopen van bakkersartikelen beperkt blijft tot de laatste (be)handeling om het bakkersartikel voor directe consumptie gereed te maken, bijvoorbeeld het afbakken, en deze handeling plaatsvindt als onderdeel van een bedrijfsuitoefening, die naar haar aard op een ander terrein ligt dan die van het bakkersbedrijf;
- de onderneming, waarin uitsluitend of in hoofdzaak fabrieksmatig:
• bloem en/of andere grondstoffen tot beschuit, toast, knäckebröd, biscuit, biscuitfiguren, koekjes, banket, koek en wafels, ongeacht de soort worden verwerkt, dan wel waarin uitsluitend of in hoofdzaak fabrieksmatig producten worden vervaardigd, welke naar de aard der verwerkte grondstoffen en/of de wijze van verwerking van de grondstoffen vergelijkbaar zijn met de zojuist genoemde producten, terwijl al deze producten uitsluitend of in hoofdzaak verkocht worden aan wederverkopers/bedrijfsmatige afnemers.
• chocoladeartikelen worden vervaardigd.
- de onderneming waarin het vervaardigen of verkopen van bakkersartikelen beperkt blijft tot het inkopen van bakkersartikelen en het verkopen daarvan en de omzet van bakkersartikelen minder dan 50% uitmaakt van de totale omzet;
- de onderneming waarop de cao voor de groothandel in levensmiddelen, zoetwaren, tabak en/of tabaksproducten van toepassing is.
De cao staat op xxx.xxxxxxxxxx.xx.
Artikel 53 Sociaal fonds bakkersbedrijf
Sociaal Fonds Bakkersbedrijf
Er is een Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf (SFB) waaruit activiteiten op brancheniveau worden bekostigd.
Premie
a. De werkgever is jaarlijks een bijdrage verschuldigd aan de "Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf".
b. De bijdrage is jaarlijks 1% van de voor zijn onderneming geldende loonsom. Er zijn een aantal uitzonderingen. Deze zijn te vinden in de Bijlage D. Vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 juli 2025 is de premie 0,5%.
c. De grondslag voor de premieheffing wordt gevonden in kolom 8 van de loonstaat.
Doelstellingen SFB
De bijdrage wordt gebruikt voor de kosten van:
- de bevordering van goede arbeidsverhoudingen en goede arbeidsomstandigheden in het bakkersbedrijf;
- een goede uitvoering van de arbeidsvoorwaarden uit deze cao;
- een goede toepassing van de wettelijke regelingen over arbeidsomstandigheden en arbobeleid en
- een optimale werking van de arbeidsmarkt in het bakkersbedrijf.
Subsidies
a. Het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf kent subsidies toe in het kader van projecten of activiteiten die binnen haar doelstellingen passen.
b. De regels en procedures voor het aanvragen van subsidie staan in de Bijlage D.
Bijlage D Sociaal fonds Bakkersbedrijf
STATUTEN, FINANCIERINGSREGLEMENT, BESTEDINGSDOELEN, ALGEMENE SUBSIDIEVOORWAARDEN EN LOPENDE SUBSIDIEREGELINGEN VAN HET SOCIAAL FONDS BAKKERSBEDRIJF
Statuten Sociaal Fonds Bakkersbedrijf
Artikel 1: Naam en Zetel
De Stichting draagt de naam: ''Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf''. Zij is gevestigd te Tilburg.
Artikel 2: Doelstellingen
1. De doelstellingen van de Stichting zijn het in de meest ruime zin bevorderen van:
• goede arbeidsverhoudingen in het bakkersbedrijf;
• goede arbeidsomstandigheden in het bakkersbedrijf;
• een goede uitvoering en een optimaal functioneren van de arbeidsvoorwaarden als overeengekomen in de CAO Bakkersbedrijf;
• een goede toepassing van de werking van wettelijke regelingen inzake arbeidsomstandigheden en arbobeleid;
• een optimale werking van de arbeidsmarkt in het bakkersbedrijf.
2. Deze doelstellingen zullen worden gerealiseerd door het bevorderen, (doen) uitvoeren en (mede) financieren van de activiteiten, genoemd in het door het bestuur vastgestelde reglement "Bestedingsdoelen".
3. Om deze doelstellingen te kunnen realiseren zal de Stichting bijdragen heffen van werkgevers in het bakkersbedrijf en andere baten van de Stichting aanwenden.
Artikel 3: Bestuur
Het bestuur bestaat uit vier leden.
Artikel 4: Leden van het bestuur
1. De leden van het bestuur en voor ieder van hen een vaste plaatsvervanger worden benoemd door de organisaties van werkgevers en werknemers in het bakkersbedrijf, te weten:
a. twee leden gezamenlijk door de in het Georganiseerd Overleg van werkgevers- en werknemersorganisaties in het Bakkersbedrijf vertegenwoordigde werkgeversorganisaties.
b. twee leden gezamenlijk door de in het Georganiseerd Overleg van werkgevers- en werknemersorganisaties in het Bakkersbedrijf vertegenwoordigde werknemersorganisaties.
2. Het bestuurslidmaatschap eindigt door:
a. bedanken;
b. periodiek aftreden; en
c. ontslag door de benoemende instantie.
Artikel 5: Zittingsduur
1. De leden van het bestuur en hun plaatsvervangers worden benoemd voor een periode van 2 jaar.
2. Aftredende bestuursleden en hun plaatsvervangers kunnen opnieuw worden benoemd.
Artikel 6: Voorzitter
1. Telkenjare wijst het bestuur uit zijn midden een voorzitter en vicevoorzitter aan, met dien verstande dat indien het voorzitterschap wordt vervuld door een van de leden uit de werkgeverssector het vicevoorzitterschap wordt bekleed door een van de leden vanuit de werknemerssector en omgekeerd.
2. Het voorzitterschap en vicevoorzitterschap zullen jaarlijks wisselen.
Artikel 7: Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging
1. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van alle overeenkomsten, gene uitgezonderd.
2. De Stichting wordt vertegenwoordigd door haar bestuur. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter tezamen met de vicevoorzitter.
3. Het bestuur is steeds verantwoordelijk voor het administratieve en financiële beheer, en kan deze verantwoordelijkheid niet aan een ander orgaan mandateren.
Artikel 8: Besluitvorming/stemming
1. De besluitvorming geschiedt bij meerderheid van stemmen.
2. De gezamenlijk ter vergadering aanwezige leden van werknemerszijde brengen evenveel stemmen uit als de ter vergadering aanwezige leden van werkgeverszijde. Is het aantal ter vergadering aanwezige leden van de ene zijde niet even groot als het aantal ter vergadering aanwezige leden van de andere zijde, dan brengen de leden van die zijde waarvan het kleinste aantal ter vergadering aanwezig is, evenveel stemmen uit als de leden van de groep van de andere zijde.
3. Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd.
4. Voorts kunnen buiten vergadering rechtsgeldige besluiten worden genomen, mits schriftelijk, per telex, telefax of telegrafisch en met eenparigheid van stemmen van bestuursleden.
Artikel 9: Secretariaat
Het bestuur wordt in de uitvoering bijgestaan door een secretariaat.
Artikel 10: Ontvangsten en uitgaven
1. De middelen van de Stichting bestaan uit:
a. het Stichtingskapitaal;
b. bijdragen die door de werkgevers in het bakkersbedrijf worden verstrekt op grond van de bepalingen in de collectieve arbeidsovereenkomst Bakkersbedrijf; en
c. eventuele andere baten.
2. Indien een betrokkene of diens rechtverkrijgende(n) aan zijn (hun) uit deze statuten en/of de reglementen van de stichting en/of de subsidietoekenning inclusief de Algemene Subsidievoorwaarden voortvloeiende financiële verplichtingen niet voldoet (voldoen), vordert het bestuur het verschuldigde, desgewenst in rechte, in. De hierdoor te maken kosten, waaronder de buitengerechtelijke incassokosten, zijn vastgelegd in het Financieringsreglement en worden aan de betrokkene in rekening gebracht.
Voorts kan het bestuur het verschuldigde bedrag vermeerderen met intrest, gelijk aan de wettelijke rente voor iedere maand of gedeelte van een maand, dat de betrokkene of diens rechtverkrijgende(n) in gebreke is (zijn) het verschuldigde te betalen.
Artikel 11: Financieringsreglement
Het bestuur stelt een financieringsreglement vast, waarin tenminste zijn geregeld de grondslag, de hoogte van de bijdragen en de wijze van incasseren.
Artikel 12: Beheer
De gelden van de Stichting worden door het bestuur beheerd.
Artikel 13: Verstrekkingen uit het fonds
1. Subsidie-verzoekende instellingen moeten een begroting indienen, welke moet zijn gespecificeerd overeenkomstig het door het bestuur op basis van artikel 2 lid 2 vastgestelde reglement "Bestedingsdoelen".
2. De verzoeken om toekenning van subsidie dienen voorts tenminste de gegevens te bevatten als aangegeven in de Algemene Subsidievoorwaarden van de Stichting. Deze Algemene Subsidievoorwaarden zijn op aanvrage verkrijgbaar bij het secretariaat van de Stichting.
3. De Stichting kent slechts subsidie toe op voorwaarde dat dit artikel en haar Algemene Subsidievoorwaarden onderdeel uitmaken van de toekenning en dat deze stipt worden nageleefd. De Stichting is bevoegd om nadere voorwaarden te stellen.
4. Subsidie-ontvangende instellingen dienen jaarlijks een door een registeraccountant of accountants- administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring te overleggen over de besteding van de subsidiegelden, welke verklaring (tenminste) moet zijn gespecificeerd volgens het door het bestuur op basis van artikel 2 lid 2 vastgestelde reglement "Bestedingsdoelen". Deze verklaring zal een geïntegreerd onderdeel uitmaken van het jaarverslag .
Artikel 14: Extra voorwaarden van subsidiëring van cursussen
Subsidiëring betreffende cursussen zal slechts dan kunnen plaatsvinden wanneer tenminste aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. de cursus moet kennis en/of vaardigheden betreffen die binnen de bakkerijbranche algemeen toepasbaar is/zijn;
b. de cursus moet betrekking hebben op het primaire proces, waaronder verstaan wordt: het omzetten van grondstoffen in producten en het verkopen daarvan;
c. de cursus mag naar het oordeel van het bestuur niet (nagenoeg) gelijk zijn aan een al bestaande cursus;
d. het cursusmateriaal, zoals in syllabi verwerkte teksten, vraagstellingen, opgaven, handboeken en docentenhandleidingen, dient onvoorwaardelijk aan de Stichting beschikbaar gesteld te zijn met het recht om daarvan in de bakkerijbranche gebruik te maken; en
e. er worden slechts bijdragen toegekend indien en voor zover de cursisten als werknemer, uitzendkracht of payrollwerknemer werkzaam zijn waarvan hun werkgever op grond van artikel 56 CAO Bakkersbedrijf een betalingsplicht heeft jegens het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf;
f. aan de cursisten dient het diploma/certificaat van de cursus toegekend te zijn.
Artikel 15: Begroting, rekening en verantwoording
1. Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Jaarlijks stelt het bestuur een begroting op, die (desgevraagd) voor de bij de Stichting betrokken werkgevers en werknemers beschikbaar is, en die moet zijn ingericht en gespecificeerd overeenkomstig het door het bestuur op basis van artikel 2 lid 2 vastgestelde reglement "Bestedingsdoelen".
3. Jaarlijks stelt het bestuur een jaarverslag op, dat een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de Stichting en van de ontwikkeling daarvan gedurende het boekjaar en waarin het bestuur rekenschap aflegt van het gevoerde beleid. Dit jaarverslag moet overeenkomstig het door het bestuur op basis van artikel 2 lid 2 vastgestelde reglement "Bestedingsdoelen" gespecificeerd en gecontroleerd zijn door een registeraccountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid, uit welke stukken moet blijken dat de uitgaven conform de bestedingsdoelen zijn gedaan.
4. Het bestuur legt omtrent het gevoerde financiële beleid rekening en verantwoording af aan het Georganiseerd Overleg van werkgevers- en werknemersorganisaties in het Bakkersbedrijf door overlegging van het jaarverslag.
5. Het jaarverslag en de daarbij behorende, in lid 3 bedoelde accountantsverklaring wordt ter inzage van de bij de Stichting betrokken werkgevers en werknemers neergelegd:
a. ten kantore van de Stichting;
b. op een of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen.
6. Het jaarverslag en de daarbij behorende, in lid 3 bedoelde accountantsverklaring wordt op aanvraag aan de bij de Stichting betrokken werkgevers en werknemers toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.
7. Het jaarverslag en de verklaring omtrent de rechtmatigheid daarvan wordt aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, toegezonden.
Artikel 16: Ministerieel vertegenwoordiger
Indien door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur en de Minister een waarnemer toegelaten. Xxxxxxxxxx zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen. Waarnemers ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken.
Artikel 17: Statutenwijziging en ontbinding
1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatsvinden door het bestuur, gehoord het Georganiseerd Overleg van werkgevers- en werknemersorganisaties in het Bakkersbedrijf.
2. De Stichting kan worden ontbonden door hetzij de gezamenlijke werkgeversorganisaties, hetzij de gezamenlijke werknemersorganisaties als bedoeld in artikel 4 door middel van een aangetekend schrijven aan het bestuur, waarin zij hun medewerking aan de Stichting opzeggen. Een jaar nadat bedoelde kennisgeving is ontvangen is de Stichting van rechtswege ontbonden.
3. Het bestuur is belast met de liquidatie en geeft een bestemming aan een eventueel batig saldo van de Stichting, welke bestemming zo dicht mogelijk moet liggen in het verlengde van het doel van de Stichting.
Artikel 18: Slotbepaling
In alle gevallen, waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
Financieringsreglement Sociaal Fonds Bakkersbedrijf
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. Fonds: Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf;
b. werkgever: de werkgever als bedoeld in de CAO Bakkersbedrijf.
Artikel 2
De werkgever is jaarlijks een bijdrage verschuldigd aan het Fonds welke door een door het bestuur van het Fonds aan te wijzen administrateur zal worden geheven.
De werkgever wordt ten aanzien van voormelde verplichting gekweten door betaling van het verschuldigde bedrag aan die administrateur.
Artikel 3
a. De bijdrage als bedoeld in artikel 2 bestaat uit een jaarlijks vast te stellen premie, gerekend over de voor de werkgever voor zijn onderneming geldende loonsom.
b. Voor het loonbegrip wordt uitgegaan van het loon in de zin van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen in de verloningsperioden van het boekjaar, met uitzondering van: 1. uitkeringen en verstrekkingen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Werkloosheidswet en hierop door de werkgever verstrekte aanvullingen; 2. het genot van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto; 3. het loon dat betrekking heeft op de periode vanaf de eerste dag van de maand waarin de AOW-jarige leeftijd wordt bereikt.
c. Het loon dat meer heeft bedragen dan het maximum premieloon als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen op jaarbasis (2023: 66.956,- en 2024: € 71.628) blijft buiten aanmerking voor de toepassing van de sociaal fonds regeling. Indien de dienstbetrekking een deel van een kalenderjaar betreft, dan wel de werknemer minder dan de volledige arbeidstijd werkzaam is, wordt het maximum premieloon naar evenredigheid toegepast.
d. De hoogte van deze premie wordt vermeld in artikel 53 van de CAO Bakkersbedrijf.
Artikel 4
Indien de werkgever de bijdrage, als bedoeld in artikel 2, niet uiterlijk op de vervaldatum van de factuur betaalt, is werkgever onmiddellijk in verzuim.
Werkgever betaalt dan wettelijke rente over de openstaande factuur. Betaalt de werkgever na de eerste herinnering nog niet, dan is werkgever ook verplicht de
wettelijke en buitengerechtelijke incassokosten en andere kosten die het Fonds maakt, te betalen. De buitengerechtelijke incassokosten bedragen:
Hoofdsom + rente t/m | Tarief buitengerechtelijke kosten excl. BTW |
€ 250,- | € 37,- |
€ 500,- | € 75,- |
€ 1.250,- | € 150,- |
€ 2.500,- | € 300,- |
€ € 3.750,- | € 450,- |
€ € 5.000,- | € 600,- |
€ 10.000,- | € 700,- |
€ 20.000,- | € 800,- |
€ 40.000,- | € 1.000,- |
€ 100.000,- | € 1.500,- |
€ 200.000,- | € 2.500,- |
€ 400.000,- | € 3.500,- |
€ 1.000.000,- | € 4.500,- |
meer | € 5.500,- |
Het Fonds kan vorderingen op de werkgever onmiddellijk opeisen in de volgende situaties:
- als het Fonds informatie heeft waaruit blijkt dat de werkgever niet aan de (betalings)verplichtingen kan voldoen;
- bij liquidatie, faillissement of aanvraag van surseance van betaling.
Bestedingsdoelen, reglement ex artikel 2 lid 2 van de Statuten van de Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf
De doelstellingen van de Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf, genoemd in artikel 2 lid 1 van de Statuten van deze Stichting, zullen worden gerealiseerd door het bevorderen, (doen) uitvoeren en (mede) financieren van de navolgende activiteiten:
A. Scholing, vormings- en ontwikkelingswerk:
1. Het geven van voorlichting met betrekking tot de opleidingsmogelijkheden in het bakkersbedrijf.
2. Het verrichten van scholingsactiviteiten en vormings- en ontwikkelingswerk ten behoeve van (toekomstige) werkgevers en werknemers in het kader van de vakopleiding, alsmede teneinde een goede werking van de arbeidsmarkt in het bakkersbedrijf te bewerkstelligen en de employability van werknemers in het bakkersbedrijf te verbeteren, dan wel - voor zover het werkgevers betreft - betrekking hebbend op de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer, als geregeld in bijlage D (Subsidieregelingen) van de CAO Bakkersbedrijf.
B. Arbeidsomstandigheden:
3. Het verrichten en publiceren van onderzoek naar het welzijn met betrekking tot de arbeid van de werknemers in het bakkersbedrijf dan wel naar het tot stand brengen en uitvoeren van maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden.
4. Het geven van voorlichting omtrent wettelijke regelingen en/of andere voorschriften inzake arbeidsomstandigheden en arbobeleid.
C. Arbeidsvoorwaarden in de CAO Bakkersbedrijf:
5. Het verrichten van activiteiten om een juiste naleving en uitvoering van de CAO Bakkersbedrijf te bewerkstelligen.
6. Het verrichten van werkzaamheden die verbonden zijn aan deelneming in de Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden Bakkersbedrijf, het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf en de Klachtencommissie Ongewenste Omgangsvormen Bakkersbedrijf, als geregeld in respectievelijk bijlage C, bijlage D en bijlage H van de CAO Bakkersbedrijf.
7. Het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het CAO-overleg gemaakte afspraken.
8. Het geven van algemeen toegankelijke informatie en voorlichting over de arbeidsvoorwaarden zoals vastgelegd in de CAO Bakkersbedrijf.
D. Arbeidsmarkt:
9. Het geven van algemeen toegankelijke informatie en voorlichting over reorganisaties en sociale plannen.
10. Het verrichten van werkzaamheden om een vergroting van de participatie op de arbeidsmarkt en een beter functioneren van de arbeidsmarkt in het algemeen te bewerkstelligen, als geregeld in artikel 39 van de CAO Bakkersbedrijf.
11. Publicitaire activiteiten over het bakkersbedrijf om een positief imago daarvan te handhaven of te verbeteren, als geregeld in artikel 39 van de CAO Bakkersbedrijf.
E. Arbeidsverhoudingen:
12. Het geven van voorlichting en advies over een juiste uitvoering van de Wet op de Ondernemingsraden, voor zover relevant.
F. Bestuur en beheer:
13. Het verrichten van werkzaamheden die verbonden zijn aan het bestuur en het beheer van het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf.
ALGEMENE SUBSIDIEVOORWAARDEN VAN DE STICHTING SOCIAAL FONDS BAKKERSBEDRIJF TE TILBURG d.d. 1
januari 2018
Artikel 1.1
a. de stichting: de Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf te Tilburg;
b. subsidie: door de stichting toegekende subsidie.
c. de verzoeker: de persoon of organisatie die een subsidieverzoek heeft ingediend.
Artikel 1.2
De stichting geeft subsidies die passen binnen de bestedingsdoelen. De stichting bekijkt of een subsidieverzoek hieraan voldoet en kan niet tot het geven van een subsidie worden gedwongen. Indien de stichting in een eerder of een ander geval subsidie heeft gegeven betekent dat niet dat de verzoeker automatisch recht heeft op subsidie.
Artikel 1.3
De stichting geeft subsidie onder de voorwaarde(n) van deze algemene subsidievoorwaarden en mogelijke bijzondere voorwaarden en vermeldt dat in het schriftelijk subsidiebesluit. De verzoeker volgt de voorwaarden stipt op.
Artikel 2.1 Tijdstip van indienen
Een subsidieverzoek wordt schriftelijk en voorafgaand aan de voorgenomen activiteiten of het (meerderjarig) project, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend.
Artikel 2.2 Vermelding informatie in het verzoek
a. het doel van de activiteiten en de werkwijze; bij deelname aan een cursus: informatie over de inhoud van de cursus;
b. startdatum en (geschatte) looptijd;
c. uitvoerende personen c.q. organisatie;
d. opgave van de kosten onderverdeeld in:
1. voorbereidende kosten,
2. tarieven, mensdagen, uren e.d.,
3. werkzaamheden van anderen,
4. inschatting beschikbaarheid en geldbehoefte; een en ander met bewijsstukken (offertes).
e. organisatie waar verzoeker als werkgever of werknemer werkzaam is.
Artikel 2.3
De stichting heeft het recht om meer relevante informatie van de verzoeker op te vragen.
Artikel 3.1
De stichting kan de verzoeker instructies geven en vragen om een gespecificeerde begroting met een toelichting over de besteding van de subsidie.
Artikel 3.2
De stichting kan de verzoeker vragen om (tussentijdse) overzichten, waarin naast de begrote cijfers de (tussentijdse) uitgaven zijn verwerkt.
Artikel 3.3
De verzoeker meldt onmiddellijk en gemotiveerd alle hogere uitgaven (op onderdelen) van de in de subsidiebegroting vermelde bedragen.
Artikel 3.4
De stichting kan de verzoeker vragen om een uitgebreide schriftelijke rapportage van de/het gesubsidieerde activiteiten/project en het resultaat daarvan. De stichting mag de rapportage (informatie) en resultaten ten dienste stellen aan de gehele bakkerijsector.
Artikel 3.5
De subsidie mag uitsluitend, en volledig, worden gebruikt voor de activiteit/het project en/of binnen de periode waarvoor de subsidie is gegeven.
Artikel 3.6
De verzoeker meldt of ook aan andere organisaties om subsidie is gevraagd. De stichting kan in dat geval aanleiding zien om een eerder genomen subsidiebesluit te wijzigen of in te trekken.
Artikel 3.7
Indien de stichting van mening is dat niet of niet langer wordt voldaan aan de algemene/bijzondere subsidievoorwaarden, kan de stichting besluiten het eerder genomen subsidiebesluit te wijzigingen of in te trekken.
Artikel 3.8
Intellectuele eigendomsrechten op resultaten van gesubsidieerde activiteiten en projecten komen volledig toe aan de stichting.
Artikel 4.1 Uitkering subsidie
Uitbetaling van een toegekende subsidie vindt, onder aftrek van betaalde voorschotten, plaats binnen 1 maand nadat de stichting het subsidiebedrag definitief heeft vastgesteld.
Artikel 4.2
De stichting keert de subsidie uit wanneer verzoeker aan alle algemene en bijzondere subsidievoorwaarden heeft voldaan. De stichting kan verzoeker vragen om binnen een aangegeven termijn de volgende informatie te vertrekken:
a. aan verzoeker gerichte facturen;
b. bewijs van betaling van die facturen;
c. behaalde diploma’s of certificaten, of ander bewijs van deelname;
d. een accountantsverklaring van een registeraccountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid, waarin wordt verklaard:
1. in welke mate verzoeker kosten heeft gemaakt die vallen binnen het kader van de subsidietoezegging,
2. welk bestedingsdoel van toepassing is en
3. waarin wordt verklaard dat verzoeker aan alle algemene en bijzondere subsidievoorwaarden heeft voldaan.
Artikel 4.3
De stichting kan onder voorwaarden aan de verzoeker voorschotten op de subsidie uitbetalen.
Artikel 4.4
Uitbetaalde voorschotten die – in totaal – het definitief vastgestelde subsidiebedrag te boven gaat dient te worden terugbetaald.
Artikel 4.5
De stichting kan een volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de subsidie opeisen wanneer na het vaststellen van het subsidiebedrag blijkt dat verzoeker toch niet aan alle voorwaarden heeft voldaan.
Subsidieregelingen
Snuffelstages VMBO/HAVO/VWO: € 50 per leerling per snuffelstage; maximaal 5 leerlingen per
jaar.
Voor leerlingen op de middelbare scholen (VMBO/HAVO/VWO) komt op enig
moment de vraag welk beroep en opleiding zij zullen gaan kiezen. Welke werkzaamheden sluiten het beste aan bij hun interesses, vaardigheden, capaciteiten, waarden en persoonlijke eigenschappen?
De leerlingen kunnen bij het beantwoorden van deze moeilijke vragen worden
geholpen wanneer zij beroepsbeoefenaren in de bedrijven kunnen ontmoeten. Daardoor kunnen de leerlingen zich een beeld vormen van het betreffende beroep en de omstandigheden waarin dat wordt uitgeoefend.
Om deze redenen organiseren middelbare scholen zogenaamde “snuffelstages”. Die snuffelstages zijn van groot belang voor de leerlingen: ze helpen de leerlingen om een verantwoorde keuze te kunnen maken. Anderzijds is er ook een belang voor de bedrijfstak: openstelling van de bedrijven voor middelbare scholieren vergroot de
bekendheid met het beroep en dus ook de kans dat leerlingen daarvoor zullen kiezen. Het verlenen van medewerking aan snuffelstages is van belang om de instroom van medewerkers in de bedrijfstak op peil te houden.
Een vergoeding voor de snuffelstage kan aangevraagd worden tot uiterlijk 31 juli 2025. De vergoeding wordt verstrekt zolang de beschikbare middelen hiervoor aanwezig zijn.
Verletkosten vakbondsverlof: € 150 per werknemer per dag; maximaal 6 dagen per jaar; maximaal 12 dagen per jaar indien werknemer een vakbondskaderlid is die in een bondsorgaan is afgevaardigd;
Werknemers, uitzendkrachten en payrollwerknemers, die lid zijn van een werknemersvereniging kunnen op grond van artikel 31 lid 2 CAO Bakkersbedrijf aanspraak maken op vakbondsverlof. Werkgevers, uitzendbureaus en payrolbedrijven, die de bijdrage bedoeld in artikel 53 CAO Bakkersbedrijf afdragen maken aanspraak op vergoeding van de verletkosten van dit vakbondsverlof.
Een vergoeding voor vakbondsverlof kan aangevraagd worden tot uiterlijk 31 december 2025. De vergoeding wordt verstrekt zolang de beschikbare middelen hiervoor aanwezig zijn.
Bijdrageregeling Beroeps-
praktijkvorming: Startersbijdrage van € 220, met dien verstande dat zij die de opleiding tot bake-off bakker of tot verkoopmedewerker in de bakkerijbranche gaan volgen recht hebben op een uitkering van
€ 110.
Werknemers en payrollwerknemers die blijkens een praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8. van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB), voor het eerst deel gaan nemen aan een beroepsopleiding, en die opleiding ten minste 3 maanden blijven volgen, hebben recht op een startersbijdrage. Een startersbijdrage wordt slechts één keer aan dezelfde persoon verstrekt.
Werknemers kunnen de bijdrage nog aanvragen voor het schooljaar 2024/2025. Dat betekent dat het verzoek om een bijdrage uiterlijk 1 oktober 2025 ingediend moet zijn.
De vergoeding wordt verstrekt zolang de beschikbare middelen hiervoor aanwezig zijn. De datum van binnenkomst van de aanvraag voor de bijdrage bepaalt of de vergoeding kan worden verstrekt.
Onder schooljaar wordt verstaan: 1 augustus 2024 tot en met 31 juli 2025.
Vergoeding van (maximaal) € 90 per BBL-leerling die ten minste 15 uur per week in de onderneming werkzaam is, respectievelijk
€ 1,38 per stage-uur per BOL-leerling (maximaal € 90 per BOL- leerling), met een maximum van € 360 per maand per als leerbedrijf erkende eenheid.
Een werkgever, waaronder een inlener van een payrollbedrijf, die aspirant, erkend of aanbevolen leerbedrijf is respectievelijk binnen zijn onderneming eenheden heeft die als zodanig worden aangemerkt en opgenomen zijn in het openbare register van erkende leerbedrijven, heeft voor elke maand dat hij in het kader van een VMBO-leertraject, beroepsbegeleidende leerweg (BBL) of van een beroeps opleidende leerweg (BOL) beroepspraktijkvorming verzorgt, recht op een vergoeding.
De werkgever kan de bijdrage nog aanvragen voor het schooljaar 2024/2025. Dat betekent dat het verzoek om een bijdrage uiterlijk voor 1 oktober 2025 ingediend moet zijn.
De vergoeding wordt verstrekt zolang de beschikbare middelen hiervoor aanwezig zijn. De datum van binnenkomst van de aanvraag voor de bijdrage bepaalt of de vergoeding kan worden verstrekt.
Onder schooljaar wordt verstaan: 1 augustus 2024 tot en met 31 juli 2025.
Voor werknemers van bakkersbedrijven, uitzendbureaus en payrolbedrijven, die de bijdrage bedoeld in artikel 53 CAO Bakkersbedrijf afdragen, kunnen bij de Nationale Bakkerij Academie onder andere onderstaande trainingen volgen met een subsidie van 45% of 100%.
Trainingen:
Trainingen | Kostprijs | Subsidie | Prijs deelnemers |
Assessorentraining | € 250 | 100% | € 0 |
Bakery Institute - opleiding | € 1.320 | 45% | € 726 |
Praktijkbegeleider | € 843 | 100% | € 0 |
Voordat er een training wordt gedaan, dient bij het Sociaal Fonds goedkeuring te worden gevraagd of voor de training subsidie kan worden aangevraagd. De subsidie kan aangevraagd worden tot uiterlijk 31 juli 2025. De subsidie wordt verstrekt zolang de beschikbare middelen hiervoor aanwezig zijn. De datum van binnenkomst van de aanvraag voor de subsidie bepaalt of de subsidie kan worden verstrekt.
Vorenstaande i s overeengekomen tussen:
Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging
w.g. X. Xxxxx - voorzitter
w.g. M.H.C. Zengerink - directeur
Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij
x.x. X.X.X xxx Xxx - voorzitter
x.x. X. Xxxxxxxxxxx - directeur
FNV
x.x. X. Xxxxxxx - voorzitter
x.x. X. Xxx – bestuurder
CNV Vakmensen
w.g. P.F. Xxxxxxx - voorzitter
x.x. X-X. van de Mheen – bestuurder
Deel A Ambachtelijke bakkerijen
Dit deel van de cao is van toepassing op de ambachtelijke bakkerijen. De bepalingen in dit deel hebben een looptijd van 1 juni 2023 tot en met 28 februari 2025.
Artikel 3 Looptijd van de cao
Deze cao is in werking getreden met ingang van 1 juni 2023 en eindigt op 28 februari 2025 zonder dat enige opzegging noodzakelijk is.
Artikel 4 Dispensatie
Een werkgever kan verzoeken om dispensatie van (één of meer bepalingen) van deze cao.
a. Een verzoek tot dispensatie kan niet eerder worden ingediend dan nadat de OR, PVT of betrokken werknemers door de werkgever zijn gehoord.
b. Dispensatie wordt verleend door cao-partijen overeenkomstig het reglement dispensatieverzoek opgenomen in bijlage G van deze cao.
2. Dispensatie kan worden verleend als:
- vanwege zwaarwegende argumenten toepassing van de cao redelijkerwijze niet kan worden gevergd. Van zwaarwegende argumenten is met name sprake als de specifieke bedrijfskenmerken op essentiële punten verschillen van ondernemingen die tot de werkingssfeer van de cao gerekend worden of;
- het afwijkende arbeidsvoorwaardenpakket tot stand is gekomen in samenspraak met één of meerdere werknemersorganisaties die onafhankelijk is (zijn) van de werkgever en het gehele arbeidsvoorwaardenpakket tenminste gelijkwaardig blijft aan deze cao
3. Duur
De dispensatie treedt in werking vanaf de datum waarop de dispensatie is verleend door cao-partijen. Dispensatie wordt ten hoogste verleend voor de looptijd van de cao plus drie maanden of de duur van de regeling die wordt voorgelegd voor dispensatie.
4. Intrekken
Cao-partijen kunnen een gegeven dispensatie te allen tijde intrekken. Indien het daartoe overgaat zal het dit schriftelijk en gemotiveerd kenbaar maken aan degene die om dispensatie had verzocht.
Artikel 5 Minimum-cao
Deze cao is een minimum-cao. Dat betekent dat de werkgever in het voordeel van de medewerker mag afwijken.
Hoofdstuk 2 Over de arbeidsovereenkomst
Artikel 6 Arbeidsovereenkomst
De afspraken tussen de werkgever en de medewerker staan in een schriftelijke arbeidsovereenkomst.
2. In artikel 7:655 van het Burgerlijk Wetboek is opgenomen wat er in ieder geval in de arbeidsovereenkomst moet zijn opgenomen. Dat is:
- naam en woonplaats van partijen
- de plaats of plaatsen waar er wordt gewerkt
- de functie van de medewerker
- de datum waarop de medewerker in dienst treedt
- de duur van de overeenkomst (bij bepaalde tijd)
- of een proeftijd is afgesproken
- het aantal vakantiedagen en/of andere betaalde verlofvormen
- de opzegtermijn en de procedure
- het loon (loonschaal, functie-uurloon en aantal functiejaren of periodieken) en de wijze en termijn waarop het loon wordt betaald
- de arbeidsduur
als deze geheel of grotendeels voorspelbaar is: de afgesproken normale of wekelijkse arbeidstijd op basis van het dienstrooster en regelingen in verband met het werk buiten de normale dagelijkse of wekelijkse arbeidstijd of het wisselen van diensten.
als deze geheel of grotendeel onvoorspelbaar is: de vermelding dat de tijdstippen waarop gewerkt moet worden variabel zijn, het aantal gewaarborgde betaalde uren; de dagen en uren waarop medewerker kan worden verplicht om te komen werken
- deelname aan de pensioenregeling zoals geregeld in artikel 35 van deze cao
- toepassing van de cao
- of de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is afgesproken
- of er sprake is van een oproepovereenkomst als bedoeld in artikel 7:628a lid 9 en 10 van het Burgerlijk Wetboek
- of de arbeidsovereenkomst een uitzendovereenkomst is
3. De wijzigingen in de arbeidsovereenkomst worden schriftelijk / digitaal bevestigd. Op verzoek van werknemer dient het schriftelijk bevestigd te worden.
Artikel 7 Einde arbeidsovereenkomst
Burgerlijk Wetboek
Voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.
2. AOW
De arbeidsovereenkomst eindigt in ieder geval op de dag voorafgaand aan de dag waarop de medewerker de AOW leeftijd bereikt. De arbeidsovereenkomst eindigt dan automatisch (van rechtswege) zonder dat opzegging nodig is.
3. Opzegging arbeidsovereenkomst
a. Bij opzegging van de arbeidsovereenkomst geldt de wettelijke opzegtermijn.
b. In de arbeidsovereenkomst kunnen de werkgever en de medewerker een andere opzegtermijn afspreken.
c. Het einde van de opzegtermijn valt samen met de laatste dag van de loonbetalingstermijn (4 weken of maand).
d. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan alleen tussentijds worden opgezegd als dit in de arbeidsovereenkomst staat.
4. Overlijden medewerker
a. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege als de medewerker overlijdt. De medewerker ontvangt het loon tot de dag waarop hij overleed
b. Nabestaanden hebben op grond van artikel 7:674 van het Burgerlijk Wetboek recht op een overlijdensuitkering. Deze overlijdensuitkering is een bedrag gelijk aan het loon over een maand inclusief 8% vakantiebijslag.
Artikel 8 Nevenwerkzaamheden
De medewerker dient de werkgever schriftelijk op de hoogte te brengen indien hij van plan is om in loondienst te gaan werken bij een andere werkgever of als hij als zelfstandige een bedrijf gaat voeren. De werkgever heeft het recht het verrichten van deze werkzaamheden alleen te verbieden als er een objectieve rechtvaardigingsgrond is.
Hoofdstuk 3 Hoeveel en wanneer werkt de medewerker
Artikel 9 Werktijden
Arbeidstijdenwet
De arbeidstijdenwet is van toepassing op de regels over werktijden en rusttijden.
2. Voltijd arbeidsduur
De voltijds medewerker werkt gemiddeld 38 uur per week.
3. Werktijden
a. De werkgever laat weten wanneer de medewerker volgens rooster moet werken. Dat doet de werkgever ten minste 4 weken voor aanvang van de werkweek.
b. De werkgever kan het rooster daarna alleen nog wijzigen bij onvoorziene omstandigheden, die de wijziging voor de bedrijfsvoering noodzakelijk maken.
Artikel 10 Nachtdienst
Werken in nachtdienst
a. De medewerker mag een maximaal aantal nachten werken.
b. Voor de jeugdige medewerker waarbij het werken in de nachtdienst onderdeel is van zijn opleiding, gelden strengere eisen.
c. In de tabel staat het maximum per periode.
Periode | Maximum | Voorwaarden |
In 52 aaneengesloten weken In 2 aaneengesloten weken | Xxxxxxxx 140 maal arbeid verrichten in een nachtdienst die eindigt na 2.00 uur In totaal maximaal 38 uur in een nachtdienst tussen 0.00 en 6.00 uur | |
Uitzonderingen: | ||
In 4 aaneengesloten weken (maximaal 2 maanden lang) | Maximaal 20 maal arbeid verrichten In een nachtdienst die eindigt na 2.00 uur | Bij calamiteiten: Alleen als er te weinig medewerkers zijn voor het uitvoeren van het werk door: - ziekte of zorgverlof of - door sterk gestegen vraag door toerisme. |
Tijdelijk, totdat er weer voldoende werkenden zijn. | ||
Alleen voor: brood- en banketbakkerijen waar op ambachtelijke wijze werkzaamheden worden verricht en waar uitsluitend of in hoofdzaak wordt geproduceerd voor een of meer eigen brood- en banketwinkels. | ||
Als de werkgever - een langere periode dan 2 maanden of - door andere bijzondere factoren van de uitzondering gebruik wil maken, kan hij bij de Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden een verzoek indienen. | ||
Geen werk tussen 22.00 en 4.00 uur | De jeugdige medewerker (16 of 17 jaar): |
Per nachtdienst | Maximaal 8 uur werken Xxxxxxxx 40 uur werken Maximaal 4 x nachtdienst | - hij volgt een opleiding tot brood- en banketbakker, tot broodbakker of tot leidinggevende in de bakkerij - het gaat om een beroepsbegeleidende of een beroepsopleidende leerweg (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) en - het gaat om werk in de nachtdienst die noodzakelijk is voor die opleiding. |
Per week | ||
Per 7 x 24 uur (die start bij aanvang werkzaamheden) |
2. Rusttijd na nachtdienst
a. De medewerker heeft na een reeks van 3, 4, 5 of 6 achtereenvolgende nachtdiensten een onafgebroken rusttijd van ten minste 36 uur.
b. De jeugdige medewerker heeft na een nachtdienst een onafgebroken rusttijd van ten minste 14 uur.
Artikel 11 Overwerk
Personeel logistiek, productie, technische dienst, verkoopmedewerker en bedrijfs-/filiaalleider
Overwerk
Overwerk is als de medewerker in een periode van 4 weken in opdracht van de werkgever meer dan 152 uren werkt.
2. Overwerk bij wisselende diensten
a. Werkt de medewerker in een rooster met wisselende diensten en een gemiddelde arbeidstijd van 38 uur of minder per week, dan is voor hem overwerk als de medewerker:
- in opdracht van de werkgever meer uren werkt dan volgens zijn rooster en
- de medewerker meer dan gemiddeld 38 uur per week werkt.
b. Werkt de medewerker in een rooster met wisselende diensten van meer dan 38 uur per week gemiddeld, dan is voor hem overwerk als de medewerker:
- in een periode van 4 weken in opdracht van de werkgever
- meer dan 152 uren werkt.
3. Gewerkte uren
Uren waarop de medewerker niet werkt, maar waarvoor wel recht op loon bestaat, zoals vakantie- en verlofuren, feestdagen en uren waarop de medewerker ziek was, worden als gewerkte uren meegeteld.
4. Vergoeding voor overwerk
Voor overwerk geldt een vergoeding. Deze vergoeding is geregeld in artikel 22.
Artikel 12 Consignatiedienst
Wat is consignatiedienst?
Een consignatiedienst is als de medewerker in opdracht van de werkgever buiten zijn normale arbeidsrooster ieder moment bereikbaar moet zijn voor onmiddellijk vertrek naar het bedrijf.
2. Periode consignatiedienst
De periode waarover de medewerker consignatiedienst kan hebben is beperkt. Iedere 28 dagen is hij:
- minimaal 14 dagen vrij van consignatiedienst (14 x 24 uur) en
- 2x een aaneengesloten periode van 48 uur vrij van consignatie en vrij van werk.
3. Bereikbaar tijdens pauze
a. Er kan een situatie zijn waarbij de medewerker in zijn pauze op oproep zo spoedig mogelijk werkzaamheden verricht. Dit kan alleen als:
- de aard van het werk dit noodzakelijk maakt en
- dit door een andere manier van organiseren niet is te voorkomen.
b. Deze oproep tijdens pauze is geen consignatie. De pauze waarin de medewerker bereikbaar moet zijn om op oproep te werken, geldt als pauze.
4. Toeslag voor consignatiedienst
Voor een consignatiedienst geldt een toeslag. Deze toeslag is geregeld in artikel 24.
Artikel 13 Tijd-voor-tijd regeling
Toestemming
a. Na voorafgaande instemming van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging mag de werkgever op bedrijfs- of locatieniveau een tijd-voor-tijd-regeling invoeren.
b. Indien er geen ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging is, mag de werkgever in overleg met de bij de cao aangesloten vakbonden of op grond van een verleende dispensatie op grond van artikel 4 een tijd- voor-tijd-regeling invoeren.
Randvoorwaarden
Een tijd-voor-tijd-regeling moet in ieder geval voldoen aan de volgende randvoorwaarden:
- De uitvoering mag niet in strijd zijn met wet- en regelgeving, zoals Arbeidstijdenwet, Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en Arbeidsomstandighedenwet;
- Alle toeslagen uit deze cao zijn van toepassing. Deze toeslagen worden uiterlijk in de eerstvolgende betalingsperiode berekend en uitbetaald;
- Uren waarop de medewerker volgens het rooster niet werkt, maar waarvoor wel recht op loon bestaat, zoals vakantie- en verlofuren en uren waarop de medewerker ziek was, worden als gewerkte uren meegeteld;
- De afspraken worden schriftelijk vastgelegd en door de werkgever aan de medewerkers kenbaar gemaakt.
Hoofdstuk 4 Functie en salaris
Artikel 14 Functiegroep en loonschaal
Functie
a. De functies zijn ingedeeld in functiegroepen met een loonschaal.
c. Binnen de groepen zijn er verschillende functie-uurloontabellen:
- algemeen, financieel administratie, ICT, kwaliteit & productontwikkeling, logistiek, productie en technische dienst
- commercie
2. Functie-uurloon
a. Het functie-uurloon is de beloning per uur die staat in de loontabellen. De loontabellen staan in bijlage 3
b. Welk functie-uurloon op de medewerker van toepassing is, hangt af van:
- het type onderneming
- de functie
- de loonschaal waarin de functie is ingedeeld
- de leeftijd
- het aantal functiejaren of periodieken.
Het type onderneming is een ambachtelijke bakkerij of een industriële bakkerij. Ondernemingen die uitsluitend bakkersartikelen in- en verkopen vallen voor de toepassing van de functie-uurloontabel onder de ambachtelijke bakkerijen.
3. Ervaringsjaren
a. Als de medewerker in dienst komt ontvangt hij minimaal het loon dat hoort bij de eerste functietrede.
Vanaf 1 januari 2024 vervalt de eerste functietrede. Vanaf 1 januari 2025 vervalt de tweede functietrede. De medewerker wordt minimaal ingeschaald in de eerstvolgende functietrede die er dan is. De werkgever en de medewerker kunnen samen een hoger aantal functietreden of periodieken afspreken.
b. De medewerker die jonger is dan 21 jaar ontvangt het loon dat bij zijn leeftijd en functie hoort.
4. Geschillen over indeling
Is er een geschil over de functie-indeling? Dan is bijlage A en B (bezwaarprocedure) van toepassing.
5. Dispensatie toepassing loonschaal 1A
a. Voor toepassing van loonschaal 1A vraagt de werkgever vooraf toestemming (dispensatie) aan cao-partijen.
b. Het aanvraagformulier dispensatieloonschaal 1A en de referentiefunctie Algemeen medewerker productie/pak (P.09) staat in Bijlage F.
c. Cao-partijen zullen op verzoek van de werkgever dispensatie van de loonbepalingen in de cao verlenen voor medewerkers die niet in staat zijn met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen en waarvoor het UWV of gemeentelijke sociale dienst een loonwaarde heeft vastgesteld. Doel is het voor de werkgever mogelijk te maken de participatie van deze medewerkers te bevorderen. Voorwaarde is dat de medewerker in totaal ten minste 100% van het wettelijk minimumloon ontvangt.
Artikel 15 Vervanging van functie / combinatiefunctie
Combinatiefunctie
a. Een combinatiefunctie is de samenvoeging van meerdere functies, die ook apart beschreven en ingedeeld kunnen worden.
b. De indeling van combinatiefuncties staat in het functiehandboek, bijlage B.
2. Vervanging van functie
a. De medewerker die tijdelijk een functie waarneemt die in een hogere functiegroep zit, houdt zijn eigen functiegroep en loonschaal.
b. Na de eerste volle week ontvangt de medewerker het functie-uurloon dat bij die hogere functie hoort.
c. Als de waarneming eindigt, eindigt de hogere beloning.
Artikel 16 Functiewijziging
Naar hoger ingeschaalde functie
a. Bij functiewijziging geldt de loonschaal en het functie-uurloon die bij de nieuwe functie horen.
b. Dit gaat in vanaf het moment van wijzigen van functie.
2. Naar lager ingeschaalde functie
a. Bij plaatsing in een functie in een lagere loonschaal kent de werkgever door inschaling een loon toe dat zo min mogelijk onder het oorspronkelijke functie-uurloon en de toeslagen van de medewerker ligt.
b. Als het toekennen van periodieken niet voldoende is, wordt het verschil omgezet in een persoonlijke toeslag.
3. Oudere medewerker
a. De medewerker van 55 jaar tot de AOW-leeftijd, die - op verzoek van werkgever - in een lager ingedeelde functie gaat werken, houdt zijn oorspronkelijke functie-uurloon.
b. De medewerker van 60 jaar of ouder kan vragen om op een wachtlijst te worden geplaatst voor functies in de dagdienst. Voorwaarde is dat de medewerker in de afgelopen 5 jaar regelmatig in de bedrijfstak in ploegendienst heeft gewerkt. Bij plaatsing in de functie in dagdienst houdt de medewerker het oorspronkelijke loon.
4. Door reorganisatie
De medewerker die als gevolg van reorganisatie of fusie in een lager ingedeelde functie gaat werken, houdt zijn oorspronkelijke functie-uurloon en arbeidsvoorwaarden.
Artikel 17 Loonbetaling
Betaling functieloon en vaste toeslagen
De werkgever betaalt het functieloon en de vaste toeslagen uiterlijk voor het einde van de loonbetalingstermijn.
2. Betaling variabele toeslagen
De werkgever betaalt de variabele toeslagen uiterlijk voor het einde van de volgende loonbetalingstermijn.
3. Betalingstermijn en loonstrook
a. Een loonbetalingstermijn is maximaal een maand.
b. De medewerker ontvangt een loonstrook bij iedere loonbetaling. Na instemming van de medewerker mag de loonstrook digitaal worden verstrekt.
Artikel 18 Loonsverhoging
Verhoging functie-uurloon
a. Het functie-uurloon van de medewerker wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd met 1 periodiek of functietrede, totdat het maximum van de schaal is bereikt.
b. Als de medewerker op of na 1 oktober
- in dienst komt of
- 21 jaar wordt en daarmee het loon ontvangt dat hoort bij minimaal 1 functietrede of
- promotie maakt, slaat hij de eerste periodieke verhoging per 1 januari over.
2. Beoordelingsgesprek
a. De gearceerde periodieken aan het einde van de loonschaal kunnen afhankelijk zijn van een beoordelingsgesprek.
b. Het beoordelingsgesprek vindt plaats vóór 1 januari.
c. De werkgever kan op basis van de beoordeling deze periodieken toekennen of onthouden.
d. Als er geen beoordelingsgesprek is, kent de werkgever deze periodiek toe.
e. Bij het beoordelingsgesprek gebruikt de werkgever het beoordelingsformulier en de richtlijnen uit de Bijlage
E. Hij kan ook een ander gelijkwaardig systeem gebruiken.
Artikel 19 Persoonlijke toeslag
Persoonlijke toeslag
a. De werkgever kan de medewerker een aanvulling geven op het functieloon en de toeslagen. De aanvulling is in de vorm van een persoonlijke toeslag.
b. De persoonlijke toeslag wordt niet verhoogd met de collectieve loonsverhoging. De persoonlijke toeslag blijft onveranderd.
c. De werkgever en de medewerker kunnen overeenkomen dat de persoonlijke toeslag verhoogd wordt met de collectieve loonsverhoging.
De persoonlijke toeslag die voortvloeit uit artikel 2.35.i of artikel 4.25.i van de xxx Xxxxxxxxxxxxx 2012-2013 (Besluit
d.d. 22 augustus 2012, Staatscourant 2012, nr. 15764). (ORBA-pt) wordt verhoogd met de collectieve loonsverhoging.
Artikel 20 Toeslag voor het werken op bepaalde uren
Algemeen
a. Voor de toeslagen gelden verschillende regelingen. Per toeslag is bepaald voor welke groep medewerkers deze geldt.
b. De werkgever geeft aan welke van de onderstaande type bakkerij/type oven van toepassing is:
- ambachtelijke bakkerij met charge-ovens;
- ambachtelijke bakkerij met (een) continue-oven(s) met een (totaal) vermogen van maximaal 400 KW;
c. In artikel 57 en artikel 58 staat welke toeslag hoort bij welk tijdstip. En welke voorwaarden gelden. De toeslag is een percentage van het functie-uurloon.
2. Vervangende vrije tijd
De werkgever kan de toeslag voor de uren op zondag vervangen door het geven van een aan de toeslag gelijke hoeveelheid vrije uren. Dit kan ook voor een deel van de toeslag.
3. Samenvallen toeslagen
Als er voor een gewerkt uur meerdere toeslagen gelden, dan ontvangt de medewerker de toeslag met het hoogste percentage. De enige uitzondering hierop is de toeslag voor avonduren voorafgaand aan feestdagen. Dit is een extra toeslag.
Artikel 21 Toeslag voor avonduren voorafgaand aan feestdagen
Personeel logistiek, productie, technische dienst
De medewerker ontvangt als hij werkt
- op de dag voor de volgende feestdagen: eerste kerstdag, tweede kerstdag, nieuwjaarsdag en eerste paasdag
- na 18.00 uur
een extra toeslag van 50% van zijn functie-uurloon.
Deze toeslag komt bovenop de toeslag voor het werken op bepaalde uren.
Artikel 22 Vergoeding overwerk
Personeel logistiek, productie, technische dienst, verkoopmedewerker en bedrijfs-/filiaalleider
Vergoeding overwerk
De medewerker ontvangt voor overwerk:
- eerste 8 uur 125% van het functie-uurloon
- uren boven de 8 uur 150% van het functie-uurloon
2. Vergoeding in vrije tijd
a. De werkgever kan (een deel van) deze vergoeding (functie-uurloon + toeslag) uitkeren in de vorm van vrije tijd.
b. Dit gebeurt na overleg met de medewerker.
c. De werkgever verleent deze vrije tijd uiterlijk in de 4 weken volgend op de periode van 4 weken waarin de overuren ontstaan zijn.
Artikel 23 Loon bij wijziging arbeidstijdpatroon
Loon bij eenmalige wijziging rooster
Als de werkgever het rooster wijzigt nadat dit bekend is gemaakt, ontvangt de medewerker minimaal het loon dat de medewerker zou ontvangen op basis van het eerder bekend gemaakte rooster.
2. Loon bij wijziging rooster door reorganisatie
a. Als de werkgever door een reorganisatie de medewerker in een ander rooster plaatst, ontvangt de medewerker een toeslag.
b. Voorwaarden zijn:
- de medewerker werkte ten minste 3 jaar in het rooster en
- de medewerker verliest recht op een toeslag voor het werken op bepaalde uren.
c. De toeslag is 50% van het verlies. De medewerker ontvangt deze toeslag 6 maanden lang.
Hoofdstuk 5 Welke vergoedingen en regelingen zijn er nog meer
Artikel 24 Beloning consignatiediensten
Personeel logistiek, productie, technische dienst
Hoogte toeslag
Bij consignatiedienst ontvangt de medewerker een consignatievergoeding van 15% van het functie-uurloon per uur.
2. Loon tijdens consignatie
a. De medewerker ontvangt voor de gewerkte tijd zijn functieloon met toeslagen.
b. Als de medewerker tijdens consignatiedienst minder dan één uur arbeid verricht zal minimaal één uur worden uitbetaald.
Artikel 25 Jubileumgratificatie
Hoogte uitkering
De medewerker ontvangt bij een jubileum een uitkering van:
- 25 jaar in dienst 100% van het maandloon
- 40 jaar in dienst 100% van het maandloon
Daarnaast heeft de medewerker recht op kort verzuimverlof zoals geregeld in artikel 31.
2. Fiscale regels
De werkgever keert het bruto maandloon bij 25 jaar en 40 jaar dienstverband netto uit zolang en voor zover de fiscale regeling dat toelaat.
3. Uitkering bij 4-weken
Bij een loonbetalingstijdvak van een week of van 4-weken wordt het bruto loon omgerekend naar een bruto (maand)loon.
Artikel 26 Woon-werkverkeer
Per bedrijf worden afspraken gemaakt over de vergoeding van kosten van medewerkers voor het woon-werkverkeer.
Hoofdstuk 6 Wat zijn de afspraken over vakantie en verlof
Artikel 27 Vakantietoeslag
Percentage
De medewerker ontvangt vakantietoeslag van 8% over het loon dat hij in een periode van een jaar bij werkgever heeft verdiend, exclusief vakantietoeslag.
2. Periode
De werkgever kan als periode nemen:
- het aan de uitbetaling voorafgaande kalenderjaar of
- de periode van een jaar direct voor de uitbetaling.
3. Uitbetaling
De werkgever betaalt de vakantietoeslag jaarlijks uiterlijk 1 juni.
Artikel 28 Opbouw vakantie-uren
Aantal vakantie-uren
a. De medewerker heeft per kalenderjaar recht op doorbetaalde vakantie:
- 4 x het gemiddeld aantal uren per week waarvoor recht op loon bestaat aan wettelijke vakantie en
- 1 x het gemiddeld aantal uren per week waarvoor recht op loon bestaat aan bovenwettelijke vakantie.
b. Doorbetaalde vakantie betekent: met betaling van loon zoals opgenomen in de definitie loon bij arbeidsongeschiktheid, vakantie, feestdagen, kort verzuim.
2. Extra vakantie-uren bij ploegendienst
a. Als de medewerker een jaar onafgebroken in ploegendienst werkzaam is geweest, heeft hij recht op extra vakantie-uren. In de vaststelling of er sprake is van onafgebroken werkzaam zijn, tellen periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid en verlof niet mee.
b. Dit zijn 2/5 x de overeengekomen arbeidsduur per week extra vakantie-uren op jaarbasis.
3. Vervaltermijn
De vakantie-uren vervallen volgens deze tabel:
Vakantie-uren
Vervaltermijn
wettelijke ½ jaar na het kalenderjaar waarin ze zijn
opgebouwd
bovenwettelijke 5 jaar na het kalenderjaar waarin ze zijn
opgebouwd
Artikel 29 Opnemen vakantie-uren
Aanvraag en vaststellen vakantie
Voor het aanvragen en vaststellen van de vakantie gelden de wettelijke regels.
a. De medewerker vraagt de tijdstippen van de vakantie schriftelijk bij de werkgever aan.
b. De werkgever stelt de aangevraagde vakantie vast, tenzij er gewichtige redenen zijn om het af te wijzen.
c. De werkgever meldt deze redenen schriftelijk binnen 2 weken na de aanvraag. Als hij dat niet doet, is de vakantie volgens de wensen van medewerker vastgesteld.
d. Als de medewerker langer dan drie weken aaneengesloten afwezig wil zijn, vraagt hij dit minimaal drie maanden van tevoren bij de werkgever aan.
2. Wijziging vakantie door werkgever
Als de vakantie is vastgesteld kan de werkgever dit daarna alleen nog wijzigen als er onvoorziene omstandigheden zijn, die deze wijziging noodzakelijk maken met het oog op de bedrijfsvoering.
3. Vakantie bij bedrijfssluiting
De werkgever kan bepalen dat de vakantie met de bedrijfssluiting samenvalt. Dit gebeurt na overleg met de medewerkers. Er wordt hierbij rekening gehouden met de schoolvakanties.
4. Overzicht vakantie-uren
a. De werkgever houdt bij hoeveel vakantie-uren de medewerker opneemt.
b. Twee keer per jaar geeft de werkgever aan de medewerker een overzicht van de opgenomen vakantie-uren. De medewerker ondertekent dit overzicht.
Artikel 30 Feestdagen
Wat zijn feestdagen?
Feestdagen zijn: nieuwjaarsdag, eerste en tweede paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag, Koningsdag en op 5 mei in een jaar waarvan het cijfer eindigt op een 0 of een 5.
2. Rooster bij feestdagen
a. Werkt de medewerker volgens rooster op:
- een feestdag,
- de avond (vanaf 18.00 uur) voorafgaande aan feestdagen?
Dan geldt als uitgangspunt dat hij op (dat gedeelte van) die dag vrij is met behoud van loon.
b. Als de medewerker toch moet werken, is er recht op vervangende vrije tijd.
c. Als de medewerker volgens rooster op deze dagen niet werkt, is er geen recht op vervangende vrije tijd of een andere compensatie.
3. Speciale regeling voor het werken op uren voorafgaand aan feestdagen
Als de medewerker op een dag voorafgaand aan een feestdag minder werkt dan normaal omdat er op die feestdag geen of minder afzet van bakkersartikelen is, mogen de minder gewerkte uren worden ingehaald op de betreffende feestdag. De toeslag voor het werken op de feestdag is dan over die gewerkte uren van toepassing.
4. Een feestdag is geen vakantiedag.
Artikel 31 Verlofregelingen
Xxxxxxx xxxxxx
a. De medewerker kan recht hebben op zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptie-/ pleegzorgverlof, kraam-/partner- of geboorteverlof, kortdurend zorgverlof, langdurend zorgverlof, calamiteiten- en ander kort verzuimverlof en ouderschapsverlof.
b. Dit is geregeld in de Wet Arbeid en Zorg. Meer informatie hierover is te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx.
2. Kort verzuimverlof
a. De medewerker heeft recht op verlof met behoud van loon bij als hij niet kan werken bij zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden. Voor de toepassing van dit artikel gaat het om bloed- of aanverwanten en waarbij er sprake is van een duurzame relatie. Hiervan is sprake als twee ongehuwde personen een gezamenlijke huishouding voeren. Hiervan is sprake als de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding danwel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.
b. De volgende gebeurtenissen zijn in ieder geval bijzondere persoonlijke omstandigheden.
Gebeurtenis
Duur
Voorwaarden
Het eigen huwelijk/geregistreerd partnerschap/ samenlevingscontract Melding voorgenomen huwelijk of partnerregistratie
Het huwelijk/geregistreerd partnerschap/ samenlevingscontract van:
een kind, pleegkind, kleinkind, xxxxx, broer, zus, of zwager of xxxxxxxxx
2 dagen 1 dag op de viering en 1 dag op te nemen binnen 1 jaar daarna.
1 dag 1 week van tevoren aan de werkgever melden
1 dag 1 week van tevoren aan de werkgever melden
Gebeurtenis
Duur
Voorwaarden
Overlijden van de partner, een inwonend kind of pleegkind
Overlijden van:
xxxxx, schoonouder, niet inwonend kind, of pleegkind, schoonzoon of schoondochter, kleinkind
Overlijden van:
broer of zus, zwager, xxxxxxxxx, xxxxxxxxxx of grootouder van de partner.
Van de dag van overlijden t/m de dag van begrafenis/crematie
1 dag bij overlijden en 1 dag bij begrafenis/crematie
1 dag bij begrafenis
/crematie
Regelen van de begrafenis/crematie van de ouder of schoonouder
Medisch noodzakelijke behandeling. Bijvoorbeeld bezoek aan de huisarts, specialist, fysiotherapeut en tandarts
Noodzakelijke uren tot maximaal 10 uur
De daarvoor benodigde tijd
Indien dit aantoonbaar niet buiten werktijd kan
25- of 40-jarig dienstjubileum 1 dag
Feest ter viering van het 25- en 40-jarig huwelijk/geregistreerd partnerschap/samenlevingscontract of het feest ter viering van het 25-, 40-, 50- of
60-jarig huwelijk geregistreerd partnerschap/samenlevingscontract van de grootouders, de ouders of de ouders van de partner.
1 dag 1 week van tevoren aan de werkgever melden
Afleggen van een examen voor een door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap erkend diploma/certificaat
De werkelijk benodigde tijd, inclusief reistijd
Het examen is relevant voor de bedrijfstak van het bakkersbedrijf
Verhuizing 1 dag Maximaal 1 x per 12 maanden
Vervulling van een bij wettelijk voorschrift of door de overheid opgelegde verplichting,
De benodigde tijd Kan niet in de vrije tijd Er is geen vergoeding
Verlenging van de verblijfsvergunning De benodigde tijd om
regelingen te treffen
Vakbondsactiviteiten Maximaal zes dagen per jaar
of
als de medewerker een vakbondskaderlid is die in een bondsorgaan is afgevaardigd,
maximaal twaalf dagen
per jaar
Medewerker is lid van de werknemersorganisatie
De werkzaamheden kunnen in overleg met de betrokken medewerkers geregeld worden
Medewerker is officieel afgevaardigde bij een congres van de bond, een vergadering van de bondsraad of het daarmee gelijk te stellen orgaan, een vakgroepsvergadering, een vergadering van het vakgroepsbestuur of een vakbondscursus die van relevante betekenis is voor het bakkersbedrijf. Dit is niet een cursus in het kader van de WOR.
- de werkgever is niet verplicht dit verlof tegelijkertijd te verlenen aan meer dan:
- in de onderneming zijn 1 t/m 40 medewerkers in dienst: 2 medewerkers;
- in de onderneming zijn 41 t/m 80 medewerkers in dienst: 3 medewerkers;
- in de onderneming zijn 81 t/m 120 medewerkers in dienst: 4 medewerkers;
- in de onderneming zijn 121 t/m 160 medewerkers in dienst: 5 medewerkers;
en zo verder.
Verletkosten bij vakbondsverlof
De werkgever, het uitzendbureau of payrollbedrijf ontvangt verletkosten als de medewerker vakbondsverlof heeft. Dit is geregeld in bijlage D van de cao (zie algemeen deel).
3. Onbetaald verlof
a. De medewerker heeft recht op drie dagen onbetaald verlof per jaar. Voorwaarde is dat de werkgever vindt dat de bedrijfsomstandigheden dit toelaten.
b. Als de medewerker onbetaald verlof vraagt, zal de werkgever een afwijzing van het verzoek schriftelijk moeten motiveren.
4. Mantelzorg
a. De werkgever heeft een inspanningsverplichting om onbetaald verlof voor mantelzorg mogelijk te maken als een medewerker daar om vraagt. De medewerker en de werkgever gaan samen het gesprek aan als het bieden van mantelzorg in de situatie van de medewerker wenselijk en noodzakelijk is. Het gaat daarbij om intensieve zorg en hulp aan dierbaren die voor een bepaalde periode structureel is en langer duurt dan de drie dagen onbetaald verlof per jaar.
b. Mantelzorg is een vorm van zorgverlof. Het gesprek tussen de medewerker en de werkgever dient om afspraken te maken zodat een betere afstemming tussen arbeid en zorgtaken mogelijk wordt. Mogelijkheden zijn aanpassing van de arbeidsduur, flexibeler indelen van de werktijden of om, indien mogelijk, thuiswerk te verrichten.. Als een medewerker mantelzorg gaat verlenen, overlegt de medewerker tijdig met de werkgever om afspraken te maken.
c. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd en er staat in ieder geval in:
- de duur van de mantelzorgtaken (naar verwachting)
- de omvang van de mantelzorgtaken in uren per dag / week
- flexibele indeling van arbeidstijden en werkzaamheden, eventueel met (gedeeltelijk) thuiswerken
- de combinatie van zorg met de arbeidstijden.
d. Als de medewerker en de werkgever er samen niet uit komen, kan de Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden om advies gevraagd worden.
e. Als de medewerker onbetaald verlof heeft dan wordt het dienstverband voortgezet alsof het niet was onderbroken, als hij de werkzaamheden op het afgesproken moment hervat. De medewerker bouwt geen vakantie-uren en vakantietoeslag op over de periode van onbetaald verlof.
Hoofdstuk 7 Als de medewerker arbeidsongeschikt is
Artikel 32 Arbeidsongeschiktheid
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid in 1e en 2e ziektejaar
a. De medewerker ontvangt van de werkgever voor dat deel van zijn werk dat hij arbeidsongeschiktheid is:
Periode arbeidsongeschiktheid
Loondoorbetaling in % loon
De 1e maand 90%, maar minimaal 100% van het wettelijk
minimum (jeugd)loon*
De 2e t/m de 6e maand 100%
Het 2e half jaar 95% maar minimaal 100% van het wettelijk
minimum (jeugd)loon
Het 2e jaar 85%
* De medewerker ontvangt de 1e maand 100% loondoorbetaling als:
- de ziekte is ontstaan als gevolg van een door de Nederlandse Arbeidsinspectie vastgesteld bedrijfsongeval of
- ziekte tijdens de zwangerschap / bevalling of
- ziekte ontstaan door de zwangerschap of
- de maand 90% loondoorbetaling al is doorlopen en er sprake is van een doorlopend ziektegeval (weer ziek worden binnen vier weken), artikel 7:629 lid 10 Burgerlijk Wetboek of in geval van hoge frequentie van gerelateerde ziekmeldingen.
b. Deze regeling wijkt af van artikel 7:629 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
c. Als de werkgever van het UWV na het 2e ziektejaar nog loon door moet betalen, betaalt de werkgever aan de medewerker gedurende maximaal een jaar 85% van het loon.
d. De loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid wordt verminderd met het bedrag dat de medewerker als gevolg van de arbeidsongeschiktheid ontvangt vanuit een wettelijke uitkering. Korting op die uitkering, veroorzaakt door toedoen van de medewerker, blijft ten laste van de medewerker.
2. Uitkering bij arbeidsongeschiktheid in 3e en 4e ziektejaar
a. Als de medewerker na de eerste twee jaar nog steeds arbeidsongeschikt is, ontvangt de medewerker in het 3e en 4e ziektejaar een uitkering van 5% van het loon. Deze uitkering is onafhankelijk van een WIA-uitkering (IVA of WGA).
b. Als op initiatief van werkgever de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, zal de werkgever deze uitkering over de overgebleven periode ineens uitbetalen. Als de werkgever de transitievergoeding aan de medewerker uitkeert en de transitievergoeding is meer dan de 5%-uitkering, dan hoeft hij deze 5%-uitkering niet te betalen.
c. Als de transitievergoeding lager is dan de 5%-uitkering, betaalt de werkgever naast de transitievergoeding het verschil tussen de 5%-uitkering en de transitievergoeding aan de medewerker.
3. Arbeidsongeschiktheid en AOW-leeftijd
Voor de medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en die (nog steeds) in dienst zijn dient de werkgever, als de medewerker voor 1 juli 2023 arbeidsongeschikt wordt, een loondoorbetaling te hanteren van 13 weken Vanaf 1 juli 2023 geldt voor de medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en die op of na 1 juli 2023 arbeidsongeschikt worden een periode van zes weken voor de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid.
4. Benutten restcapaciteit
De werkgever stelt zijn gedeeltelijk arbeidsongeschikte medewerkers in de gelegenheid hun restcapaciteit te benutten, voor zover dat binnen het bedrijf mogelijk is.
5. Vakantie-aanspraak bij arbeidsongeschiktheid
a. Wettelijke vakantiedagen
De medewerker die niet werkt door arbeidsongeschiktheid bouwt wettelijke vakantie-uren op van 4 maal de gemiddelde arbeidsduur per week. Als de arbeidsduur in uren per jaar is uitgedrukt, bouwt hij vakantie- uren op van een overeenkomstige tijd. De wettelijke vakantie-urenopbouw is niet afhankelijk van de aanspraak loon.
b. Bovenwettelijke vakantiedagen
De medewerker die niet werkt door arbeidsongeschiktheid, bouwt bovenwettelijke vakantie-uren op van 1 maal de gemiddelde arbeidsduur per week. Deze opbouw vindt alleen plaats over het tijdvak van de laatste 6 maanden waarin hij niet werkte. Als er een onderbreking zit in een tijdvak van minder dan een maand, dan telt dat als 1 tijdvak. De medewerker die door arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk werkt, bouwt bovenwettelijke vakantie-uren op over de gewerkte uren.
c. Opnemen vakantie
Als de medewerker door arbeidsongeschiktheid niet in staat is geheel of gedeeltelijk vakantiedagen op te nemen, kan de medewerker deze na overleg met de werkgever later opnemen.
d. Vakantietoeslag
Als de medewerker arbeidsongeschikt is, zal de vakantietoeslag nooit meer zijn dan de vakantietoeslag berekend over 1 jaar. De duur van de arbeidsongeschiktheid is hierbij niet van belang. Bij de berekening wordt rekening gehouden met de wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De werkgever betaalt deze vakantietoeslag vóór 1 juni.
Artikel 33 WIA-verzekering
De werkgever sluit op verzoek van de medewerker een verzekering af voor het werknemersrisico van het verlies aan inkomen bij arbeidsongeschiktheid. De premie komt voor rekening van de medewerker.
De werkgever mag de premie inhouden op het loon van de medewerker. De inhouding op het loon kan alleen na schriftelijke instemming van de medewerker en geldt alleen voor dat deel van het loon dat boven het wettelijke minimumloonniveau uitkomt.
Artikel 34 Verrekening WGA-premie
De werkgever mag de helft van de gedifferentieerde WGA-premie op het nettoloon van de medewerker inhouden met inachtneming van de wettelijke regels. Bij eigenrisicodragers is dit de helft van de WGA-lasten.
Hoofdstuk 8 Wat zijn de afspraken over pensioen
Artikel 35 Pensioenfonds
Bedrijfstakpensioenfonds
Er is een Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf. De rechten en verplichtingen van de medewerkers en de werkgever over de pensioenregeling, worden geregeld in de bepalingen van het pensioenreglement.
2. Verplichte deelname
De medewerker is verplicht deel te nemen als de statuten en het pensioenreglement van toepassing zijn.
3. Informatie
Alle informatie over pensioen is te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx en xxx.xxxxxxxxxx.xx
4. Premie
a. De pensioenpremie is in 2023: 26,9% van de pensioengrondslag
b. De pensioenpremie is in 2024: 28 % van de pensioengrondslag
De premieverdeling in 2023 bedraagt 61,08% werkgever en 38,92% werknemer. De premieverdeling in 2024 bedraagt 58,68% werkgever en 41,32% werknemer.
5. Grondslag
De pensioengrondslag is dat deel van het loon waarover de medewerker pensioen opbouwt. Dit is het SV-loon min de minimale fiscale franchise. De franchise is dan het deel waarover de medewerkers geen pensioen opbouwen.
6. Afdracht
Het werknemersdeel van de premie kan van het loon worden ingehouden. Voor de medewerker die deelneemt aan de vitaliteitsregeling geldt een afwijkende verdeling van de pensioenpremie. Zie hiervoor het hoofdstuk 10 Wat zijn de afspraken over duurzame inzetbaarheid.
Hoofdstuk 9 Wat zijn de afspraken over opleiding
Artikel 36 Opleiding / leerling bepalingen
Vakopleiding
a. De medewerker kan deelnemen aan de vakopleiding volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs.
b. De medewerker wordt ingedeeld in de loonschaal die past bij:
- de functie waarvoor hij wordt opgeleid,
- de te verrichten werkzaamheden en
- de beschikbare kennis en ervaring.
c. Dit betekent dat de gekozen referentiefunctie en de daarbij behorende loonschaal moet aansluiten bij wat de werkgever redelijkerwijs van de medewerker kan verwachten. Gebruikelijk is als de medewerker bijvoorbeeld een vierjarige opleiding volgt, hij per jaar doorstroomt van bijvoorbeeld schaal 1 naar de schaal van de functie waarvoor hij wordt opgeleid.
d. Als de medewerker de vakopleiding volgt, heeft hij een overeengekomen arbeidsduur van maximaal 32 en minimaal 15 uur per week.
e. Als de medewerker aan de vakopleiding deelneemt, geldt er een afwijking van artikel 7:668a lid 1 BW. De laatste arbeidsovereenkomst is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als:
- de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van niet meer dan 6 maanden hebben opgevolgd en een totale periode van 72 maanden (deze tussenpozen inbegrepen) hebben overschreden of
- meer dan 6 voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan 6 maanden.
f. Als verwacht mag worden dat de medewerker de vakopleiding binnen een jaar kan afronden, mag de duur van de arbeidsovereenkomst maximaal één jaar zijn.
2. Bijdrage
De Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf kent een regeling voor een bijdrage in de kosten van de opleidingen, bijscholingscursussen en van het geven van beroepspraktijkvorming. Deze regeling staat in Bijlage D van deze cao (zie algemeen deel).
3. Scholingsplan
a. De werkgever heeft een scholingsplan op ondernemingsniveau.
b. Het uitgangspunt is dat de medewerkers erkende diploma’s behalen.
c. De werkgever kan hierbij gebruik maken van een voorbeeld dat te vinden is op xxx.xxxxxxxxxx.xx.
4. Persoonlijk opleidingsvoucher
a. Het bestuur van de Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf heeft een tijdelijke regeling in het leven geroepen waarin medewerkers van bakkersbedrijven, uitzendbureaus en payrolbedrijven, die de bijdrage bedoeld in artikel 53 cao Bakkersbedrijf afdragen, een persoonlijk opleidingsvoucher van € 200,- per jaar (deeltijd medewerker naar rato) kunnen inzetten voor arbeidsmarktrelevante opleidingen en trainingen. Deze regeling heeft een looptijd tot en met 31 juli 2025. De vergoeding wordt verstrekt zolang de beschikbare middelen hiervoor aanwezig zijn.
b. Stapelen van meerdere subsidies van het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf per opleiding/training is niet mogelijk. Aanvraagformulier met administratieve uitvoeringsvoorwaarden kunnen worden gedownload van de website van het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf.
Artikel 37 Studievergoeding BBL-leerlingen
1. Studievergoeding
De medewerker die jonger is dan 21 jaar en die aan de vakopleiding Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) deelneemt ontvangt een studievergoeding.
2. Hoogte studievergoeding
De studievergoeding is: 12,5% over het verdiende functieloon in de weken waarin hij de lessen heeft gevolgd of niet-verwijtbaar heeft verzuimd.
3. Uitbetaling
a. De medewerker ontvangt de studievergoeding en uitbetaling telkens gelijktijdig met de eerste loonbetaling na afloop van een studiejaar.
b. De medewerker ontvangt de studievergoeding direct wanneer hij:
- stopt met de vakopleiding of
- 21 jaar wordt of
- de arbeidsovereenkomst eindigt
Hoofdstuk 10 Wat zijn de afspraken over duurzame inzetbaarheid
Artikel 38 Vitaliteitsregeling
Doel regeling
Cao-partijen hebben in het kader van leeftijdsbewust personeelsbeleid een vitaliteitsregeling ontwikkeld. Het doel van de regeling is:
- het voorkomen van uitval van de medewerker die ontstaat door het verhogen van de AOW-leeftijd (afnemende belastbaarheid en het langer doorwerken)
- door een financieel verantwoorde regeling de duurzame inzetbaarheid van medewerkers van 60 jaar en ouder realiseren.
Voorwaarde voor deelname
a. De medewerker van 60 jaar of ouder kan gebruik te maken van de vitaliteitsregeling.
b. Werkgever stuurt op verzoek van medewerker een Melding Deelname Vitaliteitsregeling aan Veilig en Gezond (xxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx binnen 14 dagen na de dag waarop de medewerker van 60 jaar of ouder schriftelijk aan werkgever heeft medegedeeld te willen deelnemen aan de regeling.
c. De vitaliteitsregeling start op de ingangsdatum van deelname zoals staat op de Melding Deelname Vitaliteitsregeling. Cao-partijen kunnen in bijzondere omstandigheden een andere (latere) datum aanwijzen.
3. Inhoud van de regeling
a. De vitaliteitsregeling staat voor: 80% arbeid, 90% loon en 100% pensioenopbouw.
b. De gemiddelde arbeidsduur van de medewerker wordt aangepast tot 80% van zijn oorspronkelijke arbeidsduur. De oorspronkelijke arbeidsduur wordt berekend met een referteperiode van 3 volledige maanden voorafgaande aan de ingangsdatum van deelname. In bijzondere omstandigheden kan een andere referteperiode genomen worden. De arbeidsduur wordt in aangepast in de vorm van een dag of een dienst tenzij partijen anders overeenkomen.
c. Het loon (functieloon en de bruto toeslagen, 100%) wordt in beginsel aangepast tot 80%. De nieuwe arbeidsduur en het nieuwe arbeidsrooster kunnen leiden tot een hoger of lager percentage aan bruto toeslagen. Het nieuwe bedrag aan functieloon en bruto toeslagen (80%) na de ingangsdatum wordt vermenigvuldigd met factor 9/8 (1,125). Dit geeft een nieuw functieloon met bruto toeslagen (90%) dat op de loonstrook staat als: vitaliteitsloon.
d. Voor de medewerker die deelneemt aan de vitaliteitsregeling geldt een afwijkende premieverdeling. Werkgever draagt 26,9% (2023), 28,0% (2024) van de pensioengrondslag (10/9 of 1,11 x SV-loon van het vitaliteitsloon minus minimaal fiscale franchise) af aan het pensioenfonds. De werkgever houdt de premie in op het vitaliteitsloon in evenveel termijnen als waarin hij het vitaliteitsloon uitbetaalt.
De premie in percentage van de pensioengrondslag is:
2023 | Normale premieverdeling | Premieverdeling bij deelname vitaliteitsregeling |
werkgever | 16,43% | 17,37% |
Medewerker | 10,47% | 9,53% | ||||
Totaal | 26,9% | 26,9% |
2024 | Normale premieverdeling | Premieverdeling bij deelname vitaliteitsregeling |
werkgever | 16,43% | 17,37% |
Medewerker | 11,57% | 10,63% | ||||
Totaal | 28,0% | 28,0% |
Vitaliteitsloon
Het loon bestaat uit functieloon en bruto toeslagen. Het vitaliteitsloon wordt verkregen door het als gevolg van de regeling aangepaste loon te vermenigvuldigen met factor 1,125.
Vitaliteitsloon = gewijzigd(e) functieloon/bruto toeslagen x 1,125 Bruto toeslagen
Als gevolg van de aanpassing van de arbeidsduur en het arbeidsrooster wijzigen sommige bruto toeslagen wel en sommige bruto toeslagen niet.
Voor het vaststellen van het vitaliteitsloon tellen de volgende bruto toeslagen mee:
- onregelmatige-urentoeslag
- overurentoeslag
- koel/vriesceltoeslag
- BHV-toeslag
- persoonlijke toeslag
- vakantietoeslag
De medewerker ontvangt in beginsel 1 x per jaar vakantietoeslag. De volgende bruto toeslagen worden aangepast aan:
nieuwe arbeidsduur/arbeidsrooster:
- onregelmatige-urentoeslag
- koel/vriescel-toeslag
- vakantietoeslag
nieuwe arbeidsduur:
- overurentoeslag
nieuwe arbeidsduur tenzij partijen anders overeenkomen:
- persoonlijke toeslag
niet aangepast aan nieuwe arbeidsduur/arbeidsrooster:
- BHV-toeslag
De ORBA-toeslag of een toeslag door een individuele afspraak tussen werkgever en medewerker wordt in beginsel aangepast tot 80% tenzij werkgever en medewerker hebben afgesproken dat hij de persoonlijke toeslag ontvangt ongeacht de omvang van de arbeidsduur.
Zie voor de voorbeeldberekening vitaliteitsloon bijlage 2.
5. Ziekte
Artikel 32 van deze cao is van toepassing waarbij voor loon moet worden gelezen: vitaliteitsloon.
6. Vakantierechten
Artikel 28 van deze cao is van toepassing. De uitzondering hierop is dat de medewerker die aan de vitaliteitsregeling deelneemt, wel de wettelijke, maar niet de bovenwettelijke vakantie-uren opbouwt (bovenwettelijke vakantie is 1 keer het gemiddeld aantal uren per week). Voor het woord loon in artikel 27 28 en 29 van deze cao moet worden gelezen: vitaliteitsloon.
Bij opname van vakantie-uren worden de vakantie-uren geregistreerd op basis van de nieuwe arbeidsduur (80%).
7. Afwijking van de regeling / Beëindiging deelname aan de regeling
a. Afwijking van de regeling is niet toegestaan tenzij schriftelijk toestemming (dispensatie) is verleend door cao- partijen de. Deze toestemming kan worden aangevraagd met een Melding Inhoud Afwijkende Vitaliteitsregeling.
b. Deelname aan de regeling kan niet worden beëindigd tenzij schriftelijk toestemming (dispensatie) is verleend door cao-partijen de. Deze toestemming kan worden aangevraagd met een Melding Beëindiging Vitaliteitsregeling.
c. Cao-partijen zullen met het oog op de bescherming van cao-rechten in beginsel financieel compenserende voorwaarden stellen aan dispensatie op grond van dit artikel
8. Formaliteiten voor de werkgever
a. De werkgever stuurt een Melding Geen Deelname Vitaliteitsregeling aan Veilig en Gezond (xxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx):
- binnen 14 dagen na indiensttreding van de medewerker van 60 jaar of ouder die heeft aangegeven (nog) niet deel te willen nemen aan de regeling;
- binnen 14 dagen na de dag waarop de medewerker 60 jaar is geworden en deze medewerker heeft aangegeven (nog) niet deel te willen nemen aan de regeling;
b. De werkgever stuurt een Melding Inhoud Afwijkende Vitaliteitsregeling aan Veilig en Gezond (xxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx):
- binnen 14 dagen nadat de werkgever en de medewerker een afwijkende regeling zijn overeengekomen. De afwijkende regeling wordt schriftelijk overeengekomen en door beide partijen ondertekend. De afwijkende regeling kan niet eerder worden overeengekomen dan 1 maand voorafgaand aan de vitaliteitsregeling.
c. De afwijkende regeling moet op het formulier van de Melding Inhoud Afwijkende Regeling ingevuld worden.
9. Formaliteiten voor de medewerker
De medewerker van 60 jaar of ouder die deel wil nemen aan de regeling levert een schriftelijke mededeling bij zijn werkgever in. Deze mededeling is gedateerd en ondertekend. Er geldt een aanzegtermijn van ten minste 1 maand voorafgaande aan de gewenste ingangsdatum.
10. Beëindiging regeling door cao-partijen
Als cao-partijen besluiten om de vitaliteitsregeling te beëindigen dan worden alle als gevolg van de vitaliteitsregeling vervallen cao-rechten hersteld:
- artikel 7.1 lid a, voor wat betreft 1 vakantiedag, lid c en lid d xxx Xxxxxxxxxxxxxx 01-04-2014 t/m 31-03-2015, Besluit d.d. 22 september 2014, Staatscourant 2014, nr. 18750)
en beëindigd:
- artikel 1.11 (xxx Xxxxxxxxxxxxxx 01-04-2015 t/m 30-09-2016, Besluit d.d. 18 maart 2016, Staatscourant 2016, nr. 8446) en
- artikel 22 (jubileumgratificatie).
11. Formulieren
Hoofdstuk 11 Over werkgelegenheid / verplichtingen werkgever
Artikel 39 Werkgelegenheid
Algemeen
Voor ondernemingen met meer dan 10 medewerkers gelden de volgende bepalingen.
2. Overleg met vakorganisaties
De werkgever overlegt met de vakverenigingen als hij door de bedrijfseconomische omstandigheden in belangrijke mate tot inkrimping van het aantal medewerkers in vaste dienst moet overgaan. Afstoting van activiteiten van het bedrijf en liquidatie van het bedrijf vallen hieronder. Hij doet dit op een zodanig tijdstip dat de gevolgen voor de medewerkers nog beïnvloedbaar zijn.
3. Overleg met Ondernemingsraad
a. De werkgever zal de ondernemingsraad informeren over omvangrijke investeringen die van ingrijpend belang zijn voor de werkgelegenheid. Hij doet dit vooraf en tijdig.
b. De werkgever informeert de ondernemingsraad als hij gebruik maakt van overheidssubsidies die bedoeld zijn om de werkgelegenheid in de onderneming veilig te stellen.
4. Verzoek werktijdverkorting
Als de werkgever een verzoek tot werktijdverkorting bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid indient, meldt hij dit vooraf aan de vakverenigingen. De werkgever overlegt met de vakverenigingen over de consequenties voor de medewerkers.
5. Overwerk
Overwerk moet zo veel mogelijk worden voorkomen, vooral daar waar gepland overwerk en lange arbeidstijden voorkomen.
Artikel 40 Uitzendkrachten
1. Gebruik uitzendbureau
Als de werkgever een uitzendbureau gebruikt, informeert en raadpleegt hij de ondernemingsraad. De vakbonden hebben de bevoegdheid over dit onderwerp inlichtingen te vragen.
2. Percentage uren uitzendkrachten
De werkgever zal niet meer uren door uitzendkrachten laten werken dan gemiddeld 25% van het aantal uren per loonbetalingstijdvak, dat door medewerkers, die een arbeidsovereenkomst met de werkgever
hebben, wordt gewerkt.
3. Verplichtingen inlener
a. Alle uitzendkrachten hebben rechten op ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden voor werknemers werkzaam in een gelijk of gelijkwaardige functie in dienst bij de werkgever. Het gaat dan om:
- loon en overige vergoedingen
- op grond van deze cao binnen de werkgever geldende regels voor arbeidstijden, daaronder begrepen overwerk, rusttijden, arbeid in nachtdienst, pauzes, de duur van vakantie en het werken op feestdagen. De werkgever (inlener) controleert of aan uitzendkrachten loon en overige vergoedingen worden betaald volgens deze cao en wordt voldaan aan de geldende regels voor arbeidstijd zoals hiervoor beschreven.
b. De werkgever (inlener) controleert of het uitzendbureau waarvan hij uitzendkrachten inleent de bijdrage betaalt aan de Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf over de aan de werkgever (inlener) ter beschikking gestelde arbeidskrachten. Dit geldt niet voor zover het uitzendbureau voor deze arbeidskrachten al aan de Stichting Fonds Uitzendbranche (SFU) afdraagt (of andere vergelijkbare fondsen die in de uitzendbranche van toepassing zijn).
c. De werkgever neemt in de overeenkomst van opdracht op dat het uitzendbureau de cao-bepalingen die gelden voor de ter beschikking gestelde medewerkers (uitzendkrachten) zal naleven. Het gaat om bepalingen over lonen en vergoedingen en andere bepalingen die individuele arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten betreffen.
d. De werkgever neemt in de overeenkomst van opdracht op dat het uitzendbureau de cao-bepalingen zal naleven waarin verplichtingen voor uitzendondernemingen ten opzichte van cao-partijen staan. Het kan ook
gaan om verplichtingen ten opzichte van door cao-partijen aangewezen rechtspersonen (stichtingen/fondsen).
4. Gebonden aan andere cao
Maakt de werkgever gebruik van een uitzendbureau dat aan een andere cao gebonden is? En in die cao is de doorwerking van de beloning van de uitzendkrachten en de betalingen aan een Sociaal Fonds geregeld? Xxx heeft de werkgever geen controleverplichting en geen verplichting om in de overeenkomst van opdracht de naleving op te nemen.
De binding van het uitzendbureau aan die cao kan rechtstreeks zijn of door algemeen verbindend verklaring.
5. Verantwoordelijkheid werkgever
Als de werkgever niet controleert of het uitzendbureau het loon, de vergoedingen en de bijdrage aan het Sociaal Fonds volgens deze cao betaalt, is de werkgever hiervoor zelf aansprakelijk.
Artikel 41 Payrollmedewerkers
1. Verplichtingen inlener
a. De werkgever (inlener) controleert of aan payrollmedewerkers loon en toeslagen worden betaald volgens deze cao.
b. De werkgever controleert of het payrollbedrijf waarvan hij payrollmedewerkers inleent de bijdrage betaalt aan de Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf over de aan de werkgever ter beschikking gestelde payrollmedewerkers. Dit geldt niet voor zover het payrollbedrijf voor deze medewerkers al afdraagt aan de fondsen die in de payrollbranche van toepassing zijn.
c. De werkgever neemt in de overeenkomst van opdracht op dat het payrollbedrijf de cao-bepalingen die gelden voor de ter beschikking gestelde payrollmedewerkers zal naleven. Het gaat om bepalingen over lonen en vergoedingen en andere bepalingen die individuele arbeidsvoorwaarden van payrollmedewerkers betreffen.
d. De werkgever neemt in de overeenkomst van opdracht op dat het payrollbedrijf de cao-bepalingen zal naleven waarin verplichtingen voor payrollbedrijven ten opzichte van cao-partijen staan. Het kan ook gaan om verplichtingen ten opzichte van door cao-partijen aangewezen rechtspersonen (stichtingen/fondsen).
2. Gebonden aan andere cao
a. Maakt de werkgever gebruik van een payrollbedrijf dat aan een andere cao gebonden is? En in die cao is de doorwerking van de beloning van de payrollmedewerkers en de betalingen aan een Sociaal Fonds geregeld? Xxx heeft de werkgever geen controleverplichting en geen verplichting om in de overeenkomst van opdracht de naleving op te nemen.
b. De binding van het payrollbedrijf aan die cao kan rechtstreeks zijn of door algemeen verbindend verklaring.
3. Verantwoordelijkheid werkgever
Als de werkgever niet controleert of het payrollbedrijf het loon, de vergoedingen en de bijdrage aan het Sociaal Fonds volgens deze cao betaalt, is de werkgever hiervoor zelf aansprakelijk.
Artikel 42 Sociaal jaarverslag
Jaarlijks sociaal jaarverslag
De werkgever brengt jaarlijks een sociaal jaarverslag uit volgens de regels in de Wet op de Ondernemingsraden. Dit sociaal jaarverslag wordt met de ondernemingsraad besproken.
Hoofdstuk 12 Veilig werken
Artikel 43 Gezondheid
1. Risico-inventarisatie en -evaluatie
a. In de Arbeidsomstandighedenwet staat dat de werkgever een risico-inventarisatie en -evaluatie uitvoert (RIE). De werkgever bespreekt deze RIE met de medewerkers. Daarbij maken zij afspraken over de belangrijkste maatregelen voor de risico’s uit de RIE.
b. Industriële bakkerijen conformeren zich aan de Arbocatalogus Industriële Bakkerijen (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) en kunnen gebruik maken van de RIE Industriële Bakkerijen.
2. Gezondheidsbewakingssysteem
a. Cao-partijen hebben met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een gezondheidsbewakingssysteem ontwikkeld voor de bestrijding van de gevolgen van blootstelling aan grondstoffen in het productieproces.
b. Het gezondheidsbewakingssysteem richt zich op:
- het vaststellen en beheren van maatregelen die werkgevers moeten treffen en
- structureel monitoren en bewaken van de gezondheid van medewerkers die worden blootgesteld aan grondstoffen.
3. Maatregelen en instructies
a. Werkgever voert de (zorg)maatregelen uit die voortkomen uit het gezondheidsbewakingssysteem.
b. Werkgever instrueert de medewerker om volgens de voorschriften van het gezondheidsbewakingssysteem te werken. Hij neemt deze verplichting op in de arbeidsovereenkomst en/of het huishoudelijk reglement.
c. Medewerker is verplicht de aan hem gerichte instructies en voorschriften na te leven.
Artikel 44 Veiligheidsschoenen en bedrijfskleding
1. De medewerker heeft recht op bedrijfskleding. Deze wordt in bruikleen aan de medewerker gegeven.
a. de medewerker die in koel- of vriescellen werkt, ontvangt daarvoor goed beschermende kleding
b. de medewerker die in de verkoop werkt, krijgt jaarlijks 2 schorten of 2 jasschorten
c. de medewerker die in de bezorging werkt, krijgt bedrijfskleding en kleding ter bescherming bij barre weersomstandigheden.
d. Als de werkgever aan de medewerker in de logistiek, productie en technische dienst geen bedrijfskleding versterkt, dan ontvangt deze medewerker een netto vergoeding. De vergoeding is geregeld in artikel 60.
2. Als de arbeidsomstandigheden daar aanleiding toe geven, ontvangt hij ook veiligheidsschoenen in bruikleen.
3. Het ter beschikking stellen, onderhouden/wassen van veiligheidsschoenen en bedrijfskleding kan worden geregeld in een bedrijfsreglement.
4. Verplichtingen medewerker
a. De medewerker is verplicht de uitgereikte veiligheidsschoenen en bedrijfskleding tijdens het werk te dragen.
b. De medewerker mag ze niet buiten het werk dragen.
c. De medewerker is verplicht tijdens het werk doelmatig en behoorlijk gekleed te gaan.
Artikel 45 Ongewenste Omgangsvormen
De werkgever zorgt ervoor dat zijn medewerkers zo veel mogelijk worden gevrijwaard van seksuele intimidatie, agressie en geweld, discriminatie en pesten. Het kan gaan om psychisch, fysiek of verbaal lastigvallen, bedreigen of aanvallen. Medewerkers helpen met het voorkomen van deze ongewenste omgangsvormen.
Voor informatie zie: xxx.xxxxxxxxxx.xx en bijlage C.
Hoofdstuk 13 Afspraken tussen cao-partijen
Artikel 46 Verplichtingen cao-partijen
1. Nakoming verplichtingen Cao-partijen zullen:
- alle uit deze overeenkomst voortvloeiende of daarmee samenhangende verplichtingen nakomen en
- gedurende de duur van deze overeenkomst geen staking organiseren of bevorderen en geen actievoeren of steunen die ten doel heeft de cao of de arbeidsvoorwaarden van de medewerker te wijzigen (anders dan door middel van overleg).
2. Bevorderen nakoming cao
De werkgevers- en de werknemersorganisaties verbinden zich nakoming van deze cao door hun leden te bevorderen.
Artikel 47 Vakbondscontributie
1. Fiscaal voordeel
a. De medewerker kan de werkgever vragen de door hem te betalen vakbondscontributie fiscaal voordelig te behandelen. Dat betekent dat de werkgever het onderbrengt in de vrije ruimte volgens de Werkkostenregeling.
b. De werkgever doet dit als er nog ruimte aanwezig is.
2. Werkkostenregeling
a. De werkgever zoekt van januari tot en met maart uit wat de werkkosten zijn en welke medewerkers van deze regeling gebruik willen maken.
b. De medewerker zorgt ervoor dat hij alle informatie, gegevens en documenten vóór 1 november aan de werkgever geeft.
c. Als er genoeg ruimte is in de Werkkostenregeling, dan zal de werkgever in december het bedrag van de vakbondscontributie verrekenen.
Artikel 48 Vakbondswerk
1. Vakbondswerk in de onderneming
a. Als een vakvereniging het vakbondswerk binnen de onderneming wil invoeren, kan zij dit doen na overleg met de werkgever.
b. Vakbondswerk in de onderneming is alleen mogelijk als er in de die onderneming leden van de vakorganisatie werken.
c. Vakbondswerk in de onderneming is: de
- organisatievorm van een erkende vakbond in de onderneming met
- eigen taken en bevoegdheden binnen de vakbond en
- onder verantwoordelijkheid van de vakbond.
2. Doel vakbondswerk
Het doel is de behartiging van de belangen van de leden die werken in de onderneming en het bevorderen van de communicatie binnen de vakbond. Voorwaarde is dat de normale werkzaamheden binnen de onderneming op dezelfde manier door kunnen gaan.
3. Contact
a. De contacten tussen de werkgever en de vakverenigingen verlopen als regel via de vakbondsbestuurders.
b. De vakbondsbestuurder kan samen met een vakbondsafgevaardigde aanwezig zijn. Dit gebeurt in bijzondere gevallen en na overleg met de werkgever.
c. De vakvereniging kan binnen de onderneming een bedrijfsledengroep opzetten en uit het bestuur van deze bedrijfsledengroep één delegatielid aanwijzen.
d. De vakbond doet een schriftelijke mededeling aan de werkgever van:
- de aanwijzing van een delegatielid of
- een wijziging hierin
4. Gelijke behandeling
a. De werkgever benadeelt een (kader)lid van een bedrijfsledengroep niet in zijn positie als medewerker (bijvoorbeeld bij promotie of beloning). Als de werkgever een bestuurslid van een bedrijfsafdeling wil ontslaan, zal hij dezelfde maatstaven aanleggen als bij andere medewerkers.
b. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst met de vakbondsafgevaardigde niet beëindigen, behalve als de beëindiging ook zou plaatsvinden wanneer de medewerker geen vakbondsafgevaardigde zou zijn geweest. Dit geldt ook voor de medewerker die korter dan 2 jaar geleden vakbondsafgevaardigde was.
5. Vergaderingen en overleg ondernemingsraad
a. Het bestuur van de bedrijfsledengroep vergadert in beginsel buiten werktijd. De delegatieleden kunnen buiten werktijd contact hebben met de andere in de onderneming werkzame leden van de vakverenigingen, tenzij met de bedrijfsleiding iets anders is afgesproken.
b. Op initiatief van de ondernemingsraad kan de vakbondsafgevaardigde contact hebben met de ondernemingsraad. Het overleg met de ondernemingsraad is tijdens de vastgestelde uren voor onderling beraad met de ondernemingsraad.
c. De vakbondsafgevaardigde kan contacten hebben met de medewerkers van de vakverenigingen. Dit gebeurt in beginsel buiten werktijd. Bestuursleden die door hun dienstrooster de bestuursvergaderingen niet kunnen bijwonen, kunnen na toestemming van de werkgever van dienst wisselen of vrijaf krijgen met behoud van loon. Zij overleggen hierover ten minste twee dagen van tevoren. In dringende gevallen kan van deze regel worden afgeweken. De werkgever registreert de afwezigheid of de werkonderbreking.
d. De werkgever stelt op verzoek bedrijfsruimte beschikbaar voor de vergaderingen.
6. Faciliteiten
a. De werkgever stelt de publicatieborden beschikbaar voor het aankondigen van bijeenkomsten van de leden van de vakverenigingen. Zij kunnen tegen integrale kostprijs gebruik maken van printers en kopieermachines. Vakbondsleden overleggen hierover vooraf met de werkgever.
b. De werkgever kan de verleende faciliteiten opschorten als de vakbondsafgevaardigde of de vakverenigingen zich niet houden aan de gestelde regels of bestaande afspraken. De werkgever geeft de reden van deze beslissing.
Artikel 49 Inzicht in arbeidsmarkt
1. Cao-partijen vinden de inzichtelijkheid van de arbeidsmarkt en de instroom van nieuwe medewerkers in het bakkersbedrijf van belang. Om die reden maakt de werkgever de relevante vacatures bekend bij het UWV. Als de vacature is ingevuld, meldt de werkgever deze af bij het UWV.
2. Cao-partijen zorgen voor publicitaire activiteiten over het bakkersbedrijf om een positief imago van de sector te houden of verbeteren.
Artikel 50 Vertrouwenspersonen
1. Cao-partijen stellen één of meerdere vertrouwenspersonen voor de bedrijfstak aan. Voor informatie zie: xxx.xxxxxxxxxx.xx en bijlage C.
2. Iedere medewerker of werkgever die te maken heeft met ongewenste omgangsvormen op het werk kan voor advies en hulp contact opnemen met een vertrouwenspersoon. Dit kan anoniem.
Artikel 51 Klachtencommissie
1. Cao-partijen hebben een Klachtencommissie ingesteld.
2. De taak van de Klachtencommissie is om schriftelijke klachten van medewerkers of werkgevers over ongewenste omgangsvormen te behandelen.
3. Voor informatie zie: xxx.xxxxxxxxxx.xx en bijlage C.
Artikel 52 Adviescommissie arbeidsvoorwaarden
1. Er bestaat een Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden. Deze Adviescommissie:
- oordeelt bij geschillen over deze cao
- adviseert over de uitleg en de toepassing van de cao en
- verricht werkzaamheden in opdracht van het georganiseerd overleg in de sector.
2. De Adviescommissie bestaat uit vertegenwoordigers van cao-partijen.
3. Werkgevers, medewerkers en cao-partijen kunnen verzoeken indienen bij de Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden.
4. De regels en procedures die hiervoor gelden staan in de Bijlage G.
Artikel 53 Verplaatst naar algemeen deel
Artikel 54 Protocolafspraak regeling duurzame inzetbaarheid
Cao-partijen onderzoeken gezamenlijk de mogelijke maatregelen die de duurzame inzetbaarheid in de sector structureel kunnen verbeteren. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van de subsidiemogelijkheden op grond van de tijdelijke Maatregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU).
Hoofdstuk 14 Afspraken ambachtelijke bakkerijen
De artikelen in dit hoofdstuk gelden voor de werkgever en medewerker in de ambachtelijke bakkerij.
Artikel 55 Collectieve loonsverhoging
1. Het functie-uurloon van de medewerker wordt verhoogd met de afgesproken collectieve loonsverhoging. Deze verhoging is
- 6% per 1 december 2023 of loonperiode 13 (afhankelijk van de loonbetaling per maand of per 4 weken).
- 5% per 1 juni 2024 of loonperiode 7 2024 (afhankelijk van de loonbetaling per maand of per 4 weken).
- 2,75% per 1 januari 2025 of loonperiode 1 2025 (afhankelijk van de loonbetaling per maand of per 4 weken). Verhogingen die door individuele werkgevers zijn betaald voor 1 december 2023 worden niet verrekend. Per 1 december 2023 wordt de afgesproken 6% betaald. Afwijkende afspraken die vakbonden met werkgevers hebben gemaakt, blijven van toepassing voor zover die beter zijn. Dat geldt ook voor afwijkende afspraken die werknemers met hun werkgever hebben gemaakt.
De jeugdloonschalen worden met dezelfde percentages en op dezelfde datums verhoogd.
2. De BHV-toeslag, bedrijfskledingtoeslag, de koel- en vriescellentoeslag en de ORBA-toeslag worden ook met deze percentages verhoogd.
3. De loonschalen staan in bijlage 3.
Artikel 56 Vervallen
Artikel 57 Toeslag voor het werken op bepaalde uren voor personeel logistiek, productie, technische dienst
Zoals in artikel 20 bepaald geldt er een toeslag voor het werken op bepaalde uren.
1. De medewerker ontvangt een toeslag voor het werken op bepaalde uren. Dit zijn de uren op:
- maandag t/m vrijdag van 00.00 tot 6.00 uur en van 22.00 tot 24.00 uur
- zaterdag van 00.00 tot 6.00 uur en van 12.00 tot 24.00 uur
- zon- en feestdagen
2. In de tabel staat welke toeslag hoort bij welk tijdstip. De toeslag is een percentage van het functie-uurloon.
Let op: Naast de toeslag op feestdagen geldt ook artikel 30.
Toeslagtabel per 1 maart 2023 voor het werken op bepaalde uren voor ambachtelijke bakkerijen met charge- ovens
Personeel logistiek, productie, technische dienst
feestdagen | zondag – art. 13* | maandag | dinsdag | woensdag | donderdag | vrijdag | zaterdag |
24-1 uur | 100% | 50%* |
34% 34% 34% 34% 34% | 34% | ||||
1-2 uur | 100% | 50%* | 34% 34% 34% 34% 34% | 34% | ||||
2-3 uur | 100% | 50%* | 34% 34% 34% 34% 34% | 34% | ||||
3-4 uur | 100% | 50%* | 34% 34% 34% 34% 34% | 34% | ||||
4-5 uur | 100% | 50%* | 34% 34% 34% 34% 34% | 34% | ||||
5-6 uur | 100% | 50%* | 34% 34% 34% 34% 34% | 34% | ||||
6-7 uur | 100% | 50%* |
| |||||
7-8 uur | 100% | 50%* |
| |||||
8-9 uur | 100% | 50%* |
| |||||
9-10 uur | 100% | 50%* |
| |||||
10-11 uur | 100% | 50%* |
| |||||
11-12 uur | 100% | 50%* |
| |||||
12-13 uur | 100% | 50%* | 34% |
13-14 uur | 100% | 50%* |
| 34% | ||
14-15 uur | 100% | 50%* |
| 34% | ||
15-16 uur | 100% | 50%* |
| 34% | ||
16-17 uur | 100% | 50%* |
| 34% | ||
17-18 uur | 100% | 50%* |
| 34% | ||
18-19 uur | 100% | 50%* |
| 100% | ||
19-20 uur | 100% | 50%* |
| 100% | ||
20-21 uur | 100% | 50%* |
| 100% | ||
21-22 uur | 100% | 50%* |
| 100% | ||
22-23 uur | 100% | 50%* | 34% 34% 34% 34% 34% | 100% | ||
23-24 uur | 100% | 50%* | 34% 34% 34% 34% 34% | 100% | ||
Koningsdag | 50% |
|
| |||
5 mei | 50% |
|
| |||
Toeslagtabel per 1 maart 2023 voor het werken op bepaalde uren voor ambachtelijke bakkerijen met continue- ovens (max. 400 KW)
Personeel logistiek, productie, technische dienst
Feestdagen | Zondag* art. 13 | Maandag | Dinsdag | Woensdag | Donderdag | Vrijdag | zaterdag | |
24-1 uur | 100% | 50% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% |
1-2 uur | 100% | 50% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% |
2-3 uur | 100% | 50% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% |
3-4 uur | 100% | 50% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% |
4-5 uur | 100% | 50% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% |
5-6 uur | 100% | 50% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% |
6-7 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
7-8 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
8-9 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
9-10 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
10-11 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
11-12 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
12-13 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
13-14 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
14-15 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
15-16 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
16-17 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
17-18 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 34% |
18-19 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 100% |
19-20 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 100% |
20-21 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 100% |
21-22 uur | 100% | 50% |
|
|
|
|
| 100% |
22-23 uur | 100% | 50% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% | 100% |
23-24 uur | 100% | 50% | 34% | 34% | 34% | 34% | 34% | 100% |
Koningsdag |
| 50% |
|
|
|
|
| |
5 mei lustrum dag |
| 50%
|
|
|
|
|
|
3. In afwijking van de tabel geldt voor de zondagstoeslag het volgende.
a. Hoogte toeslag
De medewerker ontvangt als hij werkt op zondag voor:
- de eerste 4 gewerkte uren een toeslag van 50% van zijn functie-uurloon en
- voor de overige uren op zondag een toeslag van 100% van zijn functie-uurloon.
4. Overgangsbepaling
a. De medewerker die op 28 februari 2023 in dienst was bij een werkgever en voor wie de toeslag om maandag tot en met vrijdag tussen 18.00 en 22.00 uur per 1 maart 2023 is vervallen, heeft recht op een bruto persoonlijke toeslag.
b. Deze persoonlijke toeslag wordt geïndexeerd met de collectieve loonsverhogingen. De toeslag telt mee voor de pensioengrondslag en vakantietoeslag.
c. Deze persoonlijke toeslag wordt naar evenredigheid aangepast als de arbeidsduur of werkrooster vanaf 1 maart 2023 wijzigt ten opzichte van 2022.
5. Overgangsbepaling
- Als de medewerker vóór 1 april 2014 op zondagen werkte, is hij niet verplicht op zondag te werken als op die uren een lagere toeslag dan 100% wordt toegepast.
- Als de medewerker na 1 april 2014 op zondag blijft werken, dan ontvangt hij de eerste 4 uren op zondag een toeslag van 50% van zijn functie-uurloon. De werkgever kan met deze medewerker een hogere toeslag afspreken.
- Als de medewerker
o vóór 1 april 2014 op zondagen werkte
o na 1 april 2014 onafgebroken op zondag is blijven werken
o én daarvoor een 100% toeslag heeft ontvangen
dan geldt dit als een afspraak een hogere toeslag te betalen.
Artikel 58 Toeslag voor het werken op bepaalde uren verkoopmedewerker en bedrijfsfiliaalleider Zoals in artikel 20 bepaald geldt er een toeslag voor het werken op bepaalde uren. De toeslag is een percentage van het functie-uurloon.
1. Maandag tot en met zaterdag na 19.00 uur
De medewerker die een arbeidsduur heeft van 10 uur of meer per week ontvangt over deze uren een toeslag van 35%.
2. Zondagen
a. De medewerker die op zondag werkt ontvangt een toeslag van 50%.
b. Als de medewerker vóór 1 april 2014 op zondagen werkzaam was, is hij niet verplicht op zondag te werken als op die uren een lagere toeslag dan 100% wordt toegepast.
c. Als de medewerker
- vóór 1 april 2014 op zondagen werkte
- na 1 april 2014 onafgebroken op zondag is blijven werken
- én daarvoor een 100% toeslag heeft ontvangen
dan geldt dit als een afspraak een hogere toeslag te betalen.
3. Feestdagen
De medewerker die op feestdagen werkt ontvangt een toeslag van 100%. Voor 5 mei in lustrumjaren geldt een toeslag van 50%.
4. Koningsdag
a. De medewerker die op Koningsdag werkt ontvangt een toeslag van 50%.
b. Als de medewerker vóór 1 januari 2018 op koningsdagen werkte, is hij niet verplicht op Koningsdag te werken als op die uren een lagere toeslag dan 50% wordt toegepast.
c. Als de medewerker na 1 januari 2018 op Koningsdag blijft werken, dan ontvangt hij geen toeslag. De werkgever kan met deze medewerker een toeslag afspreken
d. Als de medewerker:
- vóór 1 januari 2018 op koningsdagen werkte
- na 1 januari 2018 onafgebroken op Koningsdag is blijven werken
- én daarvoor een 50% toeslag heeft ontvangen
dan geldt dit als een afspraak een hogere toeslag te betalen
Artikel 59 Vervallen
Artikel 60 Bedrijfskledingvergoeding
Personeel logistiek, productie, technische dienst
1. Netto vergoeding
Verstrekt de werkgever aan de medewerker geen bedrijfskleding? Dan ontvangt deze medewerker een netto vergoeding.
2. Hoogte vergoeding
bedrijfskledingvergoeding | per week | per 4 weken | per maand |
per 1 december 2023 / loonperiode 13 | € 6,99 | € 27,96 | € 30,29 |
per 1 juni 2024 / loonperiode 7 | € 7,34 | € 29,36 | € 31,81 |
per 1 januari 2025 / loonperiode 1
2025
€ 7,54 € 30,16 € 32,67
3. De vergoeding is afhankelijk van het aantal uren dat hij werkzaam is.
Werkweek
% bedrijfskledingvergoeding
Tot 10 uur geen
10 tot 20 uur 50% vd vergoeding 20 uur of meer 100% vd vergoeding
Artikel 61 Toeslag arbeid in koel- en vriescellen
Personeel logistiek, productie, technische dienst
De medewerker ontvangt een toeslag voor het werken in koel- en vriescellen waarin de temperatuur maximaal 7 graden Celsius is. De toeslag is afhankelijk van het aantal uren dat hij dat doet.
Periode → Werkweek ↓ | Toeslag per week | Toeslag per 4 weken | Toeslag per maand |
tot 10 uren | geen toeslag | geen toeslag | geen toeslag |
10 tot 20 uren | € 7,58 | € 30,32 | € 32,85 |
20 uur of meer | € 15,30 | € 61,20 | € 66,30 |
Koel- en vriescel 2023 | lentoeslag per 1 december 2023/loonp | ||
Periode → Werkweek ↓ | Toeslag per week | Toeslag per 4 weken | Toeslag per maand |
Koel- en vriescellentoeslag per 1 maart 2023/26 maart 2023
eriode 13
tot 10 uren geen toeslag
geen toeslag
geen toeslag
10 tot 20 uren | € 8,03 | € 32,12 | € 34,80 |
20 uur of meer | € 16,22 | € 64,88 | € 70,29 |
Periode → Werkweek ↓ | Toeslag per week | Toeslag per 4 weken | Toeslag per maand |
tot 10 uren | geen toeslag | geen toeslag | geen toeslag |
10 tot 20 uren | € 8,43 | € 33,72 | € 36,53 |
20 uur of meer | € 17,03 | € 68,12 | € 73,80 |
Koel- en vriescel | lentoeslag per 1 januari 2025/loonperi | ||
Periode → Werkweek ↓ | Toeslag per week | Toeslag per 4 weken | Toeslag per maand |
Koel- en vriescellentoeslag per 1 juni 2024/loonperiode 7 2024
ode 1 2025
tot 10 uren geen toeslag
geen toeslag
geen toeslag
10 tot 20 uren | € 8,66 | € 34,64 | € 37,53 |
20 uur of meer | € 17,50 | € 70,00 | € 75,83 |
Artikel 62 Toeslag bezorger
De medewerker met de functie “Bezorger” ontvangt voor uren die hij op zaterdag werkt een toeslag van 15% van zijn
functie-uurloon.
Artikel 63 BHV-toeslag
De medewerker die door de werkgever als bedrijfshulpverlener (BHV-er) is aangesteld ontvangt een BHV-toeslag:
BHV-toeslag | per week | per 4 weken | per maand |
per 1 december 2023 / loonperiode 13 € 4,99 | € 19,96 | € 21,62 |
per 1 juni 2024 / loonperiode 7 2024 € 5,24 | € 20,96 | € 22,71 |
per 1 januari 2025 / loonperiode 1 € 5,38 | € 21,23 | € 23,31 |
2023
2025
Artikel 64 Einde dienstverband in december
In aanvulling op artikel 7 geldt het volgende.
De arbeidsovereenkomst kan niet in december eindigen tenzij dit schriftelijk is overeengekomen.
Artikel 65 Onderzoek vitaliteitsregeling en duurzame inzetbaarheid
Cao-partijen doen een gezamenlijk onderzoek naar verbetering van de effectiviteit van de huidige vitaliteitsregeling voor diverse doelgroepen in de ambachtelijke bakkerij. Werkgever en werknemer kunnen binnen de ambachtelijke bakkerij op basis van wederzijdse vrijwilligheid nadere afspraken maken over Duurzame inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU).
Hoofdstuk 15 Vervallen
Vorenstaande i s overeengekomen tussen:
Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging
w.g. D. Uljee - voorzitter
w.g. M.H.C. Zengerink - directeur
FNV
w.g. T. Elzinga - voorzitter
w.g. R. Vos – bestuurder
CNV Vakmensen
w.g. P.F. Fortuin - voorzitter
w.g. E-J. van de Mheen – bestuurder
Bijlagen bij deel A
CAO Bakkersbedrijf
01-06-2023 t/m 28-02-2025
Inhoudsopgave pagina
Bijlage 1: Functiegroepen
Bijlage 2: Voorbeeld berekening vitaliteitsloon Bijlage 3: Loontabellen ambachtelijke bakkerijen Bijlage 4: Vervallen
Bijlage A: Lijst referentiefuncties bakkersbedrijf
Bijlage B: Functiehandboek
Bijlage C: Ongewenste omgangsvormen
Bijlage D: Verplaatst naar algemeen deel
Bijlage E: Beoordelingsformulier en richtlijnen toepassing periodieken Bijlage F: Aanmeldingsformulier dispensatie t.b.v. toepassing loonschaal 1A Bijlage G: Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden, geschillen cao-contractanten
Namen en adressen organisaties
Bijlage 1 Functiegroepen
Functiegroep algemeen
A.06 | Medewerker facilitaire dienst | loonschaal 2 |
A.04 | Telefonist(e)/receptionist(e) | loonschaal 3 |
A.01 | Medewerker HRM | loonschaal 6 |
A.05 | Secretaresse I | loonschaal 6 |
A.05 | Secretaresse II | loonschaal 7 |
A.05 | Secretaresse III | loonschaal 8 |
A.02 | Personeelsfunctionaris | loonschaal 9 |
A.03 | Manager HR | boven-CAO |
Functiegroep financieel administratief
F.02 | Administratief medewerker I | loonschaal 4 |
F.02 | Administratief medewerker II | loonschaal 5 |
F.03 | Medewerker crediteurenadministratie I | loonschaal 5 |
F.03 | Medewerker crediteurenadministratie II | loonschaal 6 |
F.03 | Medewerker crediteurenadministratie III | loonschaal 7 |
F.04 | Medewerker debiteurenadministratie I | loonschaal 5 |
F.04 | Medewerker debiteurenadministratie II | loonschaal 6 |
F.04 | Medewerker debiteurenadministratie III | loonschaal 7 |
F.05 | Medewerker financiële administratie I | loonschaal 6 |
F.05 | Medewerker financiële administratie II | loonschaal 7 |
F.05 | Medewerker financiële administratie III | loonschaal 8 |
F.07 | Medewerker salarisadministratie | loonschaal 7 |
F.06 | Administrateur I | loonschaal 8 |
F.06 | Administrateur II | loonschaal 9 |
F.06 | Administrateur III | loonschaal 10 |
F.01 | Manager Financiën I | loonschaal 10 |
F.01 | Manager Financiën II | loonschaal 11 |
F.01 | Manager Financiën III | boven-CAO |
Functiegroep ict | ||
I.04 | Helpdeskmedewerker | loonschaal 6 |
I.03 | Systeembeheerder I | loonschaal 8 |
I.03 | Systeembeheerder II | loonschaal 9 |
I.03 | Systeembeheerder III | loonschaal 10 |
I.02 | Applicatiebeheerder/analist | loonschaal 9 |
I.01 | Manager ICT | boven-CAO |
Functiegroep kwaliteit & productontwikkeling
K.03 Kwaliteitsanalist loonschaal 7
K.02 Productontwikkelaar loonschaal 10
K.04 KAM specialist loonschaal 10
K.01 Hoofd kwaliteit en productontwikkeling boven-CAO
Functiegroep logistiek
L.06 | Verdeler I | loonschaal 2 |
L.06 | Verdeler II | loonschaal 3 |
L.02 | Magazijnmedewerker I | loonschaal 2 |
L.02 | Magazijnmedewerker II | loonschaal 3 |
L.02 | Magazijnmedewerker III | loonschaal 4 |
L.01 | Chauffeur I | loonschaal 3 |
L.01 | Chauffeur II | loonschaal 4 |
L.03 | Chef magazijn I | loonschaal 4 |
L.03 | Chef magazijn II | loonschaal 5 |
L.03 | Chef magazijn III | loonschaal 6 |
L.05 | Medewerker bedrijfsbureau I | loonschaal 6 |
L.05 | Medewerker bedrijfsbureau II | loonschaal 7 |
L.05 | Medewerker bedrijfsbureau III | loonschaal 8 |
L.04 | Inkoper | loonschaal 10 |
Functiegroep productie | ||
P.09 | Algemeen medewerker productie/inpak | Loonschaal 1A1 |
P.02 | Assistent ambachtelijke bakkerij I | loonschaal 1 |
P.02 | Assistent ambachtelijke bakkerij II | loonschaal 2 |
P.07 | Productiemedewerker I | loonschaal 1 |
P.07 | Productiemedewerker II | loonschaal 2 |
P.05 | Operator inpak I | loonschaal 2 |
P.05 | Operator inpak II | loonschaal 3 |
P.05 | Operator inpak III | loonschaal 4 |
P.01 | Broodbakker I | loonschaal 3 |
P.01 | Broodbakker II | loonschaal 4 |
P.01 | Broodbakker III | loonschaal 5 |
P.03 | Banketbakker I | loonschaal 3 |
P.03 | Banketbakker II | loonschaal 4 |
P.03 | Banketbakker III | loonschaal 5 |
P.06 | Operator productie I | loonschaal 3 |
P.06 | Operator productie II | loonschaal 4 |
P.06 | Operator productie III | loonschaal 5 |
P.04 | Teamleider productie/inpak I | loonschaal 6 |
P.04 | Teamleider productie/inpak II | loonschaal 7 |
P.04 | Teamleider productie/inpak III | loonschaal 8 |
P.08 | Manager productie I | loonschaal 9 |
P.08 | Manager productie II | loonschaal 10 |
P.08 | Manager productie III | loonschaal 11 |
Het Aanvraagformulier dispensatieloonschaal 1A en de referentiefunctie Algemeen medewerker productie/inpak (P.09) staat in Bijlage F. U kunt uw dispensatieverzoek (aanvraagformulier) richten aan:
Cao-partijen
E-mail: info@sociaalfondsbakkersbedrijf.nl
Functiegroep technische dienst
T.02 | Medewerker TD I | loonschaal 6 |
T.02 | Medewerker TD II | loonschaal 7 |
T.02 | Medewerker TD III | loonschaal 8 |
T.01 | Hoofd TD I | loonschaal 8 |
T.01 | Hoofd TD II | loonschaal 9 |
T.01 | Hoofd TD III | loonschaal 10 |
Functiegroep commercie | ||
C.01 | Verkoopmedewerker I | loonschaal 2 |
C.01 | Verkoopmedewerker II | loonschaal 3 |
C.01 | Verkoopmedewerker III | loonschaal 4 |
C.08 | Bezorger | loonschaal 3 |
C.07 | Medewerker verkoop binnendienst | loonschaal 4 |
C.02 | Bedrijfs-/filiaalleider I | loonschaal 5 |
C.02 | Bedrijfs-/filiaalleider II | loonschaal 6 |
C.02 | Bedrijfs-/filiaalleider III | loonschaal 7 |
C.04 | Winkel accountmanager | loonschaal 8 |
C.03 | Regiomanager | loonschaal 10 |
C.05 | Key accountmanager | loonschaal 10 |
C.06 | Formule specialist | loonschaal 10 |
Voor toepassing van loonschaal 1A vraagt werkgever vooraf toestemming (dispensatie) aan cao-partijen
Bijlage 2 Voorbeeld berekening vitaliteitsloon
Voorbeeld berekening vitaliteitsloon
Werknemer is 60 jaar en fulltime broodbakker. Werknemer heeft een functieloon van €
16,02 (referentiefunctie broodbakker II, salarisschaal 4, 11 functiejaren). Werknemer
werkt 15 nachturen per week, heeft een persoonlijke toeslag van € 100,- bruto per
maand en een toeslag bedrijfshulpverlening van € 19,07 bruto per maand.
Huidig functieloon: € 16,02 x 38 uur x 13 weken : 3 maanden = € 2.637,96 bruto per
maand
Brutotoeslagen:
Toeslag onregelmatige uren: 65 nachturen (15 nachturen x 13 weken: 3 maanden) x 34% x
€ 16,02 =
€ 354,04 bruto per maand
Toeslag persoonlijk: € 100,- bruto per maand
Toeslag bedrijfshulpverlening: € 19,07 bruto per maand
Bruto loon: € 3.111,07 bruto per maand.
Aanpassing 1: arbeidsduur en arbeidsrooster:
30,4 uur per week
12 nachturen per week
Nieuw functieloon: € 16,02 x 30,4 x 13 weken : 3 maanden = € 2.110,37 bruto per maand
Brutotoeslagen: 52 nachturen (12 nachturen x 13 weken: 3 maanden) x 34% x € 16,02 =
€ 283,23 bruto per maand
Toeslag persoonlijk: € 80,- bruto per maand
Toeslag bedrijfshulpverlening: € 19,07 bruto per maand Nieuw bruto loon: € 2.492,67 (80,12% van € 3.111,07)
Vitaliteitsloon: 1,125 x € 2.492,67 = € 2.804,25 (90,14% van € 3.111,07)
Aanpassing 2: arbeidsduur en arbeidsrooster:
30,4 uur per week
5 nachturen per week
Nieuw functieloon: € 16,02 x 30,4 x 13 weken : 3 maanden = € 2.110,37 bruto per maand
Brutotoeslagen: 21,7 nachturen (5 nachturen x 13 weken: 3 maanden) x 34% x € 16,02 =
€ 118,20 bruto per maand
Toeslag persoonlijk: € 100,- bruto per maand
N.B.: Voorbeeld waarin werkgever en werknemer hebben afgesproken dat de persoonlijke toeslag wordt verstrekt ongeacht de omvang van de arbeidsduur Toeslag bedrijfshulpverlening: € 19,07 bruto per maand
Nieuw bruto loon: € 2.347,64 (75,50% van € 3.111,07)
Vitaliteitsloon: 1,125 x € 2.347,64 = € 2.641,09 (85% van € 3.111,07)
Aanpassing 3: arbeidsduur en arbeidsrooster:
30,4 uur per week
19 nachturen per week
Nieuw functieloon: € 16,02 x 30,4 x 13 weken : 3 maanden = € 2.110,37 bruto per maand
Brutotoeslagen: 82,3 nachturen (19 nachturen x 13 weken: 3 maanden) x 34% x € 16,02 =
€ 448,27 bruto per maand
Toeslag persoonlijk: € 80,- bruto per maand
Toeslag bedrijfshulpverlening: € 19,07 bruto per maand Nieuw bruto loon: € 2.657,71 (85,43% van € 3.111,07)
Vitaliteitsloon: 1,125 x € 2.657,71 = € 2.989,92 (96,1% van € 3.111,07)
Bijlage 3 Loontabellen ambachtelijke bakkerijen
De functie-uurloontabel per 1 maart 2023 / 26 maart 2023 die geldt voor de functiegroepen:
Algemeen, financieel, administratief, ICT, kwaliteit & productontwikkeling, logistiek, productie en technische dienst
Loonschalen per 1 maart 2023 / 26 maart 2023 – inclusief 3,55%
leeftijd | schaal | ||||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | |
16 | 5,48 | 6,29 | |||||||||
17 | 6,30 | 7,24 | 7,36 | 7,48 | 7,65 | ||||||
18 | 7,24 | 8,32 | 8,46 | 8,59 | 8,79 | ||||||
19 | 8,40 | 9,65 | 9,81 | 9,97 | 10,20 | ||||||
20 | 9,82 | 11,28 | 11,47 | 11,66 | 11,92 | ||||||
Functie trede | |||||||||||
1 | 11,59 | 13,32 | 13,54 | 13,76 | 14,07 | 14,37 | 14,57 | 14,97 | 15,38 | 15,89 | 16,54 |
2 | 12,38 | 13,58 | 13,84 | 14,11 | 14,45 | 14,82 | 15,12 | 15,52 | 16,05 | 16,68 | 17,43 |
3 | 12,77 | 13,84 | 14,17 | 14,42 | 14,82 | 15,27 | 15,62 | 16,12 | 16,71 | 17,48 | 18,35 |
4 | 13,14 | 14,13 | 14,45 | 14,78 | 15,21 | 15,74 | 16,13 | 16,70 | 17,38 | 18,29 | 19,24 |
5 | 13,51 | 14,37 | 14,76 | 15,14 | 15,57 | 16,17 | 16,65 | 17,29 | 18,07 | 19,07 | 20,13 |
6 | 13,88 | 14,64 | 15,07 | 15,45 | 15,96 | 16,62 | 17,18 | 17,86 | 18,72 | 19,87 | 21,04 |
7 | 14,26 | 14,91 | 15,35 | 15,82 | 16,34 | 17,08 | 17,70 | 18,44 | 19,38 | 20,70 | 21,93 |
8 | 14,63 | 15,19 | 15,69 | 16,13 | 16,70 | 17,51 | 18,24 | 19,01 | 20,05 | 21,48 | 22,84 |
9 | 15,01 | 15,43 | 15,97 | 16,47 | 17,09 | 17,97 | 18,75 | 19,62 | 20,73 | 22,27 | 23,70 |
10 | 15,38 | 15,73 | 16,28 | 16,80 | 17,46 | 18,41 | 19,26 | 20,19 | 21,38 | 23,08 | 24,61 |
11 | 17,16 | 17,82 | 18,87 | 19,78 | 20,78 | 22,05 | 23,88 | 25,50 | |||
12 | 18,22 | 19,30 | 20,32 | 21,36 | 22,73 | 24,67 | 26,42 | ||||
13 | 20,82 | 21,94 | 23,39 | 25,47 | 27,31 | ||||||
14 | 22,52 | 24,05 | 26,26 | 28,20 | |||||||
15 | 24,71 | 27,09 | 29,11 | ||||||||
16 | 30,01 |
Vanaf 1 juni 2022 / 19 juni 2022 wordt de medewerker bij indiensttreding op de eerste trede ingeschaald.
Ingeval een functie-uurloon lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)loon is het wettelijk minimum(jeugd)loon van toepassing. Het wettelijk minimumloon is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon
De functie-uurloontabel per 1 maart 2023 / 26 maart 2023 die geldt voor de functiegroep:
Commercie
Loonschalen per 1 maart 2023 / 26 maart 2023 – inclusief 3,55%
leeftijd | Schaal | |||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | |
16 | 4,14 | 5,17 | ||||||||
17 | 4,72 | 5,92 | 6,25 | 6,81 | 7,59 | |||||
18 | 5,45 | 6,79 | 7,16 | 7,80 | 8,70 | |||||
19 | 6,40* | 7,83 | 8,26 | 9,00 | 10,04 | |||||
20 | 8,54* | 9,18 | 9,68 | 10,55 | 11,77 | |||||
Functie trede | ||||||||||
1 | 10,80 | 11,39 | 12,42 | 13,84 | 14,16 | 14,45 | 14,66 | 15,04 | 15,52 | |
2 | 11,10 | 11,73 | 12,71 | 14,17 | 14,40 | 14,82 | 15,16 | 15,58 | 16,18 | |
3 | 11,38 | 12,06 | 12,97 | 14,41 | 14,71 | 15,20 | 15,62 | 16,16 | 16,83 | |
4 | 11,68 | 12,42 | 13,26 | 14,72 | 15,01 | 15,54 | 16,10 | 16,72 | 17,47 | |
5 | 11,97 | 12,78 | 13,54 | 15,03 | 15,29 | 15,94 | 16,57 | 17,29 | 18,14 | |
6 | 12,27 | 13,11 | 13,82 | 15,30 | 15,58 | 16,31 | 17,04 | 17,83 | 18,77 | |
7 | 12,54 | 13,45 | 14,13 | 15,59 | 15,91 | 16,67 | 17,52 | 18,41 | 19,44 | |
8 | 16,18 | 17,02 | 18,02 | 18,96 | 20,06 | |||||
9 | 17,39 | 18,49 | 19,55 | 20,73 | ||||||
10 | 18,95 | 20,08 | 21,36 | |||||||
11 | 20,68 | 22,01 | ||||||||
12 | 22,68 |
Vanaf 1 juni 2022 / 19 juni 2022 wordt de medewerker bij indiensttreding op de eerste trede ingeschaald.
* De functie-uurlonen zijn aangepast aan het wettelijk minimumloon per 1 juli 2022.
De functie-uurlonen waarop de collectieve loonsverhogingen worden toegepast zijn € 6,30 (19 jaar), € 7,35 (20 jaar)
Ingeval een functie-uurloon lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)loon is het wettelijk minimum(jeugd)loon van toepassing. Het wettelijk minimumloon is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon
De functie-uurloontabel per 1 december 2023 / loonperiode 13 2023 die geldt voor de functiegroepen: Algemeen, financieel, administratief, ICT, kwaliteit & productontwikkeling, logistiek, productie en technische dienst
Loonschalen per 1 december 2023 / loonperiode 13 2023 – inclusief 6%
SALARISSCHALEN PER 1 december 2023 / ambachtelijke bakkerij algemeen loonperiode 13 leeftijd schaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 | |||||||||||
16 | 5,81 | 6,67 | |||||||||
17 | 6,68 | 7,67 | 7,80 | 7,93 | 8,11 | ||||||
18 | 7,67 | 8,82 | 8,97 | 9,11 | 9,32 | ||||||
19 | 8,90 | 10,23 | 10,40 | 10,57 | 10,81 | ||||||
20 | 10,41 | 11,96 | 12,16 | 12,36 | 12,64 | ||||||
Functie trede | |||||||||||
1 | 12,29 | 14,12 | 14,35 | 14,59 | 14,91 | 15,23 | 15,44 | 15,87 | 16,30 | 16,84 | 17,53 |
2 | 13,12 | 14,39 | 14,67 | 14,96 | 15,32 | 15,71 | 16,03 | 16,45 | 17,01 | 17,68 | 18,48 |
3 | 13,54 | 14,67 | 15,02 | 15,29 | 15,71 | 16,19 | 16,56 | 17,09 | 17,71 | 18,53 | 19,45 |
4 | 13,93 | 14,98 | 15,32 | 15,67 | 16,12 | 16,68 | 17,10 | 17,70 | 18,42 | 19,39 | 20,39 |
5 | 14,32 | 15,23 | 15,65 | 16,05 | 16,50 | 17,14 | 17,65 | 18,33 | 19,15 | 20,21 | 21,34 |
6 | 14,71 | 15,52 | 15,97 | 16,38 | 16,92 | 17,62 | 18,21 | 18,93 | 19,84 | 21,06 | 22,30 |
7 | 15,12 | 15,80 | 16,27 | 16,77 | 17,32 | 18,10 | 18,76 | 19,55 | 20,54 | 21,94 | 23,25 |
8 | 15,51 | 16,10 | 16,63 | 17,10 | 17,70 | 18,56 | 19,33 | 20,15 | 21,25 | 22,77 | 24,21 |
9 | 15,91 | 16,36 | 16,93 | 17,46 | 18,12 | 19,05 | 19,88 | 20,80 | 21,97 | 23,61 | 25,12 |
10 | 16,30 | 16,67 | 17,26 | 17,81 | 18,51 | 19,51 | 20,42 | 21,40 | 22,66 | 24,46 | 26,09 |
11 | 18,19 | 18,89 | 20,00 | 20,97 | 22,03 | 23,37 | 25,31 | 27,03 | |||
12 | 19,31 | 20,46 | 21,54 | 22,64 | 24,09 | 26,15 | 28,01 | ||||
13 | 22,07 | 23,26 | 24,79 | 27,00 | 28,95 | ||||||
14 | 23,87 | 25,49 | 27,84 | 29,89 | |||||||
15 | 26,19 | 28,72 | 30,86 | ||||||||
16 | 31,81 |
De functie-uurloontabel per 1 december 2023 / loonperiode 13 2023 die geldt voor de functiegroep:
Commercie
Loonschalen per 1 december 2023 / loonperiode 13 2023 – inclusief 6%
6% SALARISSCHALEN PER 1 december 2023 /ambachtelijke bakkerij commercie - loonperiode 13 leeftijd Schaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 | ||||||||||
16 | 4,39 | 5,48 | ||||||||
17 | 5,00 | 6,28 | 6,63 | 7,22 | 8,05 | |||||
18 | 6,06* | 7,20 | 7,59 | 8,27 | 9,22 | |||||
19 | 7,27* | 8,30 | 8,76 | 9,54 | 10,64 | |||||
20 | 9,70* | 9,73 | 10,26 | 11,18 | 12,48 | |||||
Functie trede | ||||||||||
1 | 12,12* | 12,12* | 13,17 | 14,67 | 15,01 | 15,32 | 15,54 | 15,94 | 16,45 | |
2 | 12,12* | 12,43 | 13,47 | 15,02 | 15,26 | 15,71 | 16,07 | 16,51 | 17,15 | |
3 | 12,12* | 12,78 | 13,75 | 15,27 | 15,59 | 16,11 | 16,56 | 17,13 | 17,84 | |
4 | 12,38 | 13,17 | 14,06 | 15,60 | 15,91 | 16,47 | 17,07 | 17,72 | 18,52 | |
5 | 12,69 | 13,55 | 14,35 | 15,93 | 16,21 | 16,90 | 17,56 | 18,33 | 19,23 | |
6 | 13,01 | 13,90 | 14,65 | 16,22 | 16,51 | 17,29 | 18,06 | 18,90 | 19,90 | |
7 | 13,29 | 14,26 | 14,98 | 16,53 | 16,86 | 17,67 | 18,57 | 19,51 | 20,61 | |
8 | 17,15 | 18,04 | 19,10 | 20,10 | 21,26 | |||||
9 | 18,43 | 19,60 | 20,72 | 21,97 | ||||||
10 | 20,09 | 21,28 | 22,64 | |||||||
11 | 21,92 | 23,33 | ||||||||
12 | 24,04 |
* De functie-uurlonen zijn aangepast aan het wettelijk minimumloon per 1 juli 2023.
De functie-uurlonen waarop de collectieve loonsverhogingen worden toegepast zijn € 5,78 (18 jaar), € 6,68 (19 jaar), € 7,79 (20 jaar),
€ 11,45 (schaal 2 functietrede 1), € 11,77 (schaal 2 functietrede 2), € 12,38 (schaal 2 functietrede 3)
Ingeval een functie-uurloon lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)uurloon is het wettelijk minimum(jeugd)uurloon van toepassing. Het wettelijk minimumloon is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon
De functie-uurloontabel per 1 januari 2024 / loonperiode 13 2023 die geldt voor de functiegroepen: Algemeen, financieel, administratief, ICT, kwaliteit & productontwikkeling, logistiek, productie en technische dienst
Loonschalen per 1 januari 2024 / loonperiode 13 2023
Ambacht SALARISSCHALEN PER 1 januari 2024 / Algemeen 31 december 2023 bij 4-wekelijkse betaling | |||||||||||
Leeftijd | Schaal 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 |
16 | 5,81 | 6,67 | |||||||||
17 | 6,68 | 7,67 | 7,80 | 7,93 | 8,11 | ||||||
18 | 7,67 | 8,82 | 8,97 | 9,11 | 9,32 | ||||||
19 | 8,90 | 10,23 | 10,40 | 10,57 | 10,81 | ||||||
20 | 10,62 | 11,96 | 12,16 | 12,36 | 12,64 | ||||||
Functie trede | |||||||||||
1 | |||||||||||
2 | 13,27 | 14,39 | 14,67 | 14,96 | 15,32 | 15,71 | 16,03 | 16,45 | 17,01 | 17,68 | 18,48 |
3 | 13,54 | 14,67 | 15,02 | 15,29 | 15,71 | 16,19 | 16,56 | 17,09 | 17,71 | 18,53 | 19,45 |
4 | 13,93 | 14,98 | 15,32 | 15,67 | 16,12 | 16,68 | 17,10 | 17,70 | 18,42 | 19,39 | 20,39 |
5 | 14,32 | 15,23 | 15,65 | 16,05 | 16,50 | 17,14 | 17,65 | 18,33 | 19,15 | 20,21 | 21,34 |
6 | 14,71 | 15,52 | 15,97 | 16,38 | 16,92 | 17,62 | 18,21 | 18,93 | 19,84 | 21,06 | 22,30 |
7 | 15,12 | 15,80 | 16,27 | 16,77 | 17,32 | 18,10 | 18,76 | 19,55 | 20,54 | 21,94 | 23,25 |
8 | 15,51 | 16,10 | 16,63 | 17,10 | 17,70 | 18,56 | 19,33 | 20,15 | 21,25 | 22,77 | 24,21 |
9 | 15,91 | 16,36 | 16,93 | 17,46 | 18,12 | 19,05 | 19,88 | 20,80 | 21,97 | 23,61 | 25,12 |
10 | 16,30 | 16,67 | 17,26 | 17,81 | 18,51 | 19,51 | 20,42 | 21,40 | 22,66 | 24,46 | 26,09 |
11 | 18,19 | 18,89 | 20,00 | 20,97 | 22,03 | 23,37 | 25,31 | 27,03 | |||
12 | 19,31 | 20,46 | 21,54 | 22,64 | 24,09 | 26,15 | 28,01 | ||||
13 | 22,07 | 23,26 | 24,79 | 27,00 | 28,95 | ||||||
14 | 23,87 | 25,49 | 27,84 | 29,89 | |||||||
15 | 26,19 | 28,72 | 30,86 | ||||||||
16 | 31,81 |
Vanaf 1 januari 2024 / loonperiode 13 2023 wordt de medewerker bij indiensttreding op de tweede trede ingeschaald.
*De functie-uurlonen zijn aangepast aan het wettelijk minimumloon per 1 januari 2024.
De functie-uurlonen waarop de collectieve loonsverhogingen worden toegepast zijn € 10,41 (20 jaar), € 13,12 (schaal 1 functietrede 2)
De Cao Bakkersbedrijf werkt met uurlonen. Volgens deze werkwijze is het (functie)uurloon de basis van de salarisberekening. Onafhankelijk van het arbeidspatroon van de medewerker, is de werkgever vanaf 1 januari 2024 verplicht om medewerkers voor ieder gewerkt uur minimaal het wettelijk minimumuurloon te betalen. Indien van toepassing wordt aan het einde van het jaar of bij eerdere uitdiensttreding afgerekend.
Ingeval een functie-uurloon lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)loon is het wettelijk minimum(jeugd)loon van toepassing. Het wettelijk minimumloon is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon
De functie-uurloontabel per 1 januari 2024 / loonperiode 13 2023 die geldt voor de functiegroep Commercie
Loonschalen per 1 januari 2024 / loonperiode 13 2023
Ambacht SALARISSCHALEN PER 1 januari 2024 / Commercie 31 december 2023 bij 4-wekelijkse uitbetaling Leeftijd Schaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 | ||||||||||
16 | 4,58 | 5,48 | ||||||||
17 | 5,24 | 6,28 | 6,63 | 7,22 | 8,05 | |||||
18 | 6,64 | 7,20 | 7,59 | 8,27 | 9,22 | |||||
19 | 7,96 | 8,30 | 8,76 | 9,54 | 10,64 | |||||
20 | 10,62 | 10,62 | 10,62 | 11,18 | 12,48 | |||||
Functie trede | ||||||||||
1 | ||||||||||
2 | 13,27 | 13,27 | 13,47 | 15,02 | 15,26 | 15,71 | 16,07 | 16,51 | 17,15 | |
3 | 13,27 | 13,27 | 13,75 | 15,27 | 15,59 | 16,11 | 16,56 | 17,13 | 17,84 | |
4 | 13,27 | 13,27 | 14,06 | 15,60 | 15,91 | 16,47 | 17,07 | 17,72 | 18,52 | |
5 | 13,27 | 13,55 | 14,35 | 15,93 | 16,21 | 16,90 | 17,56 | 18,33 | 19,23 | |
6 | 13,27 | 13,90 | 14,65 | 16,22 | 16,51 | 17,29 | 18,06 | 18,90 | 19,90 | |
7 | 13,29 | 14,26 | 14,98 | 16,53 | 16,86 | 17,67 | 18,57 | 19,51 | 20,61 | |
8 | 17,15 | 18,04 | 19,10 | 20,10 | 21,26 | |||||
9 | 18,43 | 19,60 | 20,72 | 21,97 | ||||||
10 | 20,09 | 21,28 | 22,64 | |||||||
11 | 21,92 | 23,33 | ||||||||
12 | 24,04 |
Vanaf 1 januari 2024 / loonperiode 13 2023 wordt de medewerker bij indiensttreding op de tweede trede ingeschaald. Trede 1 komt per 1 januari 2024 te vervallen.
*De functie-uurlonen zijn aangepast aan het wettelijk minimumloon per 1 januari 2024.
De functie-uurlonen waarop de collectieve loonsverhogingen worden toegepast zijn € 4,39 (16 jaar), € 5,00 (17 jaar), € 5,78 (18 jaar), € 6,68
(19 jaar), € 7,79 (20 jaar), € 11,77 (schaal 2 functietrede 2), € 12,06 (schaal 2 functietrede 3), € 12,38 (schaal 2 functietrede 4), € 12,69
(schaal 2 functietrede 5), € 13,01 (schaal 2 functietrede 6), €12,43 (schaal 3 functietrede 2), € 12,78 (schaal 3 functierede 3), € 13,17 (schaal
3 functierede 4).
De Cao Bakkersbedrijf werkt met uurlonen. Volgens deze werkwijze is het (functie)uurloon de basis van de salarisberekening. Onafhankelijk van het arbeidspatroon van de medewerker, is de werkgever vanaf 1 januari 2024 verplicht om medewerkers voor ieder gewerkt uur minimaal het wettelijk minimumuurloon te betalen. Indien van toepassing wordt aan het einde van het jaar of bij eerdere uitdiensttreding afgerekend.
Ingeval een functie-uurloon lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)uurloon is het wettelijk minimum(jeugd)uurloon van toepassing. Het wettelijk minimumloon is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon
De functie-uurloontabel per 1 juni 2024 / loonperiode 7 2024 die geldt voor de functiegroepen:
Algemeen, financieel, administratief, ICT, kwaliteit & productontwikkeling, logistiek, productie en technische dienst
Loonschalen per 1 juni 2024 / loonperiode 7 2024 – inclusief 5%
leeftijd | schaal | ||||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | |
16 | 6,10 | 7,00 | |||||||||
17 | 7,01 | 8,05 | 8,19 | 8,33 | 8,52 | ||||||
18 | 8,05 | 9,26 | 9,42 | 9,57 | 9,79 | ||||||
19 | 9,35 | 10,74 | 10,92 | 11,10 | 11,35 | ||||||
20 | 10,93 10,94** | 12,56 | 12,77 | 12,98 | 13,27 | ||||||
Functie trede | |||||||||||
1 | |||||||||||
2 | 13,78 | 15,11 | 15,40 | 15,71 | 16,09 | 16,50 | 16,83 | 17,27 | 17,86 | 18,56 | 19,40 |
3 | 14,22 | 15,40 | 15,77 | 16,05 | 16,50 | 17,00 | 17,39 | 17,94 | 18,60 | 19,46 | 20,42 |
4 | 14,63 | 15,73 | 16,09 | 16,45 | 16,93 | 17,51 | 17,96 | 18,59 | 19,34 | 20,36 | 21,41 |
5 | 15,04 | 15,99 | 16,43 | 16,85 | 17,33 | 18,00 | 18,53 | 19,25 | 20,11 | 21,22 | 22,41 |
6 | 15,45 | 16,30 | 16,77 | 17,20 | 17,77 | 18,50 | 19,12 | 19,88 | 20,83 | 22,11 | 23,42 |
7 | 15,88 | 16,59 | 17,08 | 17,61 | 18,19 | 19,01 | 19,70 | 20,53 | 21,57 | 23,04 | 24,41 |
8 | 16,29 | 16,91 | 17,46 | 17,96 | 18,59 | 19,49 | 20,30 | 21,16 | 22,31 | 23,91 | 25,42 |
9 | 16,71 | 17,18 | 17,78 | 18,33 | 19,03 | 20,00 | 20,87 | 21,84 | 23,07 | 24,79 | 26,38 |
10 | 17,12 | 17,50 | 18,12 | 18,70 | 19,44 | 20,49 | 21,44 | 22,47 | 23,79 | 25,68 | 27,39 |
11 | 19,10 | 19,83 | 21,00 | 22,02 | 23,13 | 24,54 | 26,58 | 28,38 | |||
12 | 20,28 | 21,48 | 22,62 | 23,77 | 25,29 | 27,46 | 29,41 | ||||
13 | 23,17 | 24,42 | 26,03 | 28,35 | 30,40 | ||||||
14 | 25,06 | 26,76 | 29,23 | 31,38 | |||||||
15 | 27,50 | 30,16 | 32,40 | ||||||||
16 | 33,40 |
De Cao Bakkersbedrijf werkt met uurlonen. Volgens deze werkwijze is het (functie)uurloon de basis van de salarisberekening. Onafhankelijk van het arbeidspatroon van de medewerker, is de werkgever vanaf 1 januari 2024 verplicht om medewerkers voor ieder gewerkt uur minimaal het wettelijk minimumuurloon te betalen. Indien van toepassing wordt aan het einde van het jaar of bij eerdere uitdiensttreding afgerekend.
De Cao Bakkersbedrijf werkt met uurlonen. Volgens deze werkwijze is het (functie)uurloon de basis van de salarisberekening. Onafhankelijk van het arbeidspatroon van de medewerker, is de werkgever vanaf 1 januari 2024 verplicht om medewerkers voor ieder gewerkt uur minimaal het wettelijk minimumuurloon te betalen. Indien van toepassing wordt aan het einde van het jaar of bij eerdere uitdiensttreding afgerekend.
Ingeval een functie-uurloon lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)uurloon is het wettelijk minimum(jeugd)uurloon van toepassing. Het wettelijk minimumloon is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon
** Betreft het wettelijk minimumuurloon per 1 juli 2024
De functie-uurloontabel per 1 juni 2024 / loonperiode 7 2024 die geldt voor de functiegroep:
Commercie
Loonschalen per 1 juni 2024 / loonperiode 7 2024 – inclusief 5%
leeftijd | Schaal | |||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | |
16 | 4,61 4,72** | 5,75 | ||||||||
17 | 5,25 5,40** | 6,59 | 6,96 | 7,58 | 8,45 | |||||
18 | 6,64* 6,68** | 7,56 | 7,97 | 8,68 | 9,68 | |||||
19 | 7,96* 8,21** | 8,72 | 9,20 | 10,02 | 11,17 | |||||
20 | 10,62* 10,94** | 10,62* 10,94** | 10,77 10,94** | 11,74 | 13,10 | |||||
Functie trede | ||||||||||
1 | ||||||||||
2 | 13,27* 13,68** | 13,27* 13,68** | 14,14 | 15,77 | 16,02 | 16,50 | 16,87 | 17,34 | 18,01 | |
3 | 13,27* 13,68** | 13,42 13,68** | 14,44 | 16,03 | 16,37 | 16,92 | 17,39 | 17,99 | 18,73 | |
4 | 13,27* 13,68** | 13,83 | 14,76 | 16,38 | 16,71 | 17,29 | 17,92 | 18,61 | 19,45 | |
5 | 13,32 13,68** | 14,23 | 15,07 | 16,73 | 17,02 | 17,75 | 18,44 | 19,25 | 20,19 | |
6 | 13,66 13,68** | 14,60 | 15,38 | 17,03 | 17,34 | 18,15 | 18,96 | 19,85 | 20,90 | |
7 | 13,95 | 14,97 | 15,73 | 17,36 | 17,70 | 18,55 | 19,50 | 20,49 | 21,64 | |
8 | 18,01 | 18,94 | 20,06 | 21,11 | 22,32 | |||||
9 | 19,35 | 20,58 | 21,76 | 23,07 | ||||||
10 | 21,09 | 22,34 | 23,77 | |||||||
11 | 23,02 | 24,50 | ||||||||
12 | 25,24 |
*De functie-uurlonen zijn aangepast aan het wettelijk minimumloon per 1 januari 2024.
** De functie-uurlonen zijn aangepast aan het wettelijk minimumloon per 1 juli 2024
De functie-uurlonen waarop de collectieve loonsverhogingen worden toegepast zijn € 6,07 (18 jaar), € 7,01 (19 jaar), € 8,18 (20 jaar in schaal 1), € 10,22 (20 jaar in schaal 2), € 12,36 (schaal 2 functietrede 2), € 12,66 (schaal 2 functietrede 3), € 13,00 (schaal 2 functietrede 4,
€13,05 (schaal 3 functietrede 2).
De Cao Bakkersbedrijf werkt met uurlonen. Volgens deze werkwijze is het (functie)uurloon de basis van de salarisberekening. Onafhankelijk van het arbeidspatroon van de medewerker, is de werkgever vanaf 1 januari 2024 verplicht om medewerkers voor ieder gewerkt uur minimaal het wettelijk minimumuurloon te betalen. Indien van toepassing wordt aan het einde van het jaar of bij eerdere uitdiensttreding afgerekend.
Ingeval een functie-uurloon lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)uurloon is het wettelijk minimum(jeugd)uurloon van toepassing. Het wettelijk minimumloon is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon
De functie-uurloontabel per 1 januari 2025 / loonperiode 1 2025 die geldt voor de functiegroepen: Algemeen, financieel, administratief, ICT, kwaliteit & productontwikkeling, logistiek, productie en technische dienst
Loonschalen per 1 januari 2025 / loonperiode 1 2025 – inclusief 2,75%
leeftijd | schaal | ||||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | |
16 | 6,27 | 7,19 | |||||||||
17 | 7,20 | 8,27 | 8,42 | 8,56 | 8,75 | ||||||
18 | 8,27 | 9,51 | 9,68 | 9,83 | 10,06 | ||||||
19 | 9,61 | 11,04 | 11,22 | 11,41 | 11,66 | ||||||
20 | 11,23 | 12,91 | 13,12 | 13,34 | 13,63 | ||||||
Functie trede | |||||||||||
1 | |||||||||||
2 | |||||||||||
3 | 14,61 | 15,82 | 16,20 | 16,49 | 16,95 | 17,47 | 17,87 | 18,43 | 19,11 | 20,00 | 20,98 |
4 | 15,03 | 16,16 | 16,53 | 16,90 | 17,40 | 17,99 | 18,45 | 19,10 | 19,87 | 20,92 | 22,00 |
5 | 15,45 | 16,43 | 16,88 | 17,31 | 17,81 | 18,50 | 19,04 | 19,78 | 20,66 | 21,80 | 23,03 |
6 | 15,87 | 16,75 | 17,23 | 17,67 | 18,26 | 19,01 | 19,65 | 20,43 | 21,40 | 22,72 | 24,06 |
7 | 16,32 | 17,05 | 17,55 | 18,09 | 18,69 | 19,53 | 20,24 | 21,09 | 22,16 | 23,67 | 25,08 |
8 | 16,74 | 17,38 | 17,94 | 18,45 | 19,10 | 20,03 | 20,86 | 21,74 | 22,92 | 24,57 | 26,12 |
9 | 17,17 | 17,65 | 18,27 | 18,83 | 19,55 | 20,55 | 21,44 | 22,44 | 23,70 | 25,47 | 27,11 |
10 | 17,59 | 17,98 | 18,62 | 19,21 | 19,97 | 21,05 | 22,03 | 23,09 | 24,44 | 26,39 | 28,14 |
11 | 19,63 | 20,38 | 21,58 | 22,63 | 23,77 | 25,21 | 27,31 | 29,16 | |||
12 | 20,84 | 22,07 | 23,24 | 24,42 | 25,99 | 28,22 | 30,22 | ||||
13 | 23,81 | 25,09 | 26,75 | 29,13 | 31,24 | ||||||
14 | 25,75 | 27,50 | 30,03 | 32,24 | |||||||
15 | 28,26 | 30,99 | 33,29 | ||||||||
16 | 34,32 |
Vanaf 1 januari 2025 / loonperiode 1 2025 wordt de medewerker bij indiensttreding op de derde trede ingeschaald. Vanaf 1 januari 2025 komt trede 2 te vervallen.
De Cao Bakkersbedrijf werkt met uurlonen. Volgens deze werkwijze is het (functie)uurloon de basis van de salarisberekening. Onafhankelijk van het arbeidspatroon van de medewerker, is de werkgever vanaf 1 januari 2024 verplicht om medewerkers voor ieder gewerkt uur minimaal het wettelijk minimumuurloon te betalen. Indien van toepassing wordt aan het einde van het jaar of bij eerdere uitdiensttreding afgerekend.
Ingeval een functie-uurloon lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)uurloon is het wettelijk minimum(jeugd)uurloon van toepassing. Het wettelijk minimumloon is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon
De functie-uurloontabel per 1 januari 2025 / loonperiode 1 2025 die geldt voor de functiegroep:
Commercie
Loonschalen per 1 januari 2025 / loonperiode 1 2025 – inclusief 2,75%
leeftijd | Schaal | |||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | |
16 | 4,72** | 5,91 | ||||||||
17 | 5,40** | 6,77 | 7,15 | 7,79 | 8,68 | |||||
18 | 6,68** | 7,77 | 8,19 | 8,92 | 9,95 | |||||
19 | 8,21** | 8,96 | 9,45 | 10,30 | 11,48 | |||||
20 | 10,94** | 10,94** | 11,07 | 12,06 | 13,46 | |||||
Functie trede | ||||||||||
1 | ||||||||||
2 | ||||||||||
3 | 13,68** | 13,79 | 14,84 | 16,47 | 16,82 | 17,39 | 17,87 | 18,48 | 19,25 | |
4 | 13,68** | 14,21 | 15,17 | 16,83 | 17,17 | 17,77 | 18,41 | 19,12 | 19,98 | |
5 | 13,69 | 14,62 | 15,48 | 17,19 | 17,49 | 18,24 | 18,95 | 19,78 | 20,75 | |
6 | 14,04 | 15,00 | 15,80 | 17,50 | 17,82 | 18,65 | 19,48 | 20,40 | 21,47 | |
7 | 14,33 | 15,38 | 16,16 | 17,84 | 18,19 | 19,06 | 20,04 | 21,05 | 22,24 | |
8 | 18,51 | 19,46 | 20,61 | 21,69 | 22,93 | |||||
9 | 19,88 | 21,15 | 22,36 | 23,70 | ||||||
10 | 21,67 | 22,95 | 24,42 | |||||||
11 | 23,65 | 25,17 | ||||||||
12 | 25,93 |
Vanaf 1 januari 2025 / loonperiode 1 2025 wordt de medewerker bij indiensttreding op de derde trede ingeschaald. Vanaf 1 januari 2025 komt trede 2 te vervallen.
** De functie-uurlonen zijn aangepast aan het wettelijk minimumloon per 1 juli 2024.
De functie-uurlonen waarop de collectieve loonsverhogingen worden toegepast zijn € 6,24 (18 jaar), € 7,20 (19 jaar), € 8,40 (20 jaar in schaal 1) en € 10,50 (20 jaar schaal 2) € 13,01 (schaal 2 functietrede 3) € 13,36 (schaal 2 functietrede 4).
De Cao Bakkersbedrijf werkt met uurlonen. Volgens deze werkwijze is het (functie)uurloon de basis van de salarisberekening. Onafhankelijk van het arbeidspatroon van de medewerker, is de werkgever vanaf 1 januari 2024 verplicht om medewerkers voor ieder gewerkt uur minimaal het wettelijk minimumuurloon te betalen. Indien van toepassing wordt aan het einde van het jaar of bij eerdere uitdiensttreding afgerekend.
Ingeval een functie-uurloon lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)uurloon is het wettelijk minimum(jeugd)uurloon van toepassing. Het wettelijk minimumloon is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon
Bijlage 4 Vervallen
Bijlage A Lijst referentiefuncties Bakkersbedrijf
Functie-nummer Functienaam
A.01 | Algemeen Medewerker HRM |
A.02 | Personeelsfunctionaris |
A.03 | Manager HR |
A.04 | Telefoniste/receptioniste |
A.05 | Secretaresse II |
A.05 | NOK Secretaresse |
A.06 | Medewerker facilitaire dienst |
C.01 | Commercie Verkoopmedewerker II |
C.01 | NOK Verkoopmedewerker |
C.02 | Bedrijfs-/filiaalleider II |
C.02 | NOK Bedrijfs-/filiaalleider |
C.03 | Regiomanager |
C.04 | Winkel accountmanager |
C.05 | Key accountmanager |
C.06 | Formule specialist |
C.07 | Medewerker verkoop binnendienst |
C.08 | Bezorger |
F.01 | Financieel administratief Manager financiën II |
F.01 | NOK Manager financiën |
F.02 | Administratief medewerker II |
F.02 | NOK Administratief medewerker |
F.03 | Medewerker crediteurenadministratie II |
F.03 | NOK Medewerker crediteurenadministratie |
F.04 | Medewerker debiteurenadministratie II |
F.04 | NOK Medewerker debiteurenadministratie |
F.05 | Medewerker financiële administratie II |
F.05 | NOK Medewerker financiële administratie |
F.06 | Administrateur II |
F.06 | NOK Administrateur |
F.07 | Medewerker salarisadministratie |
I.01 | ICT Manager ICT |
I.02 | Applicatiebeheerder/analist |
I.03 | Systeembeheerder II |
I.03 | NOK Systeembeheerder |
I.04 | Helpdeskmedewerker |
Kwaliteit & productontwikkeling |
Functie-nummer Functienaam
K.01 K.02 K.03 K.04 | Hoofd kwaliteit en productontwikkeling Productontwikkelaar Kwaliteitsanalist KAM specialist |
L.01 | Logistiek Chauffeur II |
L.01 | NOK Chauffeur |
L.02 | Magazijnmedewerker II |
L.02 | NOK Magazijnmedewerker |
L.03 | Chef magazijn II |
L.03 | NOK Chef magazijn |
L.04 | Inkoper |
L.05 | Medewerker bedrijfsbureau II |
L.05 | NOK Medewerker bedrijfsbureau |
L.06 | Verdeler I |
L.06 | NOK Verdeler |
P.01 | Productie Broodbakker II |
P.01 | NOK Broodbakker |
P.02 | Assistent ambachtelijke bakkerij II |
P.02 | NOK Assistent ambachtelijke bakkerij |
P.03 | Banketbakker II |
P.03 | NOK Banketbakker |
P.04 | Teamleider productie/inpak II |
P.04 | NOK Teamleider productie/inpak |
P.05 | Operator inpak II |
P.05 | NOK Operator inpak |
P.06 | Operator productie II |
P.06 | NOK Operator productie |
P.07 | Productiemedewerker II |
P.07 | NOK Productiemedewerker |
P.08 | Manager productie II |
P.08 | NOK Manager productie |
Technische dienst | |
T.01 | Hoofd technische dienst II |
T.01 | NOK Hoofd technische dienst |
T.02 | Medewerker technische dienst II |
T.02 | NOK Medewerker technische dienst |
Functiegroep: algemeen Medewerker HRM Functienummer: A.01
FUNCTIEPROFIEL | |||||
Kenmerken van de referentiefunctie De medewerker HRM komt vooral voor in het grotere industriële bakkersbedrijf en geeft uitvoering aan secretariële/administratieve werkzaamheden ten behoeve van de afdeling P&O (o.m. personeelsadministratie). Hij/zij past zelf eenduidige personeelsinstrumenten toe (b.v. verzuimmeldingen en -registraties, W&S flexkrachten) en fungeert als 1e lijns vraagbaak voor medewerkers op het gebied van CAO- en bedrijfsregelingen. | |||||
Organisatie | |||||
Direct leidinggevende | : | vakinhoudelijk leidinggevende. | |||
Geeft leiding aan | : | niet van toepassing. | |||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren | |||
1. HR-gerelateerde administraties | - geven van administratieve opvolging aan procedures (o.m. contractverlening), signaleren van te nemen acties en trends (o.m. verzuim); - doorgeven van medewerkermutaties aan salarisadministratie dan wel zelf doorvoeren in het systeem; - beheren van het geautomatiseerde personeelsinformatiesysteem; - beheren van archieven en daartoe opbergen van stukken. | - tijdigheid van data; - kwaliteit van administraties (volledigheid/toegankelijkheid); - tijdigheid van signalering afwijkingen. | |||
2. In- en externe informatievoorziening | - onderhouden van operationele contacten met externe instanties, afstemmen met leidinggevenden en medewerkers, verzamelen en uitwisselen van informatie; - binnen aangegeven kaders en conform afspraken verzorgen van in- en externe informatievoorziening richting betrokkenen (W&S, uitleg CAO- en bedrijfsregelingen); - zorgen voor de werving van stagiaires, tijdelijke krachten en medewerkers van toegewezen lagere functies samen met betrokken leidinggevende. | - kwaliteit van de informatie; - tevredenheid ontvanger; - juiste afweging m.b.t. al dan niet zelfstandig afhandelen, prioriteiten, belangen. | |||
3. Faciliteren afdeling | - voeren van afstemmingsoverleg met de eigen afdeling; - geven van uitvoering aan gemaakte afspraken (o.m. organiseren van activiteiten, effectief communiceren van afspraken, bewaken/bevorderen van door derden te leveren bijdragen); - inschatten van het belang van zaken en eventueel tussentijds onder de aandacht brengen daarvan aan eigen afdeling, verzamelen van onderwerpgerichte informatie in het kader van projecten; - controleren van afdelingsgerelateerde facturen op basis van gemaakte afspraken omtrent product- en dienstverlening en voorleggen ter tekening aan manager; - vervaardigen van reguliere en ad hoc-rapportages, signaleren en verklaren van trends, voorleggen van resultaten aan de HR-manager ter verdere analyse of verwerking/bespreking. | - juiste afweging van prioriteiten; - juiste afweging van belangen; - tijdige attendering op relevante zaken. | |||
Bezwarende omstandigheden | |||||
- Inspannende houding en eenzijdige belasting van oog- en rugspieren bij werken met een computer. | |||||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: | 6 |
Functiegroep: algemeen Medewerker HRM Functienummer: A.01
COMPETENTIEPROFIEL |
Kennis en betekenisvolle vaardigheden - Kennis van softwarepakketten (o.m. Office-applicaties/personeelsinformatiesysteem). |
Competenties / gedragsvoorbeelden Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. Relaties bouwen en netwerken (3): - onderhoudt contacten met bestaande interne en externe relaties/klanten. Vakdeskundigheid toepassen (3): - werkt snel en reageert snel op wijzigingen in werkzaamheden; - werkt precies en gebruikt eerdere ervaringen; - benoemt snel wat de standaard werkzaamheden inhouden en draagt dit gemakkelijk over aan anderen. Kwaliteit leveren (3): - werkt binnen de tijdsplanning volgens de afgesproken normen; - controleert tussentijds op kritische punten om de kwaliteit te waarborgen. Aandacht en begrip tonen (3): - reageert op passende wijze wanneer het niet goed gaat met iemand of wanneer hij ontevreden is over de gang van zaken en maakt dit bespreekbaar. Materialen en middelen inzetten (3): - overziet aard en omvang van standaard werk en bepaalt op basis daarvan welke de meest geschikte materialen en middelen daarvoor zijn; - draagt zorg voor goede instructie, juist gebruik, onderhoud en opslag van materialen en middelen. |
Functiegroep: algemeen Personeelsfunctionaris Functienummer: A.02
FUNCTIEPROFIEL | |||
Kenmerken van de referentiefunctie De personeelsfunctionaris komt vooral voor in het grotere industriële bakkersbedrijf. De personeelsfunctionaris past zelfstandig de personeels- instrumenten binnen de kaders van wet- en regelgeving en het geformuleerde P&O-beleid toe binnen een bedrijf/vestiging met ± 100 tot 150 medewerkers. Hij/zij adviseert management ten aanzien van de aanpassing van het bestaande P&O-beleid en werkt gefiatteerd beleid verder uit. De uitvoering van het P&O-beleid ligt overwegend bij het lijnmanagement. | |||
Organisatie Direct leidinggevende Geeft leiding aan | : : | vakinhoudelijk leidinggevende. niet van toepassing. | |
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren | |
1. Uitvoering van regelingen en instrumenten | - bevorderen van een consistente en juiste toepassing van de verschillende personeelsinstrumenten door het lijnmanagement; - bieden van ondersteuning bij het toepassen van de personeelsinstrumenten; - gevraagd en ongevraagd adviseren van leidinggevenden over personele vraagstukken; - coördineren, voorbereiden en zelf verzorgen van interne/externe trainingen/opleidingen. | - conform procedures; - tijdigheid (doorlooptijd, reactie- snelheid); - tevredenheid medewerkers; - tevredenheid management. | |
2. Actualisering regelingen en instrumenten | - volgen van ontwikkelingen op het gebied van relevante wet- en regelgeving en interpreteren van interne relevante knelpunten; - evalueren en analyseren van interne regelingen en instrumenten; - formuleren van inhoudelijke voorstellen voor bijstelling/ uitwerking van regelingen en instrumenten; - na fiattering, implementeren van bijstelling/uitwerking van regelingen en instrumenten. | - binnen kaders wet- en regelgeving; - inhoud sluit aan bij organisatie- beleid; - tijdig, up-to-date. | |
3. In- en externe informatievoorziening | - te woord staan van medewerkers, geven van uitleg over de inhoud en toepassing van het arbeidsvoorwaardenreglement; - onderhouden van operationele contacten met externe instanties, afstemmen met leidinggevenden en medewerkers, verzamelen en uitwisselen van informatie. | - juistheid gegevens; - inhoudelijkheid van informatie- analyse; - tijdigheid. | |
4. Personeelsadministratie | - beheren van de geautomatiseerde personeelsbestanden; - geven van administratieve opvolging aan ziek- en herstelmeldingen, signaleren van trends in verzuim van individuen of afdelingen; - beheren van archieven en daartoe opbergen van stukken, completeren van dossiers; - aanleveren van informatie/rapportages. | - kwaliteit in termen van: . compleetheid; . toegankelijkheid; . beschikbaarheid; . actualiteit/betrouwbaarheid. | |
Bezwarende omstandigheden | |||
- Niet van toepassing. | |||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: 9 |
Functiegroep: algemeen Personeelsfunctionaris Functienummer: A.02
COMPETENTIEPROFIEL |
Kennis en betekenisvolle vaardigheden - Kennis van en ervaring met het werken met softwarepakketten (o.m. Office-applicaties/personeelsinformatiesysteem). - Kennis van interne procedures en wet- en regelgeving. |
Competenties / gedragsvoorbeelden Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. Relaties bouwen en netwerken (5): - bouwt een relatienetwerk op dat relevant is voor (een onderdeel van) de organisatie; - creëert een vertrouwensband met de gesprekspartner; - brengt mensen met elkaar in contact. Aandacht en begrip tonen (5): - neemt waar wat anderen willen en geeft passende feedback; - schat de haalbaarheid van plannen en voorstellen bij betrokkenen goed in; - anticipeert op de reactie en gevoelens van de ander door de communicatie hierop af te stemmen. Vakdeskundigheid toepassen (5): - doet waarneembaar moeite om het waarom te begrijpen; - haalt de kern van het probleem naar voren; - stelt (niet voor de hand liggende) alternatieven voor verbetering voor met onderbouwde voor- en nadelen. Kwaliteit leveren (5): - grijpt in als de geëiste kwaliteit niet in orde is; - vraagt feedback met betrekking tot de kwaliteit van het door hem geleverde werk; - voelt zich mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de producten en diensten van de organisatie; - streeft voortdurend naar kwaliteitsverbetering van producten en diensten. |
Functiegroep: algemeen Manager HR Functienummer: A.03
FUNCTIEPROFIEL | ||
Kenmerken van de referentiefunctie De manager HR is verantwoordelijk voor het ontwikkelen, borgen en implementeren van het P&O-beleid binnen het industriële bakkersbedrijf (200 tot 400 medewerkers) binnen de kaders van wet- en regelgeving in aansluiting op de ondernemingsstrategie. Hij/zij fungeert als HR- sparringpartner ten behoeve van het hoger management en is lid van het managementteam. Functionaris fungeert als P&O-functionaris voor een deel van het personeelsbestand. Hij/zij leidt de werkzaamheden binnen de eigen afdeling en stuurt hiertoe de medewerkers aan. | ||
Organisatie Direct leidinggevende : niet-vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : 2 tot 5 (parttime) medewerkers. | ||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
1. HRM-beleid | - volgen van ontwikkelingen en interpreteren van interne knelpunten in samenspraak met holding/directie; - formuleren van voorstellen voor bijstelling van het HRM- beleid; - vertalen van het voorgestelde beleid naar gerichte HRM- instrumenten, (laten) uitwerken van concrete projectplannen; - bevorderen van draagvlak en acceptatie voor de rol en het belang van HRM binnen de organisatie; - verantwoorden van het gevoerde beleid, verantwoorden van uitgaven in relatie tot toegekende budgetten. | - aansluiting op strategie; - aantal conceptversies; - mate van realisatie (aantal acties gehaald). |
2. Beschikbaarheid en toepassing HRM- instrumenten | - uitwerken en inbrengen van voorstellen voor invoering/ aanpassing/uitbreiding van HRM-instrumenten aan het directieteam; - communiceren van doorgevoerde wijzigingen aan betrokkenen; - bevorderen van een consistente en juiste toepassing van de verschillende personeelsinstrumenten door het lijnmanagement; - bieden van ondersteuning bij het toepassen van de instrumenten. | - tijdige/budgettaire oplevering van projecten; - kwaliteit instrumenten; - kwaliteit van toepassing. |
3. Interne communicatie | - adviseren en ondersteunen van de directie in het overleg met en informatieverstrekking aan de betrokkenen; - uniformeren en bewaken van de interne communicatie en de communicatiestromen en -middelen; - (laten) verzorgen van de reguliere personeelsinformatie. | - mate van tevredenheid betrokkenen (OR, management, medewerkers); - inzicht bij medewerkers in van belang zijnde (bedrijfs)ontwik- kelingen. |
4. Operationele HR- processen | - toezien op voortgang en kwaliteit, stellen van prioriteiten en oplossen van zich voordoende problemen; - zelfstandig uitvoering geven aan de toepassing van het HR- instrumentarium voor hogere functies; - voeren van werkoverleg en afstemmen van relevante knelpunten; - bevorderen van de interne samenwerking, ook met andere afdelingen, en dat afstemming optimaal plaatsvindt. | - kwaliteit administratie, regels; - doorlooptijd W&S; - trend in verloop%. |
5. Personeelsbeheer | - regelen van verlof; - werven en selecteren van nieuwe medewerkers; - zorg dragen voor het opleiden/inwerken van medewerkers; - uitvoeren van beoordelingen; - toepassen van personeelsinstrumenten. | - motivatie en inzet medewerkers; - (kortdurend) verzuim; - effectiviteit/efficiency van de personeelsinzet; - beschikbaarheid vereiste competenties. |
Bezwarende omstandigheden | ||
- Niet van toepassing. | ||
Datum: juli 2011 | Boven CAO |
Functiegroep: algemeen Manager HR Functienummer: A.03
COMPETENTIEPROFIEL |
Kennis en betekenisvolle vaardigheden - Kennis van relevante ontwikkelingen in het vakgebied, relevante wet- en regelgeving en de sector. - Kennis en ervaring om te kunnen fungeren als professionele partner van directie en lijnmanagement. |
Competenties / gedragsvoorbeelden Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. Beslissen en activiteiten initiëren (6): - neemt op basis van tegenstrijdige, snel veranderende informatie besluiten met strategische implicaties die de eigen organisatie (onderdelen) overstijgen; - zorgt voor draagvlak bij zwaarwegende keuzes, speelt in op de verschillende persoonlijke en organisatie belangen die een rol spelen in de besluitvorming; - neemt bij vitale kansen en mogelijkheden zichtbaar zelf initiatief. Aansturen (6): - wisselt de wijze van aansturing, afhankelijk van de situatie, de omgeving en de medewerker(s) om het gewenste resultaat te behalen; - onderhandelt met een medewerker/team/organisatieonderdeel aan welke doelstellingen het resultaat moet voldoen; - heeft vertrouwen in anderen en durft verantwoordelijkheden uit handen te geven. Overtuigen en beïnvloeden (6): - slaagt erin de gezamenlijke belangen duidelijk te maken waardoor betrokkenheid en draagvlak voor het standpunt ontstaat; - enthousiasmeert anderen voor standpunten, ook bij fundamentele verschillen van inzicht, waarbij de relatie in stand wordt gehouden. Formuleren en rapporteren (6): - wekt vertrouwen bij de ander en leidt complexe gesprekken op hoog abstractieniveau over gevoelige onderwerpen waarbij sprake is van tegenstellingen in belangen; - beïnvloedt het gesprek en de sfeer door het benoemen van gevoelens. Analyseren (6): - is in staat vraagstukken vanuit incomplete informatie en meerdere invalshoeken te bekijken; - ontleedt complexe vraagstukken en herleidt deze tot kritische details, duidelijk met elkaar samenhangende aspecten en maakt onderscheid tussen feitelijke informatie en interpretaties/veronderstellingen; - onderzoekt verschillende en soms tegenstrijdige alternatieven door voor- en nadelen af te wegen om zich een oordeel te vormen en beschrijft meerdere oplossingsscenario’s met relaties tussen oorzaak en gevolg. Plannen en organiseren (6): - coördineert de werkzaamheden en acties die inhoudelijk veel van elkaar kunnen verschillen en die een lange doorlooptijd of gevolgen op lange termijn hebben; - anticipeert op onverwachte gebeurtenissen die van invloed zijn op de planning en past de planningen/doelstellingen van de organisatie(onderdelen) hierop aan. |
Functiegroep: algemeen Telefonist(e)/receptionist(e) Functienummer: A.04
FUNCTIEPROFIEL | ||
Kenmerken van de referentiefunctie De telefoniste/receptioniste komt vooral voor in het grotere industriële bakkersbedrijf en is gelokaliseerd in de receptie van het hoofdkantoor of één van de vestigingen. De telefoniste/receptioniste is verantwoordelijk voor de aanname en het doorzetten van telefoongesprekken alsmede voor de zogenaamde terugvallende gesprekken (het gekozen doorkiesnummer is bezet) vanuit de organisatie. Het bezoekersontvangst heeft betrekking op de bezoeker van het hoofdkantoor of vestiging. | ||
Organisatie Direct leidinggevende : vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : niet van toepassing. | ||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
1. Afwikkeling van contacten (telefoon, post, fax, e- mail) | - aannemen van inkomende gesprekken, beantwoorden van vragen en zorgen voor een juiste doorverbinding met de gevraagde of voor het onderwerp meest geëigende afdeling/persoon; - terugkoppelen naar beller wanneer de gewenste persoon niet aanwezig is, laten terugbellen van interne contact- personen (indien niet door te schakelen), noteren en (mondeling, via e-mail) doorgeven van boodschappen; - verzenden en ontvangen van faxen/emailberichten, doorgeven aan juiste persoon binnen organisatie en archiveren; - sorteren van de binnenkomende post, frankeren van de uitgaande post, verzendklaar maken van te verzenden documenten (o.m. verkoopfacturen), bestellen van pakketdienst en koeriersdiensten op aanvraag. | - reacties van bellers over wachttijden; - juistheid telefonische doorverbindingen (klachten van klanten/medewerkers); - juistheid aangenomen, verzonden, doorgegeven en gearchiveerde berichten; - juistheid van verstrekte informatie. |
2. Ontvangst van bezoekers | - ontvangen en te woord staan van bezoekers; - registreren van persoonsgegevens; - informeren van desbetreffende medewerker over aankomst bezoek; - regelen van opvang bij kortstondige afwezigheid. | - correctheid van te woord staan; - registratie bezoekersgegevens conform toegangsprocedures; - mate van gastvrijheid en representativiteit van optreden. |
3. Beheer telefooncentrale/ - infrastructuur | - aanmaken van nieuwe medewerkergegevens in het systeem en toekennen doorkiesnummer; - instellen van antwoordapparaat van de organisatie en zorgdragen voor beheer. | - juistheid gebruikersinstellingen; - correctheid instelling. |
4. Operationele secretariële en administratieve ondersteuning | - verrichten van werkzaamheden van administratieve/registratieve aard, zoals: . verwerken van gegevens (data entry) aan de hand van lijsten; . opschonen van archiefdelen volgens verkregen instructies; . uitwerken, redigeren en opmaken van correspondentie, rapportages, notities e.d. conform (ontvangen) concepten; e.e.a. in correct Nederlands en volgens huisstijl. | - snelheid en kwaliteit van de uitvoering in termen van: . conform huisstijl; . taalgebruik; . tijdigheid; . juistheid (inhoud ondersteuning). - tevredenheid contactpersonen over de dienstverlening. |
Bezwarende omstandigheden | ||
- Enerverend werk tijdens spitsuren, bij opeenhoping van telefoongesprekken en gelijktijdig ontvangen van bezoekers. - Plaatsgebonden werk als gevolg van bezettings-/bereikbaarheidseis. - Soms eenzijdige houding en belasting van oog- en rugspieren bij werken met de computer. | ||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: 3 |
Functiegroep: algemeen Telefonist(e)/receptionist(e) Functienummer: A.04
COMPETENTIEPROFIEL |
Kennis en betekenisvolle vaardigheden - Kennis van en ervaring met het werken met softwarepakketten (o.a. Office). - Kennis van interne procedures. - Ervaring met het bedienen en beheren van een telefooncentrale. |
Competenties / gedragsvoorbeelden Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten (2): - houdt in zijn gedrag rekening met klanten; - reageert passend op vragen/klachten van klanten voor zover dat in zijn/haar bereik ligt en verwijst anders door naar iemand die ze wel kan helpen. Relaties bouwen en netwerken (2): - onthoudt namen en functies van medewerkers, klanten en leidinggevenden en onderhoudt op eenvoudige wijze het contact met hen. Formuleren en rapporteren (2): - informeert collega’s en publiek mondeling kort en bondig over het werk; - beantwoordt eenvoudige vragen en e-mail; - verwoordt informatie volledig en correct in eenvoudige schriftelijke berichtjes. Vakdeskundigheid toepassen (3): - werkt snel en reageert snel op wijzigingen in werkzaamheden; - werkt precies en gebruikt eerdere ervaringen; - benoemt snel wat de standaard werkzaamheden inhouden en draagt dit gemakkelijk over aan anderen. |
Functiegroep: algemeen Secretaresse II Functienummer: A.05
FUNCTIEPROFIEL | ||
Kenmerken van de referentiefunctie De secretaresse II komt vooral voor in het grotere industriële bakkersbedrijf en is gericht op het faciliteren van het functioneren van de manager van een grootschalige/multi-disciplinaire afdeling of de bedrijfsleider van een kleinere vestiging. Daarnaast is hij/zij gericht op het verzorgen van in- en externe informatievoorziening en operationele secretariële ondersteuning en dienstverlening ten behoeve van de afdeling/vestiging. Indeling wordt ondersteund door een NOK-matrix, waarin het verschil tussen salarisschalen 6, 7 (referentie) en 8 wordt uitgewerkt. | ||
Organisatie Direct leidinggevende : vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : niet van toepassing. | ||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
1. Faciliteren van het functioneren van de manager | - periodiek voeren van afstemmingsoverleg gericht op o.m. het: . afstemmen van en informeren over stand van zaken, onder de aandacht brengen van aandachtspunten en bijzonderheden; . doornemen van agenda en attenderen op afspraken, te ondernemen acties e.d.; . maken van afspraken over te verlenen ondersteuning en daarbij te hanteren prioriteiten; - geven van uitvoering aan gemaakte afspraken door het effectief organiseren van activiteiten, communiceren van afspraken, etc.; - invulling geven aan projecten, nader specificeren van het ‘project’, opvolging geven aan overeengekomen acties, bewaken/bevorderen van tussentijdse resultaten en door anderen te leveren bijdragen; - vervaardigen van overzichten zodat de manager inzicht heeft/houdt in de stand van zaken m.b.t. de activiteiten/ resultaten binnen zijn/haar verantwoordelijkheidsdomein, verzamelen van informatie, verrichten van berekeningen e.d.; - inschatten van het belang van zaken en eventueel tussentijds onder de aandacht brengen daarvan aan de manager. | - kwaliteit van de ondersteuning in termen van: . juiste afweging van prioriteiten; . juiste afweging van belangen; . tijdig attenderen op relevante zaken; . opvolging van afspraken; - aansluiting op gewenste onder- steuning door de manager. |
2. In- en externe informatievoorziening | - verwerken van binnenkomende informatiestromen door het selecteren, ordenen en registreren van informatie en voorbereiden van te ondernemen acties; - aannemen van binnenkomende telefoongesprekken, zo mogelijk zelf afhandelen daarvan, doorverbinden of noteren van boodschappen/ meldingen; - binnen aangegeven kaders en conform afspraken verzorgen van de in- en externe informatievoorziening richting betrokkenen. | - kwaliteit van de informatie- voorziening: . juistheid, volledigheid, tijdigheid; - juiste afweging van prioriteiten, belangen. |
3. Operationele secretariële ondersteuning en dienstverlening | - redigeren en opmaken van correspondentie, rapportages, notities e.d. aan de hand van concepten dan wel globale aanwijzingen over de inhoud; - voorbereiden, begeleiden en opvolging geven aan vergaderingen door o.m. het verzamelen van agendapunten, inventariseren en verspreiden van stukken, notuleren, uitwerken van verslagen en bewaken van actielijsten; - beheren van archieven en daartoe opbergen van stukken, completeren van dossiers, op verzoek aanleveren van informatie en tijdig opschonen van archief; - bijhouden van agenda en maken van afspraken binnen gegeven kader; - organiseren en regelen van in- en externe bijeenkomsten volgens afspraken en daartoe uitnodigen van betrokkenen, regelen van faciliteiten en voorzieningen e.d. | - kwaliteit van de uitvoering in termen van: . geldende procedures; . regelingen; . gebruik systemen; . conform huisstijl; - toegankelijkheid stukken voor collega’s; - terugvindbaarheid van stukken; - tevredenheid contactpersonen. |
Bezwarende omstandigheden | ||
- Soms eenzijdige houding en belasting van oog- en rugspieren bij werken met de computer. | ||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: 7 zie NOK-bijlage voor salarisschalen 6 en 8. |
Niveau onderscheidende kenmerken (NOK) SECRETARESSE Functienummer: A.05
KENMERK | - | SECRETARESSE I | SECRETARESSE II | SECRETARESSE III | + |
Aard van de werkzaamheden | Geen referentie beschikbaar | - De werkzaamheden bestaan voornamelijk uit standaard gegevensverwerking en rapportages. - Repeterend en overzichtelijke uitvoerend proces, gericht op de interne organisatie. - Ondersteunen van manager van een kleinschalige afdeling binnen een vestiging. | - De werkzaamheden bestaan voornamelijk uit gegevensverzameling, -verwerking en analyse. - Professioneel dienstverlenend proces, gericht op hoofdzakelijk interne relaties. - Ondersteunen van manager van een grootschalige/multidisciplinaire afdeling binnen een vestiging of bedrijfsleider kleine vestiging. | - Kern van de werkzaamheden ligt op advisering aan de hand van eigen analyses. - Professioneel dienstverlenend proces, gericht op in- en externe relaties en functioneren organisatie. - Ondersteunen van bedrijfsleider van een grote vestiging of directeur binnen het hoofdkantoor van een functionele discipline. | Geen referentie beschikbaar |
Vrijheidsgraden | - Volgend aan activiteiten/input leidinggevende. - Scope van de functie is afdeling. | - Volgend aan genomen besluiten door leidinggevende en zelfstandig inspelen op overwegend standaard processen. - Scope van de functie is afdeling/vestiging, waarbij functie impact heeft op proces eigen organisatiedeel. | - Vooruitlopend op activiteiten en anticiperend op totale procesgang. - Scope van de functie is vestiging/functionele discipline binnen gehele organisatie, waarbij functie impact heeft op korte termijn resultaat organisatie. | ||
Kwaliteit en optimalisatie | - Functiehouder constateert vanuit de praktijk knelpunten in het eigen werk en maakt hiervan melding. | - Idem secretaresse I. | - Idem secretaresse II + adviesrol naar leidinggevende. | ||
Kennis en ervaring | - Kennis van en ervaring met Office-applicaties. - Goede mondelinge en schriftelijke Nederlandse taalvaardigheid. - Inzicht in eenduidige samenhang tussen feiten en te ondernemen acties. | - Praktisch inzicht in de opbouw en werking van de gehanteerde Office-applicaties. - Uitstekende mondelinge en schriftelijke Nederlandse taalvaardigheid. - Inzicht in de binnen de organisatie geldende procedures en afdelingsprocessen vereist. | - Idem secretaresse II. - Idem secretaresse II. - Inzicht in besluitvormingsprocessen vereist. | ||
Functiebenamingen (1990, 1995, 1997) | Niet van toepassing. | 6.04 secretaris | Niet van toepassing. | ||
Salarisschaal | 5 | 6 | 7 (referentie) | 8 | 9 |
COMPETENTIES | - | SECRETARESSE I | SECRETARESSE II | SECRETARESSE III | + |
Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. | Geen referentie beschikbaar | Beslissen en activiteiten initiëren (3): - neemt het initiatief om, waar mogelijk in overleg, de werkzaamheden volgens de bedrijfsprocedures zodanig aan te passen dat fouten worden hersteld en voorkomen. | Beslissen en activiteiten initiëren (4): - beslist zelfstandig; - neemt initiatieven om te waarborgen dat passend gereageerd wordt en ingespeeld wordt op veranderende omstandigheden bij lopende processen waarvoor hij verantwoordelijk is. | Idem secretaresse II. | Geen referentie beschikbaar |
Samenwerken en overleggen (3): - neemt het initiatief tot voldoende overleg met collega’s, opdrachtgevers en klanten en zorgt dat zij daarbij voldoende betrokken zijn/inbreng hebben; - bewaakt goede werkrelatie met collega’s, opdrachtgevers en klanten. | Samenwerken en overleggen (4): - neemt initiatief om samenwerking met en tussen medewerkers te stimuleren en te optimaliseren; - bevordert adequaat overleg en afstemming tussen alle betrokkenen; - bewaakt de sfeer. | Idem secretaresse II. | |||
Relaties bouwen en netwerken (3): - onderhoudt contacten met bestaande interne en externe relaties/klanten. | Relaties bouwen en netwerken (4): - hanteert verschillende methoden om contact te leggen en te onderhouden met bestaande en nieuwe relaties. | Relaties bouwen en netwerken (4/5): - idem secretaresse II; - bouwt een relatienetwerk op dat relevant is voor (een onderdeel van) de organisatie. | |||
Vakdeskundigheid toepassen (3): - werkt snel en reageert snel op wijzigingen in werkzaamheden; - werkt precies en gebruikt eerdere ervaringen; - benoemt snel wat de standaard werkzaamheden inhouden en draagt dit gemakkelijk over aan anderen. | Vakdeskundigheid toepassen (4): - werkt accuraat, lang en stevig door, ook bij het uitvoeren van meerdere specialistische en ingewikkelde taken; - schat bekende en onbekende werkzaamheden goed in; - benoemt nieuwe ontwikkelingen in zijn vakgebied; - past zijn kennis en ervaring toe, deelt die met anderen en draagt die waar nodig over. | Vakdeskundigheid toepassen (5): - doet waarneembaar moeite om het waarom te begrijpen; - haalt de kern van het probleem naar voren; - stelt (niet voor de hand liggende) alternatieven voor verbetering voor met onderbouwde voor- en nadelen. | |||
Kwaliteit leveren (3): - werkt binnen de tijdsplanning volgens de afgesproken normen; - controleert tussentijds op kritische punten om de kwaliteit te waarborgen. | Kwaliteit leveren (4): - past systematisch een kwaliteitszorgsysteem toe; - formuleert productie- en kwaliteitsnormen en stemt ze op elkaar af. | Kwaliteit leveren (5): - grijpt in als de geëiste kwaliteit niet in orde is; - vraagt feedback met betrekking tot de kwaliteit van het door hem geleverde werk; - voelt zich mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de producten en diensten van de organisatie; - streeft voortdurend naar kwaliteitsverbetering van producten en diensten. | |||
Formuleren en rapporteren (3): - onderscheidt feiten en meningen en hoofd- en bijzaken; - brengt structuur aan in een zakelijke rapportage of instructie; - drukt zich mondeling en schriftelijk correct uit in een zakelijke stijl; - neemt op vlotte wijze deel aan gesprekken en overleg. | Formuleren en rapporteren (4): - brengt structuur in een betoog met het oog op doel en publiek en hanteert daarbij een passende stijl en taalgebruik; - neemt deel aan gesprekken en openbare discussies over complexe of specialistische onderwerpen uit zijn vakgebied; - past zijn kennis en ervaring toe, deelt die met anderen en draagt die waar nodig over. | Idem secretaresse II. |
Functiegroep: algemeen Medewerker facilitaire dienst Functienummer: A.06
FUNCTIEPROFIEL | |||
Kenmerken van de referentiefunctie De medewerker facilitaire dienst komt vooral voor in het grotere industriële bakkersbedrijf. De medewerker facilitaire dienst is verantwoordelijk voor het schoonmaken van de productie- en magazijn faciliteiten (kantines en sanitaire vertrekken) en de kantoren. Bij de uitvoering wordt gebruik gemaakt van normale schoonmaakbenodigdheden en –attributen. Er wordt gewerkt volgens vaste werkroosters. | |||
Organisatie Direct leidinggevende Geeft leiding aan | : : | vakinhoudelijk leidinggevende. niet van toepassing. | |
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren | |
1. Verrichten van schoon- maakwerkzaamheden | - verrichten van schoonmaakwerkzaamheden binnen de bedrijfsruimten (kantoren, kantine, sanitaire voorzieningen e.d.). E.e.a. omvat taken als stofwissen, moppen, schoonmaken van wanden, glas (binnenzijde) en sanitair, stofzuigen, reinigen van meubilair e.d.; - aanvullen van de sanitaire gebruiksartikelen (zeep, handdoeken, papier e.d.) en de gebruiksvoorraad (koffie, thee, bekers e.d.); - schoonmaken van de gebruiksartikelen (kopjes e.d.). | - correctheid toepassing methoden en middelen; - juistheid naleving schema; - reinheid werkgebied (aantal klachten). | |
2. Voorraad (verbruiks)artikelen | - bijhouden van de voorraad gebruiks- en verbruiksartikelen; - uitgeven en registreren van het verbruik c.q. de uitgifte; - afroepen van noodzakelijke aanvulling van de eigen voorraad. | - beschikbaarheid (verbruiks)artikelen. | |
Bezwarende omstandigheden | |||
- Krachtsinspanning als gevolg van het tillen en hanteren van hulpmiddelen en bij het uitvoeren van sommige schoonmaakbewegingen. - Lopend en staand en soms gebukt/gebogen, reikend of staand onder eenzijdige spierbelasting bij sommige schoonmaakbewegingen. - Onaangenaam werk bij het reinigen van sanitaire voorzieningen. Werken met soms natte/vochtige materialen. - Kans op letsel als gevolg van uitglijden op vloeren. | |||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: 2 |
Functiegroep: commercie Verkoopmedewerker II Functienummer: C.01
FUNCTIEPROFIEL | ||
Kenmerken van de referentiefunctie De verkoopmedewerker II komt voor in de winkels van de ambachtelijke en industriële bakkerijen. Hij/zij verkoopt bakkerij- en aanvullende producten en draagt zorg voor de juiste presentatie en beschikbaarheid van de artikelen. Afhankelijk van de aard van de artikelen en dienstverlening verricht hij/zij eenvoudige bereidings- en bedieningswerkzaamheden. Indeling wordt ondersteund door een NOK-matrix, waarin het verschil tussen salarisschalen 2, 3 (referentie) en 4 wordt uitgewerkt. | ||
Organisatie Direct leidinggevende : vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : niet van toepassing. | ||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
1. Verkoop en afrekening | - opnemen van bestellingen; - beantwoorden van klantvragen (producteigenschappen, bewaarwijze, ingrediënten, etc.), raadplegen bakker bij diepgaandere vragen; - bewegen van klanten tot aanvullende aankopen; - snijden, bereiden (afbakken, toasten, smeren/beleggen, tappen, vullen, schenken, etc.), portioneren en/of verpakken van producten op basis van klantvraag; - eventueel uitserveren van bestellingen aan tafel dan wel aan de counter; - aanslaan van codes of bedragen en/of scannen van voorverpakte artikelen; - afrekenen van eindbedrag. | - klanttevredenheid; . snelheid service; . wijze van benadering; . uitstraling winkel; - gemiddelde bonwaarde; - verkoopomvang aanbiedingen; - correcte afrekening; . aantal/omvang kasverschillen; - conform voorschriften (instructie, werkmethoden). |
2. Verkoopondersteuning | - zorgen voor een correcte presentatie van artikelen, prijzen e.d. en het voor klanten aantrekkelijk houden van de winkel; - zorgen voor voldoende voorraad in de voorgeschreven presentatie, bijvullen van schappen en vitrines; - ontvangen van aangeleverde goederen en deze opslaan op de daarvoor aangewezen plaats en uitpakken en prijzen van artikelen; - assisteren bij het opmaken van bestellingen, het uitwerken van reclame-acties en het inrichten van productuitstallingen, etalages e.d. | - juist opgeslagen goederen; - tijdig gevulde schappen/vitrines; - conform voorschriften (o.m. instructie, werkmethoden, HACCP en presentatie). |
3. Afsluiting kassa | - afsluiten van de kassa bij einde dienst of werkdag; - tellen van ontvangen geld en opmaken van afrekenstaat; - controleren en opbergen/afstorten van geld op voor- geschreven wijze en verklaren van eventuele verschillen. | - volgens procedure/voorschrift; - verklaarbaarheid kasverschillen. |
4. Opruim- en schoon- maakwerkzaamheden | - opruimen en schoonmaken van werk-, opslag- en winkelruimte. | - schoon en opgeruimde winkel; - conform voorschriften (o.m. instructie, werkmethoden, HACCP en presentatie). |
Bezwarende omstandigheden | ||
- Krachtsinspanning bij het verplaatsen van (dozen) goederen en artikelen. - Lopend en staand werken en soms bukken/reiken bij het stapelen/wegzetten van artikelen. - Kans op vingerletsel bij het hanteren van messen en bedienen van snijmachine. | ||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: 3 zie NOK-bijlage voor salarisschalen 2 en 4. |
Niveau onderscheidende kenmerken (NOK) VERKOOPMEDEWERKER Functienummer: C.01
KENMERK | - | VERKOOPMEDEWERKER I | VERKOOPMEDEWERKER II | VERKOOPMEDEWERKER III | + |
Aard van de werkzaamheden | Geen referentie beschikbaar | - Verkopen, serveren en afrekenen van producten. - Verrichten van eenvoudige bereidingswerkzaamheden (snijden, smeren, beleggen, toasten/ opwarmen d.m.v. activatie voorinstelling) en portioneren en/of verpakken. - Ontvangen, opslaan en aanvullen van voorraden en zorg dragen voor een representatieve winkelruimte. | - Idem verkoopmedewerker I + geven van informatie aangaande product(eigenschappen) en adviseren van de klant. - Idem verkoopmedewerker I + afbakken van producten m.b.v. bake-off oven (vullen van de oven en instellen van variabelen op basis van input dan wel selecteren van programma, uitvoeren van visuele controles en zo nodig bijregelen van instellingen conform instructie). - Idem verkoopmedewerker I. - Assisteren van de verkoopmedewerker III / filiaalleider bij het opmaken van bestellingen, en het inrichten van productuitstallingen, etalages e.d. - Afsluiten van de kassa, tellen van ontvangen geld en opmaken van afrekenstaat, controleren en opbergen/afstorten van geld en verklaren van eventuele verschillen. | - Idem verkoopmedewerker II + adviseren als vraag- baak voor collega’s aangaande product(eigen- schappen) en klantadviezen. - Idem verkoopmedewerker II + anticipeert (bij het instellen, bewaken resp. bijregelen van het bake-off proces) op de kwaliteit van het halffabricaat, omge- vingscondities en procesverloop om de kwaliteit van het eindproduct te optimaliseren. Doet dit op basis van eigen kennis/inzicht. - Idem verkoopmedewerker II + verrichten van be- stellingen volgens vaste gegevens en inspelen op en rekening houden met verwachte bijzonderheden (acties, feestdagen, weer). - Idem verkoopmedewerker II. - Idem verkoopmedewerker II + openen en sluiten van het filiaal. - Coördineren van de dagelijkse voortgang van de werkzaamheden bij afwezigheid van de filiaalleider. | Zie functieomschrijving en NOK-bijlage bedrijfs-/filiaalleider |
Zelfstandigheid | Functiehouder werkt onder verantwoordelijkheid van een verkoopmedewerker II of III dan wel filiaalhouder, welke aanwezig en consulteerbaar is tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. | Functiehouder is in staat zelfstandig uitvoering te geven aan de werkzaamheden. Hij/zij kan de verkoopmedewerker III dan wel filiaalhouder consulteren aangaande niet- routinematige vraagstukken. | Functiehouder werkt zelfstandig en/of alleen. Consultatie van de eindverantwoordelijke is gewenst aangaande financiële en/of kwalitatief ingrijpende aangelegenheden. | ||
Kwaliteit en optimalisatie | Functiehouder constateert vanuit de praktijk knelpunten in het eigen werk en maakt hiervan melding. | Constateert vanuit de praktijk knelpunten aangaande de eigen en aanverwante disciplines en formuleert pragmatische oplossingen. | Idem verkoopmedewerker II. | ||
Kennis en ervaring | - geen specifieke ervaring vereist. | - kennis van en ervaring met verkooptechnieken; - kennis van producten en producteigenschappen; - inzicht in lopende acties, procedures en methoden; - enige jaren relevante werkervaring in een soortgelijke functie. | - idem verkoopmedewerker II; - idem verkoopmedewerker II; - idem verkoopmedewerker II; - idem verkoopmedewerker II. | ||
Functiebenamingen (1990, 1995, 1997) | - Verkoopmedewerker | - Verkoper | - Eerste verkoper - Verkoper (bake-off) - Verkoper/serveerder | ||
Salarisschaal | 1 | 2 | 3 (referentie) | 4 | 5 |
COMPETENTIES | - | VERKOOPMEDEWERKER I | VERKOOPMEDEWERKER II | VERKOOPMEDEWERKER III | + |
Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. | Geen referentie beschikbaar | Begeleiden (1): - accepteert begeleiding; - laat zich begeleiden door de leidinggevende. | Begeleiden (2): - geeft klanten en minder ervaren collega’s informatie over de kern van het vak. | Begeleiden (3): - stimuleert en motiveert zijn/haar collega’s. | Zie competentieprofiel bedrijfs-/filiaalleider |
Relaties bouwen en netwerken (1): - stelt zich voor en onthoudt de namen en functies van de mensen met wie hij direct te maken heeft en begroet hen bij een volgende gelegenheid. | Relaties bouwen en netwerken (2): - onthoudt namen en functies van medewerkers, klanten en leidinggevenden en onderhoudt op eenvoudige wijze het contact met hen. | Relaties bouwen en netwerken (3): - onderhoudt contacten met bestaande interne en externe relaties/klanten. | |||
Creëren en innoveren (1): - geeft desgevraagd zijn mening over eenvoudige verbeteringen. | Creëren en innoveren (2): - levert een eenvoudige bijdrage aan overleg over verbeteringen; - merkt eenvoudige mogelijkheden voor verbetering op. | Idem verkoopmedewerker II. | |||
Op de behoefte en verwachtingen van de ‘klant’ richten (1): - vindt klanten belangrijk; - verwijst klanten goed door als ze vragen hebben. | Op de behoefte en verwachtingen van de ‘klant’ richten (2): - houdt in zijn gedrag rekening met klanten; - reageert passend op vragen/klachten van klanten voor zover dat in zijn/haar bereik ligt en verwijst anders door naar iemand die ze wel kan helpen. | Op de behoefte en verwachtingen van de ‘klant’ richten (3): - achterhaalt de essentie van vragen/klachten van klanten en reageert daar direct adequaat op of brengt ze in contact met iemand die ze wel kan helpen. | |||
Ondernemend en commercieel handelen (1): - laat zien dat hij/zij iets leuk vindt. | Ondernemend en commercieel handelen (2): - werkt mee aan het benutten van kansen als het voordeel oplevert voor de organisatie. | Idem verkoopmedewerker II. | |||
Bedrijfsmatig handelen (1): - werkt zoveel mogelijk foutloos; - voorkomt verspilling van zaken waarmee gewerkt wordt. | Bedrijfsmatig handelen (2): - kan benoemen hoeveel iets kost en probeert de kosten zo laag mogelijk te houden. | Idem verkoopmedewerker II. |
Functiegroep: commercie Bedrijfs-/filiaalleider II Functienummer: C.02
FUNCTIEPROFIEL | ||
Kenmerken van de referentiefunctie De bedrijfs-/filiaalleider II leidt de dagelijkse gang van zaken van een bakkerijwinkel waar brood- en banketproducten worden verkocht en/of waar sprake is van een lunchroom-achtige omgeving (zitplaatsen waar verse belegde broodjes, broodsnacks en dranken worden bereid en geserveerd). De regiomanager dan wel eigenaar/ondernemer heeft de algehele leiding (op afstand) en zorgt voor de algemene zaken zoals financieel beheer, opzet en uitvoering personeelsbeleid, afspraken met leveranciers, inkoop e.d. De bedrijfs-/filiaalleider II is daarmee vooral ook meewerkend en gericht op de operationele voortgang. Indeling wordt ondersteund door een NOK-matrix, waarin het verschil tussen salarisschalen 5, 6 (referentie) en 7 wordt uitgewerkt. | ||
Organisatie Direct leidinggevende : vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : 4 tot 8 (parttime) medewerkers. | ||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
1. Operationele voortgang | - opstellen van werkroosters, regelen van voldoende bezetting (parttimers, oproepkrachten); - (laten) toewijzen van werkzaamheden, geven van aanwijzingen/instructies en toezien op de voortgang en uitvoeringskwaliteit van de werkzaamheden; - bijsturen van problemen, opvangen en afhandelen van vragen/klachten van gasten/klanten; - toezien op het juist gebruik van inventaris/apparatuur en de directe omgeving, nemen van acties bij afwijkingen, storingen e.d.; - toezien op de naleving van de voorschriften op het gebied van veiligheid, Arbo, HACCP en werk- en presentatiemethoden (huisstijl); - zelf meewerken in de uitvoering en daarbij vervullen van een voorbeeldfunctie. | - mate waarin gebudgetteerde afzet wordt gerealiseerd (omzet, gemiddelde bonwaarde, e.d.); - efficiency personeelsplanning (uurinzet/uurtarief); - klantbeleving (presentatie, uiterlijk); - conform voorschriften (HACCP e.d.). |
2. Voorraadbeheer en dagelijkse bestellingen | - doen van voorraadopnames, inschatten van de te verwachten afzet, opstellen van bestellijsten; - doorgeven van bestellingen aan (vaste) leveranciers en/of eigen bakkerij; - zorgen voor de ontvangstcontrole (kwaliteit en kwantiteit) en opslag van goederen, reclameren bij afwijkingen. | - omvang voorraad; - tijdig doorgegeven bestellingen; - juiste opslag/uitgifte artikelen (% over THT-datum). |
3. Input voor optimalisatie | - signaleren van knelpunten in de operationele bedrijfsvoering; - doen van voorstellen voor lokale acties, aanschaf apparatuur en verbeteringen van werkprocessen; - leveren van een bijdrage aan het uitwerken en doorvoeren van verbeteringen in de bedrijfsvoering op basis van aanwijzingen van de leidinggevende. | - aantal voorstellen; - kwaliteit van de voorstellen (haal- baarheid, aantal door leiding- gevende overgenomen ideeën, e.d.). |
4. Personeelsbeheer | - regelen van verlof; - mede selecteren van nieuwe medewerkers; - zorg dragen voor het (laten) opleiden/inwerken van medewerkers; - voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken. | - motivatie en inzet medewerkers; - (kortdurend) verzuim; - effectiviteit/efficiency van de personeelsinzet; - beschikbaarheid vereiste competenties. |
5. Administratie en registratie | - vastleggen van verbruiken, bestellingen, manco’s (bij ontvangst e.d.); - invullen van HACCP-lijsten, dan wel controleren van registraties van medewerkers; - bijhouden van afzet-, kosten- en urengegevens; - opmaken (c.q. controleren) van de kasstaten, tellen en afstorten van geld. | - tijdige, juiste en volledige vast- legging van informatie. |
Bezwarende omstandigheden | ||
- Krachtsinspanning bij het verplaatsen van (dozen) goederen en artikelen. - Lopend en staand werken en soms bukken/reiken bij het stapelen/wegzetten van artikelen. - Kans op vingerletsel bij het hanteren van messen en bedienen van snijmachine. | ||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: 6 zie NOK-bijlage voor salarisschalen 5 en 7. |
- 89 -
Niveau onderscheidende kenmerken (NOK) BEDRIJFS-/FILIAALLEIDER Functienummer: C.02
KENMERK | - | BEDRIJFS-/FILIAALLEIDER I | BEDRIJFS-/FILIAALLEIDER II | BEDRIJFS-/FILIAALLEIDER III | + |
Kenmerken bedrijf/filiaal | Zie functieomschrijving en NOK-bijlage Verkoopmedewerker | - 1 tot 6 (parttime) medewerkers. - (Eind)verantwoordelijk leidinggevende is deels fysiek aanwezig en te allen tijde consulteerbaar. | - 4 tot 10 (parttime) medewerkers. - Leidinggevende is tenminste consulteerbaar. | - 8 – 20 parttime medewerkers. - Idem bedrijfs-/filiaalleider II. | Geen referentie beschikbaar |
Leidinggeven | Vaktechnisch | Hiërarchisch | Hiërarchisch | ||
Klant- en omgevingsfactoren | - Weinig concurrentie, fysieke afwezigheid van supermarkt en bakkers in de omgeving. - Met name particuliere klanten. | - Gemiddelde concurrentie, fysieke aanwezigheid van supermarkt of bakkers in de omgeving. - Particuliere en enkele zakelijke (vaste) klanten met relatief stabiel en beperkt afnamepatroon. | - Grote concurrentie, fysieke aanwezigheid van supermarkt en bakkers in de directe omgeving. - Particuliere en grote diversiteit zakelijke (vaste) klanten met sterk wisselend afnamepatroon. Zakelijke klanten bepalen belangrijk deel omzet. | ||
Assortiment | - Regulier assortiment: kleine diversiteit aan brood- en banketproducten waarbij producten enkel gesneden en geportioneerd hoeven te worden. | - Idem bedrijfs-/filiaalleider I + eventueel aangevuld met een lunchroomomgeving (tot 20 zitplaatsen) met aanvullende producten. | - Idem bedrijfs-/filiaalleider II, omvangrijkere lunch- room (20 tot 50 zitplaatsen) OF - operationele verantwoordelijkheid voor 2 tot 3 kleine vestigingen. | ||
Vrijheidsgraden | - Besluiten worden in principe genomen door de leidinggevende. Functionaris werkt volgens vastomlijnde regels en voorschriften. Er staat vast wat, wanneer en hoe gedaan moet worden. - Besluiten die hij/zij neemt kan hij/zij nemen op basis van eerdere situaties of bestaande af- spraken. Bij twijfel of onduidelijkheid valt hij/zij terug op de leidinggevende. - Hij/zij heeft nagenoeg geen invloed op het bedrijfsresultaat anders dan door optimale service en klantenbinding. | - De leidinggevende neemt de niet-reguliere besluiten. Functionaris werkt volgens richtlijnen van de leidinggevende. Bij terugkerende problemen neemt hij zelf een besluit en koppelt dit achteraf terug. - Valt alleen bij evident afwijkende situaties terug op de leidinggevende. - Dient actief mee te denken en input te geven voor verbetering/optimalisatie van de dienstverlening en (werk-) processen. Moet oplossingen voor knelpunten en problemen aandragen op basis van eigen ervaring. - Heeft direct invloed op het bedrijfsresultaat door invloed op out-of-pocket kosten en formatie-inzet. | - Functionaris heeft binnen de kaders de vrijheid om besluiten te nemen. Verantwoording vindt achteraf plaats. - Dient overleg te zoeken bij afwijken van de (formule)randvoorwaarden. - Speelt in op korte termijn ontwikkelingen en lokale/regionale activiteiten om de omzet/afzet te vergroten. Wordt aangesproken op de omzet en variabele kosten (waste, personeelskosten). - Bouwt een lokaal netwerk op en onderhoudt dit (b.v. met winkeliersvereniging). | ||
Zwaartepunt functie | - Functiehouder is te typeren als de meewerkend voorman. Richt zich vooral op de operationele aansturing (dagelijkse coördinatie, planning, aansturing personeel) en de voorbereiding (openen/opstarten en sluiten van vestiging, dagelijkse bestellingen). - Denkt mee met eigenaar/regiomanager, kern ligt in bedenken lokale promotie-acties, aanschaf van apparatuur e.d. | - Idem bedrijfs-/filiaalleider I , maar heeft een formele gezagsrelatie naar de medewerkers en is leidend in de beoordeling van medewerkers. - Heeft een korte termijn focus (enkele weken vooruit), wordt door de eigenaar/regiomanager formeel betrokken in de discussie over de verbetering van de bedrijfsprocessen, aanschaf van apparatuur en lokale promotie-acties. | - Werkt in principe (deels) boven formatie, springt bij in de operationele uitvoering wanneer de voortgang dit vraagt. Focus ligt op (bijsturing van de) operationele bedrijfsvoering. - Denkt mee en reageert op input van of voorstellen vanuit centrale management en/of leiding- gevende. | ||
Kennis en ervaring | - Kennis van en ervaring met verkooptechnieken. - Kennis van producten en producteigenschappen. | - idem bedrijfs-/filiaalleider I. - idem bedrijfs-/filiaalleider I. | - idem bedrijfs-/filiaalleider II. - idem bedrijfs-/filiaalleider II. |
- Inzicht in lopende acties, procedures en methoden. - Enige jaren relevante werkervaring in een soortgelijke functie. | - idem bedrijfs-/filiaalleider I. - idem bedrijfs-/filiaalleider I. | - idem bedrijfs-/filiaalleider II. - idem bedrijfs-/filiaalleider II. | |||
Functiebenamingen (1990, 1995, 1997) | - Filiaalleider 1 - Filiaalleider 2 | - Filiaalleider 2 - Filiaalleider 3 - Filiaalleider 4 | - Filiaalleider 4 | ||
Salarisschaal | 4 | 5 | 6 (referentie) | 7 | 8 |
COMPETENTIES | - | BEDRIJFS-/FILIAALLEIDER I | BEDRIJFS-/FILIAALLEIDER II | BEDRIJFS-/FILIAALLEIDER III | + |
Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. | Zie competentieprofiel Verkoopmedewerker | Aansturen (2): - geeft, waar nodig, veiligheidsinstructie aan medewerkers en aanwezigen. | Aansturen (3): - zorgt voor veiligheid-, Arbo- en milieu-instructies en voert het bedrijfsbeleid uit; - geeft heldere inhoudelijke instructies/aanwij- zingen aan collega’s; - verdeelt het werk goed over de mensen. | Aansturen (4): - controleert de werkzaamheden van de medewerkers; - past waar nodig in overleg de werkzaamheden van de medewerkers aan. | Geen referentie beschikbaar |
Relaties bouwen en netwerken (3): - onderhoudt contacten met bestaande interne en externe relaties/klanten. | Idem bedrijfs-/filiaalleider I. | Relaties bouwen en netwerken (4): - hanteert verschillende methoden om contact te leggen en te onderhouden met bestaande en nieuwe relaties. | |||
Creëren en innoveren (2): - levert een eenvoudige bijdrage aan overleg over verbeteringen; - merkt eenvoudige mogelijkheden voor verbetering op. | Creëren en innoveren (3): - doet voorstellen om veel voorkomende fouten/ tekorten te voorkomen; - attendeert zijn/haar team/klant/opdrachtgever op verbetermogelijkheden van standaard producten en werkwijzen; - benoemt ideeën hoe het anders kan en deelt die met anderen. | Idem bedrijfs-/filiaalleider II. | |||
Op de behoefte en verwachtingen van de ‘klant’ richten (3): - achterhaalt de essentie van vragen/klachten van klanten en reageert daar direct adequaat op of brengt ze in contact met iemand die ze wel kan helpen. | Idem bedrijfs-/filiaalleider I. | Op de behoefte en verwachtingen van de ‘klant’ richten (4): - herkent signalen van de klant; - kiest per geval een passende aanpak om de klanttevredenheid te verhogen en vertaalt de aanpak in een beleid op het bedrijf. | |||
Ondernemend en commercieel handelen (3): - heeft oog voor kansen; - denkt mee over de commerciële haalbaarheid van nieuwe producten en diensten. | Idem bedrijfs-/filiaalleider I. | Ondernemend en commercieel handelen (4): - is alert op trends en vertaalt deze naar kansen voor de organisatie; - schat de commerciële potentie in. | |||
Bedrijfsmatig handelen (3): - maakt afweging tussen directe en indirecte kosten en stuurt het werk bij om extra kosten te voorkomen. | Idem bedrijfs-/filiaalleider I. | Bedrijfsmatig handelen (4): - stuurt op efficiëntie in het werk en vertaalt dat naar verbeteringen voor operationeel beleid. |
Functiegroep: commercie Regiomanager Functienummer: C.03
FUNCTIEPROFIEL | ||
Kenmerken van de referentiefunctie De regiomanager is verantwoordelijk voor de voortgang en resultaten van 8 tot 12 brood-/banketbakkersfilialen. Hij/zij formuleert hiertoe plannen o.b.v. marktanalyses en gefiatteerde doelstellingen en vertaalt het centraal vastgestelde beleid naar de praktische uitvoering op de werkvloer. De regiomanager draagt de formule-uitgangspunten over, implementeert en bewaakt ze. Hij/zij signaleert de behoeften van klant en medewerkers, maakt afspraken met bedrijfs-/filiaalleiders over doelen en verbeteracties en onderhoudt de praktische afstemming met derden in de eigen regio. | ||
Organisatie Direct leidinggevende : vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : 10 - 15 filiaalleiders. | ||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
1. Regioplan | - bijhouden van de ontwikkelingen binnen de vraagkant van de markt, (laten) verrichten van marktonderzoek, in kaart brengen van positie van en koopargumenten voor (producten van) concurrenten; - doen van voorstellen voor concrete commerciële en financiële doelstellingen (marktaandelen, specifieke projecten/acties/producten e.d.); - uitwerken van e.e.a. in concrete acties en programma’s; - toelichten en motiveren van plannen naar de leidinggevende; - signaleren van kansen en bedreigingen voor de korte en middellange termijn, adviseren leidinggevende t.a.v. de te nemen (collectieve) acties en noodzakelijke uit- breidingen/aanpassingen van aard/omvang filialen teneinde de positie uit te bouwen. | - aansluiting op visie en strategie van de organisatie; - kwaliteit plannen: business- potentie, helderheid penetratie- programma’s, aantal conceptversies, % budgetgunning; - realisatiegraad plannen: aantal benutte kansen, % uitgevoerde acties. |
2. Realisatie commerciële output | - bewaken van de voortgang en de kwaliteit van de werk- zaamheden in de regio; bijsturen van zaken, en stellen van prioriteiten; - behandelen van zich voordoende problemen, nemen van beslissingen terzake of deze voorleggen aan de leiding- gevende; - toezicht houden op het beheer (door bedrijfs-/filiaalleider) van de verkooppunten en op de uniformiteit van uitstraling, onderhoud, hygiëne e.d.; - actief volgen van de omzet (per filiaal), waar nodig (laten) nemen van acties; - (laten) opstellen van periodieke en ad hoc-rapportages over de resultaten van de filialen; - geven van inzicht in ontwikkelingen, bijzonderheden e.d. naar de leidinggevende mede ten behoeve van de evaluatie/bijstelling van beleid. | - financieel resultaat regio: omzet, marge, omvang cross selling; - voorraadhoogtes; - marktpositie: aantal (nieuwe) zakelijke klanten, marktaandeel (regio en per klant). |
3. Operationalisering randvoorwaarden | - zorgen voor eenduidige procedures, gestandaardiseerde werkmethoden e.d. eventueel in samenspraak met collega- regiomanagers en andere disciplines; - zorgen voor de beschikbaarheid van benodigde systemen, middelen, materialen, etc.; - aanvragen en aanwenden van budgetten. | - effectiviteit en consistentie van werkmethoden en procedures; - beschikbaarheid mensen en middelen. |
4. Personeelsmanagement | - vaststellen van de wenselijke kwalitatieve en kwantitatieve formatie; - fiatteren van voorstellen voor opleidingen, promotie of ontslag; - beoordelen/stimuleren van directe medewerkers, voeren van functioneringsgesprekken, maken van ontwikkelafspraken; - overdragen van kennis, geven van trainingen; - verzorgen van c.q. toezien op het personeelsbeheer. | - aansluiting op bedrijfsplan; - beschikbaarheid vereiste competenties; - flexibiliteit inzetbaarheid; - realisatie doelstellingen P&Obeleid. |
Bezwarende omstandigheden | ||
- Kans op letsel door verkeersongevallen als gevolg van verkeersdeelname. | ||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: 10 |
Functiegroep: commercie Winkel accountmanager Functienummer: C.04
FUNCTIEPROFIEL | ||
Kenmerken van de referentiefunctie De winkel accountmanager is te typeren als de adviseur en relatiemanager van de winkeleigenaar/franchisenemer/filiaalhouder. Bij franchise- ketens wordt hij geconfronteerd met centraal geleide concepten, terwijl zelfstandig winkeleigenaren er eigen ideeën t.a.v. de bedrijfsvoering op na houden. De winkel accountmanager is primair gericht op het behoud en het uitbouwen van de omzet van zijn accounts (door marktverkenning en -exploratie). Hij werkt binnen een vastgesteld prijs- en productenbeleid en stelt zijn eigen verkoopplan op. Bij zijn advies/begeleiding maakt de winkel accountmanager gebruik van centraal bijgehouden benchmark- en rendementsmodellen. | ||
Organisatie Direct leidinggevende : vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : niet van toepassing. | ||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
1. Winkel accountplan | - afstemmen met leidinggevende t.a.v. ontwikkelingen binnen de klantketen/-formule, verkoopbeleid eigen organisatie; - formuleren, uitwerken, uitvoeren, bijstellen en evalueren van winkel accountplannen binnen de kaders van het verkoopplan van de eigen organisatie; - benoemen/vormgeven van het eigen activiteitenplan; - analyseren afnamepatronen en omzet(prognoses) bij de winkels; - initiëren acties ten behoeve van realisatie van doelstellingen of uitbreiding van de omzet/het assortiment. | - mate waarin doelstellingen (marktaandeel, afzet, rendement, assortiment) worden gerealiseerd; - tijdige aanlevering accountplan; - aantal en realisatiegraad activiteitenplan(nen) per account. |
2. Advies en begeleiding klanten | - bijhouden van marktontwikkelingen in producten, prijs, (promotie-)activiteiten en winkelinrichting bij concurrenten; - analyseren van de verkoopcijfers van de winkels, gerelateerd aan marktcijfers; - bezoeken klanten, afstemmen met eigenaar/franchise- nemer/filiaalhouder over behaalde omzet, dienstverlening, acties, kortingen, etc.; - adviseren klanten over corrigerende maatregelen bij achterblijvende resultaten; - adviseren van de klant (ondernemer/winkelkader) inzake winkelinrichting, assortimentsoptimalisatie, promotie, administratieve systemen, kwaliteitsborging, etc.; - inventariseren, bespreken en analyseren van (latente) klantwensen en op basis hiervan in overleg met de klant aanpassen van de dienstverlening; - geven van voorlichting en/of presentaties, coachen/ trainen van winkelmanagement/medewerkers; - optimalisering van de samenwerking met de klant; - afhandelen van eenvoudige klachten inzake de dienstverlening. | - klanttevredenheid; - duurzaamheid relatie; - afzetontwikkeling per klant; - omvang vreemde inkoop door klanten; - snelheid reactie bij klachten; - aantal adviesmomenten per klant. |
3. Registratie | - uitwerken en vastleggen van bezoekrapporten; - registreren van gemaakte afspraken ten behoeve van de verkoopadministratie en -afhandeling; - vastleggen van overige gegevens en informatie met betrekking tot verkoopactiviteiten, accountbewerking, etc. | - informatieve waarde gegevens (tijdigheid, volledigheid); - basis voor evaluatie en bijsturing door leidinggevende. |
Bezwarende omstandigheden | ||
- Kans op letsel door verkeersongevallen als gevolg van verkeersdeelname. | ||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: 8 |
Functiegroep: commercie Winkel accountmanager Functienummer: C.04
COMPETENTIEPROFIEL |
Kennis en betekenisvolle ervaring: - MBO werk- en denkniveau. - Inzicht in het assortiment en de USP’s van de eigen organisatie. - Inzicht in de praktijk van een brood-/banketafdeling in een (vestiging van een) grootwinkelbedrijf. - Praktisch inzicht in de koopmotieven en -gewoonten van de doelgroep van de klant. |
Competenties / gedragsvoorbeelden Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. Aandacht en begrip tonen (5): - neemt waar wat anderen willen en geeft passende feedback; - schat de haalbaarheid van plannen en voorstellen bij betrokkenen goed in; - anticipeert op de reactie en gevoelens van de ander door de communicatie hierop af te stemmen. Beslissen en activiteiten initiëren (4): - beslist zelfstandig; - neemt initiatieven om te waarborgen dat passend gereageerd wordt en ingespeeld wordt op veranderende omstandigheden bij lopende processen waarvoor hij verantwoordelijk is. Ondernemend en commercieel handelen (4): - is alert op trends en vertaalt deze naar kansen voor de organisatie; - schat de commerciële potentie in. Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten (5): - denkt mee bij contractering en dienstverlening door zich te verdiepen in de situatie van de klant; - biedt maatwerk in dienstverlening op grond van professionele en commerciële afwegingen. Overtuigen en beïnvloeden (4): - beïnvloedt de zienswijze van medewerkers/opdrachtgevers/klanten door met gezag te spreken, argumenten aan te voeren, te onderbouwen of te weerleggen en betrekt daarbij gevoelens. Relaties bouwen en netwerken (4): - hanteert verschillende methoden om contact te leggen en te onderhouden met bestaande en nieuwe relaties. |
Functiegroep: commercie Key accountmanager Functienummer: C.05
FUNCTIEPROFIEL | ||
Kenmerken van de referentiefunctie De key accountmanager is te typeren als de adviseur en relatiemanager van de salesmanager van (een deel van de vestigingen van) een grootwinkelbedrijf en de binnen zijn regio/domein vallende winkels (franchisenemers of filiaalhouders). Hij is daarmee enerzijds de sparringpartner van zijn opdrachtgever/contactpersoon binnen de centrale sales-organisatie van de klant en anderzijds de fieldmanager van het advies- en begeleidingsproces van de filialen van de klant. Bij (franchise)ketens wordt hij geconfronteerd met centraal geleide concepten, terwijl zelfstandig winkeleigenaren er eigen ideeën t.a.v. de bedrijfsvoering op na houden. De aan hem rapporterende winkel accountmanagers zijn te typeren als de 1e lijns contactpersonen in het advies- en begeleidingsproces naar de winkelmanagers van de klantorganisatie. De key accountmanager is daarmee primair gericht op het behoud en het uitbouwen van de omzet (door marktverkenning en -exploratie) bij (en van) de tot zijn verantwoordelijkheidsdomein behorende winkelvestigingen van grootwinkelbedrijf/-bedrijven. Hij/zij werkt binnen de tussen de eigen en klantorganisatie overeengekomen contractafspraken en service levels. Afhankelijk van de omvang van het (de) account(s), kan de key accountmanager een team van beperkte omvang (4-7 medewerkers) aansturen om zijn account(s) optimaal te bedienen. | ||
Organisatie Direct leidinggevende : vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : 4 - 7 winkel accountmanagers of verkoopondersteuners. | ||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
1. Jaarplan account(s) | - volgen van ontwikkelingen in het eigen afzetgebied en ontwikkelingen en marketing- en salesdoelstellingen binnen de klantorganisatie (totaal en op vestigingsniveau), bespreken van beeldvorming met de salesverantwoordelijke bij de klant; - bespreken van ontwikkelingen en inzichten met collega key accountmanagers en/of leidinggevende teneinde ontwikkelingen in de markt maximaal te benutten; - formuleren, uitwerken en continu evalueren van het jaarplan dat richting geeft aan de commerciële en financiële doelstellingen en de bijstelling en/of operationalisering van de contractafspraken met de klant; - (laten) vertalen van beeldvorming naar concrete marketingacties en activiteitenplannen (op klant- en vestigingsniveau); - bespreken/afstemmen van vestigingsoverstijgende acties binnen de klantorganisatie, continu evalueren en bijstellen van plannen en actieprogramma’s. | - kwaliteit marktgegevens en concurrentie-analyse; - mate van inzicht in klantwensen en - presteren; - mate waarin plannen uitdagend en vernieuwend zijn; - aantal (door leidinggevende) overgenomen voorstellen; - aantal bijstellingen door het jaar heen. |
2. Accountmanagement | - onderhouden van de contacten met van belang zijnde functionarissen binnen de klantorganisatie, opbouwen, in stand houden en uitbouwen van de goodwill, behandelen van en inspelen op wensen en klachten; - bespreken van operationele resultaten (totaal en op vestigingsniveau) in relatie tot marktcijfers, problemen en lopende/beoogde (prijsondersteunende en promotionele) acties; - doen van voorstellen voor uitbreiding/optimalisatie van de dienstverlening naar de klantorganisatie daarbij inspelend op de (latente) behoeften van de klant; - op concernniveau adviseren van de klant inzake winkel- inrichting, assortiment(vernieuwingen), kwaliteitsborging, etc.; - optimalisering van de samenwerking met de klant op ver- schillende niveaus (distributiecentra, regio, winkel, etc.); - vastleggen van toezeggingen aan de klant, waar nodig toelichten van afspraken aan collega-afdelingen. | - klanttevredenheid; - bezoek-/contactfrequentie; - lengte/verloop relatie(s); - profilering in aansluiting op gewenste uitstraling; - tijdige en juiste opvolging toezeggingen. |
3. Advies en begeleiding winkels | - bewaken van de kwaliteit en voortgang van de advisering en begeleiding van klanten op winkelniveau; - richting geven aan de bewerking van de markt en het leggen en onderhouden van contacten met bestaande klanten; - stellen van prioriteiten, bevorderen van een goede samenwerking en onderlinge kennis- en informatie- uitwisseling; - volgen van het afzetverloop, beoordelen/analyseren van bezoekverslagen, initiëren van specifieke acties; - afhandelen van klachten. | - financieel resultaat klantportefeuille (omzet, marge, totaal c.q. per vestiging); - marktaandeel (% totale brood/ banket afzet klant); - klanttevredenheid; - aantal bezoek/adviesmomenten per klant/vestiging; - % vastlegging in CRM systeem. |
4. Verantwoording resultaten | - (laten) opmaken van periodieke en ad hoc-rapportages over de resultaten van de winkel accountmanagers en de onder hun beheer vallende winkels; - geven van inzicht in ontwikkelingen, bijzonderheden e.d. mede ten behoeve van de bijstelling van het beleid en de (contract)afspraken met de klant. | - inzicht in behaalde resultaten; - inzicht in oorzaken van afwijkingen t.o.v. doelstellingen, plannen, budgetten; - uitgangspunt voor evaluatie/ bijsturing. | |
5. Personeelsbeheer | - vaststellen van de wenselijke kwalitatieve en kwantitatieve formatie; - fiatteren van voorstellen voor opleidingen, promotie of ontslag; - beoordelen/stimuleren van directe medewerkers, voeren van functioneringsgesprekken, maken van ontwikkelafspraken; - verzorgen van c.q. toezien op het personeelsbeheer. | - aansluiting op bedrijfsplan; - beschikbaarheid vereiste competenties; - flexibiliteit inzetbaarheid; - realisatie doelstellingen P&Obeleid. | |
Bezwarende omstandigheden | |||
- Kans op letsel door verkeersongevallen als gevolg van verkeersdeelname. | |||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: | 10 |
Functiegroep: commercie Key accountmanager Functienummer: C.05
COMPETENTIEPROFIEL |
Kennis en betekenisvolle ervaring: - HBO werk- en denkniveau. - Meerjarige ervaring binnen (of een toeleverend bedrijf naar) het grootwinkelbedrijf. - Uitgebreide kennis van het assortiment, de USP’s van de eigen organisatie en de koopargumenten van de klant en de klant van de klant. |
Competenties / gedragsvoorbeelden Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. Aansturen (5): - (h)erkent prestaties van individuen en teams; - geeft medewerkers de ruimte eigen doelen te formuleren; - laat medewerkers werkzaamheden verdelen en uitvoeren en helpt waar nodig, zonder het werk over te nemen. Aandacht en begrip tonen (5): - neemt waar wat anderen willen en geeft passende feedback; - schat de haalbaarheid van plannen en voorstellen bij betrokkenen goed in; - anticipeert op de reactie en gevoelens van de ander door de communicatie hierop af te stemmen. Kwaliteit leveren (5): - grijpt in als de geëiste kwaliteit niet in orde is; - vraagt feedback met betrekking tot de kwaliteit van het door zijn groep geleverde werk; - voelt zich mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de producten en diensten van de organisatie; - streeft voortdurend naar kwaliteitsverbetering van producten en diensten. Ondernemend en commercieel handelen (4/5): - stelt marktbewerkingsplannen op voor bestaande klantgroepen; - vertaalt ontwikkelingen in de markt naar (voor de klant) commercieel interessante producten en diensten weegt kosten en opbrengsten af. Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten (5): - denkt mee bij contractering en dienstverlening door zich te verdiepen in de situatie van de klant; - biedt maatwerk in dienstverlening op grond van professionele en commerciële afwegingen. Relaties bouwen en netwerken (5): - bouwt een relatienetwerk op dat relevant is voor (een onderdeel van) de organisatie; - creëert een vertrouwensband met de gesprekspartner; - brengt mensen met elkaar in contact. |
Functiegroep: commercie Formule specialist Functienummer: C.06
FUNCTIEPROFIEL | ||
Kenmerken van de referentiefunctie De formule specialist is te typeren als de tactisch marketeer en sparringpartner van directie of sales en marketing manager (afhankelijk van de omvang van de organisatie) in het in de markt zetten en optimaliseren van de tot de onderneming behorende formules. Een en ander binnen de richtlijnen ten aanzien van de door het management vastgestelde positionering/branding en de marketingkaders (prijs, product, promotie) van de onderscheiden productgroepen. Zijn aandachtsgebied betreft het activeren van de formule middels het ontwikkelen van programma’s (promotionele acties, incentive-programma’s voor klanten/consumenten e.d.), het optimaliseren van het formule-assortiment en de presentatie/positionering zodat de consumentenstroom en daarmee het omzet- en winstgenererend vermogen van de formule blijft gewaarborgd. | ||
Organisatie Direct leidinggevende : vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : niet van toepassing. | ||
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
1. Middellange en korte termijn marketing- en communicatieplan voor de formule. | - in kaart brengen van ontwikkelingen (productinnovaties, trends, prijzen, e.d.) in de vraagzijde (afnemers, consu- menten) en aanbodzijde (inkoopmarkt, concurrenten) van de markt; benoemen van benodigd aanvullend onderzoek en aangeven van benodigde budgetten; - vertalen van gegevens/inzichten naar eisen ten aanzien van de marketingmix voor de formule en uitwerken van bevindingen in een formulejaarplan, doen van voorstellen voor op te nemen productlijnen, prijsstellingen, promotionele acties, e.d. en onderbouwen van voorstellen met verwachte afzet- en financiële gegevens; - motiveren van voorstellen naar het management. | - kwaliteit van het plan: . business-potentie; . helderheid voorstellen; . mate waarin voorstellen worden overgenomen; - aansluiting op visie en strategie brandlabel. |
2. Brand activation (incl. jaarkalender) | - inbrengen van ideeën over de inzet van de diverse (tastbare en elektronische) communicatievormen; - opstellen/uitwerken jaarkalender (inclusief benodigde budgetten) met formulespecifieke sales- en marketing-acties, motiveren van voorstellen; - briefen van externe partijen, aanvragen van offertes/ aanbiedingen, beoordelen en doorspreken van voorstellen met interne betrokkenen, bewaken van de voortgang en kwaliteit van de overeengekomen diensten en nemen van corrigerende maatregelen; - overdragen van plannen, concepten, eventuele trainings- programma’s e.d. aan de sales-organisatie en/of de klant- /afzetkanalen (eigen of derden); - beheren en (laten) bijhouden formulehandboeken. | - afzetontwikkeling formule; - naamsbekendheid (spontaan, geholpen); - ambitieniveau/creativiteit voorstellen; - budget(realisatie). |
3. Assortiments- management | - doen van voorstellen t.a.v. inkrimping/uitbreiding van het assortiment, beoordelen/inschatten van de (potentiële) afnameverwachting van artikelen, afstemmen hiertoe met de sales-organisatie; - doen van voorstellen voor de verkoopprijs (al of niet binnen de categorierichtlijnen) op basis van de kostenopbouw, concurrentieprijzen, beoogde marges; - (laten) opnemen van productinformatie in de diverse geautomatiseerde databases. | - kwaliteit assortimentsopbouw: . financiële bijdrage assortiment; . margemix; . exclusiviteit/differentiatie; . omloopsnelheid (artikelniveau). |
Bezwarende omstandigheden | ||
- Eenzijdige houding en belasting van de oog- en rugspieren bij het werken met de computer. | ||
Datum: juli 2011 | Salarisschaal: 10 |