Contract
Mémorandum d’accord concernant le suivi des incidents liés aux produits phytopharmaceutiques et produits exerçant une action phytopharmaceutique | Memorandum van overeenstemming inzake de opvolging van incidenten gelinkt aan gewasbeschermingsmiddelen en producten met een gewasbeschermende werking |
Entre, | Tussen, |
L'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne Alimentaire, ci-après dénommée « AFSCA », ayant son siège Xxxxxxxxx xx Xxxxxx xxxxxxxxx 00, x 0000 Xxxxxxxxx, et représentée par Monsieur Xxxxxx XXXXXXX, en sa fonction d'Administrateur délégué; | Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, hierna “FAVV” genoemd, met zetel in de Xxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx en vertegenwoordigd door xx xxxx Xxxxxx XXXXXXX, in zijn hoedanigheid van gedelegeerd bestuurder; |
L’Association de l’industrie de la protection des plantes, ci-après dénommée « BELPLANT », ayant son siège Xxxxxxxxx Xxxxxx 00, x 0000 Xxxxxxxxx et représenté par Monsieur Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx, en sa fonction de président, représentante de ses membres pour ce qui concerne les produits phytopharmaceutiques à usage professionnel ; | De Vereniging van de industrie van plantenbescherming, hierna "BELPLANT" genoemd, met zetel in de Xxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx en vertegenwoordigd door de heer Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter, vertegenwoordiger voor haar leden voor wat betreft gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik; |
Les détenteurs de permis de commerce parallèle des produits phytopharmaceutiques à usage professionnel ; - PHYBELCO SRL, ayant son siège Route de Louvain-la-Neuve 10/3, à 5001 Namur et représenté par Monsieur Xxxxxx Xxxxxx ; - PHYTOSYSTEM BV, ayant son siège Xxxxxxxxxxx 00, x 0000 Xxxxxxxx et représenté par Monsieur Xxxxxxx Xxxxxx ; | De vergunningshouders voor de parallelhandel van gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik; - PHYBELCO SRL, met zetel in Route de Louvain- la-Neuve 10/3 te 5001 Namen, en vertegenwoordigd door de heer Xxxxxx Xxxxxx; - PHYTOSYSTEM BV, met zetel in Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx, en vertegenwoordigd door de heer Xxxxxxx Xxxxxx; |
L’Association belge des distributeurs de produits de protection des plantes, ci-après dénommée « PHYTODIS », ayant son siège Xxxxxxxxxxxxxxx 00, x 0000 Xxxxxxxx- Xxxxxxxx et représenté par Monsieur Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx, en sa fonction de Secrétaire général, représentante des distributeurs de produits phytopharmaceutiques en Belgique ; | De Belgische Vereniging van Verdelers van plantenbeschermingsmiddelen, hierna "PHYTODIS" genoemd, met zetel in Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx-Xxxxxxxx en vertegenwoordigd door de heer Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx, in zijn hoedanigheid van Secretaris generaal, vertegenwoordiger van de verdelers van gewasbeschermingsmiddelen in België; |
Les utilisateurs de produits phytopharmaceutiques représentés par: - Le Boerenbond vzw, ayant son siège Diestsevest 40, à 3000 Louvain et représenté par Monsieur Xxxx Xxxxxxxx, en sa fonction de président ; - La Fédération Wallonne de l'Agriculture (FWA), ayant son siège Xxxxxxxx xx Xxxxx 00, x 0000 Xxxxxxxx et représenté par Madame Xxxxxxxx Xxxxxx, en sa fonction de présidente ; | De gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen, vertegenwoordigd door: - De Boerenbond vzw, met zetel in Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxx en vertegenwoordigd door de heer Xxxx Xxxxxxxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter; - De Fédération Wallonne de l'Agriculture (FWA), met zetel in Xxxxxxxx xx Xxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxxx en vertegenwoordigd door mevrouw |
- Het Algemeen Boerensyndicaat vzw (ABS vzw), ayant son siège Xxxxxxxxxxxx 00, x 0000 Xxxxxxx-Xxxxxxxxx et représenté par Monsieur Xxxxxxx Xxxxxxxx, en sa fonction de président; - Het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT vzw), ayant son siège Tiensevest 136, à 3000 Louvain et représenté par Monsieur Xxx Xxxxxxxxxx, en sa fonction de Secrétaire général. | Xxxxxxxx Xxxxxx, in haar hoedanigheid van voorzitster; - Het Algemeen Boerensyndicaat vzw (ABS vzw), met zetel in Xxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx- Xxxxxxxxx en vertegenwoordigd door de heer Xxxxxxx Xxxxxxxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter; - Het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT vzw), met zetel in Xxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxx en vertegenwoordigd door xx xxxx Xxx Xxxxxxxxxx, in zijn hoedanigheid van Algemeen Secretaris. |
Vu la loi du 4 février 2000 relative à la création de l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire ; | Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; |
Vu la loi du 21 décembre 1998 relative aux normes de produits ayant pour but la promotion de modes de production et de consommation durables et la protection de l'environnement, de la santé et des travailleurs ; | Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers; |
Vu l’Arrêté Royal du 14 novembre 2003 relatif à l’autocontrôle , à la notification obligatoire et à la traçabilité dans la chaine alimentaire ; | Gelet op de Koninklijk Besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen; |
Vu le Règlement (CE) N°1107/2009 du Parlement européen et du Conseil du 21 octobre 2009 concernant la mise sur le marché des produits phytopharmaceutiques ; | Gelet op de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen; |
Vu le Règlement (UE) 2017/625 du Parlement européen et du Conseil du 15 mars 2017 concernant les contrôles officiels et les autres activités officielles servant à assurer le respect de la législation alimentaire et de la législation relative aux aliments pour animaux ainsi que des règles relatives à la santé et au bien-être des animaux, à la santé des végétaux et aux produits phytopharmaceutiques. | Gelet op Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantengezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen. |
Considérant que: | Overwegende dat: |
1. Les produits phytopharmaceutiques (PPP) qui sont placés sur le marché belge doivent respecter les exigences fixées dans leur autorisation ou permis de commerce parallèle quant à leur composition et leur qualité. | 1. Gewasbeschermingsmiddelen (GBM) die in België op de markt worden gebracht, moeten wat hun samenstelling en kwaliteit betreft, voldoen aan de eisen die bij de toelating of vergunning voor parallelhandel ervan zijn vastgesteld. |
2. L’utilisation d’un PPP qui ne satisfait pas aux conditions de son autorisation (e.a. teneur en substance active excessive, contamination par | 2. Het gebruik van een GBM dat niet aan zijn toelatings- of vergunningsvoorwaarden voldoet (o.a. te hoog gehalte werkzame stof, |
une autre substance active, présence d’une impureté pertinente en teneur excessive) peut avoir un impact sur la santé des utilisateurs ainsi que sur la sécurité alimentaire, ce qui peut nécessiter l’adoption de mesures (retrait et rappel de PPP, blocage préventif de cultures traitées dans l’attente d’analyse, retrait et rappel de denrées). | besmetting door een andere werkzame stof, aanwezigheid van een relevante onzuiverheid in een te hoog gehalte) kan een impact hebben op de gezondheid van de gebruikers en op de voedselveiligheid, waarbij het aannemen van maatregelen nodig kan zijn (uitdehandelname en terugroeping van GBM, preventieve blokkering van behandelde gewassen in afwachting van analyse, uitdehandelname en terugroeping van levensmiddelen). |
3. Afin de réduire le risque de présence de PPP non-conformes (y compris PPP frauduleux) sur le marché, permettre une réaction rapide en cas d’incident et minimiser les conséquences pour les utilisateurs de PPP, un accord entre l’AFSCA, les détenteurs d’autorisation, les détenteurs de permis de commerce parallèle, les distributeurs et les utilisateurs de PPP est nécessaire. | 3. Om het risico op aanwezigheid van niet- conforme GBM (inclusief frauduleuze GBM) in de handel te beperken, snel te kunnen reageren in geval van een incident en de gevolgen voor de gebruikers van de GBM tot een minimum te beperken, is een akkoord tussen het FAVV, de houders van toelatingen, de vergunningshouders voor parallelhandel, de verdelers en de gebruikers van GBM noodzakelijk. |
4. Les détenteurs d’autorisation, les détenteurs de permis de commerce parallèle et les distributeurs de PPP sont responsables des produits qu’ils mettent sur le marché et doivent s’assurer que ceux-ci respectent les exigences de leur autorisation ou permis. Dans ce cadre, ils sont tenus d'établir, de mettre en œuvre et de maintenir un système d'autocontrôle couvrant la sécurité des produits qu’ils commercialisent. Les informations utiles concernant l’autocontrôle dans le secteur des produits phytopharmaceutiques se retrouvent dans les guides d’autocontrôle sectoriels G-0101 et G- 0382. | 4. De houders van een toelating, de houders van een vergunning voor parallelhandel en de verdelers van GBM zijn verantwoordelijk voor de producten die zij op de markt brengen en moeten zich ervan vergewissen dat deze voldoen aan de eisen van hun toelating of vergunning. In dat verband zijn zij verplicht een autocontrolesysteem in te voeren, toe te passen en te handhaven met betrekking tot de veiligheid van de producten die zij in de handel brengen. Nuttige informatie over autocontrole in de gewasbeschermingsmiddelensector is te vinden in de sectorale gidsen voor autocontrole G-0103 en G-0384. |
5. L’AFSCA met en place un programme de contrôle officiel des PPP sur le marché belge basé sur les risques conformément à l’article 24 du Règlement 2017/6255. | 5. Het FAVV zet een officieel risicogebaseerd controleprogramma op voor GBM op de Belgische markt, in overeenstemming met artikel 24 van Verordening 2017/6256. |
1 G-010 : Guide autocontrôle dans le secteur de la production et de la distribution des produits phytopharmaceutiques (xxxxx://XXXXXXXX.xx/xx/xxx/xxxxx-xxxxxxxxxxxx)
2 G-038 : Guide d’autocontrôle pour le négoce de céréales et d’agrofournitures
3 G-010: Autocontrolegids in de sector van de productie en de distributie van gewasbeschermingsmiddelen ((xxxxx://XXXXXXXX.xx/xx/xxx/xxxxxxxxxxxxxxxx)
4 G-038: Autocontrolegids voor de handel in granen en agro-toelevering
5 Règlement (UE) 2017/625 du Parlement européen et du Conseil du 15 mars 2017 concernant les contrôles officiels et les autres activités officielles servant à assurer le respect de la législation alimentaire et de la législation relative aux aliments pour animaux ainsi que des règles relatives à la santé et au bien-être des animaux, à la santé des végétaux et aux produits phytopharmaceutiques
6 Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen.
6. L’AFSCA prélève les échantillons de produits à contrôler conformément au Règlement 2017/625 et à l’AR du 20 septembre 20127 de préférence en amont de la chaîne de distribution (chez le détenteur d’autorisation, le détenteur du permis de commerce parallèle ou le premier importateur-distributeur). Un rapport d’échantillonnage est rédigé et remis à l’exploitant chez qui le produit a été prélevé. Ce dernier est informé des résultats d’analyse via l’application Foodweb8. | 6. Het FAVV neemt monsters van de te controleren producten overeenkomstig Verordening 2017/625 en het KB van 20 september 20129, bij voorkeur vóór de distributieketen (bij de toelatingshouder, de vergunningshouder voor parallelhandel of de eerst invoerder-handelaar). Er wordt een monsternemingsverslag opgesteld dat wordt overhandigd aan de operator bij wie het monster is genomen. Laatstgenoemde wordt op de hoogte gebracht van de analyseresultaten via de applicatie Foodweb10. |
7. La responsabilité première des PPP se situe au niveau du détenteur d’autorisation ou du détenteur de permis de commerce parallèle. Lorsque le détenteur ne dispose pas d’unité d’établissement en Belgique, l’importateur des PPP en Belgique en assume la responsabilité première. | 7. De primaire verantwoordelijkheid voor de GBM ligt bij de houder van de toelating of de houder van de vergunning voor parallelhandel. Wanneer de houder niet over een vestigingseenheid in België beschikt, is de invoerder van de GBM in België de eerste verantwoordelijke. |
8. Lors de la mise en évidence d’un lot de PPP non- conforme, l’AFSCA prend des mesures sur le lieu où a été effectué l’échantillonnage. Sans préjudice des étapes prévues à l’article 35.1 à 35.3 du Règlement (UE) 2017/625, l'AFSCA peut prendre immédiatement les mesures nécessaires comme prévu à l'article 35.4 du Règlement (UE) 2017/625 afin de protéger la santé ou la sécurité alimentaire | 8. Wanneer een niet-conforme partij GBM wordt aangetroffen, neemt het FAVV maatregelen op de plaats waar de bemonstering is uitgevoerd. Ongeacht de stappen voorzien in artikel 35.1 tot 35.3 van de Verordening (EU) 2017/625 kan het FAVV onmiddellijk noodzakelijke maatregelen nemen zoals voorzien in artikel 35.4 van Verordening (EU) 2017/625 ter bescherming van de gezondheid of de voedselveiligheid |
9. L’étendue des mesures11 prises vis-à-vis des PPP non-conformes est fonction du risque représenté pour la santé et la sécurité de la chaîne alimentaire. | 9. De omvang van de getroffen maatregelen12 ten aanzien van niet-conforme GBM hangt af van het risico voor de gezondheid en de veiligheid van de voedselketen. |
10. Chaque emballage de PPP (sur le bidon même ou sur l’étiquette) doit être muni du numéro de lot et de la date de fabrication. La traçabilité des PPP dans le secteur de la distribution ne se fait actuellement pas toujours par la combinaison du numéro d’autorisation et du numéro de lot mais par numéro d’autorisation du produit (traçabilité réaliste telle que décrite dans les guides d’autocontrôle G-010 et G-038). A défaut | 10. Op elke verpakking van GBM (op de bus zelf of op het etiket) moeten het partijnummer en de productiedatum worden aangebracht. De traceerbaarheid van de GBM in de distributiesector geschiedt momenteel niet steeds aan de hand van het toelatingsnummer in combinatie met het partijnummer, maar via het toelatingsnummer van het product (realistische tracering zoals beschreven in de |
7 Arrêté royal du 20 septembre 2012 relatif au prélèvement et à l’analyse d’échantillons, visés à l’article 3,§5 de l’AR du 22 février 2001 organisant les contrôles effectués par l’AFSCA et modifiant diverses dispositions légales. 8 xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/Xxxxxxxx/Xxxxxx/XxxxxxXxxxxxxx.xxxx?xxxxxxxxxxx
9 Koninklijk besluit van 20 september 2012 betreffende de monsternemingen en de analyse ervan, bedoeld in artikel 3,§5 van het KB van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het FAVV en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.
10 xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/Xxxxxxxx/Xxxxxx/XxxxxxXxxxxxxx.xxxx?xxxxxxxxxxx
11 xxxxx://xxx.xxxx-xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxx/
12 xxxxx://xxx.xxxx-xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/
d’un enregistrement du numéro de lot des PPP tout au long de la chaîne de distribution, un rappel plus large que le lot de produit non- conforme peut être nécessaire en cas d’incident. La traçabilité par numéro de lot jusqu’aux utilisateurs faciliterait la traçabilité en cas d'incident en limitant les mesures aux utilisateurs ayant acheté le lot de PPP non- conforme. | autocontrolegidsen G-010 en G-038). Wanneer het partijnummer van de GBM ontbreekt in heel de distributieketen, kan het in geval van een incident nodig zijn een bredere partij producten terug te roepen dan de niet- conforme partij. De traceerbaarheid door middel van het partijnummer tot de gebruikers zou in geval van een incident de traceerbaarheid vergemakkelijken doordat de maatregelen beperkt zouden blijven tot de afnemers van de niet-conforme partij GBM. |
11. L’article 67 du RGT (CE) N°1107/2009 impose aux utilisateurs professionnels de PPP la tenue d’un registre d’utilisation des PPP qui reprend les informations suivantes : nom commercial du produit, date d’application, parcelle, culture traitée et dose. L’enregistrement du numéro de lot des PPP utilisés n’est pas obligatoire mais permettrait de faciliter la traçabilité en cas d’incident en limitant les mesures aux seules parcelles et produits traités avec des PPP non- conformes. | 11. Artikel 67 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 verplicht de professionele gebruikers van GBM tot het bijhouden van een gebruiksregister van de GBM dat volgende informatie bevat: handelsnaam van het product, datum van toepassing, perceel, behandeld gewas en dosis. De registratie van het partijnummer van de gebruikte GBM is niet verplicht, maar zou in geval van een incident de traceerbaarheid vergemakkelijken doordat de maatregelen beperkt zouden blijven tot de locaties en producten die met niet-conforme GBM zijn behandeld. |
12. Tout opérateur doit, conformément à la législation13, informer immédiatement l’AFSCA lorsqu’il considère ou a des raisons de penser qu’un PPP qu’il a importé, produit, transformé, fabriqué, distribué ou mis sur le marché peut être préjudiciable à la santé des hommes, des plantes ou des animaux. | 12. Overeenkomstig de wetgeving14 moet iedere operator het FAVV onmiddellijk in kennis stellen als hij oordeelt of redenen heeft om aan te nemen dat een GBM dat hij heeft ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd, verdeeld of in de handel gebracht schadelijk kan zijn voor de gezondheid van mens, plant of dier. |
13. La nécessité d’une notification se base sur une évaluation des risques préalable. Si l’exploitant n’est pas en mesure de faire son évaluation des risques, il est tenu de notifier à l’AFSCA conformément aux prescriptions reprises à l’annexe V du document Notification obligatoire & limites de notification – lignes directrices dans le cadre de l’AM du 22 janvier 200415. | 13. De noodzaak tot kennisgeving is gebaseerd op een voorafgaande risicobeoordeling. Als de exploitant niet in staat is zijn risicobeoordeling uit te voeren, moet hij dit melden aan het FAVV overeenkomstig de voorschriften van bijlage V van het document Meldingsplicht en meldingslimieten - richtsnoeren in het kader van het MB van 22 januari 200416. |
14. L’article 2, point 1 du Règlement (CE) N°1107/2009 établit quels produits sont dénommés « produits phytopharmaceutiques » | 14. In artikel 2, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt bepaald welke producten “gewasbeschermingsmiddelen” in de zin van |
13 Article 8 de l’AR du 14 novembre 2003 relatif à l’autocontrôle, à la notification obligatoire et à la traçabilité dans la chaîne alimentaire et AM du 22 janvier 2004 relatif aux modalités de notification obligatoire dans la chaîne alimentaire
14 Artikel 8 van het KB van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen en MB van 22 januari 2004 betreffende de modaliteiten voor de meldingsplicht in de voedselketen
15 xxxxx://xxx.xxxx-xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/
16 xxxxx://xxx.xxxx-xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx/
au sens du Règlement. Les produits qui ne sont pas commercialisés en tant que produit phytopharmaceutique autorisé mais qui, au vu de leur composition (e.a. substances actives d’origine naturelle) ou de par les allégations qui apparaissent sur leur étiquette ou dans les publications, font penser à des PPP, devraient être considérés avec prudence par les utilisateurs et distributeurs et ne pas être commercialisés ni utilisés comme PPP. Ces produits n’ont pas été évalués comme PPP et peuvent se révéler potentiellement dangereux pour la santé, l’environnement ou la chaîne alimentaire. Ces produits sont des produits borderlines (PBL). | de Verordening worden genoemd. Producten die niet als toegelaten gewasbeschermingsmiddel op de markt gebracht worden, maar die door hun samenstelling (bv. actieve bestanddelen van natuurlijke oorsprong) of door de beweringen op hun etiket of in publicaties doen denken aan GBM moeten door gebruikers en distributeurs met de nodige voorzichtigheid worden behandeld en mogen niet verkocht noch gebruikt worden als GBM. Aangezien deze producten niet zijn onderzocht als GBM, kunnen zij potentieel gevaarlijk zijn voor de gezondheid, het milieu of de voedselketen. Deze producten zijn borderline producten (BLP). |
15. La légalité et la conformité des PPP/PBL achetés à l’étranger ou par internet depuis l’étranger ne peut pas être toujours garantie par des contrôles L’utilisateur est responsable des PPP qu’il achète depuis l’étranger. L’achat, la détention et l’utilisation de PPP sans numéro d’autorisation belge sont interdits17. | 15. De wettelijkheid en conformiteit van in het buitenland of via internet vanuit het buitenland gekochte GBM/BLP kan niet altijd door controles worden gegarandeerd. De gebruiker is verantwoordelijk voor de GBM die hij aankoopt vanuit het buitenland. De aankoop, het bezit en het gebruik van GBM zonder Belgisch toelatingsnummer is verboden18. |
16. PhytoTrans19 est un outil destiné aux utilisateurs professionnels de PPP, qui permet de consulter en ligne les fiches de sécurité des PPP de certains détenteurs d’autorisation. | 16. PhytoTrans19 is een instrument voor professionele gebruikers van GBM dat het mogelijk maakt om online veiligheidsfiches te raadplegen van GBM van bepaalde houders van toelatingen. |
Les parties signataires conviennent ce qui suit. Ces dispositions sont sans préjudice et soumises à la réglementation, actuelle et future : | De ondertekenende partijen komen het volgende overeen. Deze bepalingen zijn onverminderd en ondergeschikt aan de actuele en toekomstige regelgeving: |
ARTICLE 1. DÉFINITIONS | ARTIKEL 1. DEFINITIES |
1) Produits phytopharmaceutiques (PPP) : les produits tels que définis à l’article 2, point 1 du Règlement (CE) N°1107/2009 qui sont composés de substances actives et destinés principalement à la protection des végétaux contre les organismes nuisibles (e.a. insecticides et fongicides), à la destruction des végétaux indésirables (herbicides) et à exercer une action sur les processus vitaux des végétaux (régulateurs de croissance). | 1) Gewasbeschermingsmiddelen (GBM): producten, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 die zijn samengesteld uit werkzame stoffen en die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de bescherming van planten tegen schadelijke organismen (o.a. insecticiden en fungiciden), voor de vernietiging van ongewenste planten (herbiciden) en voor het beïnvloeden van de levensprocessen van planten (groeiregulatoren). |
17 Les utilisateurs qui cultivent des parcelles dans un pays frontalier peuvent conserver des PPP autorisés dans ce pays en vue de les utiliser exclusivement sur ces parcelles.
18 Gebruikers die percelen bebouwen in een grensland mogen in dat land toegelaten GBM bezitten voor gebruik uitsluitend op die percelen.
2) Produits borderlines (PBL) : les produits qui ne sont pas commercialisés en tant que PPP et qui ne disposent pas d’autorisation PPP mais qui, au vu de leur composition (e.a. substances actives d’origine naturelle) ou les allégations qui apparaissent sur leur étiquette ou dans les publication, tombent sous la définition de PPP. | 2) Borderline-producten (BLP): producten die niet als GBM op de markt gebracht worden en die geen toelating als GBM hebben, maar die door hun samenstelling (o.a. actieve bestanddelen van natuurlijke oorsprong) of door de beweringen op hun etiket of in publicaties vallen onder de definitie van GBM. |
3) LMR : limite maximale en résidu de pesticide spécifiée dans le règlement (CE) N°396/200520. | 3) MRL: maximumwaarde voor residuen van bestrijdingsmiddelen, vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/200521. |
4) Responsable du : o PPP : le détenteur d’autorisation ou le détenteur du permis de commerce parallèle en Belgique. En l’absence, l’/les importateur(s) du produit en Belgique. o PBL : le producteur en Belgique et, en l’absence, l’/les importateur(s) du produit en Belgique. | 4) Verantwoordelijke voor: o GBM: de houder van de toelating of de vergunningshouder voor parallelhandel in België. Bij afwezigheid, de invoerder(s) van het product in België. o BLP: de producent in België en bij afwezigheid, de invoerder(s) van het product in België. |
5) Produit non conforme : un PPP ou un PBL qui ne respecte pas les exigences légales quant à son autorisation ou sa composition. | 5) Niet-conform product: een GBM of een BLP dat niet voldoet aan de wettelijke vereisten inzake toelating of samenstelling. |
6) Parties prenantes : les signataires de ce | 6) Belanghebbenden: de ondertekenende partijen van dit memorandum van overeenstemming. |
ARTICLE 2. OBJET DU MEMORANDUM D’ACCORD | ARTIKEL 2. ONDERWERP VAN HET MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING |
Le présent mémorandum d’accord entend, par le biais d’engagements concrets, faciliter la collaboration entre les parties prenantes, prévenir la mise sur le marché et l’utilisation de PPP non conformes par des actions de prévention et de sensibilisation et accélérer le suivi à donner aux non- conformités identifiées lors des contrôles officiels et autocontrôles des PPP afin de garantir la sécurité alimentaire et limiter autant que possible les conséquences négatives pour les utilisateurs de PPP. | Dit memorandum van overeenstemming beoogt, door middel van concrete engagementen, de samenwerking tussen de belanghebbenden te vergemakkelijken, het op de markt brengen en het gebruik van niet-conforme GBM te voorkomen door middel van preventieve en sensibiliserende acties, en de opvolging van non- conformiteiten die bij officiële controles en autocontrole van de GBM zijn geïdentificeerd, te bespoedigen om zo de voedselveiligheid te waarborgen en de negatieve gevolgen voor de gebruikers van GBM tot een minimum te beperken. |
ARTICLE 3. CHAMP D’APPLICATION | ARTIKEL 3. TOEPASSINGSGEBIED |
§1er Le mémorandum d’accord s’applique aux PPP destinés à un usage professionnel et produits | § 1. Het memorandum van overeenstemming is van toepassing op GBM bestemd voor professioneel |
20 Règlement (CE) N°396/2005 du Parlement européen et du Conseil du 23 février 2005 concernant les limites maximales applicables aux résidus de pesticides présents dans ou sur les denrées alimentaires et les aliments pour animaux d'origine végétale et animale
21 Verordening (EG) nr.396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong
borderlines (PBL), tels que définis à l’article 1, appelés ci-après PPP, et couvre les non-conformités suivantes : - Les non-conformités résultant de la fabrication des PPP telles que les dosages excessifs en substance active, les contaminations croisées, et la présence de contaminants non intentionnels (y compris impuretés pertinentes) ; - Les problèmes liés au réemballage des PPP, y compris l’étiquetage. | gebruik en borderline-producten (BLP), zoals gedefinieerd in artikel 1, verder aangeduid als GBM, en heeft betrekking op de volgende non-conformiteiten: - Non-conformiteiten ten gevolge van de vervaardiging van GBM zoals te hoge doseringen van werkzame stoffen, kruiscontaminaties en de aanwezigheid van onbedoelde contaminanten (met inbegrip van relevante onzuiverheden); - De problemen veroorzaakt door de herverpakking van GBM inclusief etikettering. |
§2. Les aspects suivants ne sont pas visés par le présent mémorandum d’accord : - Les non-conformités résultant d’un stockage non-conforme aux prescriptions reprises sur l’étiquetage au niveau des utilisateurs ; - Les non-conformités liées au non-respect des instructions d’utilisation mentionnées sur l’étiquetage ou sur Phytoweb22 (par exemple suite à un changement des conditions d’utilisation dans l’acte d’autorisation). | §2. De volgende aspecten vallen niet onder dit memorandum van overeenstemming: - De non-conformiteiten die voortvloeien uit een opslag niet-conform de productinstructies op gebruikersniveau; - De niet-conformiteiten in verband met de niet- naleving van gebruiksinstructies vermeld op het etiket of op Fytoweb23 (bv. ingevolge een wijziging van de gebruiksvoorwaarden in de toelatingsakte). |
Article 4. AUTOCONTROLE | Artikel 4. AUTOCONTROLE |
§1er Les responsables des PPP s’engagent à mettre en place et renforcer les autocontrôles nécessaires pour garantir la conformité et la sécurité des PPP sur le marché belge. Les responsables des PPP définissent les modalités de leurs autocontrôles. Ces autocontrôles incluent, le cas échéant, des garanties des fournisseurs ainsi que la mise en œuvre d’analyses visant à vérifier la conformité des PPP avec leur autorisation ou permis. Les autocontrôles sont effectués au niveau du détenteur d’autorisation belge ou son représentant en Belgique (unité d’exploitation BE), du détenteur du permis de commerce parallèle ou du premier importateur des PPP en Belgique. | § 1. De verantwoordelijken van de GBM verbinden zich ertoe de nodige autocontroles in te voeren en te intensifiëren om de conformiteit en de veiligheid van de GBM op de Belgische markt te waarborgen. De verantwoordelijken van GBM bepalen de modaliteiten van hun autocontroles. Deze autocontroles omvatten, indien van toepassing, de waarborgen van de leveranciers en de uitvoering van analyses om na te gaan of de GBM conform zijn met hun toelating of vergunning. De autocontroles worden uitgevoerd op het niveau van de Belgische toelatingshouder of zijn Belgische vertegenwoordiger (vestigingseenheid BE), van de vergunningshouder voor parallelhandel of van de eerste invoerder van de GBM in België. |
§2. BELPLANT, PHYTODIS et les détenteurs de permis de commerce parallèle présentent annuellement leur implémentation de l’autocontrôle, y compris le plan d’échantillonnage basé sur les risques et les résultats d’analyse, lors de la réunion de concertation visée à l’article 8. BELPLANT et PHYTODIS le font chacun pour leurs membres, sous forme agrégée. | §2. BELPLANT, PHYTODIS en de vergunningshouders voor parallelhandel presenteren jaarlijks hun implementatie van de autocontrole, inclusief risicogebaseerd bemonsteringsplan en analyseresultaten, tijdens de overlegvergadering bedoeld in artikel 8. BELPLANT en PHYTODIS doen dit elk voor hun leden, in geaggregeerde vorm. |
22 xxxxx://xxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxxx- phytopharmaceutiques
23 xxxxx://xxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxx
§3. Les parties prenantes s'engagent à informer l’AFSCA de tous les produits et leur commerce qui donnent lieu à des soupçons sérieux d'infraction à la législation sur les produits phytopharmaceutiques. | §3. De belanghebbenden verbinden zich ertoe om het FAVV te informeren over producten en handel daarin, die een ernstig vermoeden doen rijzen van inbreuk op de gewasbeschermingsmiddelenwetgeving. |
Article 5. CONTROLES OFFICIELS | Artikel 5. OFFICIËLE CONTROLES |
§1er Prioritisation des contrôles par l’AFSCA. | §1. Prioritering van de controles door het FAVV. |
L’AFSCA s’engage à prioritiser au maximum les échantillonnages et analyses des PPP qui peuvent présenter un risque pour la sécurité alimentaire (ex : analyse des impuretés pertinentes) afin de permettre, le cas échéant, la prise de mesures dans la chaîne de distribution au plus tôt dans la saison d’utilisation des PPP. L’AFSCA présente annuellement un aperçu des contrôles officiels des PPP et résidus de pesticides effectués, dont le plan d’échantillonnage basé sur les risques et les résultats d’analyse, lors de la réunion de concertation annuelle visée à l’article 8 | Het FAVV verbindt zich ertoe maximaal voorrang te geven aan de bemonstering en analyse van GBM die een risico kunnen inhouden voor de voedselveiligheid (bv. analyse van relevante onzuiverheden) teneinde, indien nodig, zo vroeg mogelijk in de distributieketen en gebruiksseizoen van de GBM maatregelen te kunnen nemen. Het FAVV presenteert een overzicht van de officiële controles van GBM en residuen ervan, inclusief het risicogebaseerd bemonsteringsplan en de analyseresultaten, tijdens de jaarlijkse overlegvergadering bedoeld in artikel 8. |
§2. Prélèvement des échantillons et analyses. | §2. Monsterneming en analyses. |
Lorsqu’un PPP est prélevé chez un distributeur qui n’est pas directement responsable du produit, ce dernier informe immédiatement son fournisseur de l’échantillonnage ainsi que des résultats d’analyse. | Wanneer een GBM wordt bemonsterd bij een distributeur die niet rechtstreeks verantwoordelijk is voor het product, stelt de distributeur zijn leverancier onmiddellijk in kennis van de monsterneming en van de resultaten van de analyse. |
§3. Confirmation des non-conformités mises en évidence lors de contrôles officiels et mesures préventives24. | § 3. Bevestiging van non-conformiteiten die tijdens officiële controles zijn vastgesteld en preventieve maatregelen25. |
Les étapes suivantes sont suivies : | De hierna vermelde stappen worden gevolgd: |
Etape 1 : Echantillon de défense | Stap 1: Verdedigingsmonster |
L’AFSCA demande, conformément à l’article 35 du Règlement (UE) N°2017/625, en premier lieu à l’opérateur chez qui a été effectué l’échantillonnage s’il souhaite faire appel à l’avis d’un deuxième expert et le cas échéant à une deuxième analyse. Dans le cas où ce dernier n’est pas le responsable du lot de PPP sur le marché belge, l’AFSCA26 remonte par traçabilité au responsable du PPP afin de lui demander s’il souhaite faire appel à l’avis d’un deuxième expert et le cas échéant à une deuxième analyse. Le responsable du produit non-conforme réagit à la demande dans les délais prescrits suivant la | Het FAVV vraagt in overeenstemming met artikel 35 van Verordening (EU) 2017/625, eerst aan de operator bij wie de monsterneming is uitgevoerd of deze een advies van een tweede deskundige wenst, met in voorkomend geval een tweede analyse. In het geval waarbij deze laatste niet de verantwoordelijke is voor de partij GBM op de Belgische markt, zal het FAVV27 zich via de traceerbaarheid wenden tot de verantwoordelijke van het GBM om hem te vragen of hij een advies van een tweede deskundige wenst met in voorkomend geval een tweede analyse. De verantwoordelijke voor het niet-conforme product reageert binnen de voorgeschreven termijnen na de |
24 Cette partie pourrait être révisée en fonction de la validation et publication du projet d’AR remplaçant l’AR
du 20 septembre 2012 relatif au prélèvement et à l’analyse des échantillons.
25 Dit deel kan worden herzien in functie van de validatie en publicatie van het ontwerp van koninklijk besluit ter vervanging van het koninklijk besluit van 20 september 2012 betreffende de monsternemingen en de analyse ervan.
26 Cette disposition est valable pour une durée d’un an et sera prolongée après évaluation de sa mise en œuvre
27 Deze bepaling geldt voor één jaar en zal na evaluatie van de uitvoering worden verlengd.
notification de la non-conformité et communique à l’AFSCA sa décision. Afin de faciliter et accélérer la communication, BELPLANT transmet annuellement à l’AFSCA une liste des personnes à contacter chez ses membres. | kennisgeving van de non-conformiteit op het verzoek en deelt zijn beslissing aan het FAVV mee. Om de communicatie te vergemakkelijken en te versnellen, maakt BELPLANT jaarlijks een lijst met te contacteren personen bij hun leden aan het FAVV over. |
En l’absence d’appel à l’avis d’un deuxième expert et le cas échéant à une deuxième analyse, l’AFSCA prend les mesures nécessaires en fonction du risque que représentent les PPP non-conformes pour la santé et la sécurité alimentaire. | In afwezigheid van een advies van een tweede deskundige en in voorkomend geval een tweede analyse legt het FAVV de nodige maatregelen op afhankelijk van het risico dat de niet-conforme GBM inhouden voor de gezondheid en de voedselveiligheid. |
Etape 2 : Evaluation des risques | Stap 2: Risicobeoordeling |
Une évaluation de risque est effectuée par l’AFSCA afin de déterminer si le PPP représente un risque potentiel pour la santé ou la sécurité alimentaire. A la demande du responsable du PPP, une concertation est organisée entre l’AFSCA et le responsable du PPP pour clarifier la non-conformité et le risque. La durée entre l'analyse des risques et la concertation éventuelle n'a pas d'effet suspensif vis- à-vis des mesures. Après cette concertation, l'AFSCA décide de mettre à jour ou non son analyse des risques. | Er wordt een risicobeoordeling uitgevoerd door het FAVV om te bepalen of het GBM een potentieel risico voor de gezondheid of de voedselveiligheid inhoudt. Op verzoek van de verantwoordelijke van het GBM wordt een overleg georganiseerd tussen het FAVV en de verantwoordelijke van het GBM om de non- conformiteit en het risico te verduidelijken. De periode tussen risicoanalyse en eventueel overleg werkt niet opschortend ten opzichte van de maatregelen. Na dit overleg, beslist het FAVV of ze haar risicoanalyse bijstuurt of niet. |
Lorsqu’un risque potentiel pour la santé ou la sécurité alimentaire est identifié, le responsable du PPP s’engage à effectuer l’éventuelle deuxième analyse dans le délai le plus court possible sans retarder la procédure et en réalisant entre autre une analyse prioritaire dans un laboratoire. En cas de difficulté à obtenir un matériel de référence analytique (par exemple un "analytical standard grade" de la substance problématique) en vue de la deuxième analyse, le responsable du PPP peut faire une demande motivée à l'AFSCA ou au laboratoire externe pour que ce matériel de référence soit mis à la disposition du laboratoire effectuant la deuxième analyse. Si cette demande est acceptée, tous les frais encourus sont à la charge du responsable. | Wanneer een potentieel risico voor de gezondheid of de voedselveiligheid wordt vastgesteld, verbindt de verantwoordelijke voor het GBM zich ertoe de eventuele tweede analyse zo snel mogelijk uit te voeren zonder de procedure te vertragen, en onder meer door een prioritaire analyse in een laboratorium uit te voeren. Bij problemen om analytisch referentiemateriaal te bekomen (bv “analytical standard grade” van de probleemstof) ten behoeve van de tweede analyse, kan de verantwoordelijke van het GBM een gemotiveerd verzoek richten aan het FAVV of het externe labo om dit referentiemateriaal ter beschikking te stellen aan het labo dat de tweede analyse uitvoert. Als dit verzoek ingewilligd wordt zijn alle kosten daarvan ten laste van de verantwoordelijke. |
Etape 3 : mesures préventives | Stap 3: Preventieve maatregelen |
Sans préjudice du droit de l’AFSCA de prendre les mesures nécessaires conformément à l’article 35.4 du Règlement (UE) 2017/625, l’AFSCA, dans l’attente de la finalisation des étapes prévues à l’article 35 et lorsqu’un risque potentiel pour la santé ou la sécurité alimentaire est identifié, organise une concertation avec le responsable du PPP, les distributeurs de PPP et les utilisateurs concernés afin de décider de façon consensuelle d’éventuelles mesures convenues à prendre pour anticiper le | Onverminderd het recht van het FAVV om de noodzakelijke maatregelen te nemen volgens het artikel 35.4 van de Verordening (EU) 2017/625, organiseert het FAVV in afwachting van de afhandeling van de stappen voorzien in artikel 35 en wanneer een potentieel risico voor de gezondheid of de voedselveiligheid wordt vastgesteld, een overleg met de verantwoordelijke van het GBM, de distributeurs van het GBM en de betrokken gebruikers om bij consensus te beslissen over de eventuele |
problème (e.a. traçabilité et information des utilisateurs). Les décisions prises lors de cette concertation sont formalisées dans un rapport. Chaque partie s’engage à les respecter. | overeengekomen maatregelen die moeten worden genomen om op het probleem te anticiperen (o.a. traceerbaarheid en informatie aan de gebruikers). De tijdens dit overleg genomen besluiten worden geformaliseerd in een verslag. Elke partij verbindt zich ertoe, deze besluiten na te leven. |
Si les étapes prévues à l’article 35 du Règlement (UE) 2017/625 ne confirment pas la non-conformité, les mesures préventives convenues sont abandonnées. Ceci est communiqué immédiatement à toutes les parties prenantes. | Als de stappen voorzien in artikel 35 van de Verordening (EU) 2017/625 de non-conformiteit niet bevestigen, worden de overeengekomen preventieve maatregelen opgeheven. Dit wordt onmiddellijk gecommuniceerd aan alle betrokken partijen. |
§4. Mesures officielles de l’AFSCA | § 4. Officiële maatregelen van het FAVV |
Si la non-conformité est confirmée, l’AFSCA prend les mesures nécessaires en fonction du risque que représente le PPP pour la santé et la sécurité alimentaire. | Indien de non-conformiteit bevestigd wordt, legt het FAVV de nodige maatregelen op afhankelijk van het risico dat het GBM inhoudt voor de gezondheid en de voedselveiligheid. |
A. Mesures sur les PPP non-conformes | A. Maatregelen tegen niet-conforme GBM |
Le lot de PPP non conforme est toujours retiré du commerce28. En cas de risque potentiel pour la santé ou la sécurité alimentaire, il est rappelé de chez les utilisateurs. | De niet-conforme partij GBM wordt steeds uit de handel genomen29. In geval van potentieel risico voor de gezondheid of de voedselveiligheid, wordt het GBM van bij de gebruikers teruggeroepen. |
B. Mesures sur les cultures traitées en Belgique | B. Maatregelen op in België behandelde gewassen |
Lorsque l’utilisation du PPP non-conforme en Belgique peut laisser sur une culture, denrée alimentaire ou matière première pour aliment pour animaux un résidu à une teneur supérieure aux LMR ou, en l’absence de LMR, une contamination (par exemple résidu d’impureté sans LMR), les actions suivantes sont prises vis-à-vis des cultures, denrées traitées ou matière première pour aliment pour animaux. | Wanneer door het gebruik van het niet-conforme GBM in België een residu op een gewas, levensmiddel of voedermiddel kan achterblijven met een gehalte boven de MRL of, bij gebrek aan MRL, een verontreiniging (bijvoorbeeld onzuiverheidsresidu zonder MRL), worden de volgende acties genomen ten aanzien van de behandelde gewassen, levensmiddelen of voedermiddelen. |
I. Lorsque la teneur en résidu ou en contaminant présente un risque potentiel pour la sécurité alimentaire, l’AFSCA assure un suivi actif et implique les parties concernées pour le mise en œuvre des mesures à prendre (blocage de produits, analyses pré-récolte ou post-récolte libératoires). | I. Wanneer het gehalte aan residu of contaminant een potentieel risico inhoudt voor de voedselveiligheid, zorgt het FAVV voor een actieve opvolging en betrekt het de betrokken partijen bij de uitvoering van de te nemen maatregelen (blokkeren van producten, analyses voor vrijgave vóór of na de oogst). |
II. Lorsque la teneur en résidu ou en contaminant ne représente pas de risque pour la sécurité alimentaire (dépassement de LMR sans risque), l’AFSCA implique les parties concernées dans l’exécution des mesures à prendre dans le cadre de leur autocontrôle. | II. Wanneer het gehalte aan residu of contaminant geen risico vormt voor de voedselveiligheid (overschrijding van de MRL zonder risico), betrekt het FAVV de betrokken partijen bij de uitvoering van de te nemen maatregelen in het kader van hun autocontrole. |
28 L’étendue du retrait dépend du risque représenté par le produit.
29 De mate waarin het product uit de handel wordt genomen, hangt af van het risico dat het product inhoudt
Article 6. TRACABILITE | Artikel 6. TRACEERBAARHEID |
§1er BELPLANT et PHYTODIS s’engagent à développer une traçabilité des PPP par numéro de lot tout au long de la chaîne de distribution via le système digital Track & Trace30. | §1. BELPLANT en PHYTODIS verbinden zich ertoe, een traceerbaarheid van de GBM te ontwikkelen per partijnummer in de hele distributieketen via het digitaal Track & Trace-systeem31. |
Toutes les productions de PPP des membres de BELPLANT portent depuis janvier 2022 un code 2D Matrix sur leur emballage permettant la traçabilité via le système Track & Trace. A partir du 1er janvier 2024, BELPLANT et PHYTODIS s’engagent à adapter leurs logiciels de gestion (ERP - Enterprise Resource Planning) afin de permettre la traçabilité par numéro de lot. | Sinds januari 2022 dragen alle GBM-producties van BELPLANT-leden een 2D-matrixcode op de verpakking, waardoor traceerbaarheid via het Track & Trace- systeem mogelijk wordt. Vanaf 1 januari 2024 verbinden BELPLANT en PHYTODIS zich ertoe hun beheerssoftware (ERP - Enterprise Resource Planning) aan te passen om de traceerbaarheid per partijnummer mogelijk te maken. |
§2. BELPLANT s’engage à lancer un projet pilote en 2023 permettant le transfert des informations reprises dans le code 2D Matrix (identification de l’article (GTIN), numéro de lot et date de production) chez les producteurs de fruits de façon à ce que le numéro de lot soit automatiquement transféré. | § 2. BELPLANT verbindt zich ertoe in 2023 een proefproject te starten dat de overdracht van de informatie in de 2D-matrixcode (artikelidentificatie (GTIN), partijnummer en productiedatum) naar de fruittelers mogelijk maakt, zodat het partijnummer automatisch wordt getransfereerd. |
§3. Les détenteurs de permis de commerce parallèle assurent la traçabilité des PPP par numéro de lot tout au long de la chaîne de distribution. La traçabilité digitale, comme par exemple celle visée au §1, est optionnelle. | §3. De vergunningshouders voor parallelhandel garanderen de traceerbaarheid van GBM per partijnummer in de hele distributieketen. De digitale traceerbaarheid, zoals bijvoorbeeld deze bedoeld in §1 is optioneel. |
ARTICLE 7. SENSIBILISATION ET COMMUNICATION | ARTIKEL 7. BEWUSTMAKING EN COMMUNICATIE |
§1er Les parties prenantes collaborent activement à des campagnes de sensibilisation afin de limiter l’achat et l’utilisation de produits potentiellement problématiques pour la santé ou la sécurité alimentaire. Les sujets suivants sont notamment abordés : | §1. De belanghebbenden werken actief mee aan bewustmakingscampagnes om de aankoop en het gebruik te beperken van producten die mogelijk problematisch zijn voor de gezondheid of de voedselveiligheid. De volgende onderwerpen komen met name aan bod: |
30 Le système Track & Trace développé au niveau du BENELUX par la fondation AgroCloSer (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxx) a pour objectif de permettre la traçabilité des PPP par numéro de lots tout au long de la chaîne via la numérisation et l’automatisation de la chaîne et une gestion précise des stocks. Pour permettre la numérisation des données de suivi et de traçabilité, tous les emballages (bidons, boîtes et palettes) doivent être munis de codes 2D Matrix contenant les données d’identification uniques des produits (identification de l’article (GTIN), numéro de lot et date de production). En scannant les produits à chaque étape de la distribution, le traçage des produits peut être effectué avec précision par numéro de lot.
31 Het Track & Trace-systeem dat in de BENELUX is ontwikkeld door de Stichting AgroCloSer (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxx) heeft tot doel om de traceerbaarheid van de GBM per partijnummer in de hele keten mogelijk te maken door de keten te digitaliseren en te automatiseren en een nauwkeurig voorraadbeheer te waarborgen. Om de digitalisering van de tracking- en tracinggegevens mogelijk te maken, moeten alle verpakkingen (blikken, dozen en pallets) worden voorzien van 2D-matrixcodes met unieke productidentificatiegegevens (artikelidentificatie (GTIN), partijnummer en productiedatum). Door producten in elk stadium van de distributie te scannen, kunnen ze nauwkeurig worden getraceerd aan de hand van het partijnummer.
- Les principes de précaution de base (par exemple connaissance du fournisseur/client, questionnement par rapport aux prix trop avantageux, ...) ; - Risques liés aux produits frauduleux et aux produits borderlines (PBL), ainsi que les moyens de les identifier ; - Risque liés aux achats de PPP à l’étranger, via internet ou de fournisseurs qui ne sont pas connus (par exemple non repris dans xxxxxxx00); - Les principes de la notification obligatoire pour les PPP ; - L’avantage de la traçabilité, dans le registre d’utilisation des PPP, du numéro de lot des PPP appliqués sur les cultures, lorsqu’un PPP non- conforme a été appliqué sur une culture. | - De basis voorzorgsprincipes (bv. kennis van de leverancier/klant, het in twijfel trekken van te lage prijs, …); - Risico’s in verband met frauduleuze producten en borderline-producten (BLP), en hoe deze te herkennen; - Risico verbonden aan de aankoop van GBM in het buitenland, via internet of van ongekende leveranciers (vb. niet te vinden op foodweb33); - De beginselen van de meldingsplicht voor GBM; - Het voordeel van traceerbaarheid, in het gebruiksregister van GBM van het partijnummer van de op de gewassen toegepaste GBM, wanneer een niet-conform GBM op een gewas is toegepast. |
§2. BELPLANT s’engage à étendre l’outil PHYTOTRANS aux PPP qui ne sont pas détenus par ses membres dans la mesure où ils disposent des informations nécessaires. | §2. BELPLANT verbindt zich ertoe om het PHYTOTRANS-instrument uit te breiden tot GBM die niet door zijn leden worden gehouden in de mate dat ze de nodige informatie ter beschikking hebben. |
ARTICLE 8. ÉVALUATION ET CONCERTATION | ARTIKEL 8. EVALUATIE EN OVERLEG |
Les parties prenantes participent à la réunion de concertation annuelle, organisée et coordonnée par l’AFSCA, afin de discuter de la mise en œuvre du mémorandum d’accord et de l’évaluer. Les résultats des contrôles officiels des PPP, y compris les résidus de pesticides, et l’implémentation de l’autocontrôle, y compris les potentiels plans d’échantillonnages et analyses, effectués par les différentes parties prenantes sont présentés au cours de cette réunion. Les parties prenantes qui présentent les résultats pour leurs membres le font sous forme agrégée. Les parties prenantes peuvent également demander l’organisation d’une réunion spécifique afin de discuter de sujets particuliers. | De belanghebbenden nemen jaarlijks deel aan de overlegvergadering, georganiseerd en gecoördineerd door het FAVV, om de uitvoering van het memorandum van overeenstemming te bespreken en te evalueren. De resultaten van de officiële controles van GBM, inclusief residuen ervan, en de implementatie van de autocontrole, inclusief mogelijke bemonsteringsplannen en analyses, uitgevoerd door de verschillende belanghebbenden worden tijdens deze vergadering gepresenteerd. Belanghebbenden die de resultaten voor hun leden presenteren doen dat in geaggregeerde vorm. Belanghebbenden kunnen daarenboven verzoeken om een specifieke vergadering om bepaalde onderwerpen te bespreken. |
ARTICLE 9. DISPOSITIONS FINALES | ARTIKEL 9. SLOTBEPALINGEN |
§1er Le présent mémorandum d’accord prend effet le 1er décembre 2023. | §1. Dit memorandum wordt van kracht op 1 december 2023. |
§2. Le mémorandum d’accord est un accord sectoriel volontaire entre les différentes parties prenantes et l’AFSCA. La responsabilité liée aux produits reste au niveau des opérateurs commerciaux. Les parties prenantes | §2. Dit memorandum van overeenstemming is een vrijwillig sectoraal akkoord tussen de verschillende belanghebbenden en het FAVV. |
32 xxxxx://xxx.xxxx-xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxx/
33 xxxxx://xxx.xxxx-xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxx/
signent sur base du mandat donné par leurs membres. | De productaansprakelijkheid blijft bij de commerciële exploitanten. De belanghebbenden ondertekenen op basis van het mandaat dat hun leden hebben gegeven. |
§ 3. Le présent mémorandum d’accord est valable pour une durée indéterminée. | §3. Dit memorandum van overeenstemming geldt voor onbepaalde duur. |
§4. En cas de constatation du non-respect de cet accord par une partie prenante, l’AFSCA se réserve le droit de l’exclure du mémorandum d’accord et ce, sans délai de préavis. Cette décision est prise après concertation avec toutes les parties prenantes. L’AFSCA en informe la partie prenante concernée par écrit. | §4. Bij eventuele vaststellingen van het niet naleven van deze overeenkomst door een partij, behoudt het FAVV zich het recht die partij van het memorandum van overeenstemming uit te sluiten, zonder opzegtermijn. Dit besluit wordt genomen na overleg met alle betrokken partijen. Het FAVV stelt de betrokken belanghebbende hiervan schriftelijk in kennis. |
§5. Chacune des parties peut résilier le présent mémorandum d’accord moyennant l'envoi, aux autres parties prenantes, d'un courrier recommandé motivé. La résiliation prendra effet le 1er jour ouvrable du mois suivant l’envoi du courrier recommandé. | §5. Elk van de partijen kan onderhavig memorandum van overeenstemming opzeggen mits een gemotiveerd aangetekend schrijven naar de andere belanghebbenden. De opzegging wordt van kracht op de 1e werkdag van de maand volgend op de verzending van de aangetekende brief. |
Fait à Bruxelles, le 13 octobre 2023 Opgemaakt te Brussel, op 13 oktober 2023
XXXXXX XXXXXXX CEO FAVV/AFSCA
XXXXXXX XXXXXXXXXXX
Président / Voorzitter BELPLANT
XXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXX
Secrétaire général / Secretaris-generaal XXXXXXXX
XXXXXX XXXXXX XXXXXXXX SRL | XXXXXXX XXXXXX PHYTOSYSTEM BV |
LODE CEYSSENS Voorzitter van de BOERENBOND | XXXXXXXX XXXXXX Présidente de la Fédération Wallonne de l'Agriculture (FWA) |
XXXXXXX XXXXXXXX Xxxxxxxxxx van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) | XXX XXXXXXXXXX Algemeen Secretaris van het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT) |