Collectieve arbeidsovereenkomst SBOH 2022-2023
Collectieve arbeidsovereenkomst SBOH 2022-2023
Voor artsen in opleiding tot huisarts, tot specialist ouderengeneeskunde, tot arts verstandelijk gehandicapten en tot (profiel)arts Maatschappij+Gezondheid in dienst van SBOH
De ondergetekenden,
I de werkgever van artsen in opleiding, de Stichting SBOH en de Stichting SBOH Maatschappij en Gezondheid, hierna samen te noemen SBOH
en
II de werknemersorganisatie van artsen, de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)
zijn de hiernavolgende collectieve arbeidsovereenkomst, hierna te noemen: cao, aangegaan voor artsen in opleiding tot huisarts, tot specialist ouderengeneeskunde, tot arts verstandelijk gehandicapten en tot (profiel)arts Maatschappij+Gezondheid.
Utrecht, d.d. ……………….. Utrecht, d.d. ………………..
Zowel namens Stichting SBOH als LAD Stichting SBOH Maatschappij en Gezondheid
Drs. X.X. Xxxxxxx-de Wilde Dr. S.J. Booij,
Lid Raad van Bestuur SBOH Voorzitter
INHOUDSOPGAVE
Artikel A-1: Werkingssfeer en looptijd 8
Artikel A-2: Toepasselijk recht/toepasselijke rechter 8
Artikel A-3: Belangenbehartiging 8
Artikel A-4: Verplichtingen aios en SBOH 8
Artikel A-6: Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 0
Artikel A-7: Plaats van tewerkstelling 9
Artikel A-8: Arbeidsduur, recht op onbereikbaarheid en werktijden tijdens zwangerschap 9
Artikel A-9: Salariscomponenten 10
Artikel A-10: Onkostenvergoeding 11
Artikel A-11: Overwerk en Meerwerk 14
Artikel A-13: Feestdagen en brugdagen 16
Artikel A-14: Verlofregelingen 16
Artikel A-15: Cursussen, congressen, studiereizen en bestuurswerkzaamheden 19
Artikel A-16: Verzekeringen 19
Artikel A-17: Arbeid en Gezondheid 20
Artikel A-18: Uitkering bij overlijden 21
Artikel A-19: AIOTO-regeling 21
Bijlage A-1: Onkostenvergoeding 22
DEEL B – ARTS IN OPLEIDING TOT HUISARTS 23
Artikel B-1: Werktijden en arbeidsduur 23
Artikel B-3: Vergoeding diensten op onregelmatige tijden 24
Artikel B-4: Vergoeding lidmaatschappen 24
Artikel B-5: Pensioenregeling 24
Bijlage B-2: ORT-regeling gevaluteerde klinische stage 28
Artikel 1: Vergoeding diensten 28
DEEL C – ARTS IN OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE 30
Artikel C-1: Werktijden en arbeidsduur 30
Artikel C-3: Vergoeding diensten 30
Artikel C-5: Vergoeding lidmaatschappen 32
Artikel C-6: Pensioenregeling 32
DEEL D – ARTS IN OPLEIDING TOT ARTS VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN 35
Artikel D-1: Werktijden en arbeidsduur 35
Artikel D-3: Vergoeding diensten 35
Artikel D-5: Vergoeding lidmaatschappen 37
Artikel D-6: Pensioenregeling 37
DEEL E – ARTS IN OPLEIDING TOT (PROFIEL)ARTS MAATSCHAPPIJ+GEZONDHEID 40
Artikel E-1a: Werktijden en arbeidsduur (uitgezonderd profiel Forensische Geneeskunde). 40 Artikel E-1b: Werktijden en arbeidsduur (alleen profiel Forensische Geneeskunde) 40
Artikel E-3: Vergoeding diensten 42
Artikel E-4: Vergoeding lidmaatschappen 43
Artikel E-5: Pensioenregeling 44
BEGRIPSBEPALINGEN
Aanwezigheidsdienst
Onder aanwezigheidsdienst wordt verstaan de omstandigheid dat de aios, buiten de vastgestelde werktijd, in de instelling beschikbaar moet zijn om op oproep zo spoedig mogelijk arbeid te verrichten.
Aios
De arts die in het kader van de opleiding tot:
- huisarts of
- specialist ouderengeneeskunde of
- arts verstandelijk gehandicapten of
- (profiel)arts Maatschappij+Gezondheid (M+G)
een arbeidsovereenkomst met SBOH en een opleidingsovereenkomst met het opleidingsinstituut heeft gesloten.
AIOTO
De aios die met goedkeuring van SBOH de opleiding combineert met het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
Arbeidsovereenkomst
Een individuele overeenkomst tussen de aios als werknemer en SBOH als werkgever tot het verrichten van arbeid tegen betaling van loon.
Bereikbaarheidsdienst
Onder bereikbaarheidsdienst wordt verstaan de omstandigheid dat de aios, buiten de vastgestelde werktijd, buiten de instelling beschikbaar moet zijn om op oproep zo spoedig mogelijk arbeid te verrichten.
Dienstreizen
Xxxxxx, niet zijnde woon-werkverkeer, die worden gemaakt in opdracht van de opleider. Hieronder worden tevens de reizen in het kader van bereikbaarheidsdiensten begrepen.
HDS
Huisartsendienstenstructuur, een organisatorisch samenwerkingsverband tussen huisartspraktijken ten behoeve van de avond-, nacht- en weekenddiensten voor een bepaalde regio.
Jaarsalaris
Het salaris over de maanden januari tot en met december.
Onregelmatige dienst
Onder onregelmatige dienst wordt verstaan de reguliere arbeid die volgens rooster wordt verricht buiten de uren die liggen op maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur.
Opleider
Een door de RGS voor de opleiding erkende specialist onder wiens verantwoordelijkheid de gehele opleidingsperiode of een deel daarvan plaats vindt.
Opleidingsinstituut
Een instituut in Nederland dat ten behoeve van de opleiding tot
- huisarts of
- specialist ouderengeneeskunde of
- arts verstandelijk gehandicapten of
- (profiel)arts M+G
door de RGS is erkend, dat de gehele opleiding coördineert en het theoretisch deel van de opleiding verzorgt.
Opleidingsinstelling
Een door de RGS erkende instelling in Nederland, dan wel een locatie van de instelling, waar het praktische deel van de opleiding plaatsvindt voor het specialisme waartoe de aios wordt opgeleid.
Opleidingsperiode
Het praktische deel van de opleiding binnen het specialisme waartoe wordt opgeleid dat plaatsvindt binnen de opleidingsinstelling.
Opleidingsovereenkomst
De tussen de aios enerzijds en het opleidingsinstituut anderzijds gesloten schriftelijke overeenkomst op grond waarvan de opleiding tot
- huisarts of
- specialist ouderengeneeskunde of
- arts verstandelijk gehandicapten of
- (profiel)arts M+G
wordt gevolgd, zoals vastgelegd in het door de RGS goedgekeurde reglement van het betreffende opleidingsinstituut.
ORT
Onregelmatigheidstoeslag: vergoeding voor diensten op onregelmatige tijden.
RGS
Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten.
Salaris
Het voor de aios geldende bruto maandsalaris exclusief vakantietoeslag, onregelmatigheidstoeslag, enige andere toeslag, of onkostenvergoeding.
SBOH
De Stichting SBOH en de Stichting SBOH Maatschappij en Gezondheid, gevestigd te Utrecht.
Stage
Het praktische deel van de opleiding buiten het eigen specialisme dat plaatsvindt binnen een stage-instelling.
Stage-instelling
Een door de RGS erkende instelling of afdeling van een instelling waar een stage kan worden gevolgd buiten het eigen specialisme.
Stage-opleider
Degene die een stage in een stage-instelling als onderdeel van de opleiding in een specialisme verzorgt en door de RGS is erkend voor het praktische deel van de opleiding.
Uurloon
Het 1/164,67e deel van het salaris bij een 38-urige werkweek.
Woon-werkverkeer
De afstand tussen het woonadres van de aios en :
- het adres van de opleidings- of stage-instelling waar de aios het praktische deel van de opleiding volgt of
- het adres van de door het opleidingsinstituut aangewezen locatie waar de aios het theoretische deel van de opleiding volgt.
ARTIKEL A-1: WERKINGSSFEER EN LOOPTIJD
1. Het is SBOH toegestaan ten gunste van de aios af te wijken van de bepalingen van deze cao.
2. De cao geldt van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023. De cao is ook van toepassing op aios die in dienst treden bij SBOH als de cao op enig moment is verlopen en er nog geen nieuwe cao is afgesloten.
3. Indien geen der partijen, uiterlijk twee maanden voor de datum waarop de cao eindigt, de cao schriftelijk opzegt, wordt de duur met een jaar verlengd.
ARTIKEL A-2: TOEPASSELIJK RECHT/TOEPASSELIJKE RECHTER
1. Op deze cao is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen die tussen partijen bij deze cao ontstaan met betrekking tot de uitvoering van deze cao, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Utrecht.
ARTIKEL A-3: BELANGENBEHARTIGING
Onverminderd de bevoegdheid van de aios persoonlijk zijn belangen bij SBOH te bepleiten, stelt SBOH de vertegenwoordiger(s) van de aios op een daartoe strekkend verzoek van de aios of zijn vertegenwoordiger(s), op korte termijn in de gelegenheid mondeling of schriftelijk de belangen van de aios bij SBOH te bepleiten. De aios heeft te allen tijde het recht hierbij aanwezig te zijn.
ARTIKEL A-4: VERPLICHTINGEN AIOS EN SBOH
1. De aios is gehouden zijn werkzaamheden naar beste vermogen te verrichten en de aanwijzingen van SBOH, het opleidingsinstituut en de opleider op te volgen.
2. SBOH is verplicht al datgene te doen of na te laten wat een goede werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen of na te laten.
3. De aios is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem uit hoofde van zijn functie ter vertrouwelijke kennis komt en waarvan de aios redelijkerwijs mag aannemen dat geheimhouding daarvan gewenst is. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van het dienstverband. Dit artikellid heeft geen betrekking op de wettelijke geheimhoudingsplicht in de arts-patiëntrelatie.
4. De aios dient voldoende beschermd te zijn tegen hepatitis B. De kosten voor een eventuele titerbepaling of vaccinatie tijdens de opleiding worden door SBOH, na declaratie hiervan, vergoed. De aios toont desgevraagd aan dat hij gedurende de opleiding in voldoende mate beschermd is tegen hepatitis B.
5. SBOH heeft – als de arbeidsongeschiktheid van een aios veroorzaakt is door een derde partij – een wettelijk regresrecht op de aansprakelijke partij. Dit houdt in dat SBOH de te maken kosten c.q. schade in het kader van de arbeidsongeschiktheid kan verhalen op de aansprakelijke derde partij. De aios is gehouden medewerking te verlenen aan het uitoefenen van het regresrecht door SBOH. Dit betekent onder meer dat de aios dient mee te werken aan het verstrekken van informatie en/of het afgeven van (medische)
machtigingen aan de organisatie die namens SBOH de loonschade bij de derde partij verhaalt.
ARTIKEL A-5: NEVENFUNCTIES
Het is de aios niet toegestaan een al dan niet gehonoreerde nevenfunctie te vervullen of al dan niet gehonoreerde nevenwerkzaamheden te verrichten die redelijkerwijs kunnen worden geacht onverenigbaar te zijn met de opleiding.
ARTIKEL A-6: ARBEIDSOVEREENKOMST
1. De arbeidsovereenkomst tussen SBOH en de aios wordt schriftelijk aangegaan voor bepaalde tijd. SBOH verschaft de aios een ondertekend exemplaar van de arbeidsovereenkomst en/of eventuele wijzigingen daarvan. Voor de cao en de personeelsinformatie wordt verwezen naar de website van SBOH. De werkzaamheden van de aios vloeien voort uit de opleidingsovereenkomst en worden verricht onder leiding en toezicht van het opleidingsinstituut en de (stage-)opleider, ieder voor het deel waarvoor hij directe verantwoordelijkheid heeft.
2. De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd, namelijk voor de duur van de opleidingsovereenkomst.
3. De arbeidsovereenkomst eindigt derhalve van rechtswege zodra de opleidingsovereenkomst eindigt door voltooiing of beëindiging van de opleiding.
4. Tussentijdse opzegging van de arbeidsovereenkomst in andere gevallen dan bedoeld in lid 3 is mogelijk met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn.
5. De procedure voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst – inclusief de wettelijke opzegtermijnen – is geregeld in afdeling 9, titel 10 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
6. Vanaf 1 januari 2017 is artikel 7:668a BW niet van toepassing op de arbeidsovereenkomst tussen SBOH en de aios.
7. Op de arbeidsovereenkomst is geen proeftijd van toepassing.
ARTIKEL A-7: PLAATS VAN TEWERKSTELLING
1. De aios volgt het praktische deel van de opleiding bij de door het opleidingsinstituut aangewezen (stage-)opleider.
2. De aios volgt het theoretische deel van de opleiding op de door het opleidingsinstituut aangewezen locatie(s).
ARTIKEL A-8: ARBEIDSDUUR, RECHT OP ONBEREIKBAARHEID EN WERKTIJDEN TIJDENS ZWANGERSCHAP
1. De arbeidsduur bij een voltijd dienstverband bedraagt voor het praktische en theoretische deel van de opleiding tezamen in totaal 38 uur per week.
2. De aios heeft recht om op een vrije dag onbereikbaar te zijn voor werk, met uitzondering van noodgevallen.
3. Indien de aios dit verzoekt zullen de werktijden gedurende de zwangerschap worden aangepast. Vanaf de derde maand van de zwangerschap tot 6 maanden na de bevalling is een zwangere aios niet gehouden deel te nemen aan avond- en/of nachtdiensten.
ARTIKEL A-9: SALARISCOMPONENTEN
1. Van toepassing zijn de artikelen B-2 (voor de arts in opleiding tot huisarts), C-2 (voor de arts in opleiding tot specialist ouderengeneeskunde), D-2 (voor de arts in opleiding tot arts verstandelijk gehandicpaten) en E-2 (voor de arts in opleiding tot (profiel)arts maatschappij+gezondheid).
2. Het salaris wordt maandelijks uiterlijk op de laatste dag van de maand aan de aios uitbetaald op het bankrekeningnummer dat bekend is bij SBOH. Dit rekeningnummer dient op naam van de aios te staan. De aios ontvangt iedere maand een loonstrook en eenmaal per jaar een jaaropgave via de portal van SBOH.
3. Wanneer een opleidingsovereenkomst van de aios eindigt en direct wordt opgevolgd door een andere opleidingsovereenkomst waarbij SBOH optreedt als werkgever, behoudt de aios de salaristrede en periodiekdatum. Voor de arts in opleiding tot (profiel)arts Maatschappij + Gezondheid die niet direct met de 2e fase van de opleiding start na afronding van de 1e fase is in artikel E-2 een aanvullende regeling opgenomen.
4. Voor de arts in opleiding tot (profiel)arts Maatschappij + Gezondheid is een salarisgarantieregeling opgenomen in artikel E-2.
5. Aan de aios die op of na 1 januari 2019 bij SBOH in dienst treedt, wordt een hogere inschaling toegekend indien de aios ervaring heeft opgedaan in een functie als praktiserend arts. Daaronder wordt voor de aios die op of na 1 januari 2021 bij SBOH in dienst treedt ook verstaan de werkervaring als arts-onderzoeker. Voor het verkrijgen van een hogere inschaling geldt: 1 periodiek per vol jaar ervaring, ongeacht of de werkervaring als praktiserend arts is opgedaan binnen het eigen specialisme of daarbuiten. De inschaling is bij aanvang van het dienstverband maximaal 2 extra periodieken (d.w.z. salaris derde dienstjaar). Werkervaring die de aios heeft opgedaan tijdens een eerder dienstverband bij SBOH telt mee bij de vaststelling van het aantal ervaringsjaren. Als op de datum van indiensttreding het vereiste aantal maanden voor een ervaringsjaar niet is voltooid, wordt de periodiekdatum zodanig vastgesteld, dat de eerstvolgende periodiek wordt toegekend op het moment dat het ervaringsjaar voltooid is.
6. De aios die promoveert, komt in aanmerking voor een verhoging van het geldende salaris met drie periodieken. Het maximum salaris voor de gepromoveerde aios is het salaris van het achtste dienstjaar, zoals vermeld in bijlage 1 van de bij zijn opleiding behorende onderdeel van de cao. Deze regeling geldt voor aios ouderengeneeskunde alleen als de aios op of na 1 januari 2017 is gepromoveerd. De hogere inschaling gaat in vanaf de eerste van de maand volgend op de maand waarin de aanvraag voor een hogere inschaling door SBOH is ontvangen, maar kan niet eerder ingaan dan vanaf de eerste van de maand volgend op de maand van de promotiedatum. De oorspronkelijke periodiekdatum blijft bij de toekenning van een hogere inschaling bij promotie ongewijzigd. Van aios die voor hun indiensttreding reeds zijn gepromoveerd en die dit
bij de start van hun dienstverband bij SBOH kenbaar hebben gemaakt, wordt het salaris direct vanaf de datum van indiensttreding met drie periodieken verhoogd.
7. De aios heeft recht op een vakantietoeslag gelijk aan 8% over het genoten salaris over de maanden juni tot en met mei. De vakantietoeslag wordt achteraf één maal per jaar in de maand mei uitgekeerd. Wanneer de aios op een eerder moment uit dienst treedt, vindt de uitbetaling plaats uiterlijk in de maand volgend op de maand van uitdiensttreding
8. De aios heeft recht op een eindejaarsuitkering gelijk aan 4,5% over het genoten jaarsalaris, inclusief vakantietoeslag. De eindejaarsuitkering wordt achteraf één maal per jaar in december uitgekeerd. Wanneer de aios op een eerder moment uit dienst treedt, vindt de uitbetaling plaats uiterlijk in de maand volgend op de maand van uitdiensttreding
9. Als een opleidingsinstelling bereid is, onder nader tussen aios, opleidingsinstelling en SBOH overeen te komen voorwaarden, gedurende de opleiding aan de aios een aanvulling op het salaris te verstrekken, is SBOH bereid deze financiële bijdrage te faciliteren en aan de aios gelijktijdig met het salaris uit te betalen.
10. De salarissen worden structureel verhoogd met 1,7% per 1 december 2022 en met 3,77% per 1 januari 2023. In de bedragen die in bijlage 1 van het bij de opleiding van de aios behorende onderdeel van de cao staan vermeld, zijn deze structurele salarisverhogingen verwerkt.
11. De structurele salarisverhoging die naar verwachting voor het jaar 2024 zal worden toegekend, wordt al gedeeltelijk per 1 januari 2023 doorgevoerd in de vorm van een incidentele verhoging van de bruto salarissen met 2,25%. De vergoedingen die volgens de cao met hetzelfde percentage als de salarissen worden verhoogd, zullen ook dienovereenkomstig worden aangepast. Deze incidentele verhoging van salaris en vergoedingen vervalt op het moment dat een structurele salarisverhoging voor het jaar 2024 wordt doorgevoerd. In de bedragen die in bijlage 1 van het bij de opleiding van de aios behorende onderdeel van de cao staan vermeld, is deze incidentele salarisverhoging verwerkt.
12. De aios ontvangt een eenmalige uitkering van 1,7% over het totaal van de bruto maandsalarissen, inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering, over de maanden januari t/m november 2022. Deze eenmalige uitkering wordt uitbetaald in de maand december 2022.
13. SBOH laat – in nauwe afstemming met de LAD – gedurende de looptijd van deze cao een beloningsonderzoek uitvoeren door een externe partij, zodat inzichtelijk wordt hoe de primaire arbeidsvoorwaarden van aios in dienst van SBOH zich verhouden tot de primaire arbeidsvoorwaarden van aios die niet in opleiding zijn via een dienstverband bij SBOH.
ARTIKEL A-10: ONKOSTENVERGOEDING
1. Algemene onkostenvergoeding
SBOH draagt bij in de kosten die de aios maakt ten behoeve van de opleiding. De aios ontvangt maandelijks een onkostenvergoeding zoals vermeld in bijlage A-1.
2. Congres-/scholingsbudget
a. Vanaf 1 september 2021 is een congres-/scholingsbudget beschikbaar, bestemd voor het vergoeden van kosten (inclusief verblijfskosten) op declaratiebasis voor het bijwonen van congressen van de bij de opleiding behorende wetenschappelijke vereniging en aios-vereniging én voor het volgen van de bij de beroepsgroep behorende en (in objectieve zin) passende (na)scholing/cursussen, mits die geaccrediteerd zijn en voldoen aan de geldende fiscale vereisten ten aanzien van gericht vrijgestelde scholingsmogelijkheden..
b. Onder verblijfskosten wordt alleen verstaan de hotelovernachtingen, waarbij de volgende voorwaarden van toepassing zijn:
▪ De afstand tussen het woonadres en de congres-/(na)scholingslocatie is meer dan 75 km enkele reis én
▪ De overnachting vindt plaats voorafgaand aan het congres/de (nascholing), waarbij het congres/de (na)scholing de volgende ochtend aanvangt en bij een aaneengesloten meerdaags congres/(na)scholing tevens de overnachting tussen de congres- en (na)scholingsdagen.
c. Vanaf 1 januari 2023 is het congres-/scholingsbudget alleen bestemd voor congressen en (na)scholing/cursussen in Nederland.
De hoogte van het congres-/scholingsbudget staat vermeld in bijlage A-1.
3. Betaling vergoedingen bij ziekte of zwangerschaps-/bevallingsverlof
Indien er sprake is van afwezigheid door ziekte of zwangerschaps-/bevallingsverlof worden de vergoedingen conform de leden 1 en 2 doorbetaald gedurende de kalendermaand waarin de afwezigheid is aangevangen en de eerstvolgende kalendermaand. Daarna stopt de vergoeding indien de afwezigheid voortduurt. De vergoeding wordt hervat in de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de aios de werkzaamheden, al dan niet gedeeltelijk, hervat.
4. Reiskostenvergoeding
De aios ontvangt op declaratiebasis een reiskostenvergoeding voor:
a. het woon-werkverkeer.
b. alle overige voor de opleiding noodzakelijk te maken reiskosten tijdens het dienstverband, inclusief extra reiskosten voor het doen van diensten bij de huisartsenpost en dienstreizen bij een opleidings-/stage-instelling (inclusief visitekilometers).
c. het bijwonen van congressen/scholing/cursussen uit hoofde van het congres-/ scholings-budget.
De hoogte van de reiskostenvergoeding staat vermeld in bijlage A-1.
5. Thuiswerkvergoeding
De aios ontvangt per 1 januari 2023 op declaratiebasis een thuiswerkvergoeding als de aios voor het praktische deel van de opleiding niet naar de opleidings- of stage- instelling gaat maar de werkzaamheden vanuit huis verricht. De vergoeding geldt ook als
de aios het theoretisch deel van de opleiding thuis volgt. De thuiswerkvergoeding is niet van toepassing op de situatie van zelfstudie thuis. Er kan niet op één dag zowel een thuiswerkvergoeding als een reiskostenvergoeding worden gedeclareerd. De hooge van de thuiswerkvergoeding staat vermeld in bijlage A-1.
6. Verhuiskostenvergoeding
De aios ontvangt een verhuiskostenvergoeding, zoals vermeld in bijlage A-1, als de aios in verband met de opleiding verhuist om dichter bij de opleidingsinstelling òf het opleidingsinstituut te wonen. De volgende voorwaarden zijn daarbij van toepassing:
- De reisafstand naar de opleidingsinstelling of het opleidingsinstituut was voor de verhuizing minimaal 25 kilometer enkele reis en wordt door de verhuizing met ten minste 60% bekort.
- De aios was voor de verhuizing in Nederland woonachtig of net buiten Nederland (binnen 50 kilometer van de Nederlandse grens).
- De verhuiskostenvergoeding wordt gedurende de opleiding maximaal twee keer uitgekeerd.
- De aios verhuist om dichter bij de opleidingsinstelling te wonen
Het gaat daarbij om de opleider van het specialisme waarvoor de aios in opleiding is, niet zijnde de stage-opleider. De verhuiskostenvergoeding wordt alleen toegekend als de aios verhuist nadat de opleider door het opleidingsinstituut is aangewezen èn de verhuizing uiterlijk binnen 6 maanden na aanvang van de werkzaamheden bij de betreffende opleider heeft plaatsgevonden.
- De aios verhuist om dichter bij het opleidingsinstituut te wonen
Voor de bepaling van de reisafstand geldt de officiële opleidingslocatie. De verhuiskostenvergoeding wordt alleen toegekend als de aios verhuist nadat een opleidingsplaats bij een opleidingsinstituut is toegewezen èn de verhuizing uiterlijk binnen 6 maanden na aanvang van het dienstverband heeft plaatsgevonden.
7. Vergoeding hotelovernachting
- Als de afstand tussen het woonadres van de aios en het adres van de opleidings-
/stage-instelling of het adres waar het theoretisch deel van de opleiding plaats vindt meer is dan 75 kilometer enkele reis kan de aios maximaal 12 hotelovernachtingen per 3 kalendermaanden declareren.
- Voor aios forensische geneeskunde geldt tevens dat de aios die woonachtig is buiten de GGD-regio waar in het kader van de opleiding bereikbaarheidsdiensten worden gedaan, ten behoeve van deze bereikbaarheidsdiensten hotelovernachtingen kan declareren.
- De hotelovernachting dient tot doel te hebben dat de reisafstand tot een minimum wordt beperkt.
In bijlage A-1 staat het bedrag van de vergoeding voor de hotelovernachtingen vermeld.
8. Vergoeding kosten UZI-pas
SBOH vergoedt de kosten van de UZI-pas indien deze pas noodzakelijk is voor de
opleiding.
9. (Her)registratiekosten RGS en BIG
SBOH betaalt de kosten van inschrijving in het opleidingsregister van de RGS. Ook vergoedt SBOH de kosten van herregistratie in het BIG-register.
10. Vergoeding mediation
Voor de aios die op grond van artikel 44 van de Regeling Specialismen en Profielen
Geneeskunst gebruik maakt van mediation of onafhankelijke bemiddeling bij een geschil, vergoedt SBOH de door de aios te maken kosten voor deze mediation of bemiddeling.
ARTIKEL A-11: OVERWERK EN MEERWERK
Voor de arts in opleiding tot huisarts is dit artikel alleen van toepassing tijdens de gevaluteerde klinische stage.
1. Overwerk
a. Van overwerk is sprake als door de feitelijk te werken uren de arbeidsduur van 31,5 uur per week (indien de terugkomdag - theoretisch deel van de opleiding - is ingeroosterd) respectievelijk 38 uur per week (indien de terugkomdag - theoretisch deel van de opleiding - niet is ingeroosterd) wordt overschreden.
b. Een compensatie voor overwerk wordt gegeven indien de aios opdracht heeft gekregen overwerk te verrichten dan wel redelijkerwijs mocht aannemen dat hij opdracht tot overwerk zou hebben gekregen. Overwerk wordt gecompenseerd in de vorm van vrije tijd gelijk aan het aantal uren dat het overwerk heeft geduurd en daarenboven in de vorm van een geldelijke beloning, die bestaat uit een percentage van het uurloon:
i. 25% voor overwerk verricht tussen 08.00 uur en 22.00 uur op maandag tot en met vrijdag;
ii. 50% voor overwerk verricht tussen 22.00 uur en 08.00 uur op maandag tot en met vrijdag;
iii. 75% voor overwerk verricht op zaterdag tot 18.00 uur;
iv. 100% voor overwerk verricht op zaterdag vanaf 18.00 uur en op zon- en feestdagen tussen 0.00 uur en 24.00 uur.
c. De compensatie in vrije tijd moet gedurende de lopende opleidings- of stageperiode worden opgenomen.
d. De aios en de opleidings- of stage-instelling kunnen in overleg overeenkomen dat de compensatie in vrije tijd wordt uitbetaald tegen het voor de aios geldende uurloon. Uitbetaling vindt sowieso plaats indien de opleidings- of stage-instelling de aios niet in gelegenheid stelt de compensatie in vrije tijd op te xxxxx.Xx compensatie voor overwerk wordt aan de aios verstrekt op basis van een door de (stage-)opleider geaccordeerde declaratie.
e. Indien het overwerk wordt vericht gedurende een periode van een half uur of korter voorafgaand aan of aansluitend op de voor de aios geldende werktijd komt deze periode niet in aanmerking voor compensatie.
f. Indien het overwerk wordt verricht gedurende een periode langer dan een half uur wordt deze periode afgerond op een heel uur.
g. Indien het overwerk wordt verricht gedurende een periode langer dan een uur wordt deze periode naar boven afgerond op een half respectievelijk hele uren.
h. Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van overwerk tellen de uren mee die feitelijk worden gewerkt tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten. De aios krijgt voor arbeid tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten al een compensatie in de vorm van een geldelijke beloning, waardoor er voor die uren niet ook nog een compensatie voor overwerk in de vorm van een geldelijke beloning wordt verstrekt.
2. Meerwerk
a. Van meerwerk is sprake als door de feitelijk te werken uren de contracturen van de aios met een onvolledige arbeidsduur worden overschreden, tot aan 31,5 uur per week (indien de terugkomdag - theoretisch deel van de opleiding - is ingeroosterd) respectievelijk tot aan 38 uur per week (indien de terugkomdag - theoretisch deel van de opleiding - niet is ingeroosterd).
b. Een compensatie voor meerwerk wordt gegeven indien de aios opdracht heeft gekregen meerwerk te verrichten dan wel redelijkerwijs mocht aannemen dat hij opdracht tot meerwerk zou hebben gekregen.
c. Meerwerk wordt gecompenseerd in de vorm van vrije tijd gelijk aan het aantal uren dat het meerwerk heeft geduurd.
d. De compensatie in vrije tijd moet gedurende de lopende opleidingsperiode of stage worden opgenomen.
e. De aios en de opleidings- of stage-instelling kunnen in overleg overeenkomen dat de compensatie in vrije tijd wordt uitbetaald tegen het voor de aios geldende uurloon. De compensatie voor meerwerk wordt in dat geval verstrekt op basis van een door de (stage-)opleider geaccordeerde declaratie.
f. Indien het meerwerk wordt vericht gedurende een periode van een half uur of korter voorafgaand aan of aansluitend op de voor de aios geldende werktijd komt deze periode niet in aanmerking voor compensatie.
g. Indien het meerwerk wordt verricht gedurende een periode langer dan een half uur wordt deze periode afgerond op een heel uur.
h. Indien het meerwerk wordt verricht gedurende een periode langer dan een uur wordt deze periode naar boven afgerond op een half respectievelijk hele uren.
i. Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van meerwerk tellen de uren mee die feitelijk worden gewerkt tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten.
ARTIKEL A-12: VAKANTIE
1. De aios heeft bij een volledige werkweek recht op 228 vakantie-uren per volledig gewerkt kalenderjaar met behoud van salaris.
2. De aios die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar in dienst is of een arbeidsduur heeft van minder dan 38 uur per week, heeft naar evenredigheid recht op de in lid 1 vermelde vakantie-uren.
3. Tenzij het opleidingsbelang aantoonbaar wordt geschaad, kan een aios vakantiedagen opnemen in een door de aios gewenste periode.
4. Het opnemen van vakantiedagen geschiedt in overleg met het opleidingsinstituut en de (stage-)opleider, waarbij de aios in de gelegenheid wordt gesteld om 3 weken aaneensluitend vakantie op te nemen.
ARTIKEL A-13: FEESTDAGEN EN BRUGDAGEN
1. Op zon- en feestdagen wordt in de regel niet gewerkt, behoudens in het kader van diensten.
2. Onder feestdagen wordt verstaan Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Koningsdag (of de dag die voor de viering is aangewezen), 5 mei (als deze dag op de plaats waar de aios het praktische of theoretische deel van de opleiding volgt geldt als feestdag), Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag.
3. Indien in het belang van de dienst het noodzakelijk is dat de aios op een feestdag, niet vallend op een zaterdag of zondag, arbeid verricht, wordt voor het gewerkte aantal uren compensatie toegekend met behoud van salaris.
4. Desgewenst kan de aios feestdagen inwisselen voor de voor zijn levensovertuiging geldende feest- en gedenkdagen.
5. Als een dag die ligt tussen een feestdag en een weekeinde door de opleidings-/stage- instelling wordt aangemerkt als een brugdag waarop niet wordt gewerkt, is de aios verplicht voor deze dag vakantie-uren op te nemen als de aios op die dag normaliter zou werken.
ARTIKEL A-14: VERLOFREGELINGEN
1. Gezinsvorm-onafhankelijk verlof
De aios die een feitelijke ouderrol vervult, maar niet de wettelijke ouder is, kan vanaf 1 januari 2023 gebruik maken van de in de wet en in de cao opgenomen regelingen voor verlof bij en na de geboorte van een kind. De aios dient – op verzoek van SBOH - bij het aanvragen van verlof aan SBOH nadere informatie te verstrekken opdat SBOH het recht op verlof en het eventuele recht op een uitkering op grond van de wet kan vaststellen.
2. Buitengewoon verlof
In overleg met SBOH, het opleidingsinstituut en de (stage-)opleider wordt, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten, de aios buitengewoon verlof met behoud van salaris (inclusief eventuele salarisgarantietoeslag) verleend:
a. Bij huwelijksaangifte van de aios: de daarvoor benodigde tijd.
b. Bij huwelijk of registratie van partnerschap van de aios: in totaal 4 dagen
c. Bij huwelijk of registratie van partnerschap van één van de leden van zijn gezin en van bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad: 1 dag.
d. Bij overlijden van de echtgeno(o)t(e)/partner en/of kind(eren) of indien de aios belast is met het regelen van de begrafenis van bloed- en aanverwanten: van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis.
Voor het bijwonen van de begrafenis van bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad en pleegkinderen: 1 dag.
e. Bij verhuizing van de aios: 2 dagen.
f. Bij 25-, 40- 50- en 60- jarig huwelijksfeest van de aios zelf of van de ouders, schoonouders of pleegouders van de aios: 1 dag.
g. Voor het deelnemen c.q. meewerken aan conferenties, landelijke en regionale vergaderingen en werkgroepen, voor zover de aios daartoe als deskundige of afgevaardigde door de LAD als werknemersorganisatie of door de aios-vereniging is uitgenodigd, hij zulks kan aantonen maximaal 10 dagen per periode van 12 maanden.
h. Bij zeer ernstige ziekte van ouders, echtgeno(o)t(e) c.q.partner of (pleeg)kind waarmee de aios samenwoont, en wanneer verpleging en/of verzorging door de aios noodzakelijk is, in het geval de aios de verzorging/verpleging op zich neemt, en na overleg met SBOH en het hoofd vanhet opleidingsinstituut: voor een aaneengesloten periode van maximaal twee maanden per periode van 12 maanden.
i. Bij een plotseling optredende calamiteit die onverwijld actie van de aios vereist, kan de aios gebruik maken van het in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) opgenomen calamiteiten- en kortverzuimverlof.
j. In andere gevallen waarin SBOH bijzondere omstandigheden aanwezig acht.
3. Verlof op grond van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO)
In de wet zijn verschillende verlofregelingen vastgelegd, waaronder:
a. Zwangerschaps- en bevallingsverlof (WAZO, hoofdstuk 3)
i. SBOH vraagt ten behoeve van de aios een verlofuitkering aan bij het UWV. Als het UWV een uitkering toekent, wordt het salaris (inclusief eventuele salarisgarantietoeslag) tijdens het verlof doorbetaald en heeft het opnemen van zwangerschaps- en bevallingsverlof geen invloed op de pensioenopbouw. De pensioenpremieverdeling blijft vastgesteld conform de Cao SBOH.
ii. In verband met de aanvraag van de uitkering bij het UWV dient de aios het verlof tijdig aan te vragen bij SBOH.
iii. Het opnemen van zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft geen invloed op de opbouw van vakantie-uren.
iv. Aansluitend aan het bevallingsverlof verleent SBOH aan de aios die dit wenst verlof zonder behoud van salaris voor een periode van maximaal vier weken. De aios dient dit verlof uiterlijk twee maanden voorafgaand aan de ingangsdatum van het verlof bij SBOH aan te vragen.
b. Adoptie- en pleegzorgverlof (WAZO, hoofdstuk 3)
i. SBOH vraagt ten behoeve van de aios een verlofuitkering aan bij het UWV. Als het UWV een uitkering toekent, wordt het salaris (inclusief eventuele salarisgarantietoeslag) tijdens het verlof doorbetaald en heeft het opnemen van adoptie- en pleegzorgverlof geen invloed op de pensioenopbouw. De pensioenpremieverdeling blijft vastgesteld conform de Cao SBOH.
ii. In verband met de aanvraag van de uitkering bij het UWV, dient de aios het verlof tijdig aan te vragen bij SBOH.
iii. Het opnemen van adoptie- en pleegzorgverlof heeft geen invloed op de opbouw van vakantie-uren.
c. Geboorteverlof partner (WAZO, hoofdstuk 4)
Het salaris (inclusief eventuele salarisgarantietoeslag) wordt tijdens het verlof doorbetaald. Het opnemen van geboorteverlof heeft geen invloed op de opbouw van pensioen en vakantie-uren.
d. Aanvullend geboorteverlof partner (WAZO, hoofdstuk 4)
i. SBOH vraagt ten behoeve van de aios een verlofuitkering aan bij het UWV. Als het UWV een uitkering toekent, wordt het salaris (inclusief eventuele salarisgarantietoeslag) tijdens het verlof voor 70% doorbetaald (tot max. dagloon). Over dat salaris wordt pensioen opgebouwd, waarbij de premieverdeling tussen SBOH en de aios blijft vastgesteld conform de Cao SBOH.
ii. In verband met de aanvraag van de uitkering bij het UWV, dient de aios het verlof tijdig aan te vragen bij SBOH.
iii. Het opnemen aanvullend geboorteverlof heeft geen invloed op de opbouw van vakantie-uren.
e. (Xxxxxxx) ouderschapsverlof (WAZO, hoofdstuk 6)
i. SBOH vraagt ten behoeve van de aios voor het betaald ouderschapsverlof een verlofuitkering aan bij het UWV. Als het UWV een uitkering toekent, wordt het salaris (inclusief eventuele salarisgarantietoeslag) tijdens het verlof voor 70% doorbetaald (tot max. dagloon). Over dat salaris wordt pensioen opgebouwd, waarbij de premieverdeling tussen SBOH en de aios blijft vastgesteld conform de Cao SBOH.
ii. In verband met de aanvraag van de uitkering bij het UWV, dient de aios het verlof tijdig aan te vragen bij SBOH.
iii. Het opnemen van betaald ouderschapsverlof heeft geen invloed op de opbouw van vakantie-uren.
iv. Tijdens het onbetaald ouderschapsverlof ontvangt de aios geen salaris en eventuele overige toeslagen. Ook bouwt de aios tijdens het onbetaalde ouderschapsverlof geen vakantie-uren op.
f. Calamiteiten- en ander kort verzuimverlof (WAZO, hoofdstuk 4)
i. Het salaris (inclusief eventuele salarisgarantietoeslag) wordt tijdens het verlof doorbetaald.
ii. Het opnemen van calamiteiten- en ander kort verzuimverlof heeft geen invloed op de opbouw van pensioen en vakantie-uren.
g. Kortdurend en langdurend zorgverlof (WAZO, hoofdstuk 5)
i. Het salaris (inclusief eventuele salarisgarantietoeslag) wordt tijdens het kortdurend zorgverlof voor 70% doorbetaald. Het opnemen van kortdurend zorgverlof heeft geen invloed op de opbouw van pensioen en vakantie-uren.
ii. Tijdens het langdurend zorgverlof ontvangt de aios geen salaris en eventuele overige toeslagen. Het opnemen van langdurend zorgverlof heeft geen invloed op de opbouw van vakantie-uren.
ARTIKEL A-15: CURSUSSEN, CONGRESSEN, STUDIEREIZEN EN BESTUURSWERKZAAMHEDEN
1. De aios kan maximaal 5 werkdagen per jaar deelnemen aan cursussen, congressen en studiereizen, mits in het belang van de opleiding en in overleg met de (stage-)opleider (respectievelijk opleidingsinstituut indien de cursus ook samenvalt met theoretisch onderwijs) waarbij de deelname aan deze cursussen, congressen en studiereizen als werktijd worden aangemerkt.
2. SBOH maakt met iedere aios-vereniging afspraken over een compensatie voor de tijd voor bestuurswerkzaamheden van de vereniging.
ARTIKEL A-16: VERZEKERINGEN
1. Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
SBOH sluit, voor zowel de aios als zichzelf, een verzekering voor de beroepsaansprakelijkheid, welke verzekering de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de aios dekt wegens dood, lichamelijk letsel en/of zaakschade aan derden toegebracht in de uitvoering van de functie als aios en bij het verlenen van EHBO.
2. SBOH vrijwaart de aios voor schade voortvloeiend uit de beroepsaansprakelijkheid en ziet af van de eventuele mogelijkheid van regres op de aios, een en ander behoudens voor de gevallen dat schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de aios.
3. Rechtsbijstandsverzekering
SBOH voorziet in een adequate rechtsbijstandsverzekering voor de aios, ten behoeve van juridische bijstand inzake beroepsaansprakelijkheid en straf- en tuchtzaken.
4. Arbeidsongeschiktheid
a. SBOH sluit ten behoeve van de arts in opleiding tot huisarts, tot specialist ouderengeneeskunde en tot arts verstandelijk gehandicapten een verzekering, die, in het geval de aios gedurende een periode langer dan een jaar arbeidsongeschikt
wordt geacht om het beroep van basisarts uit te oefenen, een uitkering garandeert zoals vermeld in bijlage 1 van het bij de opleiding van de aios behorende onderdeel van de cao. 1. Zowel op het verzekerde dagbedrag als op het bedrag dat bij arbeidsongeschiktheid op enig moment wordt uitgekeerd, is een indexatie van toepassing. De uitvoerder van deze verzekering is Movir.
b. Voor de arts in opleiding tot (profiel)arts Maatschappij + Gezondheid sluit SBOH een arbeidsongeschiktheidsverzekering die een aanvulling geeft op de WGA-uitkering bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (35-80%). De premie voor deze verzekering wordt volledig door SBOH betaald. De uitvoerder van deze verzekering is Nationale Nederlanden.
5. Ziektekostenverzekering
De aios zal in de gelegenheid worden gesteld een verzekering voor ziektekosten te sluiten bij een tussen partijen aangewezen ziektekostenverzekeraar, waarmee een collectief contract wordt gesloten voor de standaardpakketpolis en aanvullende verzekering(en).
6. Werknemersverzekeringen
De aios is op grond van de arbeidsovereenkomst verzekerd voor een aantal werknemersverzekeringen:
- Werkloosheidswet (WW)
- Wet Inkomen naar Arbeid (WIA)
- Wet Arbeid en Zorg (WAZO)
- Ziektewet (ZW)
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) is de uitvoerder van deze werknemersverzekeringen, Als de aios niet woonachtig is in Nederland, dan bestaat de mogelijkheid dat UWV verwijst naar de betrokken instanties in het land waar de aios woont.
ARTIKEL A-17: ARBEID EN GEZONDHEID
1. De aios dient zich in geval van ziekte te houden aan de aanwijzingen van SBOH.
2. Als de aios door ziekte niet in staat is de werkzaamheden uit te voeren, dan gelden de bepalingen van artikel 7:629 BW en verder.
3. Als de aios ziek is, ontvangt de aios van SBOH:
a. In de eerste 52 weken 100% van het gebruikelijke salaris;
b. In de daarop volgende 52 weken 70% van het gebruikelijke salaris, waarbij:
i. de pensioengrondslag op 100% van het gebruikelijke salaris blijft gebaseerd.
ii. de arbeidsongeschiktheidsuitkering die de aios uit hoofde van artikel A-15, lid 4a ontvangt op het salaris in mindering wordt gebracht.
4. De aios die op 1 januari 2022 bij SBOH in dienst is, ontvangt tijdens het 2e ziektejaar 100% van het gebruikelijke salaris als de ziekte direct het gevolg is van COVID-19 en is ontstaan tijdens het dienstverband bij SBOH in de periode 1 maart 2020 t/m 31 mei 2021.
ARTIKEL A-18: UITKERING BIJ OVERLIJDEN
In geval van overlijden van de aios wordt door SBOH aan de partner of bij afwezigheid van deze aan diens minderjarige kinderen, voor zover de laatste voor kinderbijslag in aanmerking komen, een netto-uitkering verstrekt ter hoogte van driemaal het laatstgenoten brutosalaris. Onder partner wordt verstaan de partner zoals bedoeld in het pensioenreglement.
ARTIKEL A-19: AIOTO-REGELING
1. De aios kan met goedkeuring van SBOH de opleiding combineren met het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Hiertoe overlegt de aios een door het opleidingsinstituut ondertekend aanvraagformulier.
2. De arbeidsovereenkomst geldt voor de duur van de opleidingsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst eindigt, conform artikel A-6, lid 3, van rechtswege zodra de opleidingsovereenkomst eindigt door voltooiing of beëindiging van de opleiding.
3. De cao is van toepassing met uitzondering van de in dit cao-artikel opgenomen aanvullende en/of afwijkende bepalingen.
4. De AIOTO ontvangt een salaris overeenkomstig de bij zijn opleiding behorende salarisregeling. De AIOTO die na op of na 1 januari 2015 bij SBOH in dienst is getreden ontvangt voor het zesde tot en met het achtste dienstjaar een salaris zoals vermeld in bijlage 1 van de bij zijn opleiding behorende onderdeel van de cao.
5. De in de cao vermelde toeslagen en vergoedingen zijn uitsluitend van toepassing gedurende de opleiding. De onkostenvergoedingen zijn echter, met uitzondering van de bepalingen die de opleiding betreffen, zowel gedurende de opleiding als gedurende het wetenschappelijk onderzoek van toepassing. Ten aanzien van de reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer wordt in dit verband verstaan: de afstand tussen het woonadres van de aios en het adres van de werkplek waar het onderzoek wordt uitgevoerd en – voor zover het theoretisch deel van de opleiding wordt gevolgd – het adres van de door het opleidingsinstituut aangwezen locatie waar de aios het theoretisch deel van de opleiding volgt.
6. Voor de AIOTO geldt een vergoedingsregeling voor het bezoeken van maximaal drie buitenlandse congressen per dienstverband, waarbij één buitenlands congresbezoek per onderzoeksjaar het uitgangspunt is.
7. De toepassing van dit artikel vervalt met onmiddellijke ingang indien de AIOTO voortijdig stopt met het onderzoeksgedeelte van de gecombineerde opleiding.
BIJLAGE A-1: ONKOSTENVERGOEDING
Artikel Cao SBOH | Omschrijving vergoeding | Arts in opleiding tot - huisarts | Arts in opleiding tot: - specialist ouderengeneeskunde, - arts verstandelijk gehandicapten - (profiel)arts Maatschappij + Gezondheid |
A-10, lid 1 | Onkostenvergoeding netto per maand (per FTE) | € 49,- waarvan: - € 20,- voor communicatiemiddelen - € 29,- voor overige kosten (waaronder onder meer de dokterstas, wegwerp- en verbruiksartikelen, studieboeken, partkeerkosten etc.). | € 56,- waarvan: - € 20,- voor communicatiemiddelen - € 36,- voor overige kosten - (waaronder onder meer de dokterstas, - instrumenten, wegwerp- en verbruiksartikelen, studieboeken, parkeerkosten etc.). |
A-10, lid 1 | Vergoeding voor aanschaf en onderhoud van instrumenten netto per maand (per FTE) | €25,- | |
A-10, lid 2 | Congres- /scholingsbudget1, inclusief verblijfskosten, per maand (per aios) | € 20,- 1 | € 20,- 1 |
A-10, lid 4 | Reiskostenvergoeding per kilometer | - € 0,19 netto t/m 31 december 2022 - € 0,21 netto vanaf 1 januari 2023 | - € 0,19 t/m 31 december 2022 - € 0,21 vanaf 1 januari 2023 Reiskostenvergoeding voor dienstreizen tijdens de opleidingsperiode bij de opleidingsinstelling en - alleen voor aios ouderengeneeskunde – tijdens de stage in een ggz-instelling: € 0,30 waarvan: - € 0,19 netto t/m 31 december 2022 - € 0,21 netto vanaf 1 januari 2023 - € 0,11 bruto t/m 31 december 2022 - € 0,09 bruto vanaf 1 januari 2023 |
A-10, lid 5 | Thuiswerkvergoeding netto per dag | € 2,15 | € 2,15 |
A-10, lid 6 | Verhuiskostenvergoeding netto | € 1.000,- | € 1.000,- |
A-10, lid 7 | Vergoeding hotelovernachting per nacht (voor logies en ontbijt) netto | € 75,- | € 75,- |
1 Het is toegestaan om een negatief saldo congres-/scholingsbudget te hebben. Het maximale negatieve saldo is
€ 300,-. Bij beëindiging van het dienstverband wordt een eventueel negatief saldo verrekend met het laatste netto salaris.
DEEL B – ARTS IN OPLEIDING TOT HUISARTS
ARTIKEL B-1: WERKTIJDEN EN ARBEIDSDUUR
1. De werktijden liggen tussen 08.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag.
2. De verdeling van de uren over de week tijdens het praktische deel van de opleiding vindt, met inachtneming van de vereisten die hieromtrent door het opleidingsinstituut worden gesteld, plaats in overleg tussen de aios en de (stage-)opleider.
3. De aios zal deelnemen aan diensten conform de regelgeving van het opleidingsinstituut, waarbij:
a. Voor diensten binnen waarneemgroepen en tijdens niet-gevaluteerde stages geldt dat zij maximaal bedragen:
▪ een avonddienst, nachtdienst of avond + nachtdienst per week;
▪ een weekenddienst per vier weken, die maximaal 24 uur achtereen bedraagt.
b. Voor diensten in een HDS geldt dat de aios per 3 maanden maximaal deelneemt aan 8 diensten van ten hoogste 9 uur (exclusief pauzes) waarvan maximaal 2 avonddiensten, maximaal 3 nachtdiensten en maximaal 3 weekenddiensten, tenzij de aios geen bezwaar heeft tegen een andere indeling.
i. Indien er sprake is van deelname aan de diensten in een HDS die in een periode worden geclusterd en tijdens welke periode geen werkzaamheden worden verricht binnen de huisartspraktijk, geldt voor een periode van 3 maanden een maximum van 15 diensten van ten hoogste 9 uur.
c. Tijdens de gevaluteerde stages de aios werkzaamheden zal verrichten ingevolge de dienstroosters van de stage-instelling.
4. Voor diensten tijdens gevaluteerde en niet-gevaluteerde stages of binnen waarneemgroepen geldt dat alle daadwerkelijk gewerkte uren meetellen voor de vaststelling van het aantal gewerkte uren in een week.
5. Voor diensten in een HDS geldt dat elk dienstuur meetelt voor de vaststelling van het aantal gewerkte uren in een week.
6. Indien door het doen van diensten in een HDS, tijdens een niet-gevaluteerde stage of binnen een waarneemgroep het aantal gewerkte uren binnen een tijdsbestek van 7 opeenvolgende dagen meer is dan de contractueel overeengekomen uren, dan worden deze meer gewerkte uren in tijd gecompenseerd gedurende de lopende opleidings-of stageperiode en wel binnen maximaal 28 dagen na de bovengenoemde periode van 7 dagen, tenzij de aios ermee instemt de compensatie op een ander tijdstip te laten plaatsvinden.
7. Indien tijdens de gevaluteerde klinische stages door de daadwerkelijk gewerkte uren de contractueel overeengekomen uren worden overschreden, is artikel A-9 (Overwerk en Meerwerk) van toepassing.
8. Op de werktijden, pauze en rusttijden van de aios is het gestelde in het Arbeidstijdenbesluit, zowel voor wat betreft de algemene bepalingen als de specifieke regels voor de zorgsector, van toepassing.
ARTIKEL B-2: SALARIS
Het salaris tijdens het dienstverband staat vermeld in bijlage B-1. Steeds na 12 maanden dienstverband vindt een periodieke verhoging plaats, totdat het maximum salaris (het salaris vijfde dienstjaar) is bereikt.
ARTIKEL B-3: VERGOEDING DIENSTEN OP ONREGELMATIGE TIJDEN
1. De aios ontvangt per maand een onregelmatigheidstoeslag (ORT) tijdens de opleidingsperiode en de stage. Deze toeslag staat vermeld in bijlage B-1 en wordt aangepast met hetzelfde percentage waarmee de salarissen worden aangepast. Indien er sprake is van afwezigheid door ziekte of zwangerschaps-/bevallings- verlof wordt de ORT volledig doorbetaald gedurende de kalendermaand waarin de afwezigheid is aangevangen en de eerstvolgende kalendermaand. Daarna stopt de toeslag indien de afwezigheid voortduurt. De toeslag wordt, al dan niet gedeeltelijk, hervat in de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de aios de werkzaamheden, al dan niet gedeeltelijk, hervat. De ORT wordt doorbetaald tijdens vakantie van de aios.
2. Voor de diensten als bedoeld in artikel B-1 lid 3a heeft de aios recht op een vergoeding in vrije tijd van:
▪ 2 uur voor een avonddienst, nachtdienst of avond + nachtdienst
▪ 4 uur voor een weekenddienst
3. Tijdens een gevaluteerde klinische stage is de “ORT-regeling gevaluteerde klinische
stage”, zoals opgenomen in bijlage B-2, van toepassing.
ARTIKEL B-4: VERGOEDING LIDMAATSCHAPPEN
SBOH vergoedt de kosten van het lidmaatschap van de volgende verenigingen: LAD en/of LHV in combinatie met KNMG, LOVAH en NHG.
ARTIKEL B-5: PENSIOENREGELING
1. Uitvoeringsorgaan
Voor de aios geldt per 1 januari 2021 een pensioenregeling die is ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds Huisartsen (SPH).
2. Premieverdeling
a. Er geldt voor de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 een premieverdeling van 80,67% voor SBOH en 19,33% voor de aios. Er geldt met ingang van 1 januari 2023 een premieverdeling van 51,88% voor SBOH en 48,12% voor de aios. De premie van de aios brengt SBOH in mindering op diens salaris.
b. In verband met de gewijzigde premieverdeling met ingang van 1 januari 2023 ontvangt de aios met ingang van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 maandelijks met de salarisbetaling een bruto ‘werkgeverscompensatie pensioen’ ter hoogte van 1,24% van het salaris. Deze compensatie telt niet mee voor de pensioengrondslag en ook niet voor de opbouw van de vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. SBOH zal zich maximaal inspannen om de compensatie
structureel te laten toevoegen aan het salaris via de beschikbaarheidsbijdrage vanuit de NZa.
3. Overige verplichtingen
a. SBOH betaalt de kosten van de risicopremie voor het aanvullend wezen- en partnerpensioen.
b. SBOH draagt zorg voor aanmelding van de aios bij het pensioenfonds. De aios stemt ermee in dat SBOH alle informatie aan het pensioenfonds verstrekt die nodig is voor de uitvoering van de geldende pensioenregeling.
.
BIJLAGE B-1: SALARISSEN
De salarisbedragen en het bedrag van de onregelmatigheidstoeslag (beiden bruto per maand) gelden bij een voltijd dienstverband van 38 uur per week.
ARTIKEL CAO | OMSCHRIJVING VERGOEDING | |
Artikel B-2 | Salaris eerste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.312,- € 3.664,- |
Salaris tweede dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.449,- € 3.818,- | |
Salaris derde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.580,- € 3.966,- | |
Salaris vierde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.705,- € 4107,- | |
Salaris vijfde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.844,- € 4.263,- | |
Salaris zesde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.005,- € 4.445,- | |
Xxxxxxx zevende dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.159,- € 4.617,- | |
Xxxxxxx achtste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.315,- € 4.793,- | |
Artikel B-3, 1e lid | Onregelmatigheidstoeslag per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 100,90 € 107,10 |
Artikel A-19, 4e lid | Salaris zesde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.169,- € 4.630,- |
Xxxxxxx zevende dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.323,- € 4.802,- | |
Xxxxxxx achtste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.478,- € 4.977,- | |
Artikel A-16, 4e lid | Uitkering bij arbeidsongeschiktheid | € 54,- bruto per dag (2023) |
BIJLAGE B-2: ORT-REGELING GEVALUTEERDE KLINISCHE STAGE
ARTIKEL 1: VERGOEDING DIENSTEN
Bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten
1. SBOH kan de aios verplichten deel te nemen aan bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten.
2. Voor het verrichten van bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten buiten de uren die liggen op maandag t/m vrijdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur heeft de aios recht op een compensatie in vrije tijd.
3. De aios ontvangt voor de uren doorgebracht in bereikbaarheidsdienst een compensatie in vrije tijd per uur volgens de volgende regeling.:
a. Op erkende feestdagen : 3/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 2/18
c. Op overige dagen : 1/18
4. De aios ontvangt voor de uren doorgebracht in aanwezigheidsdienst een compensatie in vrije tijd per uur volgens de volgende regeling:
Dagaanwezigheidsdienst (06.00 – 24.00 uur)
a. Op erkende feestdagen : 5/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 4/18
c. Op overige dagen : 2/18 Nachtaanwezigheidsdienst (24.00 – 06.00 uur)
a. Op erkende feestdagen : 7/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 6/18
c. Op overige dagen : 3/18
5. De compensatie in tijd moet gedurende de lopende stage worden opgenomen tijdens het praktische gedeelte van de opleiding. De aios heeft recht op tenminste 22 weekends vrij van iedere dienst per jaar.
6. Indien de stage-instelling de aios niet in de gelegenheid stelt de compensatieuren voor bereikbaarheidsdienst en aanwezigheidsdienst, die in principe in de vorm van vrije tijd worden vergoed, op te nemen gedurende de stage, worden de compensatieuren uitbetaald. De vergoeding wordt in dat geval uitbetaald op basis van een door de stage- opleider geaccordeerde declaratie waaruit blijkt op hoeveel uren compensatie de aios recht heeft.
7. Voor arbeid tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten ontvangt de aios naast het voor hem geldende uurloon een geldelijke beloning die bestaat uit een percentage van het uurloon en wel:
a. 25% voor arbeid verricht tussen 08.00 uur en 22.00 uur op maandag tot en met vrijdag;
b. 50% voor arbeid verricht tussen 22.00 uur en 08.00 uur op maandag tot en met vrijdag;
c. 75% voor arbeid verricht op zaterdag tot 18.00 uur;
d. 100% voor arbeid verricht op zaterdag vanaf 18.00 uur en op zon- en feestdagen tussen 0.00 en 24.00 uur.
8. Als de aios tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten wordt opgeroepen om arbeid te verrichten, wordt voor de berekening van de geldelijke beloning uitgegaan van een periode van tenminste een half uur arbeid per oproep, ongeacht of er ook daadwerkelijk een half uur is gewerkt.
9. Ten aanzien van het aantal gewerkte uren tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheiddiensten is het toegestaan het aantal gewerkte uren te bepalen op basis van een gemiddelde dat berekend is aan de hand van ervaringsgegevens.
Onregelmatige diensten
1. SBOH kan de aios verplichten volgens xxxxxxx werkzaamheden te verrichten buiten de uren die liggen op maandag t/m vrijdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur (onregelmatige dienst).
2. Aan degenen die volgens rooster (onregelmatige dienst) werkzaamheden verrichten zal een extra vergoeding boven het voor de aios geldende salaris worden gegeven. Voor de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de volgende regeling:
a. 20% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op de uren tussen 18.00 en 22.00 uur op maandag t/m vrijdag;
b. 40% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op de uren die vallen tussen 22.00 uur en 08.00 uur van maandag tot zaterdagochtend en op uren die vallen tussen 08.00 uur en 18.00 uur op zaterdag;
c. 50% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op uren tussen 18.00 uur en 22.00 uur op zaterdag en van uren vallende tussen 22.00 uur op zaterdag tot 08.00 uur op maandag en feestdagen.
3. De vergoeding voor onregelmatige diensten wordt aan de aios verstrekt op basis van een door de stage-opleider geaccordeerde declaratie.
DEEL C – ARTS IN OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE
ARTIKEL C-1: WERKTIJDEN EN ARBEIDSDUUR
1. De werktijden liggen tusssen 08.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag.
2. De verdeling van de uren over de week tijdens het praktische deel van de opleiding vindt, met inachtneming van de vereisten die hieromtrent door het opleidingsinstituut worden gesteld, plaats in overleg tussen de aios en de (stage-)opleider.
3. De aios zal deelnemen aan diensten, conform de regelgeving van het opleidingsinstituut, waarbij:
a. tijdens de opleidingsperiode binnen de opleidingsinstelling en de stages bij een ggz-instelling of huisartspraktijk geldt dat deze diensten maximaal bedragen: 1 (één) avonddienst, nachtdienst of avond- en nachtdienst per week en 1 (één) weekenddienst per vier weken. Een weekenddienst duurt maximaal 24 uur.
b. tijdens overige stage de aios werkzaamheden zal verrichten ingevolge de dienstroosters van de stage-instelling.
ARTIKEL C-2: SALARIS
Het salaris tijdens het dienstverband staat vermeld in bijlage C-1. Steeds na 12 maanden dienstverband vindt een periodieke verhoging plaats, totdat het maximum salaris (het salaris vijfde dienstjaar) is bereikt.
ARTIKEL C-3: VERGOEDING DIENSTEN
Bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten
1. SBOH kan de aios verplichten deel te nemen aan bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten.
2. Voor het verrichten van bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten buiten de uren die staan vermeld in artikel 1, lid 1 heeft de aios recht op een compensatie in vrije tijd.
3. De aios ontvangt voor de uren doorgebracht in bereikbaarheidsdienst een compensatie in vrije tijd per uur volgens de volgende regeling:
a. Op erkende feestdagen : 3/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 2/18
c. Op overige dagen : 1/18
4. De aios ontvangt voor de uren doorgebracht in aanwezigheidsdienst een compensatie in vrije tijd per uur volgens de volgende regeling:
Dagaanwezigheidsdienst (06.00 – 24.00 uur)
a. Op erkende feestdagen : 5/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 4/18
c. Op overige dagen : 2/18
Nachtaanwezigheidsdienst (24.00 – 06.00 uur)
a. Op erkende feestdagen : 7/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 6/18
c. Op overige dagen : 3/18
5. De compensatie in tijd moet gedurende de lopende opleidingsperiode of stage worden opgenomen.
6. De aios en de opleidings- of stage-instelling kunnen in overleg overeenkomen dat de compensatieuren voor bereikbaarheidsdienst en aanwezigheidsdienst, die in principe in de vorm van vrije tijd worden vergoed, ook worden uitbetaald tegen het voor de aios geldende uurloon. De vergoeding wordt in dat geval aan de aios verstrekt op basis van een door de (stage-)opleider geaccordeerde declaratie.
7. Voor arbeid tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten ontvangt de aios een geldelijke beloning die bestaat uit een percentage van het uurloon en wel:
a. 28,25% voor arbeid verricht tussen 08.00 uur en 22.00 uur op maandag tot en met vrijdag;
b. 56,50% voor arbeid verricht tussen 22.00 uur en 08.00 uur op maandagn tot en met vrijdag;
c. 84,75% voor arbeid verricht op zaterdag tot 18.00 uur;
d. 113% voor arbeid verricht op zaterdag vanaf 18.00 uur en op zon- en feestdagen tussen 0.00 en 24.00 uur.
In de geldelijke beloning is een compensatie opgenomen voor een gemis aan toeslag tijdens vakantie-uren.
8. Als de aios tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten wordt opgeroepen om arbeid te verrichten, wordt voor de berekening van de geldelijke beloning uitgegaan van een periode van tenminste een half uur arbeid per oproep, ongeacht of er ook daadwerkelijk een half uur is gewerkt.
9. Ten aanzien van het aantal gewerkte uren tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten is het toegestaan het aantal gewerkte uren te bepalen op basis van een gemiddelde dat berekend is aan de hand van ervaringsgegevens.
Onregelmatige diensten
1. SBOH kan de aios verplichten volgens xxxxxxx werkzaamheden te verrichten buiten de uren die liggen op maandag t/m vrijdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur (onregelmatige dienst).
2. Aan degenen die volgens rooster (onregelmatige dienst) werkzaamheden verrichten zal een extra vergoeding boven het voor de aios geldende salaris worden gegeven. Voor de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de volgende regeling:
a. 20% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op de uren tussen 18.00 uur en 22.00 uur op maandag t/m vrijdag;
b. 40% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op de uren die vallen tussen 22.00 uur en 08.00 uur van maandag tot zaterdagochtend en op uren die vallen tussen 08.00 uur en 18.00 uur op zaterdag;
c. 50% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op uren tussen 18.00 uur en 22.00 uur op zaterdag en van uren vallende tussen 22.00 uur op zaterdag tot 08.00 uur op maandag en feestdagen.
3. De vergoeding voor onregelmatige diensten wordt aan de aios verstrekt op basis van een door de (stage-)opleider geaccordeerde declaratie.
ARTIKEL C-5: VERGOEDING LIDMAATSCHAPPEN
SBOH vergoedt de kosten van het lidmaatschap van de volgende verenigingen: LAD incombinatie met KNMG, VASON en Verenso.
ARTIKEL C-6: PENSIOENREGELING
1. Uitvoeringsorgaan
Voor de aios geldt een pensioenregeling die is ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW).
2. Premieverdeling
a. Er geldt een premieverdeling van 51,88% voor SBOH en 48,12% voor de aios. De premie van de aios brengt SBOH in mindering op diens salaris.
b. Indien de aios tijdens een periode van onbetaald verlof, in casu ouderschapsverlof of verlengd bevallingsverlof, de pensioenverzekering op grond van het pensioenreglement van PFZW vrijwillig voortzet, neemt SBOH het werkgeversdeel van de verschuldigde premies voor haar rekening, mits de aios na het onbetaalde verlof het dienstverband gedurende ten minste zes maanden voortzet. Dit geldt niet indien de arbeidsovereenkomst in deze periode eindigt wegens voltooiing van de opleiding.
c. Het in het vorige lid bedoelde, voor rekening van SBOH komende deel van de premies dient door de aios te worden terugbetaald ingeval het dienstverband binnen de genoemde periode van zes maanden wordt beëindigd.
3. Overige verplichtingen
SBOH draagt zorg voor aanmelding van de aios bij het pensioenfonds. De aios stemt ermee in dat SBOH alle informatie aan het pensioenfonds verstrekt die nodig is voor de uitvoering van de geldende pensioenregeling.
BIJLAGE C-1: SALARISSEN
De salarisbedragen (bruto per maand) gelden bij een voltijd dienstverband van 38 uur per week
ARTIKEL CAO | OMSCHRIJVING VERGOEDING | |
Artikel C-2 | Salaris eerste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.580,- € 3.799,- |
Idem | Salaris tweede dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.705,- € 3.932,- |
Idem | Salaris derde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.844,- € 4.079,- |
Idem | Salaris vierde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.005,- € 4.250,- |
Idem | Salaris vijfde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.159,- € 4.413,- |
Artikel A-9, 6e lid | Salaris zesde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.315,- € 4.579,- |
Xxxxxxx zevende dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.466,- € 4.739,- | |
Xxxxxxx achtste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.620,- € 4.903,- |
Artikel A-19, 4e lid | Salaris zesde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.478,- € 4.752,- |
Xxxxxxx zevende dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.630,- € 4.913,- | |
Xxxxxxx achtste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.783,- € 5.075,- | |
Artikel A-16, 4e lid | Uitkering bij arbeidsongeschiktheid | € 54,- bruto per dag (2023) |
DEEL D – ARTS IN OPLEIDING TOT ARTS VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN
ARTIKEL D-1: WERKTIJDEN EN ARBEIDSDUUR
1. De werktijden liggen tusssen 08.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag.
2. De verdeling van de uren over de week tijdens het praktische deel van de opleiding vindt, met inachtneming van de vereisten die hieromtrent door het opleidingsinstituut worden gesteld, plaats in overleg tussen de aios en de (stage-)opleider.
3. De aios zal deelnemen aan diensten, conform de regelgeving van het opleidingsinstituut, waarbij tijdens de opleidingsperiode binnen de opleidingsinstelling en de stages geldt dat deze diensten maximaal bedragen: 1 (één) avonddienst, nachtdienst of avond- en nachtdienst per week en 1 (één) weekenddienst per vier weken. Een weekenddienst duurt maximaal 24 uur.
4. Als de afstand tussen het woonadres van de aios en het adres waar het theoretisch deel van de opleiding daadwerkelijk plaats vindt meer is dan 75 kilometer enkele reis, mag de aios – per keer dat deze situatie zich voordoet – 1,5 uur van de reistijd in tijd compenseren tijdens het praktische deel van de opleiding. De verdeling van de werkuren over de week wordt daarbij in overleg met de (stage-)opleider vastgesteld.
ARTIKEL D-2: SALARIS
Het salaris tijdens het dienstverband staat vermeld in bijlage D-1. Steeds na 12 maanden dienstverband vindt een periodieke verhoging plaats, totdat het maximum salaris (het salaris vijfde dienstjaar) is bereikt.
ARTIKEL D-3: VERGOEDING DIENSTEN
Bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten
1. SBOH kan de aios verplichten deel te nemen aan bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten.
2. Voor het verrichten van bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten buiten de uren die staan vermeld in artikel 1, lid 1 heeft de aios recht op een compensatie in vrije tijd.
3. De aios ontvangt voor de uren doorgebracht in bereikbaarheidsdienst een compensatie in vrije tijd per uur volgens de volgende regeling.:
a. Op erkende feestdagen : 3/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 2/18
c. Op overige dagen : 1/18
4. De aios ontvangt voor de uren doorgebracht in aanwezigheidsdienst een compensatie in vrije tijd per uur volgens de volgende regeling:
Dagaanwezigheidsdienst (06.00 – 24.00 uur)
a. Op erkende feestdagen : 5/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 4/18
c. Op overige dagen : 2/18
Nachtaanwezigheidsdienst (24.00 – 06.00 uur)
a. Op erkende feestdagen : 7/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 6/18
c. Op overige dagen : 3/18
5. De compensatie in tijd moet gedurende de lopende opleidingsperiode of stage worden opgenomen.
6. De aios en de opleidings- of stage-instelling kunnen in overleg overeenkomen dat de compensatieuren voor bereikbaarheidsdienst en aanwezigheidsdienst, die in principe in de vorm van vrije tijd worden vergoed, ook worden uitbetaald tegen het voor de aios geldende uurloon. De vergoeding wordt in dat geval aan de aios verstrekt op basis van een door de (stage-)opleider geaccordeerde declaratie.
7. Voor arbeid tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten ontvangt de aios een geldelijke beloning die bestaat uit een percentage van het uurloon en wel:
a. 28,25% voor arbeid verricht tussen 08.00 uur en 22.00 uur op maandag tot en met vrijdag;
b. 56,50% voor arbeid verricht tussen 22.00 uur en 08.00 uur op maandagn tot en met vrijdag;
c. 84,75% voor arbeid verricht op zaterdag tot 18.00 uur;
d. 113% voor arbeid verricht op zaterdag vanaf 18.00 uur en op zon- en feestdagen tussen 0.00 en 24.00 uur.
In de geldelijke beloning is een compensatie opgenomen voor een gemis aan toeslag tijdens vakantie-uren.
8. Als de aios tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten wordt opgeroepen om arbeid te verrichten, wordt voor de berekening van de geldelijke beloning uitgegaan van een periode van tenminste een half uur arbeid per oproep, ongeacht of er ook daadwerkelijk een half uur is gewerkt.
Ten aanzien van het aantal gewerkte uren tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten is het toegestaan het aantal gewerkte uren te bepalen op basis van een gemiddelde dat berekend is aan de hand van ervaringsgegevens.
Onregelmatige diensten
1. SBOH kan de aios verplichten volgens xxxxxxx werkzaamheden te verrichten buiten de uren die liggen op maandag t/m vrijdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur (onregelmatige dienst).
2. Aan degenen die volgens rooster (onregelmatige dienst) werkzaamheden verrichten zal een extra vergoeding boven het voor de aios geldende salaris worden gegeven. Voor de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de volgende regeling:
a. 20% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op de uren tussen 18.00 uur en 22.00 uur op maandag t/m vrijdag;
b. 40% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op de uren die vallen tussen 22.00 uur en 08.00 uur van maandag tot zaterdagochtend en op uren die vallen tussen 08.00 uur en 18.00 uur op zaterdag;
c. 50% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op uren tussen 18.00 uur en 22.00 uur op zaterdag en van uren vallende tussen 22.00 uur op zaterdag tot 08.00 uur op maandag en feestdagen.
3. De vergoeding voor onregelmatige diensten wordt aan de aios verstrekt op basis van een door de (stage-)opleider geaccordeerde declaratie.
ARTIKEL D-5: VERGOEDING LIDMAATSCHAPPEN
SBOH vergoedt de kosten van het lidmaatschap van de volgende verenigingen: LAD in combinatie met KNMG, VAAVG en NVAVG.
ARTIKEL D-6: PENSIOENREGELING
1. Uitvoeringsorgaan
Voor de aios geldt een pensioenregeling die is ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW).
2. Premieverdeling
a. Er geldt een premieverdeling van 51,88% voor SBOH en 48,12% voor de aios. De premie van de aios brengt SBOH in mindering op diens salaris.
b. Indien de aios tijdens een periode van onbetaald verlof, in casu ouderschapsverlof of verlengd bevallingsverlof, de pensioenverzekering op grond van het pensioenreglement van PFZW vrijwillig voortzet, neemt SBOH het werkgeversdeel van de verschuldigde premies voor haar rekening, mits de aios na het onbetaalde verlof het dienstverband gedurende ten minste zes maanden voortzet. Dit geldt niet indien de arbeidsovereenkomst in deze periode eindigt wegens voltooiing van de opleiding.
c. Het in het vorige lid bedoelde, voor rekening van SBOH komende deel van de premies dient door de aios te worden terugbetaald ingeval het dienstverband binnen de genoemde periode van zes maanden wordt beëindigd.
3. Overige verplichtingen
SBOH draagt zorg voor aanmelding van de aios bij het pensioenfonds. De aios stemt ermee in dat SBOH alle informatie aan het pensioenfonds verstrekt die nodig is voor de uitvoering van de geldende pensioenregeling.
BIJLAGE D-1: SALARISSEN
De salarisbedragen en het bedrag van de onregelmatigheidstoeslag (beiden bruto per maand) gelden bij een voltijd dienstverband van 38 uur per week
ARTIKEL cao | OMSCHRIJVING VERGOEDING | |
Artikel D-2 | Salaris eerste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.580,- € 3.799,- |
Xxxxxxx tweede dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.705,- € 3.932,- | |
Xxxxxxx derde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.844,- € 4.079,- | |
Xxxxxxx vierde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.005,- € 4.250,- | |
Xxxxxxx vijfde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.159,- € 4.413,- | |
Artikel A-9, 6e lid | Salaris zesde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.315,- € 4.579,- |
Xxxxxxx zevende dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.466,- € 4.739,- | |
Xxxxxxx achtste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.620,- € 4.903,- |
Artikel A-19, 4e lid | Salaris zesde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.478,- € 4.752,- |
Xxxxxxx zevende dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.630,- € 4.913,- | |
Xxxxxxx achtste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.783,- € 5.075,- | |
Artikel A-16, 4e lid | Uitkering bij arbeidsongeschiktheid | € 54,- bruto per dag (2023) |
DEEL E – ARTS IN OPLEIDING TOT (PROFIEL)ARTS
MAATSCHAPPIJ+GEZONDHEID
ARTIKEL E-1A: WERKTIJDEN EN ARBEIDSDUUR (UITGEZONDERD PROFIEL FORENSISCHE GENEESKUNDE)
1. De werktijden liggen tusssen 08.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag.
2. De verdeling van de uren over de week tijdens het praktische deel van de opleiding vindt, met inachtneming van de vereisten die hieromtrent door het opleidingsinstituut worden gesteld, plaats in overleg tussen de aios en de (stage-)opleider.
3. De aios zal deelnemen aan diensten, conform de regelgeving van het opleidingsinstituut, waarbij tijdens de opleidingsperiode en de stages geldt dat deze diensten maximaal bedragen:
a. 1 (één) avonddienst, nachtdienst of avond- en nachtdienst per week én
b. 1 (één) weekenddienst per vier weken. Een weekenddienst duurt maximaal 24 uur.
ARTIKEL E-1B: WERKTIJDEN EN ARBEIDSDUUR (ALLEEN PROFIEL FORENSISCHE GENEESKUNDE)
1. De werktijden liggen tusssen 08.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag.
2. De verdeling van de uren over de week tijdens het praktische deel van de opleiding vindt, met inachtneming van de vereisten die hieromtrent vanuit het opleidingsinstituut worden gesteld, plaats in overleg tussen de aios en de (stage-)opleider.
3. De aios zal deelnemen aan diensten, conform de regelgeving van het opleidingsinstituut, waarbij
a. tijdens de opleidingsperiode de aios werkzaamheden verricht ingevolge de dienstroosters van de opleidingsinstelling
b. tijdens de stages de diensten maximaal bedragen:
i. 1 (één) avonddienst, nachtdienst of avond- en nachtdienst per week én
ii. 1 (één) weekenddienst per vier weken. Een weekenddienst duurt maximaal 24 uur.
ARTIKEL E-2: SALARIS
1. Het salaris tijdens het dienstverband staat vermeld in bijlage E-1. Steeds na 12 maanden dienstverband vindt een periodieke verhoging plaats, totdat het maximum salaris (het salaris vijfde dienstjaar) is bereikt.
2. In aanvulling op hetgeen in artikel A-9 staat vermeld, gelden voor de artsen in opleiding tot (profiel)arts Maatschappij+Gezondheid de onderstaande regelingen:
a. Wanneer de opleidingsovereenkomst voor de 1e fase van de opleiding (profielopleiding) niet direct, maar wel binnen 24 maanden wordt opgevolgd door een opleidingsovereenkomst voor de 2e fase van de opleiding (opleiding tot arts M+G), geldt voor de aios die vanaf 2022 met de 2e fase van de opleiding start, dat de periodiekdatum voor de 2e fase zodanig wordt vastgesteld dat de aios maximaal 12 maanden in dezelfde salaristrede doorbrengt. De termijn van 24 maanden kan in individuele situaties worden verlengd wanneer de aios in redelijkheid niet binnen deze termijn met de 2e fase van de opleiding kon starten.
b. De aios die vanaf 1 januari 2023 óf onvrijwillig niet direct met de 2e fase van de opleiding kan starten na afronding van de 1e fase óf die voor het volgen van de 2e
fase van de opleiding een opleidingsplek krijgt toegewezen met een reisafstand voor het woon-werkverkeer van meer dan 75 kilometer enkele reis en daarom besluit later te starten met de 2e fase, geldt dat een periode tussen de 2e dienstverbanden bij SBOH meetelt voor de periodieke verhogingen alsof de aios in dienst zou zijn gebleven bij SBOH, met een maximum van 24 maanden.
c. Op de aios die als basisarts of profielarts in dienst is bij een instelling waar artsen M+G werkzaam kunnen zijn en van hieruit met de 1e of 2e fase M+G-opleiding begint en derhalve te maken krijgt met een overstap naar SBOH als werkgever voor de duur van de opleiding, is een salaris- en perspectiefgarantie van toepassing - voor de situatie dat inschaling conform de Cao SBOH voor de aios een achteruitgang zou betekenen - indien de aios minimaal 6 maanden in dienst was van een dergelijke instelling. Vanaf 1 januari 2022 moet de aios om in aanmerking te kunnen komen voor deze garantieregeling minimaal één jaar in dienst zijn geweest van een dergelijke instelling, vanaf 1 januari 2024 1,5 jaar en vanaf 1 januari 2025 2 jaar. De garantieregeling houdt het volgende in:
i. De aios behoudt bij indiensttreding het bruto salaris dat gold bij de vorige werkgever, zijnde een instelling waar artsen M+G werkzaam kunnen zijn (salarisgarantie). De salarisgarantie wordt uitgekeerd in de vorm van een maandelijkse bruto toeslag (salarisgarantietoeslag), bovenop het salaris conform de inschaling bij SBOH, en telt mee voor de opbouw van pensioen, vakantietoeslag, en eindejaarsuitkering. De hoogte van de salarisgarantietoeslag wordt als volgt vastgesteld: het verschil tussen het bruto maandsalaris op voltijdsbasis zoals dat per datum indiensttreding bij SBOH zou gelden bij de vorige werkgever en het bruto maandsalaris op voltijdsbasis zoals dat bij SBOH geldt per datum indiensttreding. De salarisgarantietoeslag wordt steeds aangepast met hetzelfde percentage waarmee de salarissen worden verhoogd.
ii. De aios behoudt de periodiekdatum zoals die gold bij de vorige werkgever.
iii. De aios ontvangt – in tegenstelling tot lid 7 van artikel A-9 staat vermeld- een eindejaarsuitkering gelijk aan 7,71% over het genoten jaarsalaris, inclusief vakantietoeslag en salarisgarantietoeslag.
iv. De aios aan wie een salarisgarantietoeslag wordt toegekend, komt niet in aanmerking voor een hogere inschaling op basis van ervaring uit lid 5 van artikel A-9 en ook niet bij indiensttreding voor de hogere inschaling op grond van promotie op basis van lid 6 van artikel A-9. De aios die een salarisgarantietoeslag ontvangt en tijdens het dienstverband promoveert, komt wel in aanmerking voor een hogere inschaling op grond promotie op basis van lid 6 van artikel A-9.
v. De aios behoudt de salarisgarantietoeslag die is bereikt aan het einde van het dienstverband voor de profielopleiding bij SBOH, indien de aios op enig moment voor het volgen van de 2e fase van de opleiding bij SBOH in dienst treedt. Ook blijft dan de hogere eindejaarsuitkering uit onderdeel c van dit lid van toepassing.
vi. De aios die bij SBOH een dienstverband had voor het volgen van de 1e fase van de opleiding en op wie de salarisgarantieregeling niet van toepassing was, komt
niet in aanmerking voor de salarisgarantieregeling indien de aios op enig moment voor het volgen van de 2e fase van de opleiding bij SBOH dienst treedt.
ARTIKEL E-3: VERGOEDING DIENSTEN
Bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten
1. SBOH kan de aios verplichten deel te nemen aan bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten.
2. Voor het verrichten van bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten buiten de uren die staan vermeld in artikel 1a, lid 1 of artikel 1b, lid 1 heeft de aios recht op een compensatie in vrije tijd.
3. De aios ontvangt voor de uren doorgebracht in bereikbaarheidsdienst een compensatie in vrije tijd per uur volgens de volgende regeling.:
a. Op erkende feestdagen : 3/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 2/18
c. Op overige dagen : 1/18
4. De aios ontvangt voor de uren doorgebracht in aanwezigheidsdienst een compensatie in vrije tijd per uur volgens de volgende regeling:
Dagaanwezigheidsdienst (06.00 – 24.00 uur)
a. Op erkende feestdagen : 5/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 4/18
c. Op overige dagen : 2/18
Nachtaanwezigheidsdienst (24.00 – 06.00 uur)
a. Op erkende feestdagen : 7/18
b. Op zaterdagen/zondagen : 6/18
c. Op overige dagen : 3/18
5. De compensatie in tijd moet gedurende de lopende opleidingsperiode of stage worden opgenomen.
6. De aios en de opleidings- of stage-instelling kunnen in overleg overeenkomen dat de compensatieuren voor bereikbaarheidsdienst en aanwezigheidsdienst, die in principe in de vorm van vrije tijd worden vergoed, ook worden uitbetaald tegen het voor de aios geldende uurloon. De vergoeding wordt in dat geval aan de aios verstrekt op basis van een door de opleider geaccordeerde declaratie.
7. Voor arbeid tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten ontvangt de aios een geldelijke beloning die bestaat uit een percentage van het uurloon en wel:
a. 28,25% voor arbeid verricht tussen 08.00 uur en 22.00 uur op maandag tot en met vrijdag;
b. 56,50% voor arbeid verricht tussen 22.00 uur en 08.00 uur op maandagn tot en met vrijdag;
c. 84,75% voor arbeid verricht op zaterdag tot 18.00 uur;
d. 113% voor arbeid verricht op zaterdag vanaf 18.00 uur en op zon- en feestdagen tussen 0.00 en 24.00 uur.
In de geldelijke beloning is een compensatie opgenomen voor een gemis aan toeslag tijdens vakantie-uren.
8. Als de aios tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten wordt opgeroepen om arbeid te verrichten, wordt voor de berekening van de geldelijke beloning uitgegaan van een periode van tenminste een half uur arbeid per oproep, ongeacht of er ook daadwerkelijk een half uur is gewerkt.
9. Ten aanzien van het aantal gewerkte uren tijdens bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten is het toegestaan het aantal gewerkte uren te bepalen op basis van een gemiddelde dat berekend is aan de hand van ervaringsgegevens.
Onregelmatige diensten
1. SBOH kan de aios verplichten volgens xxxxxxx werkzaamheden te verrichten buiten de uren die liggen op maandag t/m vrijdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur (onregelmatige dienst).
2. Aan degenen die volgens rooster (onregelmatige dienst) werkzaamheden verrichten zal een extra vergoeding boven het voor de aios geldende salaris worden gegeven. Voor de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de volgende regeling:
a. 20% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op de uren tussen 18.00 uur en 22.00 uur op maandag t/m vrijdag;
b. 40% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op de uren die vallen tussen 22.00 uur en 08.00 uur van maandag tot zaterdagochtend en op uren die vallen tussen 08.00 uur en 18.00 uur op zaterdag;
c. 50% van het voor de aios geldende uurloon voor onregelmatige dienst op uren tussen 18.00 uur en 22.00 uur op zaterdag en van uren vallende tussen 22.00 uur op zaterdag tot 08.00 uur op maandag en feestdagen.
3. De vergoeding voor onregelmatige diensten wordt aan de aios verstrekt op basis van een door de (stage-)opleider geaccordeerde declaratie.
ARTIKEL E-4: VERGOEDING LIDMAATSCHAPPEN
SBOH vergoedt de kosten voor het lidmaatschap van de volgende verenigingen: LAD in combinatie met KNMG, LOSGIO, KAMG, en de bij de opleiding behorende wetenschappelijke vereniging.
ARTIKEL E-5: PENSIOENREGELING
1. Uitvoeringsorgaan
Voor de aios geldt een pensioenregeling die is ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW).
2. Premieverdeling
a. Er geldt een premieverdeling van 68,8% voor SBOH en 31,2% voor de aios. De premie van de aios brengt SBOH in mindering op diens salaris.
b. Indien de aios tijdens een periode van onbetaald verlof, in casu ouderschapsverlof of verlengd bevallingsverlof, de pensioenverzekering op grond van het pensioenreglement van PFZW vrijwillig voortzet, neemt SBOH het werkgeversdeel van de verschuldigde premies voor haar rekening, mits de aios na het onbetaalde verlof het dienstverband gedurende ten minste zes maanden voortzet. Dit geldt niet indien de arbeidsovereenkomst in deze periode eindigt wegens het voltooiing van de opleiding.
c. Het in het vorige lid bedoelde, voor rekening van SBOH komende deel van de premies dient door de aios te worden terugbetaald ingeval het dienstverband binnen de genoemde periode van zes maanden wordt beëindigd.
3. Overige verplichtingen
SBOH draagt zorg voor aanmelding van de aios bij het pensioenfonds. De aios stemt ermee in dat SBOH alle informatie aan het pensioenfonds verstrekt die nodig is voor de uitvoering van de geldende pensioenregeling.
BIJLAGE E-1: SALARISSEN
De salarisbedragen (bruto per maand) gelden bij een voltijd dienstverband van 38 uur per week
ARTIKEL CAO | OMSCHRIJVING VERGOEDING | |
Artikel E-2, 1e lid | Xxxxxxx eerste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.580,- € 3.799,- |
Idem | Salaris tweede dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.705,- € 3.932,- |
Idem | Salaris derde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 3.844,- € 4.079,- |
Idem | Salaris vierde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.005,- € 4.250,- |
Idem | Salaris vijfde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.159,- € 4.413,- |
Artikel A-9, 6e lid | Salaris zesde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.315,- € 4.579,- |
Xxxxxxx zevende dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.466,- € 4.739,- | |
Xxxxxxx achtste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.620,- € 4.903, - | |
Artikel A-19, 4e lid | Salaris zesde dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.478,- € 4.752,- |
Xxxxxxx zevende dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.630,- € 4.913,- | |
Xxxxxxx achtste dienstjaar per 1 december 2022 Per 1 januari 2023 | € 4.783,- € 5.075,- |