De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Algemene Directie Human Resources
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 21
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Reglement
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Redactionele overheid | HRB-Civ | |
Goedkeurende overheid | MOD | |
Uitgevende overheid | HRA-R/Reg |
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 0 / 000
Staat Edities / Revisies | |||
Editie | Revisie | Datum | Reden / Opmerking |
001 | 000 | 07 Jun 19 | Basisdocument. |
001 | 001 | 02 Jul 19 | Wijziging van de bijzondere dienstontheffing voor de bloedgever (Deel III, Par 303.a.). |
002 | 000 | 16 Dec 19 | Wijziging van diverse bepalingen rond flexwerk in de overheidssector. Xxxxxxxxx loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. |
002 | 001 | 08 Dec 20 | Wijziging moederschapsverlof (Deel II, Hoofdstuk 5). |
002 | 002 | 01 Mar 21 | Wijziging omstandigheidsverlof – bevalling (Deel II, Par 303.a.(5). Toevoegen loopbaanonderbreking – verlof voor erkende mantelzorgers (Deel IV, Par 203.d. en Bijl R). |
002 | 003 | 13 Jul 21 | Toevoegen adoptieverlof contractueel personeel (Deel II, Hoofdstuk 17), pleegzorgverlof contractueel personeel (Deel II, Hoofdstuk 18) en pleegouderverlof contractueel personeel (Deel II, Hoofdstuk 19). HRM@Defence - Wave HCM. |
Periodieke herziening: 24 m | |||
Totaal aantal bladzijden: 158 Totaal aantal bijlagen: 18 |
Doelgroep van het reglement | ||||||
Niv | BHK | Kwalificatie | AND/OR | Org | Functie | Kennis |
Burgerpersoneel HR-collaborators die burgerpersoneel beheren | NEED NEED | |||||
Toepassingsgebied: wanneer en waar van toepassing? | ||||||
Trefwoordenlijst: verlof; dienstontheffing; dienstvrijstelling; compensatie; dienstprestatie; arbeidstijd; arbeidsduur; cumul; vierdagenweek; halftijds werken; bloedgift; bloedgever; loopbaanonderbreking; HRM@Defence; werken op afstand Datum effectieve toepassing: datum van publicatie. |
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 0 / 000
INHOUDSOPGAVE
Klik op de titel van de gewenste paragraaf om er naar toe geleid te worden
102. De arbeidstijdregeling 14
103. Definitie van een periode van afwezigheid 14
104. Vormen van periodes van afwezigheid 15
105. Administratief beheer van de periodes van afwezigheid 16
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
106. Aanvraag van een periode van afwezigheid wegens verlof, dienstvrijstelling of compensatie in tijd 16
107. Ziekte, verwonding en hospitalisatie van een personeelslid tijdens een periode van afwezigheid 18
108. Periodes van afwezigheid voor het personeel in dienst in intergeallieerde instellingen
Hoofdstuk 2 - De arbeidstijdregeling 19
205. Normalisatie van de dienstprestaties 21
206. Aanrekening van de prestaties 23
207. Organisatie van de dienstactiviteiten 26
209. Toelage voor onregelmatige prestaties 27
Hoofdstuk 1 - Vakantieverlof 36
104. Betekening van de beslissing 39
105. Administratieve bepalingen 39
108. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 39
Hoofdstuk 2 - Feestdagen bij Defensie en compensatieverlof 41
203. Dienstprestaties op een compensatieverlofdag 41
206. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 42
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 0 / 000
Klik op de titel van de gewenste paragraaf om er naar toe geleid te worden
Hoofdstuk 3 - Omstandigheidsverloven 43
306. Administratieve en sociale bepalingen 46
307. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 46
Hoofdstuk 4 - Verlof voor prenatale medische onderzoeken 47
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
405. Administratieve en sociale bepalingen 47
406. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 47
Hoofdstuk 5 - Moederschapsverlof 48
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
505. Administratieve bepalingen 51
508. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 52
Hoofdstuk 6 - Borstvoedingspauzes 54
603. Begin, intrekking en beëindiging 54
605. Administratieve bepalingen 55
608. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 55
Hoofdstuk 7 - Vaderschapsverlof 56
706. Administratieve en sociale bepalingen 57
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 0 / 000
Klik op de titel van de gewenste paragraaf om er naar toe geleid te worden
707. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 57
Hoofdstuk 8 - Ouderschapsverlof 58
806. Administratieve en sociale bepalingen 59
807. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 60
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
903. Begin, opsplitsing en weigering 61
906. Administratieve en sociale bepalingen 62
907. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 62
Hoofdstuk 10 - Adoptieverlof 63
1005. Geldelijke bepalingen 64
1006. Administratieve en sociale bepalingen 64
1007. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 64
Hoofdstuk 11 - Pleegzorgverlof 65
1104. Geldelijke bepalingen1 65
1105. Administratieve en sociale bepalingen 65
1106. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 66
Hoofdstuk 12 - Verlof om dwingende redenen 67
1204. Geldelijke bepalingen 69
1205. Administratieve en sociale bepalingen 70
1206. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 70
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 0 / 000
Klik op de titel van de gewenste paragraaf om er naar toe geleid te worden
Hoofdstuk 13 - Politiek verlof 71
1306. Geldelijke bepalingen 74
1307. Administratieve en sociale bepalingen 74
1308. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 75
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Hoofdstuk 14 - Verlof wegens opdracht 76
1404. Geldelijke bepalingen 77
1405. Administratieve en sociale bepalingen 78
1406. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 78
Hoofdstuk 15 - Vakbondsverlof en dienstvrijstelling ter uitoefening van de
1503. Betekening van de beslissing 80
1504. Geldelijke bepalingen 80
1505. Administratieve en sociale bepalingen 80
Hoofdstuk 16 - Uitzonderlijke verloven 81
1605. Geldelijke bepalingen 83
1606. Administratieve en sociale bepalingen 83
1607. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 84
Hoofdstuk 17 - Adoptieverlof contractueel personeel 85
1705. Geldelijke bepalingen 86
1706. Administratieve en sociale bepalingen 86
1707. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 86
Hoofdstuk 18 - Pleegzorgverlof contractueel personeel 87
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 0 / 000
Klik op de titel van de gewenste paragraaf om er naar toe geleid te worden
1804. Geldelijke bepalingen 87
1805. Administratieve en sociale bepalingen 88
1806. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 88
Xxxxxxxxx 00 - Xxxxxxxxxxxxxxxx contractueel personeel 89
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Administratieve en sociale bepalingen 90
Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 90
DEEL III DIENSTVRIJSTELLINGEN 91
Hoofdstuk 1 - De gewone dienstvrijstelling 92
104. Onderbreken van de dienstvrijstelling 94
106. Administratieve en sociale bepalingen 94
107. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 94
Hoofdstuk 2 - De dienstontheffing van het departement 95
203. Onderbreken van de dienstontheffing 95
206. Administratieve en sociale bepalingen 96
207. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 96
Hoofdstuk 3 - Bijzondere dienstvrijstelling 97
304. Onderbreken van de dienstvrijstelling 100
305. Aanvraagprocedure 100
306. Geldelijke bepalingen 100
307. Administratieve en sociale bepalingen 100
308. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 100
Hoofdstuk 4 - Dienstvrijstelling eindeloopbaan 101
401. Toepassingsgebied 101
402. Algemeen 101
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 0 / 000
Klik op de titel van de gewenste paragraaf om er naar toe geleid te worden
403. Aanvraagprocedure 102
404. Geldelijke bepalingen 103
405. Administratieve en sociale bepalingen 103
406. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 103
DEEL IV AFWEZIGHEID VAN LANGE DUUR EN LOOPBAANONDERBREKING 104
Hoofdstuk 1 - Afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden 105
101. Toepassingsgebied 105
102. Algemeen 105
103. Aanvraagprocedure 105
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
104. Administratieve bepalingen 105
105. Geldelijke bepalingen 106
106. Administratieve en sociale bepalingen 106
107. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 106
108. Link FedWeb 106
Hoofdstuk 2 - Verlof voor loopbaanonderbreking 107
201. Toepassingsgebied 107
202. Algemeen – gewoon stelsel 107
203. Thematische loopbaanonderbrekingen 108
204. Aanvraagprocedures 112
205. Geldelijke bepalingen 114
206. Administratieve en sociale bepalingen 114
207. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 115
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
208. Link FedWeb 115
DEEL V BIJZONDERE ARBEIDSTIJDREGELINGEN 116
Hoofdstuk 1 - Vierdagenweek 117
101. Toepassingsgebied 117
102. Algemeen 117
103. Aanvang, ambtshalve opschorting en beëindiging van een vierdagenweek 118
104. Aanvraagprocedure 118
105. Geldelijke bepalingen 119
106. Sociale bepalingen 119
107. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 119
108. Link FedWeb 120
Hoofdstuk 2 - Halftijds werken 121
201. Toepassingsgebied 121
202. Algemeen 121
203. Aanvang, ambtshalve opschorting en beëindiging van halftijds werken 122
204. Aanvraagprocedure 123
205. Geldelijke bepalingen 123
206. Sociale bepalingen 123
207. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 123
208. Link FedWeb 123
Hoofdstuk 3 - Verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid 124
301. Toepassingsgebied 124
302. Algemeen 124
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 0 / 000
Klik op de titel van de gewenste paragraaf om er naar toe geleid te worden
303. Aanvraagprocedure 125
304. Geldelijke bepalingen 125
305. Administratieve en sociale bepalingen 125
306. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit 126
307. Link FedWeb 126
Bijlage A : De graden van verwantschap
Bijlage B : Lidstaten van de NAVO en/of de Europese Unie Bijlage C : Verlofaanvraag – Demande de congé
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Bijlage D : Compensatiefiche - Overuren Bijlage E: Opgeheven
Bijlage F:Opgeheven Bijlage G: Opgeheven Bijlage H: Opgeheven Bijlage I:Opgeheven Bijlage J: Opgeheven Bijlage K:Opgeheven Bijlage L:Opgeheven Bijlage M:Opgeheven
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Bijlage N: Beoordelingsschema voor het werken op afstand Bijlage O: Schriftelijk voorstel voor het werken op afstand Bijlage P: Aanvraag tot cumulatiemachtiging
Bijlage Q: Zelfstudie - overeenkomst Bijlage R: Opgeheven
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 21
Blz 10 / 126
001. Algemeen
a. Doel
Vastleggen van alle reglementaire bepalingen met betrekking tot arbeidstijdregeling voor het burgerpersoneel van Defensie.
b. Boomstructuur
(1) Onmiddellijk hoger gelegen wettelijke bepalingen, reglementen en/of richtlijnen Nihil
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) Onmiddellijk lager gelegen reglementen en/of richtlijnen Nihil
c. Referenties
(1) Gerechtelijk Wetboek, Art 223-224
(2) Arbeidswet van 16 maart 1971
(3) Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en vakbonden van haar personeel
(4) Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
(5) Wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten
(6) Wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector
(7) Wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(8) Wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector
(9) Wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector
(10) KB van 17 augustus 1927 ter regeling van den staat en den stand der militaire aalmoezeniers (A16-C1)
(11) KB van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel
(12) KB van 21 augustus 1970 betreffende de toekenning van xxxxxx en van een vergoeding voor sociale promotie aan sommige categorieën van het door de Staat bezoldigd personeel
(13) KB van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen
(14) KB van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
(15) KB van 28 november 1984 tot vaststelling van het statuut van het burgerlijk onderwijzend personeel van de hogere secundaire technische school bij de Technische School van de Luchtmacht
(16) KB van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen
(17) KB van 11 oktober 1991 tot vaststelling van de nadere regelen voor de uitoefening van het recht op een verlof om dwingende reden
(18) KB van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de Krijgsmacht die tot de niet-confessionele gemeenschap van België behoren (A16-C11)
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
(19) KB van 10 april 1995 tot uitvoering van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector
(20) KB van 31 augustus 1998 tot vaststelling van het statuut van de repetitoren, taalleraren en eerstaanwezend taalleraren bij de Koninklijke Militaire School (A16-B31)
(21) KB van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen
(22) KB van 22 november 2006 betreffende het telewerk in het federaal administratief openbaar ambt
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(23) Omzendbrief nr. 528 van 24 juli 2002 - Het vaderschapsverlof (omstandigheidsverlof) en de invoering van het recht op borstvoedingspauzes voor federale statutaire en contractuele personeelsleden
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(24) Beroep op de medische burgersector (AO-J/719 B)
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
DEEL I
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
ALGEMEEN
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
Hoofdstuk 1 Algemeen
101. Toepassingsgebied
a. Algemeen
Algemeen gesteld is het reglement van toepassing op het burgerpersoneel van Defensie.
(1) Tot het burgerpersoneel behoren:
(a) De statutairen;
(b) De stagiairs;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(c) De contractuelen.
(2) De leden van het onderwijzend burgerpersoneel van Defensie genieten van het stelsel voor verlof en afwezigheid zoals hieronder wordt vermeld. De bepalingen van dit reglement zijn op hen van toepassing, behalve wanneer dit anders wordt vermeld.
(a) Koninklijke School voor Onderofficieren1
Het burgerlijk onderwijzend personeel van de Koninklijke School voor Onderofficieren is onderworpen aan de verlofregeling en de afwezigheden van het onderwijzend personeel van het Rijksonderwijs.
(b) Koninklijke Cadettenschool
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De algemene regel inzake het jaarlijks verlof voor de leden van het burgerlijk onderwijzend personeel die ingevolge de reorganisatie van de Koninklijke Cadettenschool in een andere dienst tewerkgesteld werden, is dat zij van hetzelfde verlofstelsel genieten als het ter plaatse tewerkgesteld burgerpersoneel.
(c) Koninklijke Militaire School2
De burgerlijke repetitoren zijn onderworpen aan de verlofregeling en afwezigheden voor het statutair burgerpersoneel van Defensie.
(3) Dit reglement is van toepassing op de militaire aalmoezeniers van het actief kader en de morele consulenten van Defensie. Zij zijn onderworpen aan het vakantieverlof, het eindeloopbaanverlof en de dienstontheffing van het Departement voor de officieren van het actief kader.3
(4) Gezien de verscheidenheid aan wettelijke en reglementaire bepalingen wordt het toepassingsgebied meer in detail uitgewerkt in aparte hoofdstukken.
b. Specifieke maatregelen
De MOD kan voor het burgerpersoneel, indien de omstandigheden het vereisen, specifieke maatregelen met betrekking tot de verloven en dienstontheffingen uitvaardigen. Deze specifieke maatregelen moeten in overeenstemming zijn met het koninklijk besluit van 19 november 1998 en met de richtlijnen uitgevaardigd door de minister van Ambtenarenzaken.
c. Samenwonenden - huwelijk
In het kader van de toepassing van dit reglement wordt:
(1) Het samenwonende personeelslid hieronder, met de echtgeno(o)t(e) gelijkgesteld
1 KB van 28 november 1984, Art 15, 4°
2 KB van 31 augustus 1998, Art 13, 5°
3 A16-C1, Art 17
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(a) De wettelijk samenwonende:
Dit is de persoon met wie het personeelslid een verklaring van wettelijke samenwoning heeft afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats. Het bewijs van wettelijke samenwoning wordt geleverd aan de hand van een uittreksel uit de bevolkingsregisters of een getuigschrift opgesteld aan de hand van de registers.
(b) De feitelijk samenwonende:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Dit is iedere persoon die geen bloed- of aanverwant is tot in de derde graad, waarmee het personeelslid onder hetzelfde dak woont en een gemeenschappelijk huishouden vormt. Samenwonen betekent dat de partners op hetzelfde adres ingeschreven zijn of officiële documenten kunnen voorleggen die bewijzen dat zij samenwonen.
(2) Het huwelijk gelijkgesteld met het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning (opgemaakt door de gemeente) door twee personen van verschillend of gelijk geslacht die samenleven als koppel.
d. Department manager (Dept Mgr)
(1) Defensie wordt, met behoud van de huidige structuur en hiërarchische afhankelijkheden, ingebracht in het systeem HRM@Defence volgens een opdeling in “departments” (ter vervanging van de modules in HRIS). Typische “departments” zijn: het Bn, de Gp, de Cie, het Smd, het Pl en de Fl, de equivalente niveaus van korpsen en eenheden bij de Marine en het departement aan boord van een schip.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) Het kleinste organisatieonderdeel of “department” dat vastgelegd wordt in HRM@Defence is op niveau van de eenheden het peloton, flight of scheepsdepartement, en op niveau van de staven de ondersectie. Aan het hoofd van elk “department” staat een “department manager”.
(3) De “department manager” is de autoriteit die in HRM@Defence in het kader van het reglement op de arbeidstijdsregeling bepaalde bevoegdheden uitoefent. De Dept Mgr kan, enkel in geval van zijn afwezigheid, zijn bevoegdheden in deze materie delegeren aan een Dept Mgr a.i. die een Offr, een OOffr of een burgerpersoneelslid van gelijkwaardig niveau is.
☝ Opmerking
Indien de bevoegdheid in dit reglement behouden blijft op het niveau eenheidscommandant of korpscommandant, worden deze benamingen behouden in de respectieve hoofdstukken. In de gevallen waar de bevoegdheid is verlaagd, wordt de benaming “Dept Mgr” gebruikt.
102. De arbeidstijdregeling
De richtlijnen worden uitvoerig beschreven in Deel I, Hoofdstuk 2.
103. Definitie van een periode van afwezigheid
Een periode van afwezigheid is een periode tijdens dewelke het personeelslid gewettigd afwezig is uit zijn eenheid.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
104. Vormen van periodes van afwezigheid
a. Het verlof
(1) Het verlof is een regelmatige afwezigheid uit de eenheid voor een vastgestelde tijd van tenminste een halve dag, tenzij anders wordt vermeld (zoals de verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid bij wijze van voorbeeld). De verloven worden bij wet of door de Koning vastgesteld.
(2) De verloven die kunnen worden toegekend zijn de volgende:
(a) de vakantieverloven (zie Deel II, Hoofdstuk 1);
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(b) de compensatieverloven (zie Deel II, Hoofdstuk 2);
(c) de omstandigheidsverloven (zie Deel II, Hoofdstuk 3);
(d) het verlof voor prenatale medische onderzoeken (zie Deel II, Hoofdstuk 4);
(e) het moederschapsverlof (zie Deel II, Hoofdstuk 5);
(f) de borstvoedingspauzes (zie Deel II, Hoofdstuk 6);
(g) het vaderschapsverlof (zie Deel II, Hoofdstuk 7);
(h) het ouderschapsverlof (zie Deel II, Hoofdstuk 8);
(i) het opvangverlof (zie Deel II, Hoofdstuk 9);
(j) het adoptieverlof (zie Deel II, Hoofdstuk 10);
(k) het pleegzorgverlof (zie Deel II, Hoofdstuk 11)
(l) het verlof om dwingende redenen (zie Deel II, Hoofdstuk 12);
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(m) het politiek verlof (zie Deel II, Hoofdstuk 13);
(n) het verlof wegens opdracht (zie Deel II, Hoofdstuk 14);
(o) het vakbondsverlof en vrijstelling van dienst ter uitoefening van de vakbondsprerogatieven (zie Deel II, Hoofdstuk 15);
(p) de uitzonderlijke verloven (zie Deel II, Hoofdstuk 16).
b. De dienstvrijstelling
(1) Een dienstvrijstelling is de toestemming die aan het personeelslid wordt gegeven om afwezig te zijn voor een bepaalde duur gedurende de periode van arbeidsduur vastgelegd in het op hem van toepassing zijnde dienstrooster, tijdens dewelke hij dienstprestaties levert of het gepland is dat hij deze levert.
(2) De dienstvrijstellingen die kunnen worden toegekend aan de personeelsleden zijn de volgende:
(a) de gewone dienstvrijstelling (zie Deel III, Hoofdstuk 1);
(b) de dienstontheffing van het Departement (zie Deel III, Hoofdstuk 2);
(c) de bijzondere dienstvrijstelling (zie Deel III, Hoofdstuk 3);
(d) de dienstvrijstelling ter uitoefening van de vakbondsprerogatieven (zie Deel II, Hoofdstuk 15);
(e) de dienstvrijstelling eindeloopbaan (zie Deel III, Hoofdstuk 4).
c. De afwezigheden
De afwezigheden op aanvraag waarop de personeelsleden krachtens hun statuut aanspraak kunnen maken, zijn de volgende:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(1) de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden (zie Deel IV, Hoofdstuk 1);
(2) verlof voor loopbaanonderbreking (zie Deel IV, Hoofdstuk 2):
(a) voltijdse en halftijdse loopbaanonderbreking;
(b) loopbaanonderbreking teneinde palliatieve zorgen te verstrekken;
(c) loopbaanonderbreking voor het verstrekken van verzorging aan een lid van het gezin of een familielid tot de tweede graad;
(d) loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
d. De bijzondere arbeidstijdregeling
De bijzondere arbeidstijdregelingen, waarop personeelsleden krachtens hun statuut aanspraak kunnen maken zijn:
(1) de vierdagenweek (zie Deel V, Hoofdstuk 1).
(2) het halftijds werken (zie Deel V, Hoofdstuk 2).
(3) de verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid (zie Deel V, Hoofdstuk 3).
e. Compensatie in tijd
(1) Compensatie in tijd wordt toegekend voor dienstprestaties boven de 38 hr per week,
(2) Het beheer en de aanrekening van de overuren wordt uitvoerig besproken in Deel I, Hoofdstuk 2.
105. Administratief beheer van de periodes van afwezigheid
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De aanvraag, de beslissing en het administratief beheer van de periodes van afwezigheid worden uitgevoerd in HRM@Defence, tenzij het anders wordt vermeld in het desbetreffende hoofdstuk.
Bij overmacht of technische onbeschikbaarheid van HRM@Defence wordt gebruik gemaakt van de Bijl van dit reglement om een aanvraag te kunnen indienen die nadien wordt geregulariseerd in HRM@Defence.
106. Aanvraag van een periode van afwezigheid wegens verlof, dienstvrijstelling of compensatie in tijd
a. De aanvraag
Het personeelslid dat een periode van afwezigheid wegens verlof, dienstvrijstelling of compensatie in tijd wenst aan te vragen, dient de aanvraag in.
Hij zal de aanvraag voor een periode van afwezigheid, van meer dan één dag, indienen ten laatste 4 werkdagen voor de aanvang, behalve indien de autoriteit met de bevoegdheid van eenheids-/korpscommandant/Dept Mgr een kortere termijn toestaat. Uitzonderingen worden beschreven in de respectieve hoofdstukken.
(1) De rechtvaardiging kan een combinatie zijn van verlof, dienstvrijstelling of compensatie in tijd.
De periode van afwezigheid mag slechts bestaan uit ten hoogste één blok verlof (binnen dit blok moeten verloven ook gegroepeerd worden per type), uit een of meerdere dienstvrijstelling(en) en ten hoogste één blok compensatie in tijd (niet noodzakelijk in deze volgorde). Blokken van hetzelfde type die van elkaar worden gescheiden door weekends, feestdagen, dienstvrijstellingen of door compensatieverlofdagen worden beschouwd als één blok.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(2) De bestemming wordt vermeld op deze aanvraag indien hij zich wenst te begeven naar een land dat niet behoort tot de Europese Unie, de NAVO of Zwitserland (Bijl B).
b. Bevoegdheid tot goedkeuring
Voor de goedkeuring van de verloven, dienstvrijstellingen en compensatie in tijd is:
(1) De autoriteit met de bevoegdheid van eenheidscommandant /korpscommandant/Dept Mgr de autoriteit voor de aanvragen van het jaarlijks verlof en van het omstandigheidsverlof.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) HRB-Civ de bevoegde autoriteit voor alle andere verloven met uitzondering van deze hieronder vermeld.
(3) De MOD is bevoegd voor het toekennen van:
(a) Het facultatief politiek verlof of het politiek verlof van ambtswege;
(b) Het verlof voor opdracht van algemeen belang;
(c) Het verlof om een ambt uit te oefenen bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid, bij het kabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris of bij het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht.
c. Beslissing
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) De beslissing over het al dan niet toestaan van xxxxxx, dienstvrijstelling of compensatie in tijd moet zo vlug mogelijk maar imperatief ten laatste vóór het einde van de derde werkdag volgend op het indienen van de aanvraag bekendgemaakt worden aan het betrokken personeelslid. (Uitzondering: planning grote verloven - Deel II, Par. 104.b.).
(2) Een weigering moet steeds gemotiveerd worden in rechte en in feite.
d. Intrekken van de aanvraag na weigering
Bij een weigering van een gedeelte van een afwezigheid kan het personeelslid steeds zijn overige (toegestane) aanvragen voor deze periode van afwezigheid intrekken.
e. Mogelijkheid van beroep
(1) Bij weigering of bij ontstentenis van antwoord op de aanvraag binnen de vastgelegde termijnen kan het betrokken personeelslid schriftelijk beroep aantekenen bij het hoger echelon met minimum de bevoegdheid van korpscommandant via de eenheidscommandant.
(2) Het onmiddellijk hoger echelon met minimum de bevoegdheid van eenheidscommandant kan:
(a) Ofwel beslissen het verlof, de dienstvrijstelling of de compensatie in tijd toch toe te staan, waardoor de beroepsprocedure stopt;
(b) Xxxxx het beroep met een advies van behoud van de weigering overmaken aan zijn tweede hoger echelon, met minimum de bevoegdheid van korpscommandant.
(3) Het tweede hoger echelon, met minimum de bevoegdheid van korpscommandant, neemt bij een advies van behoud van de weigering de eindbeslissing.
f. Periode van afwezigheid in het buitenland
(1) De MOD kan verplaatsingen naar bepaalde landen verbieden.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(2) De veiligheidstoestand in verband met de fysieke veiligheid voor ieder land wordt bijgehouden door de FOD Buitenlandse Zaken.1 Wat privéreizen in een niet aangeraden land betreft moeten de autoriteiten die een afwezigheid toestaan een bijgewerkte lijst bijhouden van het personeel dat zich naar deze gebieden begeeft.2
g. Afwijkingen
Afwijkingen van deze basisregel worden afzonderlijk vermeld in het desbetreffende hoofdstuk.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
107. Ziekte, verwonding en hospitalisatie van een personeelslid tijdens een periode van afwezigheid
Als een personeelslid ziek wordt tijdens zijn verlof, afwezigheden of dienstvrijstellingen zal het behoorlijk gerechtvaardigd ziekteverlof automatisch het verlof onderbreken. Het personeelslid bekomt opnieuw de verlofdagen die wegens ziekte werden omgezet in ziekteverlof. Wanneer het personeelslid deze verlofdagen wenst op te nemen dient zijn Dept Mgr, rekening houdend met de dienstvereisten, opnieuw zijn toestemming te verlenen.
108. Periodes van afwezigheid voor het personeel in dienst in intergeallieerde instellingen of in het buitenland
a. Algemeen
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De personeelsleden van alle rang in dienst in intergeallieerde instellingen, zelfs in België gevestigd, met vaste dienst in het buitenland of aan een diplomatieke post verbonden, genieten van de verloven en dienstvrijstellingen die vastgelegd zijn voor de categorie personeel waartoe ze behoren onder controle en verantwoordelijkheid van de hoogste Belgische autoriteit, die er aanwezig is.
b. Vaste verlofdagen
Indien de dienstregeling die van toepassing is in de desbetreffende instelling het betrokken personeelslid een aantal vaste verlofdagen oplegt, dat groter is dan het toegelaten maximumaantal verloven en dienstvrijstellingen bepaald in dit reglement, dan wordt het betrokken personeelslid dienstvrijstellingen om bijzondere redenen toegekend.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
1 Zie xxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/Xxxxxxxx/Xx_xxxx_xx_xxx_xxxxxxxxxx/
2 Nota ACOS IS MITS 200612657 van 22 juni 2006
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
Hoofdstuk 2 - De arbeidstijdregeling
201. Inleiding
a. Algemeen
De mate waarin het personeelslid zijn rechten kan uitoefenen en zijn plichten moet nakomen, is afhankelijk van de stand waarin hij zich tijdens deze periode bevindt.
b. Standen
Het statutaire personeelslid kan zich in volgende standen bevinden:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) in dienstactiviteit;
(2) in non-activiteit;
(a) de onwettige afwezigheid;
(b) wanneer hij in vredestijd sommige militaire prestaties verricht of voor de civiele bescherming of voor taken van openbaar nut aangewezen wordt bij toepassing van de wet van 3 juni 1964 houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, inzonderheid gewijzigd bij die van 3 juli 1975;
(c) wanneer hij de uitvoering van een opdracht die niet van algemeen belang is erkend, voortzet;
(d) indien hij de toelating bekomt om voltijds afwezig te zijn voor een periode van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(e) wanneer hij afwezig is ingevolge een missie die aanleiding heeft gegeven tot vrijstelling van militaire dienst overeenkomstig artikel 16 van de dienstplichtwetten, gecoördineerd op 30 april 1962;
(f) wanneer hij afwezig is op grond van een machtiging om zijn ambt met verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid uit te oefenen voor de duur van zijn afwezigheid;
(g) wanneer een periode van zijn verlof voor loopbaanonderbreking wordt omgezet in non-activiteit;
(h) wanneer hij het onderzoek door het Bestuur van de medische expertise (MEDEX) in het kader van de vroegtijdige oppensioenstelling wegens gezondheidsredenen belemmert of weigert.
(3) in disponibiliteit wegens ziekte of gebrekkigheid waaruit geen definitieve dienstongeschiktheid ontstaat, maar die aanleiding geeft tot langere afwezigheid dan voor verlof wegens ziekte of gebrekkigheid.
202. Toepassingsgebied
De reglementering over de arbeidstijdregeling is van toepassing op al het personeel.
203. Dienstprestaties
Dienstprestaties zijn prestaties verricht op bevel van een daartoe bevoegde overheid of ingevolge een wettelijke of reglementaire bepaling. De werkelijke duur van de geleverde prestaties van het personeelslid wordt bepaald door slechts de tijd in aanmerking te nemen dat het personeelslid werkelijk aanwezig is in zijn eenheid, op de aangewezen plaats van tewerkstelling en dit volgens het uurrooster dat op hem van toepassing is.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
204. De arbeidsduur
a. Basisprincipe
Het basisprincipe is dat de variabele arbeidstijd van toepassing is op al het personeel van Defensie. Enkel de afwijkingen beschreven in Par. 204.c. worden toegelaten.
b. De variabele arbeidstijd
(1) Het dienstrooster
De wekelijkse arbeidsduur van 38 uren wordt gespreid over vijf werkdagen van gemiddeld
7.36 u., waarbij de dagelijkse grens van 9 uren niet mag worden overschreden.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) In het kader van de variabele arbeidstijd zal de arbeidsdag onderverdeeld worden in “glijtijden” en “stamtijden”.
(a) Drie glijtijden: de periode in de voormiddag, de namiddag en de avond gedurende dewelke het personeelslid vrij is het tijdstip van zijn aankomst en vertrek, alsook van zijn middagpauze te kiezen.
(b) Twee stamtijden: de periode in de voormiddag en de namiddag gedurende dewelke het personeelslid verplicht aanwezig moet zijn.
(3) De glijtijd in de voormiddag moet liggen (aankomst): tussen 7.00 u. en 9.00 u.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(a) De vork waarbinnen de uren van de glijtijd van de voormiddag moeten liggen, kan worden beperkt door de autoriteit met de bevoegdheid van korpscommandant afhankelijk van de lokale omstandigheden. Deze autoriteit moet er echter zorg voor dragen dat de vork zo breed mogelijk blijft en dit voor de meerderheid van het personeel.
(b) De autoriteit met de bevoegdheid van korpscommandant dient gelijktijdig met het aanpassen van de vork, de minimumbezetting van het personeel te bepalen, waardoor hij tijdens de glijtijd de functionering van zijn eenheid verzekert.
(c) Alvorens de vork en de minimumbezetting wordt bepaald of gewijzigd, door de autoriteit met de bevoegdheid van korpscommandant, moet deze worden overlegd met de vakorganisaties in het kader van de basisoverlegcomités (BOC).
(4) De pauze voor het middagmaal heeft een minimum duur van 30 minuten en een maximum van 2 uren. De vork waarbinnen de uren van de middagpauze moeten liggen, kan worden aangepast door de autoriteit met de bevoegdheid van korpscommandant en deze moet worden overlegd met de vakorganisaties in het kader van de basisoverlegcomités (BOC).
(5) Een voltijds dienstrooster ziet er als volgt uit:
(a) Glijtijd in de voormiddag (aankomst) van 7.00 u. tot 9.00 u.;
(b) Stamtijd in de voormiddag (verplichte aanwezigheid) van 9.00 u. tot 11.45 u.;
(c) Glijtijd ’s middags van 11.45 u. tot 14.00 u. met een minimumduur van 30 minuten en een maximum van 2 uur;
(d) Stamtijd in de namiddag (verplichte aanwezigheid) van 14.00 u. tot 15.06 u.;
(e) Glijtijd in de namiddag van 15.06 u. tot 18.00 u.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(6) Het personeelslid heeft recht op een pauze van 15 minuten, zowel in de voor- als in de namiddag. Deze pauze telt als arbeidsduur en het niet opnemen ervan geeft geen recht op compensatie in tijd.
(7) Een halve verlofdag wordt voor 4 uren aangerekend. Indien het personeelslid een halve dag verlof heeft aangevraagd dient hij bijgevolg in de voor- of namiddag slechts 3.36 u. te presteren.
Het dienstrooster ziet er als volgt uit:
(a) Voormiddag
Glijtijd in de voormiddag van 7.00 u. tot 9.00 u.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(b) Namiddag
Glijtijd ’s middags vanaf 12.15 u. tot 14.00 u.
(8) Compensatie in tijd in het kader van de variabele arbeidstijd
De variabele arbeidstijd kan aanleiding geven tot het presteren van overuren en dit voor dienstprestaties, gepresteerd buiten de stamtijd, boven de 38 uren per week maar met een maximum van 12 uren per maand (= inhaalrust).
c. Afwijkingen
Omwille van operationele redenen, trainingsactiviteiten vermeld op de trainingskalender van de eenheid en uitzonderlijk omstandigheden kan de autoriteit met de bevoegdheid van eenheids-/korpscommandant tijdelijk of functiegebonden afwijken van het principe van de variabele arbeidstijden en dit voor bepaalde eenheden/ondereenheden en functies.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Tijdelijk
De tijdelijke afwijking is van toepassing op de eenheden in hun geheel, of een ondereenheid of een detachement ad hoc. Voor deze eenheden kan de autoriteit met de bevoegdheid van eenheids-/korpscommandant het begin-uur van de dienst binnen de vork van de glijtijd, de periode van de middagpauze en de minimumbezetting van de dienst bepalen teneinde binnen de vork van de glijtijd de functionering van zijn eenheid te verzekeren.
(2) Functiegebonden
Een afwijking kan van toepassing zijn op de functies waarvoor een minimumbezetting en een vast dienstrooster onontbeerlijk zijn en waarbij de variabele arbeidstijd de continuïteit van de dienst, van de dienstverlening of de veiligheid in het gedrang brengt.
205. Normalisatie van de dienstprestaties
a. Algemene principes
(1) Officiële aanrekening van een werkdag
Een werkdag wordt in de regel aangerekend voor 7.36 u.
(2) De dienstprestaties worden in principe voor hun werkelijke duur geteld.
De occasionele dienstprestaties tussen 20.00 u. en 6.00 u. en de prestaties verricht tussen 18 uur en 20 uur worden gelijkgesteld met prestaties verricht tijdens de nacht, voor zover deze eindigen om of na 22 uur.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
Elk deel van een uur dat gelijk is aan of langer duurt dan dertig minuten, waarin prestaties zijn verricht buiten de normale uurroosters, wordt beschouwd als een uur prestatie. Het wordt weggelaten als het deze duur niet bereikt.
De inhaalrust stemt overeen met een recuperatie aan 200% van de gepresteerde tijd als het personeelslid prestaties heeft verricht op een zondag of een feestdag of tijdens de nacht die aan een zon- of feestdag voorafgaat en aan 150% van de gepresteerde tijd in de andere gevallen.
De inhaalrust wordt genomen naar keuze van het personeelslid, met het akkoord van zijn functionele meerdere.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(3) De gerechtvaardigde afwezigheden worden voor een bepaalde forfaitaire duur geteld.
(4) Overuren wegens dienstvereisten (inhaalverlof) en compensatie in tijd in het kader van de variabele arbeidstijd (inhaalrust) worden toegekend voor dienstprestaties boven de 38 uren per week.
(5) In geen geval kan compensatie in tijd worden geschrapt of in vakantieverlof worden omgezet.
(6) In de mate van het mogelijke worden de dienstactiviteiten zo georganiseerd dat de voorgeschreven termijnen (Par. 205.b.) worden gerespecteerd.
b. Types compensatie in tijd
(1) Overuren wegens dienstvereisten (inhaalverlof)
(a) Dit type krediet wordt opgebouwd en opgenomen mits toelating van de eenheidscommandant en kan worden opgelegd.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(b) Overuren uitzonderlijk gepresteerd wegens dienstvereisten1, met een maximum van 12 hr per week, moeten worden gecompenseerd in tijd binnen de vier maanden die volgen op de maand waarin het krediet werd verworven.
(c) Het ogenblik waarop het inhaalverlof wordt gevraagd of opgelegd blijft steeds ondergeschikt aan de dienstnoodwendigheden. In de mate van het mogelijke moet dit gebeuren na het uitvoeren van de prestatie.
(i) Inhaalverlof per dag
− Gevraagd op initiatief van betrokkene: aanvraagtermijn zoals beschreven in Deel I, Par 106.
− Opgelegd op initiatief van de overheid: moet ten laatste één werkdag op voorhand worden gemeld aan betrokkene.
(ii) Inhaalverlof per halve dag, per uur of uurfractie (Min. 15 min.)
− Gevraagd op initiatief van betrokkene op de dag zelf dat hij het wenst op te nemen: bij de aanvang van zijn dienst.
− Op initiatief van de overheid kan het personeel, uitzonderlijk en mits akkoord van betrokkene, de dag zelf met compensatie worden gestuurd.
Deze dient dan aaneensluitend te worden genomen tot het einde van de dienst en kan maximum 4 uren bedragen.
1 Wet van 14 december 2000, Art 8
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(2) Compensatie in tijd in het kader van de variabele arbeidstijd (inhaalrust) beschreven in Par. 204.b.(8)
(a) Het opbouwen van dit type krediet is een recht en kan niet worden opgelegd. De Dept Mgr is de bevoegde autoriteit voor de goedkeuring van de opname van het krediet.
(b) De aangerekende dienstprestaties, gepresteerd buiten de stamtijd, boven de 38 uren per week maar met een maximum van 12 uren per maand, moeten worden gecompenseerd in tijd in de loop van de maand die volgt op de maand waarin het krediet werd verworven en kunnen worden opgenomen tijdens de glijtijden en stamtijden.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(c) Het ogenblik waarop compensatie in tijd in het kader van de variabele arbeidstijd wordt gevraagd, blijft steeds ondergeschikt aan de dienstnoodwendigheden.
(i) Compensatie in tijd per dag: aanvraagtermijn zoals beschreven in Deel I, Par 106.
(ii) Compensatie in tijd per halve dag, per uur of uurfractie (Min. 15 min.) gevraagd op de dag zelf dat het personeelslid wenst de compensatie op te nemen: bij de aanvang van zijn dienst.
206. Aanrekening van de prestaties
a. Officiële aanrekening van een werkdag
(1) Een werkdag wordt in het algemeen aangerekend voor 7.36 u.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) Gerechtvaardigde afwezigheden worden aangerekend voor de normale arbeidsduur van de beschouwde dag zoals deze voor de eenheid van het personeelslid werd vastgelegd of volgens het toegelaten individuele dienstrooster dat afwijkt van het dienstrooster van de eenheid.
Worden als gerechtvaardigde afwezigheden beschouwd:
(a) De dagen afwezigheid wegens ziekte;
(b) De verlofdagen, de toegekende reisdagen, de bijzondere dienstvrijstellingen en de compensatie in tijd zoals bepaald in dit reglement;
(c) De dagen gedurende dewelke het personeelslid geniet van een dienstfaciliteit of dienstvrijstelling,
(d) De afwezigheden om syndicale redenen overeenkomstig het syndicaal statuut;
(e) De feestdagen bij Defensie die op een werkdag vallen.
b. Dienstprestaties
(1) Algemeen
(a) De dienstprestaties worden, in principe, voor hun werkelijke duur geteld;
(b) De dienstprestaties die recht geven op een toelage voor onregelmatige prestaties worden voor de werkelijke duur geteld;
(c) De gerechtvaardigde afwezigheden worden voor een bepaalde forfaitaire duur geteld.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(2) Aanrekening voor de werkelijke duur
De werkelijke duur van de geleverde dienstprestaties van de personeelsleden wordt bepaald door slechts de tijd in aanmerking te nemen dat het personeelslid werkelijk aanwezig is in zijn eenheid, op de aangewezen plaats van tewerkstelling en dit volgens het uurrooster dat op hem van toepassing is.
(a) Toelage voor onregelmatige prestaties (zie Par. 209);
(b) Wachtdiensten burgerpersoneel (zie Par. 210);
(c) Diverse voorschriften:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(i) Verplaatsingen
− Verplaatsingen tussen de woonplaats en de Gewone Plaats van het Werk (GPW) (en omgekeerd), worden nooit aangerekend als dienstprestatie. Een verplaatsing naar een andere werkplaats dan de GPW gebeurt aan de hand van een marsbevel en wordt aangerekend als dienstprestatie. De eenheids-
/korpscommandant die de verplaatsing voorschrijft, kan toelaten dat de dienstverplaatsing begint en/of eindigt in de woonplaats van het personeelslid. In dit geval mag de duur van de verplaatsing in geen geval die tussen de GPW en de plaats van de opdracht overtreffen.
− Tijdens een dienstverplaatsing die niet beantwoordt aan de voorwaarden voor het toekennen van een toelage, wordt alleen de werkelijke duur van de door het commando ter plaatse opgelegde activiteiten aangerekend.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Bij de verplaatsing van de GPW naar de plaats van de opdracht (en omgekeerd) worden de eerste en de laatste dag van de opdracht beschouwd als een dienstverplaatsing en geeft eventueel recht op compensatie in tijd. De verplaatsing tussen de plaats van de opdracht en de woon- of verblijfplaats (en omgekeerd) in vervanging van logement ter plaatse gedurende de opdracht wordt niet beschouwd als een dienstprestatie en geeft dus ook geen recht op compensatie in tijd.
(ii) Doktersbezoek en geneeskundige zorgen
− Bij de geneesheer van de eenheid, bij een instelling van de medische component of bij het Bestuur voor medische expertise (MEDEX)
o Wordt als dienstprestatie aangerekend, het gedeelte van de tijd dat valt tijdens de normale diensturen van de eenheid of dienst waartoe betrokkene behoort en dat besteed wordt aan doktersbezoek of geneeskundige zorgen (inclusief verplaatsingen).
o Voor doktersbezoeken en/of de geneeskundige zorgen, inclusief de verplaatsingsduur, zal nooit méér worden aangerekend dan de duur van een dagprestatie volgens het dienstrooster van betrokkene. De doktersbezoeken en/of geneeskundige zorgen, inclusief de verplaatsingsduur, kunnen geen aanleiding geven tot het presteren van overuren.
o Voor doktersbezoeken of geneeskundige zorgen, behalve in het kader van het gezondheidstoezicht, op uren en dagen waarop de betrokkene niet van dienst is, wordt niets aangerekend.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Deel I - Algemeen
o Voor een bezoek aan het kabinet van een controlegeneesheer tijdens een afwezigheid wegens ziekte wordt eveneens niets aangerekend.
− Bij een burgergeneesheer of een burgerinstelling
o Voor doktersbezoeken of geneeskundige zorgen op uren en dagen waarop de betrokkene niet van dienst is, wordt niets aangerekend.
o Gewone consultaties
▪ Deze bezoeken dienen plaats te grijpen buiten de normale diensturen, behalve in dringende gevallen of indien de door de arts vastgelegde consultatie-uren dit niet toelaten. In dit geval dient een dienstvrijstelling ten belope van de nodige tijd (verplaatsing inbegrepen) te worden toegekend. Deze vrijstelling dient tot de minimumduur te worden beperkt, zonder nochtans de vrije keuze van een arts te belemmeren en moet met een administratief attest van de geconsulteerde arts worden gerechtvaardigd. Indien aan deze voorwaarden voldaan is, dient die dag dus enkel het resterende uurkrediet volgens het dienstrooster van betrokkene gepresteerd te worden.
Dat administratief attest van de geconsulteerde arts zal door het betrokken personeelslid overhandigd worden aan de eenheidscommandant, of een door hem aangeduide autoriteit.
▪ Om een dergelijk bezoek af te leggen zal nooit verlof of compensatie
in tijd worden afgetrokken.
o Verwijzing door een militaire of aangenomen geneesheer1
▪ Bezoeken die worden voorgeschreven door een militaire of aangenomen geneesheer, kunnen tijdens de normale diensturen plaatsgrijpen.
▪ Voor doktersbezoeken en/of de geneeskundige zorgen, inclusief de verplaatsingsduur, zal nooit méér worden aangerekend dan de duur van een dagprestatie volgens het dienstrooster van betrokkene. De doktersbezoeken en/of geneeskundige zorgen, inclusief de verplaatsingsduur, kunnen geen aanleiding geven tot het presteren van overuren.
− Gezondheidstoezicht2
De activiteiten in het kader van het gezondheidstoezicht, aan het personeelslid opgelegd door de bevoegde overheid of door de preventieadviseur /arbeidsgeneesheer (militair of burger) van de eenheid, vinden in principe plaats tijdens de normale diensturen. De eenheids-
/korpscommandant zal erover waken dat het personeelslid zich aanbiedt op het opgelegde tijdstip. Indien deze activiteiten worden opgelegd buiten de diensturen, worden zij in aanmerking genomen (verplaatsing inbegrepen) in het kader van de compensatie in tijd.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
1 AO-J/719 B
2 Het vroegere arbeidsgeneeskundige onderzoek.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(iii) Maaltijden, vrije tijd, rustperiodes
Onderbrekingen voor maaltijden, vrije tijd en rust worden niet aangerekend als dienstprestaties, behalve indien de onderbreking de 15’ niet overschrijdt (onderbreking tussen twee lessen, break, ...).
(3) Forfaitaire aanrekening
Gerechtvaardigde afwezigheden worden aangerekend als een forfaitaire dagprestatie gelijk aan de normale arbeidsduur van de beschouwde werkdag, zoals deze voor de eenheid van het personeelslid werd vastgelegd of volgens het toegelaten individuele dienstrooster dat afwijkt van het dienstrooster van de eenheid:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(a) De dagen afwezigheid wegens ziekte;
(b) De verlofdagen, de toegekende reisdagen, de bijzondere dienstontheffingen en de compensatie in tijd zoals bepaald in dit reglement;
(c) De dagen gedurende dewelke het personeelslid geniet van een dienstfaciliteit of vrijstelling van dienst
(d) De afwezigheden om syndicale redenen in overeenstemming met het syndicaal statuut;
(e) De feestdagen bij Defensie die op een werkdag vallen.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(4) De technisch assistent die voor verpleegtaken is aangeworven en de technisch deskundige die voor taken van ziekenverpleger, van kinesitherapeut, van analist in de klinische biologie of van technoloog medische beeldvorming is aangeworven en die een aanvullingswedde (11%) genieten voor het uitvoeren van buitengewone prestaties, zijn uitgesloten van:
(a) De forfaitaire dagtoelage voor dienstprestaties volbracht op zaterdag, zon- of feestdag, ongeacht het aantal volbrachte dienstprestaties per dag of de duur ervan;
(b) De toepassing van de dubbele aanrekening van de occasionele nachtprestaties (tussen 20.00 u. en 6.00 u.);
(c) De toepassing van de forfaitaire aanrekening van de prestaties uitgevoerd op zaterdag, zon- en feestdagen.
207. Organisatie van de dienstactiviteiten
Het is de plicht van elk commando-echelon het activiteitenprogramma zodanig op te stellen dat:
a. Voor de wekelijkse arbeidsduur
Het overschrijden van de normale wekelijkse arbeidsduur door dienstnoodwendigheden tot een strikt minimum wordt beperkt, uiteraard rekening houdend met zowel de werkelijke als de forfaitaire aanrekening van de prestaties.
b. Voor de werklast
Deze op een gelijkmatige en billijke manier wordt verdeeld tussen alle personeelsleden van eenzelfde personeelscategorie.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
208. Controle
a. Algemeen principe
De controle op de naleving van de dienstregeling is de bevoegdheid van de autoriteit die deze toestaat.
b. Soorten van registratie
Voor de controle van de variabele arbeidstijden zijn drie soorten van registratie mogelijk:
(1) De individuele controle
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De controle zal geschieden aan de hand van genummerde blanco-lijsten die door de betrokken personeelsleden in de voor- en namiddag, bij aankomst en vertrek, persoonlijk worden ingevuld met vermelding van naam, uur en paraaf. De invulling van de lijsten zal geschieden in chronologische volgorde van aankomst en onder het toezicht van een aan te wijzen officier of personeelslid van niveau A, bijgestaan door een personeelslid van een lager niveau.
(2) De prikklokkaart
De prikklok drukt de datum en uur van binnenkomen en vertrek, alsook de aanvang en het einde van de middagpauze op de prikklokkaart.
(3) Net van badge-leesknoppen verbonden met een computer
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Een of meer badge-leesknoppen zenden naar een informatieverwerkende eenheid de gegevens die op een individuele badge zijn aangebracht en waardoor de houder kan worden geïdentificeerd. Het geheel is gekoppeld aan een klok. Een drukeenheid verschaft geregeld de staat van de prestaties van elk personeelslid.
209. Toelage voor onregelmatige prestaties1
a. Definitie
(1) Als prestaties buiten de normale uurroosters worden beschouwd de prestaties verricht tijdens de nacht en de prestaties verricht op zaterdag, zondag of feestdagen.
(2) De prestaties verricht tussen 18 uur en 20 uur worden gelijkgesteld met prestaties verricht tijdens de nacht, voor zover deze eindigen om of na 22 uur.
(3) Elk deel van een uur dat gelijk is aan of langer duurt dan dertig minuten, waarin prestaties zijn verricht buiten de normale uurroosters, wordt beschouwd als een uur prestatie. Het wordt weggelaten als het deze duur niet bereikt.
b. Toepassingsregels:
(1) Niet van toepassing op:
(a) het personeelslid dat in opeenvolgende ploegen werkt
(b) het personeelslid van wie het normale uurrooster prestaties ’s nachts, tijdens feestdagen of tijdens het weekend omvat.
(2) De leidend ambtenaar (voorzitter van de Directieraad) of zijn afgevaardigde (HRB-Civ) beslist over de organisatie van prestaties buiten de normale uurroosters en stelt hiervoor op vrijwillige basis personeelsleden aan of laat hen aanstellen. Telewerk geeft geen recht
1 KB van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
op de toelage voor prestaties buiten de normale uurroosters, behoudens andersluidende beslissing van de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde.
c. Toelage
De toelage voor prestaties buiten de normale uurroosters is, per uur prestatie, gelijk aan 1/1976e van de bruto jaarbezoldiging, genomen als basis voor de berekening van de bezoldiging van de maand waarin de prestaties verricht werden, als deze verricht werden op een zon- of feestdag of tijdens de nacht die aan een zon- of feestdag voorafgaat, aan 50% van dit bedrag in de andere gevallen.
d. Inhaalrust
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het personeelslid dat prestaties moet verrichten buiten de normale uurroosters kan in plaats van de in Par. 209 c. bedoelde toelage opteren voor een inhaalrust.
In dat geval stemt de inhaalrust overeen met een recuperatie aan 200% van de gepresteerde tijd als het personeelslid prestaties heeft verricht op een zondag of een feestdag of tijdens de nacht die aan een zon- of feestdag voorafgaat en aan 150% van de gepresteerde tijd in de andere gevallen.
De inhaalrust wordt genomen naar keuze van het personeelslid, met het akkoord van zijn functionele meerdere.
a. Definities
(1) Passieve wachtdienst
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De verplichting voor een personeelslid om buiten zijn diensturen bereikbaar en beschikbaar te zijn zonder zich echter te moeten verplaatsen.
(2) Actieve wachtdienst
De verplichting voor een personeelslid om buiten zijn diensturen niet alleen bereikbaar en beschikbaar te zijn, maar ook om zich te kunnen verplaatsen
(a) Wachtperiode tijdens de week
De ononderbroken of onderbroken periode, met een minimumduur van 15 uren en met een maximumduur van 24 uren, van maandag tot en met vrijdag.
(b) Wachtperiode tijdens het weekend
De ononderbroken of onderbroken periode, met een minimumduur van 15 uren en met een maximumduur van 24 uren, die volledig of gedeeltelijk plaatsvindt op zaterdag, zondag of een feestdag2.
b. Toepassingsgebied
(1) Ongeacht het niveau mag het personeel, statutair of contractueel, een wachtdienst verzekeren, behalve:
(a) Personeelsleden van wie de functie vereist dat ze permanent bereikbaar zijn;
(b) De houders van een managementfunctie of staffunctie uitgeoefend in het kader van een mandaat;
(c) De militaire aalmoezeniers;
1 KB van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
2 1 januari, Paasmaandag, Hemelvaartsdag, 1 mei, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1, 2, 11 en 15 november, 25 en 26 december.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(d) De moreel consulenten;
(e) De personeelsleden bekleed met een bijzondere graad van ACOS IS:
(i) Inspecteur;
(ii) Afdelingsinspecteur;
(iii) Commissaris;
(iv) Afdelingscommissaris;
(v) Commissaris-analist;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(vi) Afdelingscommissaris-analist;
(vii) Hoofdcommissaris;
(viii)Adjunct-hoofdcommissaris.
(2) Zijn uitgesloten voor actieve wachtdienst:
(a) De personeelsleden die verminderde prestaties wegens medische redenen verrichten.
(b) De personeelsleden die afwezig zijn wegens:
(i) ziekteverlof;
(ii) disponibiliteit wegens ziekte;
(iii) verlof wegens beroepsziekte, werkongeval of ongeval op de weg van en naar het werk;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(iv) verwijdering van de arbeidsplaats (blootstelling aan risico’s).
c. Toepassingsregels
(1) De leidend ambtenaar (voorzitter van de Directieraad) of zijn gemachtigde (HRB-Civ) beslist over de organisatie van deze wachtdiensten. De wachtdiensten worden enkel verricht op vrijwillige basis. De terugroeping door de overheid tijdens een actieve wachtdienst, op de gewone plaats van het werk, is een dienstprestatie. De terugroeping door de overheid tijdens een actieve wachtdienst, op een andere werkplaats dan de gewone plaats van het werk is een dienstverplaatsing.
(2) De wachtdiensten geven geen recht op overuren wegens dienstvereisten (inhaalverlof).
(3) De wachtdiensten geven recht op een forfaitaire toelage, waarvan het bedrag onderworpen is aan het mobiliteitsstelsel dat van toepassing is op de lonen van het personeel van de federale diensten.
(4) Een wachtperiode is een ononderbroken of onderbroken periode, met een minimumduur van 15 uur en met een maximumduur van 24 uur. De cumulatie van opeenvolgende wachtperiodes van korte duur wordt toegestaan om de minimumduur van 15 uren te bereiken.
(5) ☞ Voorbeeld 1
Een personeelslid verzekert twee wachtperiodes: van maandag 20.00 u. tot dinsdag
8.00 u. en van dinsdag 20.00 u. tot woensdag 8.00 u. Deze twee periodes van elk 12 uren vormen samen een onderbroken wachtperiode tijdens de week met een totale duur van 24 uren.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
☞ Voorbeeld 2
Een personeelslid verzekert drie wachtperiodes: van vrijdag 18.00 u. tot zaterdag
6.00 u., op zaterdag van 16.00 u. tot 24.00 u. en van zondag 16.00 u. tot maandag
8.00 u. Deze drie periodes vormen enerzijds een onderbroken wachtperiode tijdens het weekend met een totale duur van 20 uren (wachten van vrijdag en zaterdag), en anderzijds een ononderbroken wachtperiode tijdens het weekend met een duur van 16 uren (wacht van zondag)
☞ Voorbeeld 3
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Een personeelslid verzekert wachtperiodes elke dag van 16.00 u. tot 24.00 u., van maandag tot zondag. Deze periodes vormen een eerste onderbroken wachtperiode tijdens de week voor een totale duur van 40 uren (wachten van maandag tot en met vrijdag) en ten slotte een onderbroken wachtperiode tijdens het weekend met een totale duur van 16 uren (wachten van zaterdag en zondag).
211. Werken op afstand
a. Definities
Het werken op afstand is mogelijk op regelmatige en incidentele basis en omvat volgende types, die onderling combineerbaar zijn.
(1) Werken in een satellietkantoor1
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Werken, in een militair milieu, op een andere dan de gewone plaats van het werk die vastgelegd werd in een voorstel voor het werken op afstand, met behulp van informatica of ander materiaal van Defensie.
Het personeelslid dat werkt onder dit type van werken op afstand wordt “satellietwerker” genoemd.
(2) Thuiswerken1
Werken, buiten militair milieu, in de woning van het personeelslid of in elke andere door hem gekozen private plaats, die vastgelegd werd in een voorstel voor het werken op afstand, waarbij een internetverbinding NIET noodzakelijk is om de opgelegde taken te kunnen uitvoeren.
Het personeelslid dat werkt onder dit type van werken op afstand wordt “thuiswerker” genoemd.
(3) Telewerken2
Werken, buiten militair milieu, in de woning van het personeelslid of in elke andere door hem gekozen private plaats, die vastgelegd werd in een voorstel voor het werken op afstand, en waarbij een internetverbinding WEL noodzakelijk is om de opgelegde taken te kunnen uitvoeren.
Het personeelslid dat werkt onder dit type van werken op afstand wordt “telewerker” genoemd.
1 Beslissing van de Directieraad van 23 mei 2014 met betrekking tot het dossier “Werken op afstand”.
2 KB van 22 november 2006 betreffende het telewerk in het federaal administratief openbaar ambt
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
b. Doelpubliek
(1) Alle personeelsleden
☝ Opmerking
Onderwijs op afstand zal nooit aanleiding geven tot het opbouwen van compensatie in tijd (zie Par. 218.c.(3)).
(2) Er wordt a priori geen functie uitgesloten.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(3) De korpscommandant of de burgerautoriteit met dezelfde bevoegdheden, het personeelslid en zijn functionele chef bepalen in onderling overleg of werken op afstand in het algemeen mogelijk is en welke taken in het bijzonder hiervoor in aanmerking kunnen komen. Zij mogen ter ondersteuning het beoordelingsschema in Bijl N gebruiken. Deel 1 van deze Bijl is bestemd voor de overheid en deel 2 voor het personeelslid.
c. Basisprincipes van werken op afstand
(1) Werken op afstand is geen recht, het gebeurt op vrijwillige basis, kan niet opgelegd worden en is gebaseerd op wederzijds vertrouwen.
(2) Het kan enkel worden toegestaan als de goede werking en de continuïteit van de dienst niet in het gedrang komen.
(3) De duur van de te leveren dienstprestatie is gelijk aan de normale arbeidsduur van de beschouwde dag, zoals deze in het dienstrooster van de eenheid is vastgelegd (in principe
7.36 u.) en zal nooit aanleiding geven tot het opbouwen van compensatie in tijd.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(4) Telewerk mag, over een periode van een jaar, niet meer dan 3/5 van de arbeidsregeling die op een telewerker van toepassing is beslaan.
(5) Telewerk en satellietwerk mogen samen nooit gelijk zijn aan de arbeidsregeling die op het personeelslid van toepassing is.
(6) De regels met betrekking tot preventie en bescherming van de werknemer zijn van toepassing. Deze regels kunnen geraadpleegd worden op het Welzijnsloket van Defensie, rubriek “Preventie en Bescherming op het werk”:
(xxxx://xxxxxxxx.xxx.xxxxx/xxxxx/Xxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxxxx_Xxxxxxx-Xxxx- Etre/default.aspx).
(7) De toelating voor werken op afstand wordt verleend door een voorstel voor het werken op afstand Het voorstel geeft de toelating om op regelmatige of incidentele basis te werken op afstand.
(a) Regelmatige basis
Indien het voorstel de toelating geeft om op regelmatige basis te werken op afstand vermeldt dit voorstel ONMIDDELLIJK de (halve) dag(en) waarop werken op afstand toegelaten is.
(b) Incidentele basis
Indien het voorstel de toelating geeft om op incidentele basis te werken op afstand wordt nadien een punctuele toestemming gegeven voor de (halve) dag(en) waarop werken op afstand.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
☝ Opmerking
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Deze punctuele toestemming wordt verleend per (halve) dag of, indien een project of een opdracht het vereist, voor meerdere (halve) dagen.
d. Aanvraag
Het personeelslid vraagt aan de korpscommandant of de burgerautoriteit met dezelfde bevoegdheden, met commentaren van zijn functionele chef, de toelating tot werken op afstand aan de hand van het voorstel voor het werken op afstand.
(1) De aanvraag voor het werken op afstand
(a) Wordt verleend door de korpscommandant of de burgerautoriteit met dezelfde bevoegdheden.
(b) Geeft de toelating om op regelmatige en/of incidentele basis te werken op afstand.
(c) Vermeldt onder meer de plaats van het werken op afstand en de periodes van verplichte bereikbaarheid.
(2) De punctuele toestemming
(a) Is de verplichte aanvulling van het schriftelijk voorstel in het geval van werken op afstand op incidentele basis.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(b) Wordt verleend en ingetrokken door de functionele chef aangeduid door de korpscommandant of de burgerautoriteit met dezelfde bevoegdheden.
e. Controle
(1) De korpscommandant of de burgerautoriteit met dezelfde bevoegdheden, of de functionele chef bepaalt in samenspraak met betrokkene de uit te voeren taken (meetbaar) en evalueert deze na de prestatie (controle van daadwerkelijke uitvoering van de taak).
(2) De functionele chef evalueert eveneens de impact van het werken op afstand op de werking van de dienst.
f. Duur, aanvang, schorsing en beëindiging van werken op afstand
(1) Duur
Telewerk mag, over een periode van een jaar, niet meer dan 3/5 van de arbeidsregeling die op een telewerker van toepassing is beslaan.
Telewerk en satellietwerk mogen nooit samen de volledige arbeidsregeling omvatten.
☝ Opmerking
Gerechtvaardigde afwezigheden zoals feestdagen bij Defensie, compensatieverlofdagen, verloven, dienstvrijstellingen, compensatie in tijd, afwezigheden wegens ziekte, … hebben geen invloed op het maximumaantal dagen.
(2) Aanvang
Werken op afstand kan onmiddellijk beginnen na het verkrijgen van de algemene toelating door het schriftelijk voorstel voor het werken op afstand en desgevallend de punctuele toestemming.
(3) Schorsing
(a) Indien het personeelslid zich niet aan de richtlijnen houdt of de gestelde objectieven niet haalt kan, na analyse, de toestemming voor werken op afstand met onmiddellijke ingang opgeschort worden door de functionele chef.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
(b) De toestemming voor het werken op afstand wordt ambtshalve geschorst voor de vereiste duur wanneer het belang of de organisatie van de dienst het vereist.
(4) Beëindiging
(a) Werken op afstand eindigt door de gemotiveerde intrekking van de toelating door de korpscommandant of de burgerautoriteit met dezelfde bevoegdheden, of op aanvraag van het personeelslid. Dit gebeurt schriftelijk met een opzegtermijn van TWINTIG werkdagen. Deze termijn kan nochtans worden verminderd in onderling akkoord tussen de partijen.
(b) Werken op afstand eindigt ambtshalve en zonder vooropzeg:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(i) De dag van de verandering van de hoofdaffectatie of de dag van de functieverandering van het personeelslid;
(ii) Wanneer de werker op afstand een opzettelijke fout, een zware fout of een lichte fout die bij hem gewoonlijk voorkomt, begaat.
g. Dienstregeling en uitvoering
(1) Werken op afstand kan op alle (halve) werkdagen van de week worden uitgevoerd.
(2) Verplaatsingen tussen:
(a) De woonplaats;
(b) De plaats die vastgelegd werd in het schriftelijk voorstel (thuiswerken en telewerken);
(c) De plaats van het werken in een satellietkantoor;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(d) De gewone plaats van tewerkstelling
Worden NIET beschouwd als een dienstprestatie.
(3) Om dienst- of technische redenen kan de functionele chef een geplande (halve) dag werken op afstand intrekken of verplaatsen naar een andere dag. De mededeling gebeurt ten laatste de werkdag voordien.
(4) In geval van (technische) problemen die de uitvoering van de opgelegde taken onmogelijk maakt, dient het personeelslid zijn functionele chef te contacteren. De functionele chef beslist na overleg met het personeelslid dat:
(a) Ofwel een andere taak toegekend wordt;
(b) Ofwel het personeelslid teruggeroepen wordt naar de eenheid;
(c) Ofwel het personeelslid een (halve) dag vakantieverlof en/of compensatie in tijd aanvraagt.
(5) De satellietwerker dient zich te schikken naar de praktische richtlijnen en het dienstrooster van de eenheid waar het werken in een satellietkantoor doorgaat. Werken in een satellietkantoor kan op volgende plaatsen, afhankelijk van de beschikbare capaciteit:
(a) In kantoren beheerd door het CC V&C (zie CCVC-GID-COMDO-SSA-008 - Werken in een satellietkantoor beheerd door CC V&C);
(b) In kantoren ter beschikking gesteld na onderling akkoord tussen korpscommandanten.
(6) In geval van ziekte of ongeval blijft de vastgelegde verwittigingsprocedure van toepassing.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel I - Algemeen
h. Aanrekening van de prestaties
De dienstprestaties worden voor hun werkelijke duur geteld met een maximum van 7.36 u.
i. Administratieve bepalingen
De aanvraag, de beslissing en het administratief beheer van werken op afstand worden uitgevoerd in HRM@Defence.
☝ Opmerking
Wanneer (halve) dagen die al gevat werden als “werken op afstand” niet doorgaan (door intrekking, schorsing, beëindiging van werken op afstand, door ziekte, verlof,
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
…) dient de eenheid deze nieuwe situatie in te brengen.
j. Geldelijke bepalingen
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het telewerken wordt automatisch forfaitair vergoed. Er moet geen aanvraag worden ingediend.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
DEEL II
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 1 - Vakantieverlof
101. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het burgerpersoneel van Defensie met uitzondering van het personeel opgesomd in Deel I, Hoofdstuk 1, Par. 101 (2), (3) en (4).
102. Algemeen
a. Principes
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Het personeel heeft recht op een jaarlijks vakantieverlof waarvan de duur naargelang de leeftijd als volgt is bepaald:
(a) minder dan 45 jaar: 26 werkdagen;
(b) van 45 tot 49 jaar: 27 werkdagen;
(c) van 50 tot 54 jaar: 28 werkdagen;
(d) van 55 tot 59 jaar: 29 werkdagen;
(e) van 60 tot 61 jaar: 30 werkdagen;
(f) op 62 jaar: 31 werkdagen;
(g) op 63 jaar: 32 werkdagen;
(h) vanaf 64 jaar: 33 werkdagen.
De duur van het jaarlijks vakantieverlof wordt bepaald door de leeftijd die het betrokken personeelslid bereikt in de loop van het jaar.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) In geen geval kan vakantieverlof in compensatie in tijd worden omgezet.
(3) Het jaarlijks vakantieverlof is een recht en wordt genomen naar keuze van het personeelslid en met inachtneming van de behoeften van de dienst. Indien het verlof gesplitst wordt en indien het personeelslid het vraagt, omvat het een doorlopende periode van ten minste twee weken. De aanvragen voor jaarlijks vakantieverlof moeten voorafgaandelijk ingediend worden bij de Dept Mgr. De Dept Mgr kan hem onder geen enkel voorwendsel verplichten zijn vakantieverlof op een bepaalde datum te nemen.
(4) De overdracht van het jaarlijks vakantieverlof moet beschouwd worden als de uitzondering en het opnemen ervan in het jaar zelf waarin het wordt verkregen, de algemene regel. De overdracht wordt toegestaan tot 30 april van het jaar volgend op dat waarop het jaarlijks verlof betrekking had. Deze datum dient strikt gerespecteerd te worden en is niet voor interpretatie vatbaar.
De voorzitter van de Directieraad of de secretaris-generaal bepaalt de nadere regels van een eventuele overdracht van jaarlijks vakantieverlof naar het volgende jaar. Deze overdracht geldt voor maximum één jaar.
Indien het personeelslid zijn volledig jaarlijks vakantieverlof of een deel ervan niet heeft kunnen opnemen ten gevolge van een afwezigheid wegens ziekte, wegens een arbeidsongeval, wegens een ongeval op weg van of naar het werk of wegens een beroepsziekte, dan is de overdracht niet beperkt tot één jaar. Bij de terugkeer van het personeelslid wordt het jaarlijks vakantieverlof opgenomen naar keuze van het personeelslid en met inachtneming van de behoeften van de dienst.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(5) Het jaarlijks vakantieverlof van het personeelslid wordt in evenredige mate verminderd (dat wil zeggen een evenredige vermindering afhankelijk van de geleverde prestaties) in de volgende gevallen:
(a) Bij indiensttreding in de loop van het jaar;
(b) Bij definitieve ambtsneerlegging in de loop van het jaar;
(c) Bij indienstneming om onvolledige prestaties te verrichten;
(d) Tijdens het jaar een van de hiernavolgende verloven of afwezigheden te hebben verkregen:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(i) verlof om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen van de federale wetgevende kamers; van de gewest- en gemeenschapsraden of van de provincieraden, de gemeenteraden of van de Europese vergaderingen;
(ii) verlof voor een stage of een proefperiode in een andere betrekking van een overheidsdienst of van het gesubsidieerd onderwijs te volbrengen;
(iii) de halftijdse vervroegde uittreding;
(iv) xxxxxx voor opdracht;
(v) verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan;
(vi) de afwezigheden waarbij het statutair personeelslid in de administratieve stand van non-activiteit of disponibiliteit is geplaatst;
(vii) de verminderde prestaties wegens medische redenen;
(viii)de vierdagenweek met en zonder premie;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(ix) het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar;
(x) de afwezigheden waarbij de wedde van het contractueel personeelslid geschorst wordt, met uitzondering van de periodes van afwezigheid wegens ouderschapsverlof, verloven met het oog op de bescherming van het moederschap alsook voor het verlof om dwingende reden.
Een afwezigheid, zoals in bovenvermelde gevallen, van één werkdag geeft aanleiding tot een vermindering van het jaarlijks verlof ten belope van 1/260e. Indien het aldus berekende aantal vakantiedagen geen geheel getal vormt, wordt het afgerond in het voordeel van het personeelslid, naar de onmiddellijk hogere eenheid.
☞ Voorbeeld
Voor een personeelslid dat recht heeft op 26 werkdagen jaarlijks vakantieverlof (minder dan 45 jaar) en die 13 werkdagen in dat jaar afwezig was, is de berekening als volgt: 26 d. – 26 x 13/260 = 26 d. –1,3d. = 24,7 d. Dat personeelslid zal dus recht hebben op 25 dagen jaarlijks vakantieverlof.
Indien de vermindering van het verlof niet kan worden toegepast op het verlof van het lopende jaar, dan zal deze worden aangerekend op het kapitaal van het volgende jaar.
Er wordt geen berekeningswijze opgelegd voor de verdeling van de vakantiedagen van de personeelsleden die verminderde prestaties verrichten. Belangrijk is dat de personeelsleden die deeltijds werken een jaarlijks vakantieverlof krijgen in verhouding tot hun verminderde prestaties.
Er dient dan ook een correctie te worden toegepast op het ogenblik dat het jaarlijks
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
vakantieverlof wordt toegestaan om te vermijden dat er een tweede vermindering zou gebeuren. Zo zullen, voor een personeelslid dat zijn prestaties per halve dag verricht, vijf volle dagen afwezigheid verrekend worden als twee en een halve dag jaarlijks vakantieverlof.
(6) Indien het personeelslid door de behoeften van de dienst zijn volledig jaarlijks vakantieverlof of een deel ervan niet heeft genomen alvorens hij zijn ambt definitief neerlegt, dan heeft hij recht op een compensatietoelage. Het bedrag hiervan is gelijk aan de laatste activiteitswedde die overeenstemt met het aantal niet genomen verlofdagen.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(7) In geval van mobiliteit zal het jaarlijks vakantieverlof volgens de algemene regel verminderd worden bij de dienst die het personeelslid verlaat en bij de nieuwe dienst heeft hij recht op jaarlijks vakantieverlof pro rata van de prestaties in de loop van het jaar. Een overdracht van verlof kan evenwel gebeuren mits het akkoord van het betrokken statutair personeelslid en HRB-Civ.
b. Tijdsparen
Op jaarbasis wordt het aantal werkdagen jaarlijks vakantieverlof dat kan worden opgespaard, begrensd tot het aantal werkdagen jaarlijks vakantieverlof dat hoger ligt dan 24. Voor deeltijdwerkers wordt dit pro rata berekend.
Het totale opgespaarde jaarlijkse vakantieverlof mag niet hoger liggen dan 100 werkdagen.
Bij de vaststelling van de maximumduur van 100 werkdagen wordt geen rekening gehouden met het jaarlijks vakantieverlof dat overgedragen wordt in toepassing van paragraaf 102 a. (4).
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het opgespaarde jaarlijks vakantieverlof wordt genomen naar keuze van het personeelslid en met inachtneming van de behoeften van de dienst.
Indien het personeelslid een doorlopende periode van ten minste 20 werkdagen opgespaard jaarlijks vakantieverlof wenst op te nemen dan dient hij dit, twee maanden voor de aanvang ervan aan te vragen, tenzij de overheid waaronder hij ressorteert een kortere termijn aanvaardt. Dit verlof kan hem niet geweigerd worden om dienstredenen.
In afwijking, kan het opgespaard jaarlijks vakantieverlof aanvangen op de eerste dag van de week volgend op de aanvraag wanneer het personeelslid wordt geconfronteerd met een ziekenhuisopname van een persoon die met het personeelslid onder hetzelfde dak woont of van een kind, de vader of de moeder van het personeelslid of een kind, de vader of de moeder van zijn echtgeno(o)t(e).
103. Aanvraagprocedure
a. De aanvraag
Het personeelslid zal de aanvraag voor vakantieverlof van meer dan één dag indienen ten laatste 4 werkdagen voor de aanvang, behalve indien de Dept Mgr een kortere termijn toestaat.
De rechtvaardiging kan gebeuren door een combinatie van verlof, dienstvrijstelling, dienstontheffing van het departement of compensatie in tijd. De periode van afwezigheid mag slechts bestaan uit ten hoogste één blok verlof (binnen dit blok moeten verloven ook gegroepeerd worden per type), uit dienstvrijstelling of dienstontheffing van het departement en ten hoogste één blok compensatie in tijd (niet noodzakelijk in deze volgorde). Blokken van hetzelfde type die enkel van elkaar worden gescheiden door weekends, feestdagen bij Defensie, dienstvrijstelling, dienstontheffing van het departement of door compensatieverlofdagen worden beschouwd als één blok.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
b. Bevoegdheden
De bevoegde autoriteit is de Dept Mgr.
104. Betekening van de beslissing
a. Termijn
De beslissing over het al dan niet toestaan van verlof moet zo vlug mogelijk maar imperatief ten laatste vóór het einde van de derde werkdag volgend op het indienen van de aanvraag bekendgemaakt worden aan het betrokken personeelslid.
b. Planning grote verloven
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Op voorwaarde dat het personeelslid zijn verlofaanvraag binnengebracht heeft vóór 10 februari, wordt hij tegen ten laatste eind februari definitief op de hoogte gebracht van de beslissing van de bevoegde autoriteit over de periode waarin hij daadwerkelijk zijn groot verlof mag opnemen.
105. Administratieve bepalingen
a. Administratieve stand
Het personeel met vakantieverlof bevindt zich in de stand “dienstactiviteit”.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Indien het vakantieverlof dat op regelmatige wijze aan een personeelslid is toegekend, wordt voorafgegaan door een periode van afwezigheid wegens ziekte, dan zal wanneer tussen het einde van de behoorlijk gerechtvaardigde afwezigheid wegens ziekte en het begin van het vakantieverlof, dat reeds werd toegestaan voor de periode van afwezigheid wegens ziekte, geen enkele werkdag ligt, het personeelslid niet verplicht zijn om zijn dienst te hervatten.
(2) Het is uitgesloten dat een personeelslid in een periode van afwezigheid wegens ziekte, een toestemming kan bekomen voor een nieuwe periode van afwezigheid wegens vakantieverlof zonder vooraf zijn dienst te hervatten, tenzij met akkoord van de Dept Mgr.
(3) Als een personeelslid ziek wordt tijdens zijn vakantieverlof zal het behoorlijk gerechtvaardigd ziekteverlof automatisch het vakantieverlof onderbreken. Het personeelslid bekomt opnieuw de verlofdagen die wegens ziekte werden omgezet in ziekteverlof. Wanneer het personeelslid deze verlofdagen wenst op te nemen dient zijn Dept Mgr, rekening houdend met de dienstvereisten, opnieuw zijn toestemming te verlenen.
b. Compensatie in tijd
Het opnemen van vakantieverlof kan nooit aanleiding geven tot het opbouwen van compensatie in tijd.
106. Geldelijke bepalingen
Het vakantieverlof wordt bezoldigd.
107. Sociale bepalingen
Het vakantieverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
108. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten onder de voorwaarden zoals hieronder bepaald.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Het statutair personeelslid mag buiten zijn ambt geen enkele, op welke wijze ook bezoldigde, activiteit uitoefenen, dan nadat hij een machtiging tot cumulatie bekomen heeft (aanvraag Bijl P).
Een machtiging tot cumulatie kan enkel verleend worden als de activiteit wordt uitgeoefend buiten de uren die in het werkrooster bepaald zijn. Zij dient in elk geval volledig bijkomstig te blijven ten overstaan van het uitgeoefende ambt.
Elke machtiging tot cumulatie wordt ambtshalve opgeschort wanneer het personeelslid afwezig is wegens ziekte, wegens een arbeidsongeval, wegens een ongeval op de weg naar of van het werk of wegens een beroepsziekte, wanneer hij in disponibiliteit wegens ziekte is of werkt volgens het stelsel van de verminderde prestaties wegens medische redenen.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
109. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxxxx_xxxxxxxxxxxxxx
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 2 - Feestdagen bij Defensie en compensatieverlof
201. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie.
202. Algemeen
a. De feestdagen bij Defensie:
(1) 1 januari (Nieuwjaar);
(2) Paasmaandag;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(3) 1 mei (Dag van de Arbeid);
(4) O.H. Hemelvaart;
(5) Pinkstermaandag;
(6) 15 april (Verjaardag van de Koning);
(7) 21 juli (Nationale Feestdag);
(8) 15 augustus (O.L.V. Hemelvaart);
(9) 1 november (Allerheiligen);
(10) 2 november (Allerzielen);
(11) 11 november (Wapenstilstand 1918);
(12) 15 november (Koningsdag);
(13) 25 december (Kerstmis);
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(14) 26 december (tweede Kerstdag).
Op zaterdagen en op feestdagen wordt bij Defensie de dienst geregeld zoals op zondag.
b. Het compensatieverlof
(1) Compensatieverloven zijn verloven ter compensatie van de feestdagen bij Defensie die gedurende het jaar op een zaterdag of op een zondag vallen.
(2) Deze dagen worden gecompenseerd op de werkdagen van 27 tot 31 december inbegrepen. Deze compensatie is dus vast en onafhankelijk van het werkelijk aantal te compenseren dagen.
(3) Het personeel dat in de loop van het jaar in dienst is getreden, heeft hoe dan ook recht op de compensatieverlofdagen.
203. Dienstprestaties op een compensatieverlofdag
a. Algemeen
Alle personeelsleden die geen dienstprestaties moeten verrichten op een compensatieverlofdag zijn vrij die dag, ongeacht of zij al of niet reeds in werkelijke dienst waren of het nog zullen zijn op de feestdag bij Defensie die aanleiding geeft tot de compensatie.
b. Dienstprestaties op een compensatieverlofdag
Het personeelslid dat, krachtens de arbeidsregeling die op hem van toepassing is of ten gevolge van de behoeften van de diensten verplicht is te werken op een feestdag bij Defensie
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
of in de periode van 27 december tot en met 31 december, bekomt een vakantieverlofdag dat onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof kan worden genomen.
c. Zaterdag of zondag
De personeelsleden die in werkelijke dienst zijn op een feestdag die met een zaterdag of een zondag samenvalt, maar die het nog niet waren of het niet meer zullen zijn op de compensatieverlofdag, krijgen een bijkomende vakantieverlofdag, toegekend naar keuze van de betrokkenen met inachtneming van de vereisten van de dienst.
d. Einde werkelijke dienst
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Wanneer een personeelslid de werkelijke dienst verlaat, krijgt hij aldus een aantal bijkomende vakantieverlofdagen gelijk aan het werkelijk aantal feestdagen bij Defensie die met een zaterdag of een zondag samenvallen waarvoor hij geen compensatieverlofdagen verkregen heeft.
e. Intergeallieerde instelling
De Belgische autoriteit in elk intergeallieerde instelling kan een aantal bijkomende dagen dienstvrijstelling toekennen gelijk aan het aantal feestdagen bij Defensie die met een zaterdag of een zondag samenvallen, afhankelijk van de compensatieverlofdagen vastgesteld door de intergeallieerde instelling.
f. Specifieke bepalingen
(1) Indien een personeelslid tijdens deze periode afwezig is wegens ziekteverlof of in disponibiliteit is wegens ziekte, dan worden voor de verlofperiode tussen Kerstmis en Nieuwjaar geen ziektedagen aangerekend.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) Het personeelslid in disponibiliteit, non-activiteit of dat deeltijds werkt, heeft GEEN recht op een vervangende (halve) dag verlof, indien een feestdag of een compensatieverlofdag samenvalt met de (halve) dag waarop hij geen arbeid dient te verrichten.1
204. Geldelijke bepalingen
Het compensatieverlof wordt bezoldigd.
205. Sociale bepalingen
Het compensatieverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
206. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1 KB van 19 november 1998, Art 14, § 4
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 3 - Omstandigheidsverloven
301. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie.
302. Algemeen
a. Reden
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het in Par. 301 vermelde personeel heeft recht op omstandigheidsverlof dat wordt toegekend om redenen die de aanwezigheid van het personeelslid in zijn familie noodzakelijk maken. De redenen en de duur van het omstandigheidsverlof worden hierna bepaald.
b. Opname omstandigheidsverlof
Het personeelslid kan de dagen omstandigheidsverlof opnemen, ononderbroken of gesplitst per dag of halve dag, naargelang zijn persoonlijke situatie en behoefte. Niettemin dient er een verband te bestaan tussen de gebeurtenis en het ogenblik waarop het verlof wordt opgenomen. Zodoende kan bijvoorbeeld het verlof naar aanleiding van een overlijden worden gesplitst, om het personeelslid in de gelegenheid te stellen de nodige formaliteiten te vervullen op de dag van de begrafenis, de formaliteiten bij de notaris, vrederechter, enz.
c. Zaterdag, zondag, feest- of compensatieverlofdagen
De dagen omstandigheidsverlof kunnen eveneens worden genomen op een zaterdag, zondag, feest- of compensatieverlofdag door het personeelslid die op een van deze dagen met dienst werd bevolen.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
d. Dringende omstandigheden
In dringende omstandigheden, die zich voordoen buiten de openingsuren van het korps of van het kwartier, moet:
(1) Het personeelslid dat dienstprestaties dient uit te voeren, het hoofd van de bewaking verwittigen, die het begin van het omstandigheidsverlof noteert in zijn wachtverslag. Het personeelslid moet eveneens, de autoriteit met de bevoegdheid van eenheids-/korpscommandant verwittigen bij het begin van de volgende werkdag.
(2) Het personeelslid dat geen dienstprestaties dient uit te voeren, de autoriteit met de bevoegdheid van eenheids-/korpscommandant verwittigen bij het begin van de volgende werkdag.
e. Buiten het nationaal grondgebied
Buiten het nationaal grondgebied beoordeelt de korpscommandant of de autoriteit met dezelfde bevoegdheid, de nadere regels van de toekenning van het omstandigheidsverlof, naargelang de verwijderingsomstandigheden.
f. Verlenging
Op aanvraag van het personeelslid kan een omstandigheidsverlof worden verlengd door het toestaan van compensatie- of vakantieverlof.
g. Aanrekening
Het omstandigheidsverlof wordt niet in mindering gebracht van het vakantieverlof.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
h. Bewijsstuk
De begunstigde legt, naargelang het geval, vóór of na het verlof, het bewijs voor dat hij aan een van de hierna vermelde voorwaarden voldoet (bijvoorbeeld aan de hand van een doktersattest of een afschrift van een overlijdensakte).
303. Bepalingen
a. Redenen en duur1
(1) Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende: vier werkdagen.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) Overlijden van een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, van zijn echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende: vier werkdagen.
(3) Overlijden van een onder eenzelfde dak wonende bloed- of aanverwant van om het even welke graad van het personeelslid, van de echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende: twee werkdagen.
(4) Overlijden van een niet onder eenzelfde dak wonende bloed- of aanverwant in de tweede of in de derde graad van het personeelslid, van de echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende: een werkdag.
(5) Bevalling van de echtgenote, van de samenwonende of ter gelegenheid van de geboorte van een eenling of meerling waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat:
(a) Statutairen en stagiairs:
(i) vanaf 1 januari 2021: vijftien werkdagen;
(ii) vanaf 1 januari 2023: twintig werkdagen.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(b) Contractuelen: vijftien werkdagen vanaf 1 januari 2021 en twintig werkdagen vanaf 1 januari 2023 (drie werkdagen ten laste van de werkgever en de andere ten laste van het ziekenfonds aan 82% van het begrensd loon) die moet worden opgenomen binnen de 4 maanden na de geboorte of de dagen volgens paragraaf 303. a.(5) (a).
(6) Huwelijk of wettelijke samenwoning als koppel van het personeelslid: vier werkdagen naar keuze van betrokkene.
(7) Huwelijk of wettelijke samenwoning als koppel van een kind van het personeelslid, van de echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende: twee werkdagen naar keuze van betrokkene.
(8) Huwelijk of wettelijke samenwoning als koppel van een bloedverwant in de eerste of tweede graad van het personeelslid, van de echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende: één werkdag naar keuze van betrokkene.
(9) Een effectieve woonstverandering ten gevolge van een verandering van ambtswege van de plaats van tewerkstelling: twee werkdagen naar keuze van betrokkene.
(10) Plechtige communie of elke andere gelijkaardige gebeurtenis van een andere erkende religie van een kind(eren) van het personeelslid, van de echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende: één werkdag naar keuze van betrokkene per plechtigheid.
(11) Deelname aan het feest van de “vrijzinnige jeugd” van een kind van het personeelslid, van de echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende: één werkdag naar keuze van betrokkene per plechtigheid.
1 Stiefvader, -moeder, -broer, -zus, haxxxxxxx xn -zus worden beschouwd als vader, moeder, broer en zus.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(12) Uitoefening van het ambt van voorzitter, van bijzitter of van secretaris van een stembureau of een opnemingsbureau: de nodige tijd met een maximum van twee werkdagen, volgens de volgende nadere regels:
(a) De nodige duur om te kunnen deelnemen aan de voorbereidende vergadering en enkel op uitnodiging van de bevoegde autoriteiten;
(b) Een dag dienstvrijstelling op zondag, de dag van de verkiezingen, indien het personeel dat de hiervoor genoemde prestaties dient te leveren volgens hun werktijdregeling op diezelfde dag tot dienstprestaties gehouden zijn;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(c) Een dag dienstvrijstelling op de maandag volgend op de verkiezingen, wanneer prestaties werden geleverd tot na middernacht (van zondag op maandag).
(13) Oproeping als getuige voor een rechtscollege of persoonlijke verschijning op aanmaning van een rechtscollege: de nodige duur.
Wordt een personeelslid gedagvaard of verzocht voor de rechter te verschijnen als getuige of aangemaand persoonlijk te verschijnen, dan moet de autoriteit met de bevoegdheid van eenheids-/korpscommandant hem in de mogelijkheid stellen om in gelijk welke omstandigheden aan deze oproeping gevolg te geven, aangezien de orders van het Gerecht voorrang hebben boven elke dienst.
(14) Priesterwijding of intreden in het klooster of elke andere gelijkaardige gebeurtenis van een andere erkende religie van een kind van het personeelslid, van de echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende: één werkdag naar keuze van betrokkene.
b. Opmerkingen
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Voor de graden van verwantschap wordt verwezen naar Bijl A.
(2) Voor de toepassing van de omstandigheidsverloven, wordt het aanverwantschap verbroken door:
(a) een overlijden van de echtgeno(o)t(e); (b) een scheiding;
(c) een annulatie van het huwelijk.
☞ Voorbeeld
Een militair is gescheiden en de vader van zijn ex-echtgenote overlijdt. Het aanverwantschap is door deze scheiding verbroken en de militair heeft dus geen recht op omstandigheidsverlof.
(3) De erkende religies in België zijn de Rooms-Katholieke, de Israëlitische, de Anglicaanse, de Protestants-Evangelische, de Islamitische en de Orthodoxe erediensten.
304. Aanvraagprocedure
a. Algemeen
De aanvraag wordt gericht:
(1) Tijdens de normale diensturen aan de autoriteit met de bevoegdheid van eenheids-
/korpscommandant.
(2) Buiten de normale diensturen aan het hoofd van de bewaking, voor het personeel dat dienstprestaties dient uit te voeren buiten de normale diensturen, door gebruik te maken van om het even welk communicatiemiddel (behalve via HRM@Defence). Deze aanvraag wordt genoteerd op het wachtverslag. Het personeelslid moet eveneens de autoriteit met
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
de bevoegdheid van eenheids-/korpscommandant verwittigen bij het begin van de volgende werkdag.
b. Onbeschikbaarheid aanvrager
In bepaalde omstandigheden is het voor betrokkenen niet mogelijk om persoonlijk de aanvraag voor het bekomen van omstandigheidsverlof in te dienen bij de eenheids-/korpscommandant (bij wijze van voorbeeld: ernstig ongeval, opdracht in het buitenland, …). Betrokkene blijft nochtans al zijn rechten behouden, mits de nodige bewijsstukken de aanvraag voor regularisatie vergezellen.
c. Begin en einde
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De omstandigheidsverloven beginnen en eindigen op de tijdstippen die werden aangevraagd door het betrokken personeelslid.
305. Geldelijke bepalingen
Het omstandigheidsverlof wordt bezoldigd.
306. Administratieve en sociale bepalingen
Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
307. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
308. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 4 - Verlof voor prenatale medische onderzoeken1
401. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is enkel van toepassing op het vrouwelijk zwangere personeelslid van Defensie.
402. Algemeen
a. Aanvraag
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het zwangere personeelslid, bedoeld in Par. 401, verkrijgt op haar aanvraag, het nodige verlof om haar in staat te stellen prenatale medische onderzoeken te ondergaan, voor zover deze niet buiten de diensturen kunnen plaatsvinden.
b. Bevoegdheid
Het verlof voor prenatale medische onderzoeken is een recht dat wordt toegestaan door de autoriteit met de bevoegdheid van eenheidscommandant.
c. Aanrekening
Het verlof voor prenatale medische onderzoeken wordt niet in mindering gebracht van het vakantieverlof.
403. Aanvraagprocedure
De aanvragen van verlof voor prenatale medische onderzoeken worden ingediend bij de eenheidscommandant. Een medisch attest dat de noodzakelijkheid tijdens de diensturen aantoont, is hierbij vereist.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
404. Geldelijke bepalingen
Het verlof voor prenatale medische onderzoeken wordt bezoldigd.
405. Administratieve en sociale bepalingen
Het verlof voor prenatale onderzoeken wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
406. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Niet toegelaten.
407. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx_xxxxxx he_onderzoeken
1 Onder prenatale medische onderzoeken wordt verstaan: alle prenatale zwangerschapsonderzoeken.
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 5 - Moederschapsverlof
501. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is enkel van toepassing op het vrouwelijk personeelslid van Defensie.
502. Algemeen
a. Recht
Het personeel bedoeld in Par. 501 heeft op haar verzoek recht op moederschapsverlof.
b. Aanrekening
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Dit verlof wordt niet in mindering gebracht van het vakantieverlof
c. Bevoegdheid
Het moederschapsverlof is een recht dat wordt toegestaan door HRB-Civ.
503. Begin en beëindiging
a. Principe
Behoudens de bepalingen vermeld in dit hoofdstuk, beginnen en eindigen de moederschapsverloven op de tijdstippen die werden aangevraagd door het betrokken personeelslid.
b. Prenataal en een postnataal gedeelte
Het moederschapsverlof omvat een prenataal en een postnataal gedeelte.
(1) Geboorte van een éénling
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(a) Het prenataal gedeelte
(i) Het prenatale gedeelte begint ten vroegste de zesde week vóór de vermoedelijke datum van bevalling.
(ii) In alle gevallen wordt de zwangere vrouw automatisch met moederschapsverlof geplaatst vanaf de zevende dag die de vermoedelijke datum van bevalling voorafgaat.
(iii) Indien de bevalling later valt dan de vooropgestelde dag, dan loopt het prenataal verlof gewoon door, zonder in mindering gebracht te worden van het postnataal gedeelte.
(iv) Indien de bevalling vroeger valt dan de vooropgestelde dag, dan wordt het prenataal verlof vroegtijdig stopgezet.
(b) Het postnataal gedeelte
(i) Het postnataal gedeelte van het moederschapsverlof vangt aan op de dag van de bevalling. Het postnatale gedeelte van het moederschapsverlof vangt echter aan de dag na de dag van de bevalling wanneer het vrouwelijk personeelslid nog prestaties heeft verricht op de dag van de bevalling. Deze periode omvat negen weken.
(ii) Het postnatale gedeelte wordt op verzoek van het vrouwelijke personeelslid verlengd met een periode gelijk aan deze waarin zij verder prestaties heeft geleverd vanaf de zesde week voor de werkelijke datum van bevalling.
Worden gelijkgesteld met werkdagen die tot na het postnataal verlof verschoven kunnen worden, de volgende afwezigheden gedurende de zes weken
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Deel II – Verloven
(acht weken in geval van geboorte van een meerling) die vallen vóór de zevende dag welke aan de werkelijke bevallingsdatum voorafgaan:
− het jaarlijks vakantieverlof;
− de wettelijke en reglementaire feestdagen (zie Deel II, Par. 202.a.) met uitzondering van 15 april;
− de omstandigheidsverloven;
− de verloven wegens overmacht;
− de verloven om dwingende reden;
− de verloven om dwingende redenen van familiaal belang;
− de afwezigheden wegens ziekte, behalve de afwezigheden wegens ziekte ten gevolge van de zwangerschap in de zes weken voor de zevende dag die de werkelijke bevallingsdatum voorafgaat (of acht weken in het geval van een geboorte van een meerling).
(iii) Bij een vroeggeboorte wordt deze periode verminderd met de dagen dat het zwangere personeelslid prestaties heeft geleverd tijdens de zeven dagen die de bevalling voorafgaan.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Wanneer het vrouwelijk personeelslid het postnatale gedeelte van het moederschapsverlof na de negende week met ten minste twee weken kan verlengen door het niet opnemen van het prenatale gedeelte, dan kunnen deze laatste twee weken op haar verzoek worden omgezet in verlofdagen van postnatale rust.
Het vrouwelijk personeelslid moet deze verlofdagen van postnatale rust opnemen binnen de acht weken te rekenen vanaf het einde van het ononderbroken postnatale gedeelte van het moederschapsverlof.
(iv) Verlenging van het postnatale gedeelte bij een moeilijke zwangerschap
Op vraag van het vrouwelijk personeelslid wordt het postnatale gedeelte van het moederschapsverlof verlengd met één week na de negende week als het vrouwelijk personeelslid afwezig geweest is wegens ziekte gedurende de hele periode vanaf de zesde week voorafgaand aan de werkelijke datum van de bevalling.
(2) Geboorte van een meerling
(a) Het prenataal gedeelte
(i) Het prenatale gedeelte begint ten vroegste de achtste week vóór de vermoedelijke datum van bevalling.
(ii) In alle gevallen wordt de zwangere vrouw automatisch met moederschapsverlof geplaatst vanaf de zevende dag die de vermoedelijke datum van bevalling voorafgaat.
(iii) Indien de bevalling later valt dan de vooropgestelde dag, dan loopt het prenataal verlof gewoon door, zonder in mindering gebracht te worden van het postnataal gedeelte.
(iv) Indien de bevalling vroeger valt dan de vooropgestelde dag, dan wordt het prenataal verlof vroegtijdig stopgezet.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(b) Het postnataal gedeelte
(i) Het postnataal gedeelte van het moederschapsverlof vangt aan op de dag van de bevalling. Het postnatale gedeelte van het moederschapsverlof begint echter te lopen de dag na de dag van de bevalling wanneer het vrouwelijk personeelslid nog prestaties heeft verricht op de dag van de bevalling. Deze periode omvat negen weken.
(ii) Het postnatale gedeelte wordt op verzoek van het vrouwelijke personeelslid verlengd met een periode gelijk aan deze waarin zij verder prestaties heeft geleverd vanaf de achtste week voor de werkelijke datum van bevalling.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(iii) Bij een vroeggeboorte wordt deze periode verminderd met de dagen dat het zwangere personeelslid prestaties heeft geleverd tijdens de zeven dagen die de bevalling voorafgaan.
Wanneer het vrouwelijk personeelslid het postnatale gedeelte van het moederschapsverlof na de negende week met ten minste twee weken kan verlengen door het niet opnemen van het prenatale gedeelte dan kunnen deze laatste twee weken op haar verzoek worden omgezet in verlofdagen van postnatale rust.
Het vrouwelijk personeelslid moet deze verlofdagen van postnatale rust opnemen binnen de acht weken te rekenen vanaf het einde van het ononderbroken postnatale gedeelte van het moederschapsverlof.
(iv) Verlenging van het postnatale gedeelte bij een moeilijke zwangerschap
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Op vraag van het vrouwelijk personeelslid wordt het postnatale gedeelte van het moederschapsverlof verlengd met één week na de negende week als het vrouwelijk personeelslid afwezig geweest is wegens ziekte gedurende de hele periode vanaf de achtste week voorafgaand aan de werkelijke datum van de bevalling verlengd met een periode van maximaal twee weken.
c. Hospitalisatie van het pasgeboren kind
Wanneer het pasgeboren kind na de eerste zeven dagen te rekenen vanaf zijn geboorte in de verplegingsinrichting moet opgenomen blijven, kan op verzoek van het vrouwelijke personeelslid het postnatale gedeelte van het moederschapsverlof verlengd worden met een duur gelijk aan de periode dat haar kind na die eerste zeven dagen in de verplegingsinrichting opgenomen blijft. De duur van deze verlenging mag vierentwintig weken niet overschrijden.
Met dat doel bezorgt het vrouwelijk personeelslid aan HRB-Civ:
(1) Op het einde van het postnatale gedeelte van het moederschapsverlof, een getuigschrift van de verplegingsinrichting waaruit blijkt dat het pasgeboren kind in de verplegingsinrichting opgenomen blijft na de eerst zeven dagen vanaf zijn geboorte en met vermelding van de duur van de opname;
(2) In voorkomend geval een nieuw getuigschrift van de verplegingsinrichting bij het einde van de verlenging waaruit blijkt dat tijdens deze verlenging het pasgeboren kind de verplegingsinrichting nog niet heeft mogen verlaten en met vermelding van de duur van de opname.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
d. Overlijden van het pasgeboren kind
(1) De behandelende geneesheer is de autoriteit die op medische gronden verklaart, wanneer een pasgeboren kind overlijdt, dat het om een geboorte of om een xxxxxxxx0 gaat.
(2) In geval van geboorte van een doodgeboren kind of van een kind dat na de geboorte overlijdt, behoudt de moeder haar rechten op de volledige periode moederschapsverlof.
(3) In geval van een miskraam kan de moeder geen aanspraak maken op het moederschapsverlof.
e. Bijzondere arbeidsvoorwaarden voor de zwangere vrouw
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Indien bij toepassing van de bijzondere arbeidsvoorwaarden die gelden voor de zwangere vrouw, zij haar taak slechts gedeeltelijk of in het geheel niet meer kan uitoefenen, dan heeft zij recht om een taak te verrichten die rekening houdt met haar toestand.
(a) Het zwangere personeelslid mag geen overuren verrichten. Als overuren dienen te worden beschouwd alle werk bovenop 38 hr per week.
(b) Het zwangere personeelslid mag geen nachtwerk verrichten gedurende een periode van acht weken vóór de vermoedelijke datum van de bevalling. Op voorlegging van een medisch getuigschrift mag ze niet verplicht worden taken of nachtwerk te verrichten die gevaarlijk zijn voor haar gezondheid of die van haar kind en dit gedurende:
(i) andere periodes tijdens de zwangerschap;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(ii) een periode van maximum vier weken die onmiddellijk volgt op het einde van het moederschapsverlof.
(2) Verwijdering van de arbeidsplaats
Indien het zwangere personeelslid bij toepassing van Par. 503.e.(1) haar taak geheel of gedeeltelijk niet kan uitoefenen, dan heeft zij recht op een andere in haar toestand toelaatbare taak te verrichten of wordt, bij ontstentenis, zij met verlof geplaatst. Indien het een contractueel personeelslid betreft, dan wordt haar contract geschorst en komt zij ten laste van haar ziekenfonds (tot maximum 5 maanden na de geboorte).
504. Aanvraagprocedure
a. Aanvraag
De aanvraag voor moederschapsverlof en de verlenging worden gericht aan HRB-Civ.
b. Termijn
De aanvragen voor het verlof van postnatale rust worden schriftelijk ingediend minstens één maand voor de aanvang van het verlof, tenzij HRB-Civ op vraag van de betrokkene, een kortere termijn toestaat.
505. Administratieve bepalingen
a. Medisch getuigschrift
Het vrouwelijke personeelslid bezorgt haar korpscommandant en HRB-Civ ten laatste zeven weken of negen weken voor een meerling, vóór de vermoedelijke datum van de bevalling, een medisch getuigschrift waaruit de vermoedelijke datum van bevalling blijkt.
1 Wordt beschouwd als een miskraam: een doodgeboren kind voor de 181e dag van de zwangerschap.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
b. Vierdagenweek
De arbeidsregeling van de vierdagenweek wordt ambtshalve opgeschort voor de gehele duur van het moederschapsverlof.
506. Geldelijke bepalingen
a. Statutair personeel
Het moederschapsverlof en het verlof bedoeld in Par. 503.e.(2) worden bezoldigd.
b. Contractueel personeel
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De contractuele personeelsleden worden niet bezoldigd tijdens het moederschapsverlof. De uitvoering van hun contract wordt geschorst en voor de duur van het moederschapsverlof vallen zij ten laste van hun ziekenfonds.
507. Sociale bepalingen
De periode van moederschapsverlof en het verlof bedoeld in Par. 503.e.(2):
− wordt voor het statutair personeel gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit;1
− wordt voor het contractueel personeel beschouwd als een “gelijkgestelde periode” voor het bepalen van het jaarlijks verlof, evenals voor hun geldelijke anciënniteit.
508. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten, behalve tijdens de zeven dagen die de vermoedelijke bevallingsdag voorafgaan en de negen weken die volgen op de dag van de bevalling.2
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
509. Link FedWeb
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx of
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
1 KB van 19 november 1998, Art 24
2 Arbeidswet van 16 maart 1971, Art 39, tweede lid
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
510. Synthesetabel
Duur van de prenatale en postnatale rust | Gewone moederschapsrust | Moederschapsrust bij meerlingen |
Prenatale rust | 6 weken | 8 weken |
verplicht | 1 week | 1 week |
facultatief | 5 weken | 7 weken |
Postnatale rust | 9 weken | 9 weken + 2 weken extra rust op vraag van het personeelslid |
Totale minimumduur | 10 weken (1 week verplichte prenatale rust + 9 weken postnatale rust) | 10 weken (1 week verplichte prenatale rust + 9 weken postnatale rust) |
Totale maximumduur | 15 weken (6 weken prenatale rust + 9 weken postnatale rust) | 19 weken (8 weken prenatale rust + 9 weken postnatale rust + 2 weken extra rust) |
Verlenging postnatale rust bij hospitalisatie pasgeborene | Bij hospitalisatie van de pasgeborene binnen 7 dagen na de geboorte, kan het personeelslid de postnatale rust verlengen met de duur van de periode waarin het kind gehospitaliseerd is gebleven na de eerste 7 dagen, met een maximum van 24 weken. | |
Verlenging postnatale rust bij problematische zwangerschap | Als het personeelslid de volledige 6 weken (of 8 weken bij meerlingen) voorafgaand aan de geboorte afwezig is om medische redenen, dan kan de postnatale rust verlengd worden met 1 week. |
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 6 - Borstvoedingspauzes1 601. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is enkel van toepassing op het vrouwelijke personeel van Defensie2.
602. Algemeen
a. Recht
Het personeelslid bedoeld in Par. 601 heeft op haar verzoek recht op borstvoedingspauzes.
b. Aanrekening
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De borstvoedingspauze wordt niet in mindering gebracht van de verloven waarop het vrouwelijk personeelslid aanspraak kan maken.
c. Bevoegdheid
De borstvoedingspauze is een recht dat wordt toegestaan door de autoriteit met de bevoegdheid van eenheidscommandant, mits het vrouwelijke personeelslid een geldig attest of medisch getuigschrift kan voorleggen.
603. Begin, intrekking en beëindiging
a. Periode
Behoudens de bepalingen vermeld in dit hoofdstuk, beginnen de borstvoedingspauzes vanaf de geboorte en eindigen 9 maanden na de datum van geboorte.
☝ Opmerking
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De mogelijkheid om het kind te voeden met moedermelk betekent niet dat het vrouwelijk personeelslid ook kan instaan voor de zorg van het kind tijdens de rest van de werkdag op de werkplaats.
b. Duur en periodiciteit
Het vrouwelijk personeelslid dat tijdens een werkdag 4 uren of langer werkt, heeft die dag recht op één borstvoedingspauze. Deze pauze (inclusief verplaatsing) mag 30 minuten duren. Het vrouwelijk personeelslid dat ten minste 7.30 u. werkt, heeft die dag recht op twee borstvoedingspauzes van 30 minuten of één borstvoedingspauze van 1 uur (inclusief verplaatsing).
De arbeidsuren die in aanmerking worden genomen om te bepalen hoeveel pauzes het personeelslid per werkdag mag nemen, zijn de uren die op de bedoelde dag effectief worden gepresteerd. De duur van de pauzes wordt meegerekend voor het vaststellen van de effectieve prestaties.
☞ Voorbeelden
(1) Voor de dag waarop betrokkene 3.48 u. werkt, heeft zij geen recht op een pauze omdat haar arbeidsprestaties lager liggen dan 4 uren.
(2) Voor de dag waarop betrokkene 4 uren werkt, heeft zij recht op één pauze. Zij werkt dus effectief 3.30 u.
(3) Voor de dag waarop betrokkene 6 uren werkt, heeft zij recht op één pauze. Zij werkt dus effectief 5.30 u. en neemt één pauze van 30 min.
1 Onder borstvoedingspauze wordt verstaan: de mogelijkheid geven aan het vrouwelijk personeelslid om haar baby borstvoeding te geven of om melk af te kolven en dit tijdens de diensturen.
2 KB van 19 november 1998, Art 33ter
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(4) Voor de dag waarop betrokkene 7.36 u. werkt, heeft zij recht op twee pauzes. Zij werkt dus effectief 6.36 u. Zij kan kiezen of ze één pauze van 1 uur of twee pauzes van 30 minuten neemt.
c. Tijdstip van de pauze
Het personeelslid dient in onderling overleg met de autoriteit met bevoegdheid van eenheidscommandant het moment te bepalen wanneer zij haar borstvoedingspauze wenst te nemen. Indien geen akkoord wordt bereikt, vallen de borstvoedingspauzes onmiddellijk voor of na de rustpauzes vastgelegd in het dienstrooster (break, middagpauze, enz.).
604. Aanvraagprocedure
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De borstvoedingspauzes, evenals de verlengingen ervan, worden aangevraagd aan de autoriteit met de bevoegdheid van eenheidscommandant met de Bijl C 1/3. Dit verlof wordt niet bijgehouden in HRM@Defence.
605. Administratieve bepalingen
a. Dienstvrijstelling
Het vrouwelijke personeelslid heeft recht op een dienstvrijstelling.1
b. Termijn
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het vrouwelijk personeelslid zal haar eenheidscommandant twee weken op voorhand moeten inlichten, tenzij de laatste akkoord gaat met een kortere termijn. Ook zal zij het attest moeten leveren dat zij daadwerkelijk borstvoeding geeft. Zij kan daartoe een attest van een consultatiebureau voor zuigelingen (Kind en Gezin, O.N.E. of Dienst für Kind und Familie) of een medisch getuigschrift voorleggen. Dit attest dient iedere maand opnieuw geleverd te worden. Zij zal ook een akkoord moeten bereiken met de eenheidscommandant of de autoriteit met dezelfde bevoegdheid over de plaats en de ogenblikken waarop de pauze kan genomen worden.
606. Geldelijke bepalingen
De borstvoedingspauze wordt bezoldigd.
607. Sociale bepalingen
De borstvoedingspauze wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
608. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Niet toegelaten.
609. Link FedWeb
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx zes
1 KB van 19 november 1998, Art 33ter, § 1
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 7 - Vaderschapsverlof
701. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie1.
702. Algemeen
a. Aanvraag
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het personeelslid bekomt op zijn aanvraag een vaderschapsverlof bij het overlijden of de ziekenhuisopname van de moeder, gedurende de periode van het moederschapsverlof en dit om de opvang van het kind te verzekeren.
b. De rechthebbende
Het recht op vaderschapsverlof komt toe aan het personeelslid dat of:
(1) de vader is van het kind;
(2) gehuwd is met de moeder;
(3) wettelijk samenwoont met de moeder bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft2 (en niet verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen);
c. Aanrekening
Dit verlof wordt niet in mindering gebracht van de verloven, waarop het personeelslid aanspraak kan maken.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
d. Periodes
Het vaderschapsverlof kan naargelang de noodzaak worden opgenomen in verschillende, al dan niet opeenvolgende periodes. De maximale duur is evenwel beperkt tot het deel van het moederschapsverlof dat de moeder nog niet heeft opgenomen.
e. Voorwaarden bij een ziekenhuisopname
Bij een ziekenhuisopname van de moeder moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn:
(1) De pasgeborene moet het ziekenhuis verlaten hebben;
(2) De geplande duur van de ziekenhuisopname van de moeder moet meer dan zeven dagen bedragen.
f. Bevoegdheid
Het vaderschapsverlof is een recht dat wordt toegestaan door HRB-Civ.
g. Beperking
Slechts één personeelslid heeft recht op het vaderschapsverlof ter gelegenheid van de geboorte van eenzelfde kind.
703. Begin en beëindiging
a. In geval van ziekenhuisopname van de moeder
(1) Het vaderschapsverlof begint ten vroegste op de zevende dag na de geboorte van het kind;
1 KB van 19 november 1998, Art 33
2 Het bewijs van samenwoning en hoofdverblijf wordt geleverd aan de hand van een uittreksel uit het bevolkingsregister.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(2) Het vaderschapsverlof neemt een einde op het ogenblik dat de ziekenhuisopname van de moeder wordt beëindigd en uiterlijk bij het verstrijken van het deel van het moederschapsverlof dat nog niet door de moeder is opgenomen, zonder dat evenwel de maximale duur van het moederschapsverlof mag overschreden worden.
b. In geval van overlijden van de moeder
De duur van het vaderschapsverlof is ten hoogste gelijk aan de duur van het moederschapsverlof dat de moeder nog niet opgebruikt had.
704. Aanvraagprocedure
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
a. Aanvraag
De aanvragen van het vaderschapsverlof worden aangevraagd aan HRB-Civ.
b. De volgende documenten worden, naargelang het geval, bij de aanvraag gevoegd:
(1) Een overlijdensakte van de moeder;
(2) Een medisch getuigschrift met vermelding van de geplande duur van de ziekenhuisopname en het feit dat de pasgeborene het ziekenhuis heeft verlaten;
(3) Een attest van de werkgever (of andere instelling) van de moeder met vermelding van het deel van het moederschapsverlof dat nog niet werd opgenomen, of een verklaring op eer dat de moeder geen beroepsactiviteit uitoefent.
705. Geldelijke bepalingen
a. Statutair personeel1
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het vaderschapsverlof wordt bezoldigd.
b. Contractueel personeel
Tijdens het vaderschapsverlof wordt de uitvoering van het contract geschorst en valt het personeelslid ten laste van het ziekenfonds.
706. Administratieve en sociale bepalingen
Het vaderschapsverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
De arbeidsregeling van de vierdagenweek wordt ambtshalve opgeschort voor de gehele duur van het vaderschapsverlof.
707. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
708. Link FedWeb
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx
1 KB van 19 november 1998, Art 33, § 4
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 8 - Ouderschapsverlof
801. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie1.
802. Algemeen
a. Begrip “ouder”
Het ouderschapsverlof is van toepassing op de juridische ouders van het kind. Dit zijn de vader en de moeder van het kind. Juridisch ouderschap bestaat ook voor:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) de persoon die het kind heeft erkend waardoor de afstamming langs vaderszijde komt vast te staan;
(2) de echtgenote of de partner van de biologische moeder van het kind die meemoeder is geworden;
(3) de adoptieouder(s).
b. Aanvraag
Het personeelslid bedoeld in Par. 801 bekomt op zijn aanvraag een ouderschapsverlof bij de geboorte of de adoptie van zijn kind of bij de plaatsing van een kind in een opvanggezin in het kader van de pleegzorg.
c. Rechthebbenden
Zowel de moeder als de vader kunnen elk, zelfs gelijktijdig, drie maanden ouderschapsverlof bekomen.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het ouderschapsverlof kan worden gecombineerd met een loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. (Deel IV, Hoofdstuk 2, Par. 203 c.)
d. Opname van het ouderschapsverlof
(1) Het personeelslid heeft recht op het ouderschapsverlof:
(a) Naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind twaalf jaar wordt;
(b) In het kader van de adoptie van een kind gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn verblijfplaats heeft, tot het kind twaalf jaar wordt;
(c) In het kader van een plaatsing van een kind in een opvanggezin in het kader van de pleegzorg vanaf het ogenblik van de plaatsing van het kind in het gezin tot het einde van de plaatsing en uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt;
(d) Aan de voorwaarde van de twaalfde verjaardag moet voldaan zijn uiterlijk gedurende de periode van het ouderschapsverlof;
(e) Wanneer het kind voor ten minste 66% getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft, die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag, is er geen leeftijdsgrens;
(f) Het ouderschapsverlof kan worden opgenomen:
1 KB van 19 november 1998, Art 34 en 35
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(i) Hetzij gedurende een periode van drie maanden als voltijds verlof; op vraag van het personeelslid kan deze periode worden opgesplitst in maanden;
(ii) Hetzij gedurende een periode van zes maanden in het kader van een vermindering van de prestaties met de helft wanneer hij voltijds tewerkgesteld is; op vraag van het personeelslid kan deze periode worden opgesplitst in periodes van twee maanden of een veelvoud hiervan: de werkverdeling gebeurt in volledige dagen, halve dagen of in uren en kunnen gespreid worden over 1 week of 1 maand;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(iii) Hetzij gedurende een periode van vijftien maanden in het kader van een vermindering van de prestaties met één vijfde wanneer hij voltijds tewerkgesteld is; op vraag van het personeelslid kan deze periode worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een veelvoud hiervan: de werkverdeling gebeurt in volledige dagen, halve dagen of in uren en kunnen gespreid worden over 1 week;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(iv) Het personeelslid heeft de mogelijkheid om bij het opnemen van zijn ouderschapsverlof gebruik te maken van de verschillende regels vermeld in Par. 802 d. (f) (i), (ii) en (iii). Bij een wijziging van opnamevorm moet rekening worden gehouden met het principe dat één maand voltijds verlof gelijk is aan twee maanden verminderde prestaties met de helft en gelijk is aan vijf maanden verminderde prestaties met één vijfde.
e. Bevoegdheid
Het ouderschapsverlof is een recht dat wordt toegestaan door HRB-Civ.
803. Begin en beëindiging
Behoudens de bepalingen in Par. 802.d., begint en eindigt het ouderschapsverlof op de tijdstippen die het betrokken personeelslid aanvraagt.
804. Aanvraagprocedure
Het ouderschapsverlof, vergezeld van een ongezegeld uittreksel uit de geboorteakte of uit een adoptieakte van het kind, wordt aangevraagd aan HRB-Civ.
805. Geldelijke bepalingen
Het ouderschapsverlof wordt niet bezoldigd en omvat GEEN onderbrekingstoelage, in tegenstelling tot de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof (zie Deel IV, Hoofdstuk 2).
☝ Opmerking
Het ouderschapsverlof heeft geen invloed op het vakantieverlofkrediet.
806. Administratieve en sociale bepalingen
Het ouderschapsverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
De arbeidsregeling van de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar worden ambtshalve opgeschort voor de gehele duur van het ouderschapsverlof.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
807. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
808. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx rlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 9 - Opvangverlof
901. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie1.
902. Algemeen
a. Opvang
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het personeelslid bedoeld in Par. 901 bekomt, op zijn aanvraag, een opvangverlof wanneer hij de pleegvoogdij opneemt van een kind beneden de tien jaar of een minderjarige opneemt in zijn gezin als gevolg een rechterlijke beslissing tot plaatsing in een opvanggezin.
b. Het verlof
Het verlof bedraagt ten hoogste zes weken wanneer het opgenomen kind de leeftijd van drie jaar nog niet heeft bereikt of ten hoogste vier weken wanneer het opgenomen kind de leeftijd van drie jaar reeds heeft bereikt.
c. Verdubbeling van de duur van het verlof
Deze maximumduur wordt verdubbeld, wanneer het opgenomen kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medische-sociale schaal, overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag.
d. Rechthebbenden
Indien beide partners personeelsleden zijn, kunnen ze beiden van het opvangverlof genieten.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
903. Begin, opsplitsing en weigering
a. Begin
Het opvangverlof vangt aan op de dag dat het kind in het gezin wordt opgenomen.
b. Opsplitsing
Het opvangverlof kan niet worden gesplist.
c. Weigering
De periode aangevraagd door betrokkene kan niet worden geweigerd.
904. Aanvraagprocedure
Het opvangverlof wordt aangevraagd aan HRB-Civ.
Het opvangverlof is een recht dat wordt toegestaan door de secretaris-generaal of de voorzitter van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, in de praktijk is dit door HRB-Civ.
905. Geldelijke bepalingen
Het opvangverlof wordt bezoldigd.
1 Deel I, Par. 101.a.(2), KB van 19 november 1998, Art 36 en 37
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
906. Administratieve en sociale bepalingen
Het opvangverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
De arbeidsregeling van de vierdagenweek wordt ambtshalve opgeschort voor de gehele duur van het opvangverlof.
Het opvangverlof wordt verminderd met het aantal werkdagen pleegzorgverlof dat al opgenomen werd in hetzelfde jaar voor hetzelfde kind.
907. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
908. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxx zorg/opvangverlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 10 - Adoptieverlof
1001. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op het statutair personeel van Defensie.
1002. Algemeen
a. Adoptiekind beneden de tien jaar
Het personeelslid bekomt, op zijn aanvraag, een adoptieverlof wanneer hij een kind beneden de tien jaar adopteert.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
b. Duur
Het verlof bedraagt ten hoogste zes weken.
c. Lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid
Deze maximum duur van het adoptieverlof wordt verdubbeld wanneer het geadopteerde kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal, overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag.
d. Meerdere kinderen
In geval van adoptie van meerdere kinderen wordt het verlof toegekend voor elk kind.
e. Rechthebbenden
Indien beide partners personeelsleden zijn, kunnen ze beiden van het adoptieverlof genieten.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
1003. Perioden
a. Begin
Het adoptieverlof kan op vraag van het personeelslid al worden opgenomen tot drie weken voor het kind effectief geadopteerd wordt.
b. Opsplitsing
Het adoptieverlof kan gesplitst worden in weken.
c. Geldigheidsperiode
Het verlof dient genomen te worden binnen de 4 maanden na de opname van het kind.
d. Weigering
De periode aangevraagd door betrokkene kan niet worden geweigerd.
1004. Aanvraagprocedure
a. Aanvraag
(1) Het adoptieverlof wordt aangevraagd aan HRB-Civ.
(2) De aanvraag zal de volgende bewijsstukken bevatten:
(a) een officieel attest, afgeleverd door de bevoegde centrale autoriteit van de Gemeenschap, waarin de toewijzing van het kind aan het personeelslid wordt
bevestigd, om een adoptieverlof te bekomen tot drie weken voor het kind effectief geadopteerd wordt;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(b) een attest dat bevestigt dat het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregister van een gemeente ingeschreven is om het resterende adoptieverlof te kunnen opnemen.
b. Recht
Het adoptieverlof is een recht dat wordt toegestaan door de secretaris-generaal of de voorzitter van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, in de praktijk is dit door HRB-Civ.
1005. Geldelijke bepalingen
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het adoptieverlof wordt bezoldigd.
1006. Administratieve en sociale bepalingen
Het adoptieverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
De arbeidsregeling van de vierdagenweek wordt ambtshalve opgeschort voor de gehele duur van het adoptieverlof.
1007. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1008. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxx zorg/adoptieverlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 11 - Xxxxxxxxxxxxxxx0 0000. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op het statutair personeel van Defensie.
1102. Algemeen
a. Duur
Het personeelslid bekomt 6 dagen pleegzorgverlof als een minderjarige of een persoon met een handicap in zijn gezin geplaatst wordt:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) door een rechtbank
(2) door een door een Gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg
(3) door de diensten van l’Aide à la Jeunesse, door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of door de Jugendhilfedienst.
b. Doel
Het verlof kan genomen worden voor bepaalde verplichtingen, opdrachten en situaties, onder andere voor:
(1) alle soorten van zittingen bij gerechtelijke en administratieve autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin
(2) contacten van de pleegouder of het pleeggezin met de ouders of met derden die belangrijk zijn voor het pleegkind en de pleeggast
(3) contacten met de dienst voor pleegzorg.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
c. Rechthebbenden
Indien beide partners personeelsleden zijn, kunnen ze beiden van het pleegzorgverlof genieten.
1103. Aanvraagprocedure
Om dit verlof aan te vragen, moet het personeelslid eerst de formele aanstellingsbeslissing (afgeleverd door de instellingen bedoeld in Par. 1102, a.) indienen die bewijst dat hij pleegouder is.
Het pleegzorgverlof is een recht dat wordt toegestaan door de secretaris-generaal of de voorzitter van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, in de praktijk is dit door HRB-Civ.
1104. Geldelijke bepalingen1
Het pleegzorgverlof wordt bezoldigd.
1105. Administratieve en sociale bepalingen
Het pleegzorgverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Het pleegzorgverlof wordt verminderd met het aantal werkdagen opvangverlof dat al opgenomen werd in hetzelfde kalenderjaar.
1 KB van 19 november 1998, Art 36 en 37
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
1106. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1107. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxx zorg/pleegzorgverlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 12 - Verlof om dwingende redenen
1201. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op het personeel van Defensie.
a. Verlof om dwingende redenen van familiaal belang1
Enkel van toepassing op de statutairen en stagiairs.
b. Verlof om dwingende reden2
Enkel van toepassing op de contractuelen.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
1202. Algemeen
a. Verlof om dwingende redenen van familiaal belang
Het personeelslid heeft recht op een verlof om dwingende redenen van familiaal belang voor een periode van maximaal vijfenveertig werkdagen per jaar; het verlof wordt genomen per dag of per halve dag.
(1) De dwingende redenen van familiaal belang dienen erkend te worden door de dienst waaronder het personeelslid ressorteert. Als dwingende redenen van familiaal belang worden van ambtswege erkend:
(a) De ziekenhuisopname van een persoon die met het personeelslid onder hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant in de eerste graad die niet met het personeelslid onder hetzelfde dak woont;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(b) De opvang tijdens de periodes van schoolvakantie van de kinderen van het personeelslid of van de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid die de leeftijd van 15 jaar niet hebben bereikt;
(c) De opvang tijdens de periodes van schoolvakantie van de kinderen van het personeelslid of van de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid die de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt, wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch- sociale schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag;
(d) De opvang tijdens de periodes van schoolvakantie van de kinderen van het personeelslid of van de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid die onder het statuut van verlengde minderjarigheid werden geplaatst.
(2) De maximumduur van het verlof om dwingende redenen van familiaal belang wordt in evenredig mate verminderd:
(a) in het geval dat het personeelslid deeltijdse prestaties verricht;
(b) volgens de datum van indiensttreding of van de definitieve ambtsneerlegging in de loop van het jaar;
(c) als het personeelslid een van de volgende verloven geniet of genoten heeft in hetzelfde kalenderjaar:
1 KB van 19 november 1998, Art 38 tot 40
2 KB van 11 oktober 1991
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(i) verlof om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen van de federale wetgevende kamers, van de Gewest- en Gemeenschapsraden, van de provincieraden, van de gemeenteraden en de Europese vergaderingen;
(ii) verlof voor een stage of een proefperiode in een andere betrekking van een overheidsdienst of van het gesubsidieerd onderwijs;
(iii) de halftijds vervroegde uittreding;
(iv) het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar;
(v) de vierdagenweek met en zonder premie;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(vi) xxxxxx voor opdracht;
(vii) verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan;
(viii) de verminderde prestaties wegens medische redenen;
(ix) de afwezigheden waarbij het personeelslid in de administratieve stand van non- activiteit of disponibiliteit is geplaatst;
(3) De dagen verlof om dwingende redenen van familiaal belang, die samenvallen met een ziekteverlof worden niet als ziekteverlofdagen beschouwd. Het verlof wegens ziekte wordt tijdelijk onderbroken tijdens het verlof om dwingende redenen van familiaal belang.
b. Verlof om dwingende reden: contractueel personeel
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) De duur van de afwezigheden mag tien arbeidsdagen per kalenderjaar niet overschrijden. Voor een deeltijds tewerkgestelde personeelslid, wordt de duur van het verlof om dwingende redenen herleid in verhouding tot de duur van zijn arbeidsprestaties.
(2) Onder dwingende reden moet worden verstaan elke niet te voorziene, los van het werk staande gebeurtenis die de dringende en noodzakelijke tussenkomst van het personeelslid vereist en dit voor zover de uitvoering van de arbeidsovereenkomst deze tussenkomst onmogelijk maakt.
Zijn in het bijzonder gebeurtenissen voor dewelke het personeelslid het recht heeft om van het werk afwezig te zijn:
(a) Ziekte, ongeval of hospitalisatie overkomen aan:
(i) een met het personeelslid onder hetzelfde dak wonende persoon zoals:
− ee echtgeno(o)t(e) of de persoon, die met hem (haar) samenwoont;
− een ascendent, een descendent, evenals een adoptie- of pleegkind, een tante of oom van het personeelslid, van zijn (haar) echtgeno(o)t(e) of van de persoon die met hem (haar) samenwoont;
(ii) een aan- of bloedverwant in de eerste graad die niet met het personeelslid onder hetzelfde dak woont, zoals een ouder, een schoonouder, een kind of schoonkind van het personeelslid.
(b) Ernstige materiële beschadiging aan de bezittingen van het personeelslid, zoals schade aan de woning door een brand of een natuurramp.
(c) Het bevel tot verschijning in persoon in een rechtszitting wanneer het personeelslid partij is in het geding.
(d) Andere gebeurtenissen vastgesteld in onderling akkoord tussen de werkgever en het personeelslid die als dwingende reden moeten beschouwd worden.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(3) Het personeelslid heeft het recht van het werk afwezig te zijn gedurende de tijd die nodig is om het hoofd te bieden aan de gevolgen die voortvloeien uit de gebeurtenissen bedoeld in Par. 1202.b.(2).
(4) Het personeelslid die om dwingende reden afwezig is, is ertoe gehouden de werkgever vooraf te verwittigen. Indien dit niet mogelijk is, moet hij de werkgever zo spoedig mogelijk verwittigen.
(5) Het personeelslid moet het recht om afwezig te zijn wegens dwingende redenen gebruiken voor het doel waarvoor het is toegestaan.
c. Opmerkingen
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Voor de graden van verwantschap wordt verwezen naar Bijl A.
(2) De omschrijving van het begrip “samenwonende” met echtgeno(o)t(e) gelijkgesteld:1
(a) De wettelijk samenwonende: zie Deel I, Par. 101.c.(1)(a);
(b) De feitelijk samenwonende: zie Deel I, Par. 101.c.(1)(b).
1203. Aanvraagprocedures
a. Verlof om dwingende redenen van familiaal belang
(1) Het verlof om dwingende redenen van familiaal belang wordt aangevraagd aan HRB-Civ
b. Verlof om dwingende redenen
(1) Het verlof om dwingende redenen wordt aangevraagd aan HRB-Civ.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) Bij een aanvraag omwille van ziekte, ongeval of hospitalisatie moet een medisch getuigschrift worden gevoegd waaruit blijkt dat de patiënt behoefte had aan de aanwezigheid of begeleiding van het personeelslid en waarin de graad van verwantschap van het personeelslid met de patiënt wordt vermeld.
(3) Bij een aanvraag omwille van ernstige materiële beschadiging aan de bezittingen, dient het personeelslid een officieel document dat deze schade beschrijft of een verklaring op eer bij te voegen.
(4) Bij een aanvraag omwille van het bevel tot verschijning in een rechtszitting, dient een afschrift van deze oproep te worden bijgevoegd.
(5) Bij een aanvraag op grond van een gebeurtenis die als een dwingende reden moet beschouwd worden, dient een verklaring van de dienstchef te worden gevoegd.
1204. Geldelijke bepalingen2
a. Statutairen en stagiairs
Het verlof om dwingende redenen van familiaal belang wordt niet bezoldigd.
b. Contractuelen
Het verlof om dwingende reden wordt niet bezoldigd.
1 Burgerlijk Wetboek, Art 1475, § 1
2 KB van 19 november 1998, Art 39
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
1205. Administratieve en sociale bepalingen1
a. Statutairen en stagiairs
Het verlof om dwingende redenen van familiaal belang wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
b. Contractuelen
Het verlof om dwingende reden wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
1206. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1207. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxx_xx_xxx ngende_redenen
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
1 KB van 19 november 1998, Art 39
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 13 - Politiek verlof
1301. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie1.
1302. Algemeen
a. Definitie
Onder politiek verlof voor het uitoefenen van een politiek mandaat of een ambt dat ermee gelijkgesteld kan worden dient te worden verstaan:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) ofwel een vrijstelling van dienst die geen weerslag heeft op de administratieve en geldelijke toestand van het personeelslid;
(2) ofwel een facultatief politiek verlof dat op aanvraag van het personeelslid wordt toegekend;
(3) ofwel een politiek verlof van ambtswege waaraan het personeelslid zich niet kan onttrekken.
b. Politiek ambt minder dan een halftijds ambt
Het personeelslid dat voor de uitoefening van een mandaat van burgemeester, voorzitter van een districtsraad, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn recht heeft op politiek verlof waarvan de duur niet de helft van een voltijds ambt overschrijdt, kan, op zijn aanvraag, een halftijds of voltijds politiek verlof bekomen.
c. Aanvraag voltijds politiek verlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het personeelslid dat voor de uitoefening van een mandaat van burgemeester, voorzitter van een districtsraad, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn recht heeft op een halftijds politiek verlof, kan, op zijn aanvraag, voltijds politiek verlof bekomen.
1303. Soorten
a. Vrijstelling van dienst
Op aanvraag van de personeelsleden, wordt binnen de hierna bepaalde perken vrijstelling van dienst toegekend gedurende 2 dagen per maand voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten:
(1) gemeenteraadslid dat noch burgemeester noch schepen noch voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn is:
(2) lid van een raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter uitgezonderd;
(3) lid van een districtsraad, de districtsschepenen en de districtsburgemeester uitgezonderd;
(4) lid van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, de voorzitter uitgezonderd;
(5) provincieraadslid, niet-lid van de bestendige deputatie;
(6) lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat noch gemeenteraadslid, noch lid van de raad voor maatschappelijk welzijn is.
1 Wet van 18 september 1986
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
b. Het facultatief politiek verlof
Op aanvraag van de personeelsleden, wordt binnen de hierna bepaalde perken facultatief politiek verlof toegekend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten:1
(1) gemeenteraadslid dat noch burgemeester noch schepen noch voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn is;
(2) lid van een raad voor maatschappelijk welzijn dat noch voorzitter noch lid van het vast bureau is;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(3) lid van een districtsraad, dat noch districtsburgemeester noch districtsschepen is, of lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst, van een gemeente:
(a) Tot 80.000 inwoners: 2 dagen per maand;
(b) Meer dan 80.000 inwoners: 4 dagen per maand.
(4) schepen, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn of districtsschepen van een gemeente:
(a) Tot 30.000 inwoners: 4 dagen per maand;
(b) Van 30.001 tot 50.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt;
(c) Van 50.001 tot 80.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt.
(5) burgemeester van een gemeente of districtsburgemeester van een gemeente:
(a) Tot 30.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt;
(b) Van 30.001 tot 50.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(6) lid van het vast bureau van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente:
(a) Tot 10.000 inwoners: 1 of 2 dagen per maand;
(b) Van 10.001 tot 20.000 inwoners: 1, 2 of 3 dagen per maand;
(c) Meer dan 20.000 inwoners: 1, 2, 3, 4 of 5 dagen per maand.
(7) provincieraadslid, niet-lid van de bestendige deputatie: 4 dagen per maand;
(8) lid van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, de voorzitter uitgezonderd: 2 dagen per maand.
c. Het politiek verlof van ambtswege
De personeelsleden worden binnen de hierna bepaalde perken, met politiek verlof van ambtswege gezonden voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten:
(1) burgemeester van een gemeente:
(a) tot 20.000 inwoners: 3 dagen per maand;
(b) van 20.001 tot 30.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt;
(c) van 30.001 tot 50.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt;
(d) meer dan 50.000 inwoners: voltijds.
☝ Opmerking
De districtsburgemeester van een gemeente wordt wat betreft het politiek verlof van ambtswege gelijkgesteld met een burgemeester van een gemeente waarvan het bevolkingsaantal overeenstemt met dat van het district, waarbij de duur van het
1 Het aantal inwoners wordt bepaald in overeenstemming met de bepalingen van het artikel 5 van de nieuwe Gemeentewet - in de praktijk attesteert de burgemeester het aantal inwoners.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
ambtshalve politiek verlof beperkt wordt tot het percentage van de wedde van die burgemeester die hij ontvangt.
(2) schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente:
(a) tot 20.000 inwoners: 2 dagen per maand;
(b) van 20.001 tot 30.000 inwoners: 4 dagen per maand;
(c) van 30.001 tot 50.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt;
(d) van 50.001 tot 80.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt;
(e) meer dan 80.000 inwoners: voltijds.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
☝ Opmerking
Een districtsschepen van een gemeente wordt wat betreft het politiek verlof van ambtswege gelijkgesteld met een schepen van een gemeente waarvan het bevolkingsaantal overeenstemt met dat van het district, waarbij de duur van het ambtshalve politiek verlof wordt beperkt tot het percentage van de wedde van die schepen die hij ontvangt.
(3) lid van de bestendige deputatie van een provincieraad: voltijds;
(4) voorzitter van:
(a) de Raad van de Duitstalige Gemeenschap: voltijds;
(b) de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie, de Vlaamse gemeenschaps- commissie of de Franse gemeenschapscommissie: voltijds.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(5) gewestelijk staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Regeringscommissaris en lid van:
(a) de Kamer van volksvertegenwoordigers: voltijds;
(b) de Senaat: voltijds;
(c) een Gemeenschaps- of Gewestraad, met uitzondering van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap: voltijds;
(d) het Europees Parlement: voltijds;
(e) de Federale Regering: voltijds;
(f) een Gemeenschaps- of Gewestregering: voltijds;
(g) de Europese Commissie: voltijds.
1304. Begin en beëindiging
a. Periode
De vrijstelling van dienst wordt naar keuze van betrokkene genomen. Zij mag niet van een maand naar een andere worden overgedragen tenzij zij is toegekend voor het uitoefenen van een mandaat van provincieraadslid.
b. Verwittiging
De vrijstellingen van dienst en de facultatieve politieke verloven kunnen worden opgenomen, na het diensthoofd daarvan in kennis te hebben gesteld, met een minimum van een uur, evenwel zonder dat de som ervan het maandelijks totaal van de toegestane vrijstellingen van dienst en facultatieve politieke verloven overschrijdt.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
c. Politieke verloven
Het personeelslid dat in het kader van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten, over politieke verloven beschikt, legt in het begin van de maand zijn politieke verloven van ambtswege vast.
d. Aantal dagen politiek verlof
Het aantal dagen politiek verlof wordt bepaald in verhouding tot de door het personeelslid effectief gepresteerde diensten.
e. Einde van het politiek verlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het politiek verlof eindigt uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op die tijdens welke het mandaat een einde neemt.
1305. Aanvraagprocedure
a. Algemeen
Het politiek verlof wordt aangevraagd aan HRB-Civ.
b. Attest
Als bijlage bij de aanvraag wordt een attest van burgemeester, voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn, Kamervoorzitter, Gouverneur, … gevoegd, waarin deze het mandaat van betrokkene bevestigt en indien nodig het aantal inwoners meedeelt.
c. Bevoegdheid tot goedkeuring
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) HRB-Civ stelt een ontwerp van ministerieel besluit op en stuurt dit via de hiërarchische weg door naar het kabinet ter ondertekening door de MOD.
(2) De dagen/uren politiek verlof worden bijgehouden in de eenheid, rekening houdend met de in het ministerieel besluit aantal toegekende dagen per maand
a. Facultatief politiek verlof
De periodes gedekt door een facultatief politiek verlof of een politiek verlof van ambtswege worden niet bezoldigd.
b. Opmerking
Het personeelslid mag na zijn wederopneming zijn wedde niet cumuleren met voordelen die verbonden zijn aan de uitoefening van een politiek mandaat en die een wederaanpassingsvergoeding uitmaken.
1307. Administratieve en sociale bepalingen2
a. Dienstactiviteit
Tijdens de periodes dat het personeelslid in politiek verlof is, wordt het geacht in dienstactiviteit te zijn.
b. Toestand
Voor het bij arbeidsovereenkomst aangeworven personeelslid gelden de termijnen van facultatief politiek verlof of politiek verlof van ambtswege als periodes van dienstschorsing
1 Wet van 18 september 1986, Art 10 en 12
2 Wet van 18 september 1986, Art 2, 10 en 11
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
die niettemin moeten worden beschouwd als voor verhoging binnen de weddeschaal in aanmerking komende diensten.
c. Rustpensioen
Op de berekening van de rustpensioenen ten laste van de Schatkist van bedoelde personeelsleden is artikel 4 van de wet van 10 januari 1974 tot regeling van de inaanmerkingneming van bepaalde diensten en van met dienstactiviteit gelijkgestelde perioden voor het toekennen en berekenen van pensioenen ten laste van de Schatkist van toepassing.
d. Statutaire of contractuele rechten
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Vanaf het ogenblik dat het politiek verlof eindigt, herkrijgt de belanghebbende zijn statutaire of contractuele rechten. Het personeelslid dat in zijn betrekking niet werd vervangen, bezet die betrekking wanneer het zijn dienst hervat. Indien het personeelslid wel is vervangen, wordt het voor een andere betrekking aangewezen in overeenstemming met de regels die met betrekking tot wedertewerkstelling en mobiliteit op hem van toepassing zijn.
1308. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1309. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxx_xxxxxx/xxxxxxxx_xxxxxx
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 14 - Verlof wegens opdracht
1401. Toepassingsgebied
a. Toegestaan aan al het personeel met uitzondering van het veiligheidspersoneel: een verlof voor het uitoefenen van een ambt bij:1
(1) een secretariaat;
(2) de beleidscel;
(3) de cel algemene beleidscoördinatie;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(4) een cel algemeen beleid;
(5) het kabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris;
(6) het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht.
Van toepassing op de statutairen, stagiairs, contractuelen en onderwijzend personeel.
b. Verlof voor opdracht van algemeen belang wordt toegestaan aan:2
(1) de statutairen;
(2) de contractuelen aangeworven voor bijkomende of specifieke opdrachten enkel voor Par. 1402.b.
1402. Algemeen
a. Verlof voor het uitoefenen van een ambt
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Alle personeelsleden kunnen met het akkoord van de MOD, verlof krijgen, wanneer zij aangewezen worden om een ambt uit te oefenen bij een secretariaat, de beleidscel, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid, bij het kabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris of bij het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht.
(2) Bij het einde van zijn aanwijzing en tenzij het personeelslid naar een ander secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid, bij het kabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris of bij het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht, overgaat bekomt hij, per maand activiteit in een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid, bij het kabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris of bij het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht, één dag verlof met een minimum van drie werkdagen en een maximum van vijftien werkdagen.
b. Xxxxxx voor opdracht van algemeen belang
(1) Het personeelslid bekomt een verlof voor de uitoefening van een opdracht in volgende gevallen:
(a) Voor de uitoefening van ambten ter vervulling van een nationale of internationale opdracht toevertrouwd:
(i) door de Federale Regering, een Gewest- of Gemeenschapsregering, het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het College van de Franse
1 KB van 19 november 1998, Art 95, 96 en 98
2 KB van 19 november 1998, Art 99 tot 112
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Gemeenschapscommissie, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, een Permanente Deputatie, een College van Burgemeester en Schepenen of een openbaar bestuur;
(ii) door een buitenlandse regering of een buitenlands overheidsbestuur;
(iii) door een internationale instelling.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(b) Met voorafgaande machtiging van de ministers tot wiens bevoegdheid ambtenarenzaken behoort en de minister van begroting en voor een duur van maximum zes jaar voor de gehele loopbaan, elke opdracht die is toevertrouwd door een instelling die geen overheidskarakter heeft, die belast werd met de uitvoering van de Europese programma’s Phare, Tacis of Meda;
(c) Elke internationale opdracht die is toevertrouwd door een beslissing van de Ministerraad in het kader van de ontwikkelingssamenwerking, vredesopdrachten, het wetenschappelijke onderzoek of de humanitaire hulp;
(d) Xxxx nationale opdracht met voorafgaande machtiging van de minister tot wiens bevoegdheid ambtenarenzaken behoort in dienst van jeugdbewegingen, jeugddiensten of jeugdgroeperingen of in dienst van sommige culturele instellingen die erkend zijn door de bevoegde overheid;
(e) Een ambt uit te oefenen bij het secretariaat van een politiek mandataris van het Europees parlement;
(f) Om een mandaat in een Belgische overheidsdienst uit te oefenen. Het verlof wordt ambtshalve toegekend voor de duur van het mandaat.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) Met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten hoogste drie maanden kan de MOD op ieder ogenblik een einde maken aan de opdracht waarmee het personeelslid belast is, tijdens de vervulling ervan.
(3) Het personeel wiens opdracht verstreken is of onderbroken wordt bij ministeriële beslissing, bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of bij beslissing van het personeelslid zelf, stelt zich ter beschikking van de MOD. Indien hij zonder geldige reden weigert of verwaarloost dit te doen, wordt hij na tien werkdagen als ontslaggevend beschouwd.
1403. Aanvraagprocedure
a. De aanvraag
Het verlof voor opdracht wordt aangevraagd aan HRB-Civ
b. Attest
Voor een verlof waarvan sprake in Par. 1402.b. zal de aanvraag een attest bevatten waaruit blijkt dat het om een opdracht van algemeen belang wordt verrechtvaardigd.
1404. Geldelijke bepalingen
a. Verlof voor het uitoefenen van een ambt1
Met uitzondering van de Federale Regering is het akkoord voor wat betreft de andere instellingen afhankelijk van de voorwaarde dat deze een reglement hebben genomen waarbij de nadere regels inzake terugbetaling van de bezoldiging van het personeelslid worden bepaald. Voor wat betreft de Federale Regering, is het verlof bezoldigd.
1 KB van 19 november 1998, Art 95
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
b. Verlof voor opdracht van algemeen belang1
(1) Dit verlof wordt in principe niet bezoldigd.
(2) Het personeelslid dat met de uitvoering van een van algemeen belang erkende (door MOD) opdracht wordt belast, verkrijgt de verhogingen in zijn weddeschaal waarop hij aanspraak kan maken, op het tijdstip waarop hij die zou verkrijgen of zou verkregen hebben indien hij werkelijk in dienst was gebleven.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(3) Tijdens de duur van een opdracht die niet erkend (door MOD) is als opdracht van algemeen belang, wordt het personeelslid op non-activiteit gesteld. In die stand heeft hij geen recht op wedde en kan hij zijn aanspraken op de bevordering in zijn weddeschaal niet doen gelden.
1405. Administratieve en sociale bepalingen
a. Verlof voor het uitoefenen van een ambt
(1) Dit verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.2
(2) Bij de stagiairs wordt de stageperiode geschorst voor de duur van dit verlof.
b. Xxxxxx voor opdracht van algemeen belang
(1) Het verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.3
(2) Het personeelslid dat met de uitvoering van een van algemeen belang erkende opdracht wordt belast, verkrijgt de bevorderingen of de veranderingen van klasse of van graad waarop hij aanspraak kan maken, op het tijdstip waarop hij die zou verkrijgen of zou verkregen hebben indien hij werkelijk in dienst was gebleven.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(3) Tijdens de duur van een opdracht die niet erkend is als opdracht van algemeen belang, wordt het personeelslid op non-activiteit gesteld.
(4) De MOD kan het verlof voor opdracht weigeren.
1406. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1407. Link FedWeb
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxx_xxxxxx/xxxx_xxxxxxxx
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
1 KB van 19 november 1998, Art 104
2 KB van 19 november 1998, Art 96
3 KB van 19 november 1998, Art 104
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 15 - Vakbondsverlof en dienstvrijstelling ter uitoefening van de vakbondsprerogatieven
1501. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie en in het bijzonder op de afgevaardigden van de vakorganisaties.
1502. Algemeen
a. Het vakbondsverlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Er zijn geen lokale vakbondsafgevaardigden; het vakbondsverlof kan toegekend worden aan al het burgerpersoneel.
(2) De personeelsleden die vooraf aan hun hiërarchische meerdere, een van een verantwoordelijke leider van een representatieve vakorganisatie uitgaande persoonlijke oproeping of doorlopende opdracht voorleggen verkrijgen van rechtswege, gedurende de daartoe benodigde tijd, vakbondsverlof om deel te nemen aan:
(a) de interne werkzaamheden van hun vakorganisatie;
(b) het onderhandelingscomité; sectorcomité XIV
(c) het hoog overlegcomité;
(d) de basisoverlegcomités;
(e) de voorbereidende technische vergaderingen van deze comités.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(3) De personeelsleden die vooraf aan hun hiërarchische meerdere, een van een verantwoordelijke leider van een erkende vakorganisatie uitgaande persoonlijke oproeping voorleggen verkrijgen van rechtswege, gedurende de daartoe benodigde tijd, vakbondsverlof om deel te nemen aan de interne werkzaamheden van hun vakorganisatie.
(4) De vaste afgevaardigden zijn van rechtswege permanent met vakbondsverlof.
b. Dienstvrijstelling
(1) De dienstvrijstelling kan toegekend worden aan alle personeelsleden.
(2) De personeelsleden die vooraf aan hun hiërarchische meerdere, een van een verantwoordelijke leider uitgaande persoonlijke oproeping of doorlopende opdracht voorleggen verkrijgen van rechtswege, gedurende de daartoe benodigde tijd, dienstvrijstelling om deel te nemen aan de prerogatieven hieronder beschreven.
(a) Voor alle erkende vakorganisaties:
(i) stappen doen bij de overheden in het gemeenschappelijk belang van het personeel dat zij vertegenwoordigen of in het bijzonder belang van een personeelslid;
(ii) een personeelslid dat zijn daden voor de administratieve overheid moet rechtvaardigen, op zijn verzoek ter zijde staan;
(iii) in de lokalen van de diensten de voor kennisneming geviseerde vakbondsberichten uithangen;
(iv) ontvangen en raadplegen van documentatie van algemene aard die verband houdt met het ten aanzien van het personeel dat zij vertegenwoordigen gevoerde beleid.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(b) Bijkomend voor de representatieve vakorganisaties:
(i) innen van de vakbondsbijdragen tijdens de diensturen;
(ii) zich door een afgevaardigde laten vertegenwoordigen in de examencommissie van elk examen of vergelijkend examen voor werving van personeelsleden, alsook in de examencommissie van elk vergelijkend examen, van elk examen of van elke proef georganiseerd voor de personeelsleden die ze vertegenwoordigen;
(iii) beleggen van vakbondsvergaderingen tijdens de diensturen.
1503. Betekening van de beslissing
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het vakbondsverlof of de dienstvrijstelling ter uitoefening van de vakbondsprerogatieven wordt opgetekend in HRM@Defence.
1504. Geldelijke bepalingen
Het vakbondsverlof, de dienstvrijstelling worden bezoldigd.
1505. Administratieve en sociale bepalingen
Het personeelslid blijft in dienstactiviteit gedurende zijn vakbondsverlof of dienstvrijstelling om vakbondsredenen.
1506. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxxxx_xxxxxx
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 16 - Uitzonderlijke verloven
1601. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie.
1602. Algemeen
a. Recht
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Buiten de vakantieverloven hebben de personeelsleden recht op uitzonderlijke verloven die worden toegestaan, om bepaalde prestaties mogelijk te maken. Deze prestaties en de duur van de uitzonderlijke verloven worden hierna bepaald.
b. Splitsing
Het uitzonderlijk verlof kan worden gesplitst.
c. Vakantieverlof
Het uitzonderlijk verlof wordt niet in mindering gebracht van het vakantieverlof behalve indien anders vermeld.
d. Bewijs
Het begunstigde personeelslid legt, in voorkomend geval, het bewijs voor dat hij aan de vermelde voorwaarden voldoet.
1603. Bepalingen
a. Redenen en duur
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Uitzonderlijk verlof in het kader van hulp aan de Natie
Van toepassing op: de statutairen, de stagiairs en de contractuelen, met uitzondering van het veiligheidspersoneel.
Het personeelslid kan een uitzonderlijk verlof bekomen om in vredestijd prestaties te verrichten bij het Korps Civiele Bescherming als vrijwillige dienstnemer.
(2) Uitzonderlijk verlof van maximum 5 werkdagen per jaar Van toepassing op: statutairen, stagiairs en contractuelen:
(a) het vergezellen en bijstaan van zieken, personen met een handicap en maatschappelijk kwetsbare mensen tijdens vakantiereizen en –verblijven, zowel in België als in het buitenland, die worden georganiseerd door een vereniging, een openbare instelling of een privé-instelling, die als opdracht heeft de zorg voor personen met een handicap en zieken op zich te nemen en die hiervoor subsidies van de overheid krijgt.
(b) sporters met een handicap te begeleiden die deelnemen aan de paralympische spelen of de “special olympics”.
De verlofaanvraag moet worden gestaafd met een attest waarbij de vereniging of instelling verklaart dat de vakantiereis of het vakantieverblijf onder haar verantwoordelijkheid staat.
(3) Uitzonderlijk verlof voor het afstaan van beenmerg
Van toepassing op: statutairen, stagiairs en contractuelen.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Het uitzonderlijk verlof van ten hoogste vier werkdagen voor het afstaan van beenmerg neemt een aanvang op de dag waarop de beenmergafstand in de verzorgingsinstelling plaatsvindt.
Dit verlof wordt toegestaan op voorlegging een bewijsstuk.
(4) Uitzonderlijk verlof voor het afstaan van organen of weefsels Van toepassing op: statutairen, stagiairs en contractuelen.
Toegestaan voor de periode die overeenkomt met de duur van de hospitalisatie en van de eventueel vereiste herstelperiode, alsook de duur van de voorafgaande geneeskundige onderzoeken. De verantwoordelijke arts bepaalt de duur van de periodes via een attest.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(5) Xxxxxx om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen
Van toepassing op: statutairen en onderwijzend personeel.
(a) Het personeelslid bekomt een uitzonderlijk verlof om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen van de federale wetgevende kamers, van de gewest- en gemeenschapsraden, van de provincieraden, de gemeenteraden of van de Europese vergaderingen.
(b) Dit verlof wordt toegekend voor de duur van de verkiezingscampagne en heeft een evenredige vermindering van het jaarlijks vakantieverlof tot gevolg.
(6) Verlof om een stage of een proefperiode te volbrengen Van toepassing op: statutairen en onderwijzend personeel.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(a) Uitzonderlijk verlof om een stage of proefperiode in een andere betrekking van een overheidsdienst of van het gesubsidieerd onderwijs te volbrengen wordt toegekend voor de normale duur van de stage of van de proefperiode.
(b) Dit verlof heeft een evenredige vermindering van het jaarlijks vakantieverlof tot gevolg.
☝ Opmerkingen
(i) Voor instellingen waarbij de eis gesteld wordt dagen voorafgaande aan de stage (onderwijs) te presteren kan de notie proeftijd ruim worden geïnterpreteerd en dus zowel de aan de stage voorafgaande dagen dienst als de stage zelf omvatten.
(ii) Het verlof voor stage kan niet toegestaan worden aan een personeelslid voor een stage op deeltijdse basis.
(iii) Het verlof voor stage kan niet worden toegestaan aan een personeelslid om een proeftijd te vervullen als contractueel met een arbeidsovereenkomst.
(7) Verlof om deel uit te maken van de jury van het Hof van Assisen
Van toepassing op: statutairen, stagiairs, contractueel en onderwijzend personeel.
(a) Het uitzonderlijk verlof om deel uit te maken van de jury van het Hof van Assisen wordt toegekend voor de hele duur van de zitting.
(b) Er valt op te merken dat het personeelslid dat opgeroepen wordt om als jurylid (of reserve-lid) van het Hof van Assisen te zetelen, verplicht is hieraan gevolg te geven. In geval van weigering is er in correctionele sancties voorzien.
(8) Uitzonderlijk verlof wegens overmacht
Van toepassing op: statutairen, stagiairs en onderwijzend personeel.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(a) Aan hogervermelde personeelsleden kan uitzonderlijk verlof worden toegestaan wegens overmacht die het gevolg is van de ziekte of van een ongeval overkomen aan de volgende, met het personeelslid onder hetzelfde dak wonende personen:
(i) de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid;
(ii) een bloed- of aanverwant van het personeelslid of zijn echtgeno(o)t(e);
(iii) een persoon opgenomen met het oog op zijn adoptie, met het oog op de uitoefening van een pleegvoogdij of ingevolge een rechterlijke beslissing tot plaatsing in een opvanggezin;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(iv) zijn kind dat bij hem verblijft maar gedomicilieerd is bij de andere ouder van het kind.
(b) De duur van dit verlof is tot vier werkdagen per jaar beperkt. Dit aantal dagen wordt niet evenredig verminderd in geval van deeltijds werk. Dit verlof kan met halve dagen opgenomen worden.
(c) Bij elke aanvraag ter zake moet een medisch getuigschrift worden gevoegd waaruit blijkt dat de aanwezigheid van het personeelslid is vereist en waarin de graad van verwantschap van het personeelslid met de persoon wiens toestand een aanvraag om uitzonderlijk verlof wegens overmacht vanwege het personeelslid rechtvaardigt, wordt vermeld. Bovendien moet in die aanvraag vermeld worden dat de persoon in kwestie wel degelijk onder hetzelfde dak woont.
b. Opmerkingen
Voor de graden van verwantschap wordt verwezen naar Bijl A.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
1604. Aanvraagprocedure
a. Algemeen
Het uitzonderlijk verlof wordt toegekend door HRB-Civ.
b. Uitzondering
(1) Het verlof om deel uit te maken van de jury van het Hof van Assisen wordt toegekend door de autoriteit met de bevoegdheid van eenheidscommandant via HRM@Defence.
(2) De aanvraag voor verlof om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen en de aanvraag voor verlof om een stage of proefperiode te volbrengen worden aangevraagd aan HRB-Civ maar niet via HRM@Defence.
1605. Geldelijke bepalingen
a. Algemeen
Het uitzonderlijk verlof wordt bezoldigd.
b. Uitzondering
(1) Xxxxxx om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen.
(2) Verlof om een stage of proefperiode te volbrengen.
1606. Administratieve en sociale bepalingen
Het uitzonderlijk verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
1607. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1608. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx_xxxxxx
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 17 - Adoptieverlof contractueel personeel
1701. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op het contractueel personeel van Defensie.
Het contractueel personeel heeft de keuze tussen het statutair systeem (Deel II – Hoofdstuk 10) en het systeem van de privésector (Deel II - Hoofdstuk 17).
1702. Algemeen
a. Duur
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het verlof bedraagt zes weken, ongeacht de leeftijd van het minderjarig kind.
b. Meerdere kinderen
De duur van het adoptieverlof wordt met twee weken per adoptieouder verlengd in geval van gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen.
c. Verlenging
Daarnaast wordt dit verlof voor de periode 2019-2027 voor de adoptieouder of voor beide adoptieouders samen als volgt verlengd:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) met 1 week vanaf 1 januari 2019; (2) met 2 weken vanaf 1 januari 2021; (3) met 3 weken vanaf 1 januari 2023; (4) met 4 weken vanaf 1 januari 2025; (5) met 5 weken vanaf 1 januari 2027.
Als er 2 adoptieouders zijn, worden de bijkomende weken onder elkaar verdeeld.
1703. Perioden
a. Begin
Het adoptieverlof moet worden opgenomen binnen de twee maanden na de inschrijving van het kind in de bevolkingsregisters. Behalve voor de internationale adoptie: in dat geval kunnen de ouders 4 weken adoptieverlof nemen vóór de komst van het kind in België.
b. Opsplitsing
Dit verlof kan niet worden opgesplitst.
c. Weigering
De periode aangevraagd door betrokkene kan niet worden geweigerd.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
1704. Aanvraagprocedure
a. Aanvraag
De aanvraag zal de volgende bewijsstukken bevatten:
− Een officieel attest, afgeleverd door de bevoegde centrale autoriteit van de Gemeenschap, waarin de toewijzing van het kind aan het personeelslid wordt bevestigd, om een adoptieverlof te bekomen tot drie weken voor het kind effectief geadopteerd wordt;
− Een attest dat bevestigt dat het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregister van een gemeente ingeschreven is om het resterende adoptieverlof te kunnen opnemen.
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
b. Recht
Het adoptieverlof is een recht dat wordt toegestaan door de secretaris-generaal of de voorzitter van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, in de praktijk is dit door HRB-Civ.
1705. Geldelijke bepalingen
Het adoptieverlof wordt bezoldigd: 3 werkdagen ten laste van de werkgever en de rest ten laste van het ziekenfonds.
1706. Administratieve en sociale bepalingen
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het adoptieverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
De arbeidsregeling van de vierdagenweek wordt ambtshalve opgeschort voor de gehele duur van het adoptieverlof.
1707. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1708. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxx zorg/adoptieverlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 18 - Pleegzorgverlof contractueel personeel
1801. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op het contractueel personeel van Defensie.
Het contractueel personeel heeft de keuze tussen het statutair systeem (Deel II – Hoofdstuk 11) en het systeem van de privésector (Deel II - Hoofdstuk 18).
1802. Algemeen
a. Duur
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Het personeelslid kan 6 dagen pleegzorgverlof bekomen als een minderjarige of een persoon met een handicap in zijn gezin geplaatst wordt door:
(1) een rechtbank;
(2) een door een Gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(3) de diensten van l’Aide à la Jeunesse, door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of door de Jugendhilfedienst.
b. Doel
Het verlof kan genomen worden voor bepaalde verplichtingen, opdrachten en situaties, onder andere voor:
(1) alle soorten van zittingen bij gerechtelijke en administratieve autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin;
(2) contacten van de pleegouder of het pleeggezin met de ouders of met derden die belangrijk zijn voor het pleegkind en de pleeggast;
(3) contacten met de dienst voor pleegzorg.
c. Rechthebbenden
Wanneer het pleeggezin bestaat uit twee werknemers die beiden zijn aangesteld als pleegouder, moeten de 6 dagen onder hen verdeeld worden.
Het betreft een krediet per pleeggezin en niet per werknemer.
1803. Aanvraagprocedure
Om dit verlof aan te vragen, moet het personeelslid eerst de formele aanstellingsbeslissing (afgeleverd door de instellingen bedoeld in Par 1802.a.) indienen die bewijst dat hij pleegouder is.
Het pleegzorgverlof is een recht dat wordt toegestaan door de secretaris-generaal of de voorzitter van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, in de praktijk is dit door HRB-Civ.
1804. Geldelijke bepalingen
De RVA kent een forfaitair bedrag toe per afwezigheidsdag.
De uitkeringen moeten worden aangevraagd door middel van het formulier C61-Pleegzorgen (xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxx/xxxxxxx/xxxxx/xxxxxx/xxxxxxxxxxx/X00Xxxxxxxxxxx/00-00-0000_X00- SoinsAccueil_NL.pdf).
Het correct ingevulde formulier moet ten laatste binnen een termijn van 2 maanden, die ingaat de dag na de dag(en) vermeld op de aanvraag, toekomen op het RVA-kantoor. Die termijn moet voor elke gevraagde dag worden nageleefd.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
1805. Administratieve en sociale bepalingen
Het pleegzorgverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Het pleegzorgverlof wordt verminderd met het aantal werkdagen opvangverlof dat al opgenomen werd in hetzelfde kalenderjaar.
1806. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1807. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxx zorg/pleegzorgverlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
Hoofdstuk 19 - Pleegouderverlof contractueel personeel
1901. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op het contractueel personeel van Defensie.
1902. Algemeen
a. Duur
Elke pleegouder heeft recht op maximum zes weken, ongeacht de leeftijd van het minderjarig kind.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag of dat tenminste 9 punten toegekend worden in de drie pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende kinderbijslag.
b. Verlenging
Daarnaast wordt dit verlof voor de periode 2019-2027 voor de pleegouder of voor beide pleegouders samen als volgt verlengd:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) met 1 week vanaf 1 januari 2019; (2) met 2 weken vanaf 1 januari 2021; (3) met 3 weken vanaf 1 januari 2023; (4) met 4 weken vanaf 1 januari 2025; (5) met 5 weken vanaf 1 januari 2027.
Als er 2 pleegouders zijn, worden de bijkomende weken onder elkaar verdeeld.
c. Doel
Het contractueel personeelslid heeft recht op een pleegouderverlof in het geval van een pleegzorg van lange duur. De pleegzorg van lange duur is een pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens 6 maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde pleegouders zal verblijven.
1903. Perioden
a. Begin
Het pleegouderverlof moet worden opgenomen binnen de twaalf maanden na de opname van het kind in het gezin.
b. Opsplitsing
Dit verlof kan niet worden opgesplitst.
c. Weigering
De periode aangevraagd door betrokkene kan niet worden geweigerd.
1904. Aanvraagprocedure
Het pleegouderverlof is een recht voor iedere werknemer die officieel als pleegouder is aangesteld door:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel II – Verloven
(1) een rechtbank;
(2) een door een Gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(3) de diensten van l’Aide à la Jeunesse, door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of door de Jugendhilfedienst.
Het pleegouderverlof wordt toegestaan door de secretaris-generaal of de voorzitter van de
Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, in de praktijk is dit door HRB-Civ.
1905. Geldelijke bepalingen
Recht op wedde: 3 werkdagen ten laste van de werkgever. Na de eerste drie dagen ten laste van de werkgever, zal de ziekteverzekering tussenkomen. Het bedrag van de uitkering is vastgesteld op 82% van het geplafonneerde loon.
1906. Administratieve en sociale bepalingen
Recht op weddeverhoging: nee. Vermindering op jaarlijks vakantieverlof: ja.
De arbeidsregeling van de vierdagenweek wordt ambtshalve opgeschort voor de gehele duur van het pleegouderverlof.
1907. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
1908. Link FedWeb
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
xxxxx://xxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxxx_xxxxx zorg/pleegouderverlof
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel III – Dienstvrijstellingen
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
DEEL III
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel III – Dienstvrijstellingen
Hoofdstuk 1 - De gewone dienstvrijstelling
101. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie.
102. Algemeen
a. Definitie
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Onder dienstvrijstelling wordt verstaan: de toestemming geven aan een personeelslid om gedurende de diensturen afwezig te zijn voor een bepaalde duur met behoud van al zijn rechten.
b. Bevoegdheid
De dienstvrijstellingen worden, naargelang het geval, toegekend door de MOD, de minister van Ambtenarenzaken of door de militaire en/of burgerlijke overheden tot en met het echelon eenheidscommandant aan één, meerdere of al de personeelsleden onder hun bevoegdheid en bijgehouden in HRM@Defence.
(1) De autoriteit met de bevoegdheid van eenheidscommandant en/of burgerlijke overheid mag een individuele dienstvrijstelling van maximum één halve dag per activiteit toestaan met een totaal van maximum drie halve dagen per jaar per individu:
(a) wegens uitzonderlijke omstandigheden;
(b) niet voorzien in de DGHR-REG-TRAVARB-002.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(2) De korpscommandant mag een individuele dienstvrijstelling van maximum drie dagen per activiteit toestaan met een totaal van maximum vijf dagen per jaar per individu. Individuele dienstvrijstellingen die deze limieten overschrijden, kunnen slechts toegestaan worden na goedkeuring van het onmiddellijk hoger echelon:
(a) wegens uitzonderlijke omstandigheden;
(b) niet vastgelegd in de DGHR-REG-TRAVARB-001.
(3) Individuele dienstvrijstellingen die in het kader van prestaties voor derden worden toegekend, dienen goedgekeurd te worden door CHOD.
(4) Een militaire en/of burgerlijke overheid kan een dienstvrijstelling van zijn volledige eenheid/instelling slechts toekennen na goedkeuring van zijn onmiddellijk hoger echelon.
(5) Alle collectieve dienstvrijstellingen, zoals de dag voor een feestdag bij Defensie (bv. Kerstmis, Pasen, enz.), verlengde weekends of andere vakantieperiodes, zijn een unieke bevoegdheid van de DirGen HR.
c. Toekenning
Er zijn geen algemene richtlijnen die bepalen wanneer al dan niet individuele dienstvrijstellingen kunnen worden verleend. Het behoort tot de bevoegdheid van de betrokken overheid om te bepalen voor welke gebeurtenissen (plots en onaangekondigd) en in welke mate zij een individuele dienstvrijstelling toekent. Zo geven bijvoorbeeld de volgende gebeurtenissen aanleiding tot het soepel verlenen van een individuele dienstontheffing:
(1) Een opvorderende actie die het vrij verkeer van personen stoort (staking van het openbaar vervoer, wegversperringen, manifestaties en dergelijke), indien hierdoor het personeelslid in de onmogelijkheid verkeert om zijn dienst te vervoegen;
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel III – Dienstvrijstellingen
(a) Een aangekondigde opvorderende actie:
Behalve uitzonderlijke omstandigheden, zal de afwezigheid niet gerechtvaardigd zijn door overmacht en zal er géén dienstvrijstelling worden toegestaan. Het personeel mag evenwel (eventueel a posteriori) verlof of een compensatie in tijd aanvragen en bekomen.
(b) Een onaangekondigde opvorderende actie1:
Voor zover er geen enkele mogelijkheid bestaat om de dienst te vervoegen, zal de afwezigheid gerechtvaardigd worden door overmacht en een dienstvrijstelling zal worden toegestaan.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
☝ Opmerking
Bij een onaangekondigde opvorderende actie van het openbaar vervoer dient het personeelslid een bewijs af te leveren bij de autoriteit met de bevoegdheid van eenheidscommandant.
(2) Uitzonderlijke weersomstandigheden (bij wijze van voorbeeld: overstromingen, enz.), indien hierdoor het personeelslid ofwel persoonlijk getroffen is ofwel in de onmogelijkheid verkeert om zijn dienst te vervoegen.
d. Algemeen principe
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De personeelsleden die tijdens een dienstvrijstelling, wegens de aard van hun opdracht, dienen aanwezig te zijn in het kwartier, bekomen een compenserende periode van dienstvrijstelling. De duur hiervan is gelijk aan deze van de initiële dienstvrijstelling. Deze compenserende dienstvrijstelling kan achteraf op een meer geschikt ogenblik worden genomen onder dezelfde voorwaarden als de compensatie in tijd.
e. Uitzonderingen
Een gewone dienstvrijstelling geeft geen aanleiding tot een compenserende periode van dienstvrijstelling, indien het personeelslid afwezig is:
(1) wegens verlof of compensatie in tijd;
(2) wegens ziekte;
(3) in het kader van de arbeidstijdregeling:
(4) in het kader van de vierdagenweek met of zonder premie, de halftijds vervroegde uittreding of het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar;
behalve indien anders vermeld door de MOD, de minister van Ambtenarenzaken of de Dir Gen HR.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
103. Kennisgeving
a. Verspreiding van de beslissing
De militaire en/of burgerlijke overheid die een dienstvrijstelling toekent, is verantwoordelijk voor de verspreiding van de beslissing.
b. Uitzondering
Een dienstvrijstelling toegekend door de MOD, de minister van Ambtenarenzaken of door de CHOD, wordt door de Dir Gen HR meegedeeld.
1 Onder onaangekondigd wordt verstaan: acties die niet werden aangekondigd tot maximum 24 hr voor de uitvoering van deze actie.
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel III – Dienstvrijstellingen
104. Onderbreken van de dienstvrijstelling
Een dienstvrijstelling kan niet worden onderbroken door afwezigheden wegens ziekte.
105. Geldelijke bepalingen
Een dienstvrijstelling wordt bezoldigd.
106. Administratieve en sociale bepalingen
De compenserende periode van dienstvrijstelling, waarvan sprake in Par. 102.d., wordt opgetekend op de compensatiefiche.
De dienstvrijstelling wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
107. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel III – Dienstvrijstellingen
Hoofdstuk 2 - De dienstontheffing van het departement
201. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie.
202. Algemeen
a. Definitie
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Onder dienstontheffing wordt verstaan: de toestemming geven aan een personeelslid om gedurende de diensturen afwezig te zijn voor een bepaalde duur met behoud van al zijn rechten.
b. Dienstontheffing van het departement
Buiten de vakantieverloven hebben de personeelsleden recht op DRIE dagen dienstontheffing van het departement die werden toegestaan door de MOD na het sectoraal akkoord van 16 juli 2004.
c. Onvolledig jaar in dienst
Het aantal dagen dienstontheffing van het departement wordt niet verminderd indien het personeelslid slechts een onvolledig jaar in dienst is.
d. Opsplitsing
Een dag dienstontheffing van het departement kan worden opgesplitst in twee halve dagen.
e. Vereisten van de dienst
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De dienstontheffingen van het departement worden toegekend met inachtneming van de wensen van het desbetreffende personeel, voor zover de vereisten van de dienst dit mogelijk maken.
f. Overheveling naar het volgend jaar
Het overschot van de niet bekomen dienstontheffingen van het departement (zowel de dagen als de uren) op het einde van het jaar kan zonder voorwaarden tot 30 april van het volgend jaar genomen worden.
g. Omzetting in uren
De dagen dienstontheffingen van het departement kunnen, enkel op vraag van betrokkene, worden omgezet in uren (Bijl C - 3/3). De volgende basisprincipes zijn van toepassing:
(1) De bevoegde autoriteit voor de omzetting van het krediet is:
(a) De korpscommandant voor de korpsadjudant;
(b) De eenheidscommandant voor de andere personeelsleden.
(2) De omzetting gebeurt per volle dag, wordt voor 7.36 u. aangerekend en wordt opgenomen in HRM@Defence.
(3) De omzetting mag nooit leiden tot de toekenning van een toelage. Daarom zal een omzetting enkel toegestaan worden op voorwaarde dat het resterende saldo gewone compensatie in tijd minder is dan 15 uren.
203. Onderbreken van de dienstontheffing
Een dienstontheffing van het departement kan niet worden onderbroken door een periode van afwezigheid wegens ziekte, behalve in geval van hospitalisatie in een ziekenhuis of een rust- en verzorgingstehuis.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel III – Dienstvrijstellingen
204. Aanvraagprocedure
De dienstontheffing van het departement (zowel de dagen als de uren) wordt aangevraagd door betrokkene aan de Dept Mgr.
205. Geldelijke bepalingen
De dienstontheffing van het departement wordt bezoldigd.
206. Administratieve en sociale bepalingen
De dienstontheffing van het departement wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
207. Uitoefening van een bijkomende beroepsactiviteit
Toegelaten.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Zie Deel II, Hoofdstuk 1, Par. 108
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel III – Dienstvrijstellingen
Hoofdstuk 3 - Bijzondere dienstvrijstelling
301. Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op al het personeel van Defensie.
302. Algemeen
a. Recht
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
Buiten de vakantieverloven hebben de personeelsleden recht op bijzondere dienstvrijstellingen die worden toegestaan om bepaalde prestaties mogelijk te maken of te belonen. Deze prestaties en de duur van de dienstvrijstellingen worden hierna bepaald.
b. Bevoegdheid
De autoriteit met de bevoegdheid van eenheids- en/of korpscommandant staat de bijzondere dienstvrijstellingen toe.
c. Opsplitsing
De bijzondere dienstvrijstelling kan worden gesplitst.
d. Vakantieverlof
De bijzondere dienstvrijstellingen worden niet in mindering gebracht van het vakantieverlof.
e. Bewijsstuk
Het begunstigde personeelslid legt, in voorkomend geval, het bewijs voor dat hij aan de voorwaarden voldoet.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
303. Reden en duur
a. Dienstvrijstelling voor de bloedgever
Alvorens zich aan te bieden bij het Rode Kruis of bij alle andere, door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) erkende, bloedtransfusiecentra (zie xxx.xxxx.xx), om bloed, bloedplaatjes of bloedplasma te geven, dient de bloedgever ten laatste één werkdag voor de gewenste dag van afname van bloed, bloedplaatjes of bloedplasma zijn eenheids-/korpscommandant hiervan op de hoogte te brengen.
Het personeelslid kiest deze dag van afname van bloed, bloedplaatjes of bloedplasma op een dag dat de vereisten van de dienst, dit toelaten. De eenheids-/korpscommandant kan de gewenste dag van afname weigeren.
(1) Het personeel kan giften bij het Rode Kruis of andere erkend bloedtransfusiecentra cumuleren met in totaal een maximum van 6 giften per jaar.
(2) Bepalingen enkel toepasselijk bij bloedgeven bij het Rode Kruis
(a) Voor het geven van bloed, bloedplaatjes of bloedplasma is het aantal dagen dienstontheffing beperkt tot 6 dagen per jaar: 6 x 1 dag dienstontheffing tot 24 hr 00 de dag van de afname
(b) Procedure
De dag dat de bloedgever zich aanbiedt voor de bloed-, bloedplaatjes- of bloedplasmagift is de bloedgever niet onderworpen aan dienstprestaties. De bloedgever geniet van een dienstontheffing tot het einde van de dag om 24 hr 00.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel III – Dienstvrijstellingen
(3) Bepalingen enkel toepasselijk bij bloedgeven bij andere erkende bloedtransfusiecentra
Voor het geven van bloed, bloedplaatjes of bloedplasma is de dienstvrijstelling beperkt tot enkel de nodige duur voor de gift, plus een maximale verplaatsingsduur van twee uur.
b. Dienstvrijstelling ten gevolge van een transformatie
Als begeleidingsmaatregel wordt er aan het personeel dat rechtstreeks betrokken is bij de “Strategische Visie 2030” en het oude “transformatieplan 2010 - 2020”, de volgende dienstvrijstelling toegekend:
(1) Zes werkdagen dienstvrijstelling indien:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(a) en de nieuwe gewone plaats van het werk op meer dan 10 kilometer verwijderd ligt van de vorige gewone plaats van het werk;
(b) en de nieuwe gewone plaats van het werk op meer dan 30 kilometer van de woonplaats verwijderd ligt.
(2) Twaalf werkdagen dienstvrijstelling indien:
(a) en de nieuwe gewone plaats van het werk meer dan 30 kilometer verwijderd ligt van de vorige gewone plaats van het werk;
(b) en de nieuwe gewone plaats van het werk meer dan 80 kilometer verwijderd ligt van de woonplaats.
(3) Enkel op vraag van betrokkene, kunnen de dagen worden omgezet in uren (Bijl C - 3/3). De volgende basisprincipes zijn van toepassing:
(a) De bevoegde autoriteit voor de omzetting van het krediet is:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(i) de korpscommandant voor de korpsadjudant;
(ii) de eenheidscommandant voor de andere personeelsleden.
(b) De omzetting gebeurt per volle dag, en zal voor 7.36 u. worden aangerekend.
(c) De omzetting mag nooit leiden tot de toekenning van een toelage.
(4) Zowel de dagen als de uren zijn op te nemen, gespreid of in blok, binnen de drie maanden voor tot twaalf maanden na datum van mutatie.
☝ Opmerking
Indien de berichtgeving van de mutatie wordt verspreid minder dan drie maanden voor de effectieve mutatiedatum of wordt verspreid na de effectieve mutatiedatum, zal de totale periode van vijftien maanden waarbinnen de opname dient te gebeuren starten vanaf de datum van de berichtgeving.
c. Dienstvrijstelling bij ziekte
Het personeel dat in de loop van de dag ziek wordt en van zijn eenheids-/korpscommandant de toelating krijgt het werk te verlaten om zich naar huis te begeven of medische zorgen te ontvangen, wordt gedekt door een dienstvrijstelling.
(1) Indien de afwezigheid niet meer bedraagt dan die ene dag is er geen medisch getuigschrift vereist. Die dag moet niet als ziekteverlof worden aangerekend.
(2) Indien de afwezigheid verschillende dagen duurt is een getuigschrift noodzakelijk. Dit getuigschrift moet niet noodzakelijk slaan op de dag waarop de afwezigheid aanving en die dag hoeft ook niet als ziekteverlof te worden verrekend.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
De arbeidstijdregelingen, de verloven, de dienstvrijstellingen, de afwezigheid van lange duur en de loopbaanonderbrekingen voor het burgerpersoneel
DGHR-REG-TRAVARB-002 Ed 002 / Rev 003 - 13 Jul 00
Xxx 00 / 000
Deel III – Dienstvrijstellingen
d. Dienstvrijstelling voor opleidingsactiviteiten1
(1) Een dienstvrijstelling wordt toegekend door HRB-Civ om opleidingsactiviteiten buiten de federale overheid bij te wonen.
(2) De dienstvrijstelling kan maximum 120 uren per jaar bedragen. De dienstvrijstelling kan volledig of gedeeltelijk worden geweigerd om dienstredenen of wanneer de opleiding niet overeenstemt met de gewenste ontwikkeling voor het personeelslid.
e. Dienstvrijstelling voor de deelname aan testen2
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(1) Het personeel, behalve het veiligheidspersoneel, bekomt een dienstvrijstelling voor de nodige tijd voor deelname aan een door het SELOR (Selectiebureau van de Federale Overheid) georganiseerde test in het kader van:
(a) de taalexamens;
(b) de vergelijkende selecties voor de statutaire aanwerving binnen het federaal administratief openbaar ambt;
(c) de selecties voor de overgang naar een hoger niveau.
(2) Het personeelslid kan een compenserende dienstvrijstelling krijgen die kan opgenomen worden onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof3 wanneer de test doorgaat op een niet-werkdag of wanneer het personeelslid afwezig is op het tijdstip van de test omdat hij geniet van:
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
(a) een vrije dag volgens zijn werkkalender in het kader van de deeltijdse loopbaanonderbreking, de vierdagenweek, de halftijdse vervroegde uittreding, het halftijds werken, de verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden of de verminderde prestaties wegens medische redenen;
(b) een verlof om dwingende redenen van familiaal belang.
f. Het personeel bekomt ook een dienstvrijstelling in volgende gevallen (niet limitatieve lijst):
(1) om een personeelslid of zijn eigen zaak voor de Departementale Raad van Beroep te verdedigen;
(2) om een geneeskundig onderzoek te ondergaan, hetzij bij MEDEX, hetzij in een militaire verplegingsinrichting;
(3) om een geneesheer-specialist of een tandarts te raadplegen of door deze te worden verzorgd, wanneer zulks buiten de diensturen onmogelijk is;
(4) om door de Directieraad of door de Raad van State te worden gehoord;
(5) om een opleiding te volgen (georganiseerd in of buiten het departement) voorgesteld door HRB-Civ of het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid (OFO). HRB-Civ of het OFO moet uitdrukkelijk een of meer personeelsleden hebben uitgenodigd tot het volgen van die opleiding. In het kader van een opleiding via e-learning bij het OFO, wordt de duur van de dienstvrijstelling vastgelegd in een “zelfstudie overeenkomst” (Bijl Q) tussen de
1 KB van 19 november 1998, Art 70
2 KB van 19 november 1998, Art 71
3. De bevoegde autoriteit is de Dept Mgr.
NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL
e-Dir / HR