MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Concept
Sociaal Plan Jeugdinstellingen
Lindenhorst-Almata en Xxxxxx Xxxxxxxxxxx
Ten behoeve van het regelen van de overgang van medewerkers van Xxxxxxxxxxx- Xxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxxxxxx als gevolg van de privatisering i.c. verkoop van de jeugdinstellingen aan de overnemende partij(en)
INHOUDSOPGAVE
1. .................................................................................................................................... Inleiding 3
2. ...........................................................................................................Begripsomschrijvingen 4
3. ...........................................................................................................Algemene bepalingen 6
4. .................................................................................................... uitgangspunten overgang 7
5. ........................................................................................................................... Rechtspositie 7
......................................................................................................................................................... Aanstelling
Werkgarantie en vangnet wegvallen werkgelegenheid 8
......................................................................................................................................................... Aanstelling
6. ....................................................................Indiensttreding en bijbehorende bepalingen 9
......................................................................................................................................................... Indiensttredi
Procedure rechtspositionele overgang 9
7. .............................................................................................................Arbeidsvoorwaarden 11
......................................................................................................................................................... Functiescha
......................................................................................................................................................... Inschaling
Collectieve premieverdeling pensioen 12
......................................................................................................................................................... Toelage onr
......................................................................................................................................................... Vaste toela
......................................................................................................................................................... Ouderschap
......................................................................................................................................................... PAS-regeling
......................................................................................................................................................... Verlofaansp
......................................................................................................................................................... Vergoeding
......................................................................................................................................................... Ambtsjubile
......................................................................................................................................................... Werkpatron 8. ......................................................................................Substantieel bezwarende functies 14
9. ................................................................................................................................... Pensioen 16
privatisering 16
lasten a. g. v. collectieve uittreding 16
pensioen overdracht 16
10. ......................................................................................................................... Overige zaken 17
......................................................................................................................................................... Inwerkingtre
......................................................................................................................................................... Personeelsd
......................................................................................................................................................... Arbeidsong
......................................................................................................................................................... Ontheffing t
Advies fiscale advisering
......................................................................................................................................................... Interpretatie
11. ............................................................................................................................. Slotbepaling 18
Bijlagen:
Bijlage 1 Conversietabel
1. Inleiding
De Minister van VWS heeft het besluit genomen om de taken en werkzaamheden van de Jeugdinstellingen van VWS te beëindigen en deze taken te privatiseren naar de sector Jeugdzorg.
Bij brief van 13 april 2011 heeft de Staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer laten weten dat de huidige grote leegstand in de Jeugdzorg Plus leidt tot een reductie van de capaciteit in de Jeugdzorg Plus. Er is besloten dat landelijk alle tijdelijke capaciteit wordt afgestoten en dat er daarnaast nog een korting op de reguliere capaciteit zal worden toegepast.
Inhoudelijk hield bovenstaande in dat Almata, bestaande uit de locatie Den Dolder en Ossendrecht werd opgesplitst en dat Almata en De Lindenhorst een reductie in capaciteit dienden te realiseren.
De locatie Ossendrecht werd losgemaakt van Den Dolder is in capaciteit gereduceerd en is werkzaam gebleven in de zorgregio Zuid. De Lindenhorst en Almata locatie Den Dolder zijn na een reductie in capaciteit gefuseerd. Deze veranderingen zijn in 2013 afgerond.
De beide (nieuwe) organisaties staan nu voor het moment van privatisering dit mede in relatie tot de transitie in de Jeugdzorg van Rijk en Provincies naar de gemeenten. Voor de organisatie Lindenhorst- Almata betreft dit de zorgregio Noordwest en voor Almata Ossendrecht is dit de zorgregio Zuid.
De privatisering heeft personele en sociale gevolgen voor de medewerkers van de Lindenhorst-Almata en Xxxxxx Xxxxxxxxxxx. Dit sociaal plan dient er toe om deze gevolgen in redelijkheid op te vangen.
De medewerker die zijn werkzaamheden volgt (ARAR art 49 vv lid 1 en 2, outsourcing) en in dienst treedt bij de overnemende partij, doet dit onder de voorwaarden, zoals vastgesteld in dit Sociaal Plan.
De medewerker die besluit om niet in dienst te treden bij de overnemende partij , maar rijksambtenaar wil blijven valt terug op de op hem van toepassing zijnde bepalingen van het VWNW-beleid (ARAR art 49 vv, lid 4 en 5, outsourcing) met dien verstande dat aan hem indien hij binnen 18 maanden niet kan worden geplaatst in een andere functie automatisch eervol ontslag wordt verleend.
De inhoud van dit sociaal plan is bindend. Dit betekent dat van de overnemende partij wordt gevraagd de inhoudelijke bepalingen en afspraken zoals vastgelegd in dit sociaal plan en voor zover van toepassing op de arbeidsrelatie na indiensttreding van de huidige rijksambtenaar als werknemer bij de overnemende partij te respecteren en zo nodig toe te passen. Bepalingen die een directe arbeidsrechtelijke consequentie inhouden, worden onderdeel van het verkoopcontract.
2. Begripsomschrijvingen
Dit Sociaal Plan verstaat onder:
ABP Algemeen burgerlijk pensioenfonds
ARAR Algemeen Rijksambtenarenreglement
AWB Algemene wet bestuursrecht
BBRA Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984
CAO Collectieve Arbeid Overeenkomst Jeugdzorg
Functie Het samenstel van taken en werkzaamheden die de medewerker door het bevoegd gezag zijn opgedragen (artikel 2 lid I BBRA)
Functieschaal Schaalniveau van de functie
Maandsalaris Salaris per maand inclusief proportioneel deel
eindejaarsuitkering en vakantiegeld
Medewerker De medewerker die voor de overgangsdatum een vaste
aanstelling heeft bij de Jeugdinstellingen van VWS en de medewerker die een tijdelijke aanstelling bij wijze van proef heeft conform ARAR art 6.2a bij Lindenhorst-Almata of Xxxxxx Xxxxxxxxxxx.
Jeugdinstellingen Xxxxxx Xxxxxxxxxxx en Lindenhorst, onderdelen van het
Ministerie van VWS
Minister De Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport
O&F-rapport Organisatie en Formatierapport van de jeugdinstellingen Overgangsdatum Datum van beëindiging van het dienstverband bij VWS en
de direct daarop aansluitende indiensttreding bij de overnemende partij
Overnemende partij Nader te benoemen overnemende partij. Peildatum 1 juli 2014
Pensioenregeling ABP De pensioenregeling van het ABP op de dag van de
privatisering
Pensioenregeling PFZW De pensioenregeling van PFZW op de dag van de
privatisering
Plaatsing op functies Conversie van de ’was – wordt’ tabel uit het O&F-rapport,
dat een overzicht geeft van alle functies en medewerkers zoals deze vanuit VWS bij de overnemende partij worden geplaatst en ingeschaald.
PFZW Pensioenfonds Zorg en Welzijn
Reisafstand De afstand van de woning tot de plaats van tewerkstelling
Reiskostenvergoeding Vergoeding voor de reiskosten conform ARAR Salaris Het jaarsalaris conform het BBRA inclusief
eindejaarsuitkering en vakantiegelduitkering
Privatisering Onder privatisering wordt verstaan de feitelijke overdracht van de activa en activiteiten van Lindenhorst-
Almata en/of Almata Ossendrecht van VWS naar de overnemende partij(en)
Dienstjaren Aantal overheidsdienstjaren
Diensttijd Het aantal aaneengesloten jaren dat men in dienst is bij Lindenhorst-Almata of Almata Ossendrecht of de rechtsvoorgangers (=DJI).
3. Algemene bepalingen
1. Dit Sociaal Plan heeft betrekking op het beëindigen van de taken van de Jeugdinstellingen van VWS en als gevolg hiervan de personele overgang van medewerkers van de jeugdinstellingen naar een private werkgever. Op het moment van overgang worden de Jeugdinstellingen VWS opgeheven. Het Sociaal Plan biedt regelingen en voorzieningen voor deze groep medewerkers.
2. Het Sociaal Plan vindt zijn grondslag in artikel 49vv ARAR (outsourcing) en is van toepassing op de medewerker die op de dag voorafgaand aan de overgang naar de private werkgever is aangesteld bij de jeugdinstellingen van VWS.
Artikel 49vv Outsourcing
1. Indien een onderdeel van de sector Rijk wordt geprivatiseerd of verzelfstandigd dan wel de werkzaamheden van dat onderdeel worden uitbesteed of overgedragen aan andere overheden buiten de sector Rijk, wordt een sociaal plan opgesteld.
2. De betrokken ambtenaren gaan overeenkomstig het bepaalde in het sociaal plan over naar de private onderneming, het zelfstandig bestuurs- orgaan of de andere overheden buiten de sector Rijk. Aan hen wordt eervol ontslag verleend.
3. De betrokken ambtenaar die op basis van het sociaal plan niet kan overgaan naar de private onderneming, het zelfstandig bestuursorgaan of de andere overheden buiten de sector Rijk, wordt verplichte VWNW-kandidaat.
4. In afwijking van het tweede lid, kan de ambtenaar die is aangesteld in tijdelijke dienst voor een proeftijd of de ambtenaar die is aangesteld in vaste dienst, op zijn aanvraag voor de duur van maximaal achttien maanden in dienst blijven. Bij de overgang naar een bij de Stichting Pensioenfonds ABP aangesloten organisatie kan betrokkene maximaal twaalf maanden in dienst blijven. De ambtenaar in vaste dienst wordt eervol ontslag verleend indien hij gedurende deze periode niet kan worden geplaatst in een andere functie.
5. Tijdens de periode, bedoeld in het vierde lid, heeft de ambtenaar aanspraak op het begeleidingtraject en de voorzieningen bedoeld in paragraaf 3 van dit hoofdstuk.
3. Waar in dit Sociaal Plan bedragen worden genoemd wordt uitgegaan van bruto bedragen tenzij dit uitdrukkelijk anders is vermeld.
4. Waar in dit Sociaal Plan wordt gesproken over medewerker/hij/hem wordt ook medewerkster/zij/haar bedoeld.
4. Uitgangspunten overgang
1. Het ‘Besluit VWNW sociaal beleid sector Rijk 2011 – 2016’ en de ‘VWS-procedure bij reorganisaties 2002’ hebben als uitgangspunt gediend voor dit Sociaal Plan.
2. Aangelegenheden die door de Awb worden geregeld, zijn niet in dit Sociaal Plan opgenomen. De Awb bevat algemene en bijzondere bepalingen over het tot stand komen van besluiten en de bekendmaking hiervan, alsmede aanwijzingen voor het instellen van bezwaar en beroep.
3. Aan de medewerker die in dienst treedt bij de overnemende partij wordt eervol ontslag verleend op basis van art 49 vv van het ARAR. Hij beëindigt daarmee zijn ambtelijke loopbaan en tevens de participatie als deelnemer van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ABP.
4. De medewerker die in dienst treedt bij de overnemende partij sluit een arbeidscontract naar burgerlijk recht en wordt op de dag van indiensttreding deelnemer aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, het PFZW.
5. De in het VWNW-beleid opgenomen bepaling over salarisgarantie en salarissuppletie (artikel 49gg van het ARAR), wordt ook van toepassing verklaard op medewerkers die hun werk volgen naar de overnemende partij . Deze salarisgarantie en suppletie geldt tot 100% van het salaris dat gold op de dag voorafgaand aan de dag van het in dienst treden bij de overnemende partij
Deze salarisgarantie en suppletie geldt tot 100% van het salaris dat gold op de dag voorafgaand aan de dag van het in dienst treden bij de overnemende partij .
5. Rechtspositie
Artikel aanstelling onbepaalde tijd
1. De medewerker zal op non-selectie basis in diensttreden bij de overnemende partij. In bijgevoegd functie conversie overzicht (zie bijlage 1) is uitgewerkt naar welke functie de medewerker zal overgaan.
2. De medewerker die een aanstelling voor onbepaalde tijd, oftewel een aanstelling in vaste dienst bij Lindenhorst-Almata of Xxxxxx Xxxxxxxxxxx heeft, krijgt een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van de overnemende partij.
3. De medewerker als bedoeld in lid 1 krijgt de functie met de functiebenaming en/of functie-inhoud van de overnemende partij aangeboden, deze aangeboden functie zal qua inhoud een soortgelijke functie zijn als de functie die medewerker voor privatisering uitoefende.
4. In het aanbod van de arbeidsovereenkomst neemt de overnemende partij de met de medewerker afgesproken arbeidsduur op. Deze verandert niet als gevolg van de privatisering.
5. De diensttijd voor privatisering gelden bij ambtsjubileum als dienstjaren voor de werknemer in de zin van de XXX Xxxxxxxxx en bij een eventueel Sociaal Plan naar aanleiding van reorganisatie bij de overnemende partij.
Artikel werkgarantie en vangnet wegvallen werkgelegenheid
1. De medewerker heeft vanaf de overgangsdatum een werkgarantie van 18 maanden.
2. Indien de medewerker binnen drie jaar vanaf de overgangsdatum buiten zijn schuld of toedoen bij de overnemende partij wordt ontslagen, heeft hij aanspraak op een uitkering overeenkomstig het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk zoals dat geldt op de datum van ontslag.
3. Indien de medewerker ten gevolge van dit ontslag recht heeft op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt deze uitkering in mindering gebracht op de uitkering bedoeld in het eerste lid.
4. De medewerker zal deze aanvulling op zijn WW-uitkering zelf bij P-direkt moeten aanvragen.
Artikel aanstelling bepaalde tijd
1. De medewerker die in de 3e tijdelijke aanstelling werkzaam is, zal worden gevraagd of hij mee wil naar de overnemende partij en zal indien hij dat wil worden aangesteld in vaste dienst.
2. De aanstellingen voor bepaalde tijd lopen van rechtswege af en zullen niet vallen binnen het bereik van de privatisering.
3. Indien de overnemende partij medewerkers met een aanstelling voor bepaalde tijd een tijdelijk contract aanbiedt, geldt dit voor de medewerker als een eerste tijdelijk contract omdat er geen sprake is van keten benadering.
6. Indiensttreding en bijbehorende bepalingen
Artikel indiensttreding
1. De medewerker ontvangt een overzicht plaatsing op functie waarin is uitgewerkt naar welke functie de medewerker zal overgaan binnen de CAO Jeugdzorg.
2. Van VWS ontvangt de medewerker een brief waarin zijn individuele afspraken van vóór de privatisering, zijn vastgelegd en die worden overgenomen door de overnemende partij. Ook ontvangt de medewerker een overzicht van de voor hem geldende compensaties die in het kader van de overgang in dit Sociaal Plan zijn afgesproken.
3. De medewerker ontvangt een aanbod van de nieuwe werkgever. Dit aanbod geeft in ieder geval inzicht in de aangeboden functie inclusief de daarbij behorende functiebeschrijving, het daaraan gekoppelde functieniveau, het aangeboden salaris, de omvang van het dienstverband, de werktijdregeling en de plaats en organisatorische eenheid van tewerkstelling.
4. Wanneer de medewerker het aanbod aanvaardt, tekent hij het arbeidscontract naar burgerlijk recht en treedt in dienst bij de overnemende partij .
5. Indien een medewerker het aanbod van de nieuwe werkgever niet aanvaardt dan zal deze medewerker aangewezen worden als een verplicht VWNW-kandidaat conform het geldende VWNW beleid bij de Rijksoverheid. Aan hem zal, indien een andere plaatsing niet gerealiseerd kan worden binnen de termijn van 18 maanden, automatisch eervol ontslag verleend worden op basis van artikel 49 vv, lid 4 en 5 (outsourcing) van het ARAR.
6. Aan die medewerkers, die qua leeftijd voor of in 2017 gebruik kunnen maken van het SBF-verlof, zoals vastgelegd in de vigerende SBF-regeling dd. ondertekening, wordt de mogelijkheid geboden om of te kiezen voor het in dienst treden bij de overnemende partij , waarbij dan het recht op SBF verlof vervalt of te kiezen voor een detachering naar de overnemende partij tot de dag waarop voor de eerste keer van het SBF-verlof gebruik kan worden gemaakt. Deze detachering komt dan in de plaats van de aanstelling bij de overnemende partij en eindigt uiterlijk op de eerste dag waarop het SBF-verlof kan ingaan. Vanaf deze dag zal aan betrokkene een SBF-verlof uitkering worden verleend conform de op datum overgang geldende regeling. In geval van detachering zullen voor de overgangsdatum afspraken worden gemaakt met betrokkene over de voorwaarden. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd
Artikel procedure rechtspositionele overgang
1. Acht weken voor de datum van privatisering, dan wel zo spoedig mogelijk, krijgt de medewerker het overzicht plaatsing op functie met de daarbij behorende
functieomschrijving en inschaling aangeboden. Daarnaast krijgt hij een overzicht van de consequenties en compensaties zoals die voor hem persoonlijk van toepassing zijn.
2. Zes weken voor de privatisering, dan wel zo spoedig mogelijk, krijgt de medewerker het aanbod van de arbeidsovereenkomst uitgereikt en in een gesprek nader toegelicht
3. Vier weken voor de privatisering, dan wel zo spoedig mogelijk, laat de medewerker weten of hij van het aanbod gebruik zal maken en in dienst wil treden bij de overnemende partij. Tevens stelt hij die informatie die nodig, dan wel gewenst is voor het samenstellen van zijn personeeldossier aan de overnemende partij ter beschikking.
4. Twee weken voor de privatisering, dan wel zo spoedig mogelijk, wordt het nieuwe personeelsdossier op inhoud doorgenomen en de arbeidsovereenkomst getekend
5. Indien de medewerker laat weten geen gebruik te willen maken van het aanbod van de overnemende partij krijgt hij een besluit uitgereikt inzake de aanwijzing als verplicht VWNW-kandidaat op basis van art 49vv, lid 4 van het ARAR.
7. Arbeidsvoorwaarden
Artikel functieschaal
Het vaststellen van de toepasselijke functieschaal behorende bij de functie van de medewerker in de CAO geschiedt op basis van een conversietraject van XXXX naar CAO Jeugdzorg.
In dit conversietraject wordt de formeel beschreven en vastgestelde bestaande functie van de medewerker omgezet, zoals die voldoet aan de eisen van de CAO Jeugdzorg ten aanzien van het functieboek en de functiewaardering. Deze functie van de medewerker wordt gewaardeerd conform de functie matrix en methodiek XXX Xxxxxxxxx. Het resultaat van de conversie is aan een FUWA deskundige van ECO&P voorgelegd ter advisering. Daarna wordt de uitkomst voorgelegd aan het DGO.
Artikel inschaling
1. De inschaling vindt plaats op basis van het voor de werknemer geldende brutosalarisbedrag (bij volledige werktijd) op de dag voorafgaande aan de privatisering. Alle inschalingen die leiden tot een hogere inpassing in de CAO Jeugdzorg vinden objectief en navolgbaar plaats, naar het naastliggende regelbedrag in de vastgestelde salarisschaal, dan wel uitloopschaal art 25 van de XXX Xxxxxxxxx plaats. Het toepassen van de uitloopschaal gebeurt, in afwijking van hetgeen in de CAO Jeugdzorg is vermeld, op basis van ”in voldoende mate functioneren” (analoog aan artikel 7, eerste lid van het BBRA).
.
2. De werknemer doorloopt de salarisschaal van de XXX Xxxxxxxxx overeenkomstig de daarvoor geldende regels van de XXX Xxxxxxxxx.
3. De werknemer, die op de dag voorafgaande aan de privatisering
• het maximum van het voor hem geldende salarisschaal van het BBRA ontvangt en
• van wie dit maximum hoger is dan het maximum in de voor hem geldende salarisschaal van de XXX Xxxxxxxxx ontvangt een aanvulling op zijn salaris ter grootte van het verschil.
• De werknemer dient deze salarisaanvulling conform het VWNW-beleid, ieder jaar onder opgave van zijn actuele salarisafschrift én het salarisoverzicht van het salaris geldend op de dag voorafgaand aan de privatisering zelf aan te vragen.
4. De werknemer, die op de dag voorafgaande aan de privatisering
• minder dan het maximum van het voor hem geldende salarisschaal van het BBRA ontvangt en
• van wie dit hoger is dan het maximum in de voor hem op dat moment geldende salarisschaal XXX Xxxxxxxxx ontvangt een aanvulling op zijn salaris
ter grootte van het verschil.
• De werknemer dient deze salarisaanvulling conform het VWNW-beleid, ieder jaar onder opgave van zijn actuele salarisafschrift én het salarisoverzicht van het salaris geldend op de dag voorafgaand aan de privatisering zelf aan te vragen.
Artikel collectieve premieverdeling pensioen
1. De CAO Jeugdzorg hanteert voor het pensioenbijdragenverhaal aan PFZW een collectieve premieverdeling, die in de verhouding tussen werkgevers- en werknemersdeel, (Zorg en Welzijn 48%) afwijkt van de premieverdeling die is vastgesteld binnen de Rijksoverheid(circa 30%).
2. Vastgesteld wordt of het netto jaarinkomen op de dag voorafgaande aan de privatisering gelijk of hoger is dan het netto inkomen op de dag van de privatisering. In de vergelijking wordt meegenomen: inschaling, ORT plus compensatie, vaste toelage 55+, bijdrage pensioen, eindejaarsuitkering, vakantie-uitkering. Indien uit deze vergelijking een verschil ontstaat door toedoen van de pensioenpremie, dan ontvangt de werknemer eenmalig een netto toelage voor één jaar ter hoogte van het verschil. Deze toelage is niet pensioengevend.
Artikel toelage onregelmatige dienst
1. De werknemer, die over een periode van 24 maanden voorafgaand aan de privatisering een toelage onregelmatige dienst op grond van artikel 17 BBRA (TOD) heeft ontvangen, krijgt een compensatie toegekend, indien op basis van een gelijkblijvend rooster artikel 5, hoofdstuk 10 van de CAO op de dag voorafgaand aan de privatisering, een lagere onregelmatigheidstoeslag (ORT) ) wordt toegekend dan op grond van het BBRA zou zijn toegekend.
2. Deze compensatie is zo hoog als het verschil tussen de dag voor en de dag na de privatisering. Dit op basis van het gemiddelde over de periode van 24 maanden voorafgaande aan de privatisering.
3. Het aldus vastgestelde verschil wordt, berekend over een periode van vijf jaar (100-100-75-50-25%), eenmalig gecompenseerd analoog aan het VWNW-beleid en als een eenmalige afkoop uitgekeerd.
Artikel vaste toelage onregelmatige dienst wegens bereiken van de leeftijd van 55 jaar of ouder
1. De werknemer die op de dag voorafgaande aan de privatisering de vaste toelage onregelmatige dienst wegens het bereiken van de leeftijd van 55 jaar of ouder ontvangt, behoudt deze toelage conform artikel 17 lid 4 en lid 5 van het BBRA zoals die geldt op de dag voorafgaande aan de privatisering.
2. De werknemer die op de dag voorafgaand aan de privatisering jonger is dan 55 jaar en tenminste 5 jaar in roosterdienst werkzaam is, zal het reglement voor de onregelmatige dienst toelage conform art. 28 lid f van de XXX Xxxxxxxxx volgen.
Artikel ouderschapsverlof
1. De medewerker die voorafgaand aan de privatisering ouderschapsverlof conform
artikel 33g XXXX geniet of aanvraagt, behoudt het recht en de aanspraken op ouderschapsverlof voor de duur van het ouderschapsverlof conform artikel 33g ARAR.
2. Overige medewerkers kunnen na het moment van privatisering geen beroep meer doen op de regeling conform artikel 33g ARAR en vallen voor wat betreft ouderschapsverlof onder de XXX Xxxxxxxxx.
Artikel PAS-regeling
1. De medewerker die op de dag voorafgaande aan de privatisering gebruik maakt van de PAS regeling volgens artikel 21a ARAR mag dit na privatisering voortzetten conform artikel 21a ARAR. Overige medewerkers kunnen indien zij gebruik willen maken van een vergelijkbare mogelijkheid, na privatisering een aanvraag doen voor het vitaliteitsbudget conform artikel 21a XXX Xxxxxxxxx.
2. De medewerkers Almata/ Lindenhorst van 55 jaar en ouder hebben direct recht op het volledige vitaliteitbudget van 158 maal het uurloon, artikel 21 a CAO Jeugdzorg.
Artikel verlofaanspraken
De medewerker die op de dag van de overname zijn verlofaanspraken niet heeft opgenomen, behoud deze aanspraken overeenkomstig de geldende bepalingen van het ARAR en kan dit verlof opnemen overeenkomstig de geldende regeling bij de overnemende partij. Een eventueel negatief saldo zal bij de overgang ook worden overgedragen
Artikel vergoeding woon-werkverkeer
Voor de medewerker die ten aanzien van zijn vergoeding voor reiskosten een lager bedrag ontvangt op de dag na privatisering ten opzichte van de dag voorafgaand aan de privatisering, wordt het verschil vastgesteld.
Het aldus vastgestelde verschil wordt, berekend over een periode van vijf jaar (100- 100-75-50-25%), eenmalig gecompenseerd analoog aan het VWNW-beleid en als een eenmalige afkoop uitgekeerd.
Artikel ambtsjubileum gratificatie
De werknemer die op de dag voorafgaande aan de privatisering 23 of meer respectievelijk 36 of meer dienstjaren op grond van artikel 79 ARAR juncto artikel 4 van de Regeling gratificatie bij ambtsjubileum heeft, ontvangt een diensttijdgratificatie van 25 respectievelijk 40 jaar naar rato.
Artikel werkpatronen
1.Voor de medewerker met een niet executieve functie, die zijn werkzaamheden voor de privatisering in een vastgelegd werkpatroon verricht, wordt dit patroon ongewijzigd voortgezet na privatisering.
2. Voor de medewerker met een executieve functie werkzaam in een onregelmatig rooster waarbij één harde roostereis is vastgelegd, wordt deze harde roostereis na de privatisering door de overnemende partij gehandhaafd.
3. Voor zowel lid 1 als lid 2 geldt zo lang het dienstbelang het toestaat.
8. Substantieel bezwarende functies
Bij de compensatie voor het vervallen van de SBF-rechten is er sprake van 3 categorieën, waarbinnen de werknemers kunnen worden onderscheiden. Categorie A)
De medewerkers die na de (fusie en) privatisering niet meer in een SBF functie actief kunnen zijn, omdat ze al aangewezen zijn als verplicht VWNW kandidaat tijdens de fusie of niet mee kunnen naar de privatisering.
Categorie B)
De medewerkers die hun werk kunnen volgen, maar er de voorkeur aan geven rijksambtenaar te blijven i.c. niet mee willen naar de overnemende partij i.c. de private partij.
Categorie C)
1e De medewerkers, die na de privatisering nog steeds werkzaam zullen zijn in een te duiden bezwarende functie bij de overnemende partij i.c. de private partij.
2e De medewerkers die dicht tegen hun SBF aanzitten en op detacheringsbasis in een te duiden bezwarende functie bij de overnemende partij kunnen doorgaan. in deze groep zitten werknemers met een SBF functie die in de jaren 2015, 2016 en 2017 gebruik kunnen maken van het SBF verlof. Zij krijgen de vraag of zij met SBF-verlof (1e mogelijkheid) willen. Indien dat het geval is, blijven zij in dienst van VWS (en worden zij voor zover mogelijk gedetacheerd). Indien zij dat niet willen kunnen zij overgaan naar de overnemende partij en vallen ze voor de compensatieberekening onder de werknemers in groep C1.
Voor het bepalen van de grondslag voor de compensatie wordt uitgegaan van de navolgende formule
Formule [Jaarsalaris x 190% x ( A/15 ≤1 ) x Staffel x groepspercentage].
A= dienstjaren
(A/15) is altijd kleiner of gelijk aan 1 Staffel is % uit leeftijdstabel
Groepspercentage is afgeleid van: A= niet kunnen/B=niet willen/C=werkzaam blijven
Staffel:
Leeftijd | % formule |
<25 | 10% |
25-34 | 25% |
35-44 | 40% |
45-54 | 50% |
55+ | 100% |
Groepspercentage
Groep A
Mensen die mee willen maar niet meekunnen (vanwege boventalligheid):
Formulepercentage 75%
Groep B
Mensen die mee kunnen, maar niet mee willen (eigen keuze voor status rijksambtenaar):
Formulepercentage 50%
Groep C1
Mensen die meegaan ( en dus in SBF functie werkzaam blijven):
Formulepercentage 100%
GroepC2
Mensen die gedetacheerd worden en aansluitend SBF-verlof gaan opnemen.
Voor deze groep is de afkoop SBF niet van toepassing, zij behouden hun SBF-recht.
9. Pensioen
Artikel privatisering
Indien privatisering ertoe leidt dat het personeel overgaat naar een andere werkgever is in principe sprake van een collectieve uittreding uit ABP.
De pensioenopbouw bij ABP eindigt, net als de deelname aan het Vut fonds. Als gevolg hiervan verliezen de medewerkers eventuele voorwaardelijke rechten (FPU en VPL-inkoop).
Artikel lasten a.g.v. collectieve uittreding
Effect uittreden op premie inkomsten ABP t.b.v. verplichte pensioen opbouw Het volledige personeel wordt ondergebracht bij een instelling die niet bij ABP is aangesloten. De verplichte pensioenopbouw van het personeel bij ABP wordt beëindigd. Er is dan sprake van een collectieve uittreding uit ABP.
ABP beoordeelt of de collectieve uittreding leidt tot een verzekeringstechnisch nadeel voor ABP. Op grond van artikel 4, lid 6, statuten ABP wordt dit nadeel in rekening gebracht bij de werkgever.
Omzetting van voorwaardelijk recht in een onvoorwaardelijk recht
Als gevolg van het uittreden vervalt ook het uitzicht op voorwaardelijke rechten.
Artikel pensioen overdracht
1. De werkgever draagt de kosten welke verbonden zijn aan de overdracht c.q. het collectief uittreden in relatie tot de verplichte pensioenopbouw bij het ABP.
2. De werkgever draagt de kosten welke verbonden zijn aan het omzetten van het voorwaardelijk opgebouwde pensioenrecht (OP en PP) in een onvoorwaardelijk recht.
3. De werkgever draagt, in samenwerking met pensioendeskundige van het ABP, PFZW en het Expertisecentrum van het Rijk, zorg voor een adequate voorlichting aan de medewerkers inzake hun mogelijkheden en persoonlijke consequenties ingevolge de collectieve uitreding bij het ABP.
4. De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld om op basis van de verstrekte informatie een persoonlijke keuze te maken tussen
• overdracht van zijn opgebouwde pensioen bij ABP naar PFZW, ten einde een breuk in zijn pensioenopbouw te voorkomen,
• het af sluiten van zijn pensioenopbouw (c.q. laten staan) bij het ABP en het starten van een nieuwe pensioenopbouw bij PFZW.
5. De medewerker wordt adequaat geïnformeerd over de mogelijkheden en
consequenties van het eventueel door hem opgebouwde nabestaande pensioen, zowel in geval van overdracht van ABP naar PFZW, als in geval van afsluiten bij ABP en opnieuw starten van een opbouw bij PFZW.
10. Overige zaken
Artikel inwerkingtreding
Dit sociaal plan is van toepassing op de privatisering en treedt in werking op de dag van ondertekening van het contract met de overnemende partij.
Artikel personeelsdossier: vastgestelde individuele rechten
Individuele afspraken of regelingen over bijvoorbeeld studie die schriftelijk in het personeelsdossier zijn vastgelegd worden overgenomen.
Artikel arbeidsongeschiktheid
De medewerker die op de dag voorafgaand aan de privatisering gedeeltelijk arbeidsongeschikt is op grond van de WAO of WIA, blijft in dienst van het Ministerie van VWS en wordt, voor het deel dat hij arbeidsgeschikt is, gedetacheerd bij de overnemende partij.
Artikel ontheffing terugbetalingsverplichting
Aan de medewerker die overgaat naar de overnemende partij , zal ontheffing worden verleend van terugbetalingsverplichtingen met betrekking tot het betaald ouderschapsverlof, de toegekende verhuiskostenvergoedingen en de ontvangen studiekostenvergoedingen.
Artikel fiscale advisering
De medewerkers worden geadviseerd om advies in te winnen over de fiscale mogelijkheden voor de ontvangst van het voor hem van toepassing zijnde afkoopbedrag.
Artikel interpretatiecommissie
1. Partijen stellen een interpretatiecommissie in. De commissie bestaat uit vijf leden:
- twee leden op voordracht van de vakbonden, partij bij dit sociaal plan;
- een lid van de overnemende partij;
- een lid van VWS;
- een onafhankelijke voorzitter.
2. Hoofdtaak van de interpretatiecommissie is het adviseren over de uitleg en de toepassing van dit sociaal plan aan de werkgever op verzoek van partijen bij dit sociaal plan
3.Neventaak van de interpretatiecommissie is het uitbrengen van een bindend advies aan partijen in geschillen over de uitleg en de toepassing van dit sociaal plan. Uitgangspunt voor het aanbrengen van een geschil is dat alle betrokken partijen erkennen dat er van een geschil sprake is en dat mediation niet mogelijk is gebleken.
11. Slotbepalingen
1. De Minister kan nadere regels stellen voor gevallen, waarin dit Sociaal Plan niet voorziet dan wel waarin de uitkomst daarvan in individuele gevallen tot een onbillijke uitkomst leidt.
2. Over de inhoud van dit Sociaal Plan is overeenstemming bereikt binnen het Georganiseerd Overleg van het Ministerie van VWS.
3. Indien de XXX Xxxxxxxxx dan wel andere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan dit Sociaal Plan op het punt van de overgangsregelingen, in overeenstemming met het Georganiseerd Overleg, worden aangevuld of gewijzigd.
4. Dit Sociaal Plan kan aangehaald worden als “Sociaal Plan Jeugdinstellingen VWS”.
Aldus opgemaakt te Den Haag en door partijen ondertekend op DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,
Namens deze,
De Secretaris-Generaal, Drs. X.X.X. xxx Xxxxxx
Namens ABVAKABO FNV, Namens CNV PUBLIEKE ZAAK,
Namens het Ambtenarencentrum, Namens de CMHF