Inwoner inwoner met een woonplaats in Gemeente en die ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen (BRP).
Inwoner een ingezetene van de Gemeente. Een ingezetene is iemand die zijn hoofdverblijf heeft in de Gemeente. Aansluiting wordt gezocht bij het woonplaatsbegrip als bedoeld in artikel 40 eerste lid van de Participatiewet. Waar iemand zijn hoofdverblijf heeft en dus ingezetene is, hangt af van concrete feiten en omstandigheden;
Inwoner een inwoner van Gemeente, geregistreerd in de Basisregistratie Personen (BRP), die een Besluit heeft ontvangen.
Examples of Inwoner in a sentence
Er wordt domein overstijgend geopereerd (efficiënt en effectief / “één gezin, één plan”) door Gemeente waardoor enerzijds de (kwaliteit van de) dienstverle- ning aan de Inwoner wordt verbeterd en anderzijds voor de Gemeente een kostenbespa- ring optreedt; - de relatie met de Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet wordt gelegd waaron- der begrepen, indien nodig, afspraken omtrent samenhangende inzet en ontschotting in de financiering.
More Definitions of Inwoner
Inwoner een burger met als woonplaats de gemeenten Houten, Lopik, Nieuwegein, Vianen of IJsselstein, waarbij woonplaats wordt gedefinieerd zoals in de Wmo.
Inwoner inwoner met een woonplaats in één van de Deelnemende gemeenten, die geregistreerd staat in de Basisregistratie Personen (Brp).
Inwoner. Een Inwoner (jeugdige of ouder) met een woonplaats in de Gemeente die ingeschreven staat in het Gemeenteregister Personen. Voor wat betreft diensten die vallen onder de Jeugdwet wordt woonplaats gedefinieerd zoals in de Jeugdwet.
Inwoner een ingezetene van Nederland;
Inwoner een natuurlijk persoon woonachtig in de betreffende gemeente;
Inwoner een Jeugdige of Ouder die ingezetene is van Gemeente, waarbij woonplaats wordt gedefinieerd zoals in artikel 1.1 Jeugdwet.
Inwoner. Persoon/jeugdige die ondersteuning/hulp nodig heeft dat valt binnen de kaders van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet;