Common use of Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw Clause in Contracts

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.10); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 5% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105% van de waarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwing. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2013-2). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.101.9); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 58% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105% van de waarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwing. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2013-22012). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 a1.12.1.a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.10); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 56% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105104% van de waarde marktwaarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwingwoning. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 20132014-21). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 1.12.1, sub a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c1.8.4 c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.10); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 56% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105104% van de waarde marktwaarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwingwoning. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 20132014-2). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 1.12.1, sub a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.101.9); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 58% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105% van de waarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwing. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 20132012-23). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 a1.12.1.a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c1.8.4 c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.10); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 56% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105103% van de waarde marktwaarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwingwoning. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 20132015-2). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 1.12.1, sub a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor van het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting;: b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.101.9); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingencanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 5x. xxxxxxxxxxx met 8% over van de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105% van de waarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwing. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 20132011-2). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 a1.12.1.a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.10); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 5% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105% van de waarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde waarde van de woning na verbouwingwoning. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2013-23). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c1.8.4 c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.10); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 56% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105103% van de waarde marktwaarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwingwoning. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 20132015-21). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 1.12.1, sub a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c1.8.4 c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.10); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 56% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105104% van de waarde marktwaarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwingwoning. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 20132014-23). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 1.12.1, sub a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor van het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting;: b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.101.9); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingencanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 5x. xxxxxxxxxxx met 8% over van de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105% van de waarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwing. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2013-22011). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 a1.12.1.a).

Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw. 2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit: x. xx xxxx-/aannemingssom of de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 1.8.4.c), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom c.q. begroting) vermeerderd met: - de kosten van onroerende installaties; - de kosten van risicoverrekening; - het architectenhonorarium; - de kosten van dagelijks toezicht; - de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond; - de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; - de legeskosten; - de omzetbelasting; b. de kosten van de grond; c. de kosten van meerwerk en/of energiebesparende voorzieningen blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie (zie Norm 1.101.9); d. de kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; e. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning; f. 58% over de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten. 2.4.2 De som van Norm 2.4.1 a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1). Voorts geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 105% van de waarde van de woning. Indien sprake is van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de marktwaarde van de woning na verbouwing. 2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van Norm 2.4.1 a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. 2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 20132012-2). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen. 2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1 a1.12.1.a).