Common use of Aanlegperiode Clause in Contracts

Aanlegperiode. 3.1.4.5.1 De volgende Toegelaten Aanlegperiodes gelden in de Haven: a) Voor het lossen van LNG Schepen gekoppeld aan een Aanmeerrecht: vierentwintig (24) uur, behalve voor het lossen van een volledig geladen Q- Flex LNG Schip, waarvoor de periode dertig (30) uur bedraagt, en voor het lossen van een volledig geladen Q-Max LNG Schip, waarvoor de periode vierendertig (34) uur bedraagt; b) Voor de LNG Schepen die een los- of laadoperatie uitvoeren in het kader van een Overslagaanmeerrecht en voor een hoeveelheid van maximaal 180.000 Kubieke Meter LNG: a. Voor de losoperatie: een periode van zesentwintig (26) uur; b. Voor de laadoperatie: een periode van tweeëndertig (32) uur; c) Voor de overdrachtoperatie in het kader van een Schip-tot-Schip Overslag, en voor een hoeveelheid van maximaal 180.000 Kubieke Meter LNG, wordt de Toegestane Aanlegperiode van het ene LNG Schip zesentwintig (26) uur en voor het andere LNG Schip tweeëndertig (32) uur (gedefinieerd als van het moment waar beide LNG Schepen aan de kade aangemeerd zijn (all fast)); d) Voor de ontvangst van LNG Herleveringsdiensten door een LNG Schip, zal de periode van de Toegelaten Aanlegperiode de kleinste waarde zijn van: (i) Tien (10) uur plus het vereiste aantal uren voor Vergassingsdiensten, indien van toepassing, plus het vereiste aantal uren voor Afkoeldiensten, indien van toepassing, plus de tijd die wordt verkregen door het Genomineerde Volume LNG te delen door het dan toepasselijke Laaddebiet, indien van toepassing; en (ii) De tijd die nodig is om de Herleveringsdiensten te voltooien, zoals die redelijkerwijs werd bepaald door de Terminal Operator en aan de Bevrachter werd gemeld vóór het begin van dergelijke activiteit, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen ten gevolge van de RBS. e) Voor de ontvangst van LNG Leveringsdiensten van een LNG Schip, zal de periode van de Toegelaten Aanlegperiode de kleinste waarde zijn van: (i) Tien (10) uur plus de tijd die wordt verkregen door het Genomineerde LNG Cargo te delen door het dan toepasselijke Losdebiet, indien van toepassing; en (ii) De tijd die nodig is om de LNG Leveringsdiensten te voltooien, zoals die redelijkerwijs werd bepaald door de Terminal Operator en aan de Bevrachter werd gemeld vóór het begin van dergelijke activiteit, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen ten gevolge van de RBS. De Toegelaten Aanlegperiode wordt met iedere periode van vertraging uitgebreid ten gevolge van: (i) redenen die kunnen worden toegeschreven aan de Havenautoriteit, sleep- , loods- of aanmeerdiensten in de Haven, naargelang het geval, indien de oorzaak van deze vertraging binnen de redelijke controle valt van de Terminal Operator of de Bevrachter, naargelang het geval; (ii) elke periode tijdens dewelke de Overdracht wordt vertraagd of voorkomen ten gevolge van Overmacht; (iii) Ongunstige Weersomstandigheden in de Haven. De Effectieve Aanlegperiode voor de Overdracht begint op een van de volgende tijdstippen (telkens het vroegste tijdstip): (i) het LNG Schip aan de kade aangemeerd is (all fast), behalve als het LNG Schip tijdens de Overdracht werd vertraagd overeenkomstig AC 3.1.4.4.3. In dat geval begint de Effectieve Aanlegperiode bij het begin van de Overdracht (dat voor alle duidelijkheid niet later is dan het Hoog Getijde van het Geplande Slot of het Geplande Aanmeerrecht, het Getijde van het Geplande Aanvullende Aanmeerrecht of respectievelijk het Laag Getijde van het Geplande Overslagaanmeerrecht); of (ii) bijkomend voor het lossen van LNG Schepen, het volgende Getijde als het LNG Schip Op Tijd is aangekomen overeenkomstig AC 3.1.4.3.4, behalve als het LNG Schip vóór zijn Venster aankwam, dan begint de Effectieve Aanlegperiode bij het eerste Getijde van het Venster. De Effectieve Aanlegperiode blijft lopen tot de los/laadarmen en de retourlijnen losgekoppeld zijn en het LNG Schip toestemming heeft gekregen om te vertrekken en in staat is om te vertrekken. 3.1.4.5.2 De Terminal Operator heeft het recht om aan de Bevrachter of Overslagbevrachter te vragen om het LNG Dok vrij te maken voordat de Toegelaten Aanlegperiode is verstreken: a) onmiddellijk bij een Noodgeval; of b) indien noodzakelijk voor operationele redenen in de LNG Terminal onmiddellijk na voltooiing van de Overdracht en, indien van toepassing, na voltooiing van elke bunkeroperaties, steeds in de veronderstelling dat het veilig is voor de kapitein van het LNG Schip om te vertrekken. 3.1.4.5.3 De kapitein van het LNG Schip heeft het recht om de aanlegplaats onmiddellijk te verlaten bij een Noodgeval op ieder moment van de Overdracht of de bunkeroperatie. De Terminal Operator zal hiervoor, op verzoek van de kapitein van het LNG Schip, alle nodige maatregelen treffen die binnen zijn controle vallen, om een veilig vertrek vanaf de aanlegplaats toe te laten. 3.1.4.5.4 De Terminal Operator werkt met de kapitein van het LNG Schip samen om een continue en efficiënte Overdracht te verzekeren. De Terminal Operator voorziet een veilige aanlegplaats, conform Hoofdstuk 3.7, zodat het LNG Schip prompt kan aanleggen in de LNG Terminal en exploiteert de LNG Terminal zo dat de Overdracht zo snel als redelijkerwijs mogelijk is, kan worden uitgevoerd. De Bevrachter of Overslagbevrachter laat het LNG Schip zo veilig en zo vlot mogelijk aanleggen in samenwerking met de Terminal Operator. De Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator werken samen om de Overdracht te starten of te laten starten na de voltooiing van het aanleggen en om de Transfer te voltooien of te laten voltooien op een zo veilige en vlotte manier als redelijkerwijs mogelijk. De Bevrachter of Overslagbevrachter laat het LNG Schip zo veilig en zo vlot als redelijkerwijs mogelijk vertrekken vanaf zijn aanlegplaats na de voltooiing van de Overdracht in samenwerking met de Terminal Operator. 3.1.4.5.5 Indien er een vertraging plaatsvindt of wordt verwacht bij de aanlegvolgorde van een LNG Schip in de Haven bij de voorbereiding van het aanleggen, het aanleggen, de Overdracht en het vertrek van de aanlegplaats, dan bespreken de Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator dit te goeder trouw en treffen ze alle redelijke maatregelen om dergelijke vertraging zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen en werken ze met elkaar samen om de nodige tegenmaatregelen te treffen (in overeenstemming met hun respectieve verplichtingen hieronder) om een vergelijkbare vertraging in de toekomst zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen.

Appears in 4 contracts

Samples: LNG Toegangsreglement, LNG Toegangsreglement, LNG Toegangsreglement

Aanlegperiode. 3.1.4.5.1 De volgende Toegelaten Aanlegperiodes gelden in de Haven: a) Voor het lossen van LNG Schepen gekoppeld aan een Aanmeerrecht: vierentwintig (24) uur, behalve voor het lossen van een volledig geladen Q- Flex LNG Schip, waarvoor de periode dertig (30) uur bedraagt, en voor het lossen van een volledig geladen Q-Max LNG Schip, waarvoor de periode vierendertig (34) uur bedraagt; b) Voor de LNG Schepen die een los- of laadoperatie uitvoeren in het kader van een Overslagaanmeerrecht en voor een hoeveelheid van maximaal 180.000 Kubieke Meter LNG: a. Voor de losoperatie: een periode van zesentwintig (26) uur; b. Voor de laadoperatie: een periode van tweeëndertig (32) uur; c) Voor de overdrachtoperatie in het kader van een Schip-tot-Schip Overslag, en voor een hoeveelheid van maximaal 180.000 Kubieke Meter LNG, wordt de Toegestane Aanlegperiode van het ene LNG Schip zesentwintig (26) uur en voor het andere LNG Schip tweeëndertig (32) uur (gedefinieerd als van het moment waar beide LNG Schepen aan de kade aangemeerd zijn (all fast)); d) Voor de ontvangst van LNG Herleveringsdiensten door een LNG Schip, zal de periode van de Toegelaten Aanlegperiode de kleinste waarde zijn van: (i) Tien (10) uur plus het vereiste aantal uren voor Vergassingsdiensten, indien van toepassing, plus het vereiste aantal uren voor Afkoeldiensten, indien van toepassing, plus de tijd die wordt verkregen door het Genomineerde Volume LNG te delen door het dan toepasselijke Laaddebiet, indien van toepassing; en (ii) De tijd die nodig is om de Herleveringsdiensten te voltooien, zoals die redelijkerwijs werd bepaald door de Terminal Operator en aan de Bevrachter werd gemeld vóór het begin van dergelijke activiteit, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen ten gevolge van de RBS. e) Voor de ontvangst van LNG Leveringsdiensten van een LNG Schip, zal de periode van de Toegelaten Aanlegperiode de kleinste waarde zijn van: (i) Tien (10) uur plus de tijd die wordt verkregen door het Genomineerde LNG Cargo te delen door het dan toepasselijke Losdebiet, indien van toepassing; en (ii) De tijd die nodig is om de LNG Leveringsdiensten te voltooien, zoals die redelijkerwijs werd bepaald door de Terminal Operator en aan de Bevrachter werd gemeld vóór het begin van dergelijke activiteit, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen ten gevolge van de RBS. De Toegelaten Aanlegperiode wordt met iedere periode van vertraging uitgebreid ten gevolge van: (i) redenen die kunnen worden toegeschreven aan de Havenautoriteit, sleep- , loods- of aanmeerdiensten in de Haven, naargelang het geval, indien de oorzaak van deze vertraging binnen de redelijke controle valt van de Terminal Operator of de Bevrachter, naargelang het geval; (ii) elke periode tijdens dewelke de Overdracht wordt vertraagd of voorkomen ten gevolge van Overmacht; (iii) Ongunstige Weersomstandigheden in de Haven. De Effectieve Aanlegperiode voor de Overdracht begint op een van de volgende tijdstippen (telkens het vroegste tijdstip): (i) het LNG Schip aan de kade aangemeerd is (all fast), behalve als het LNG Schip tijdens de Overdracht werd vertraagd overeenkomstig AC 3.1.4.4.3. In dat geval begint de Effectieve Aanlegperiode bij het begin van de Overdracht (dat voor alle duidelijkheid niet later is dan het Hoog Getijde van het Geplande Slot of het Geplande Aanmeerrecht, het Getijde van het Geplande Aanvullende Aanmeerrecht of respectievelijk het Laag Getijde van het Geplande Overslagaanmeerrecht); of (ii) bijkomend voor het lossen van LNG Schepen, het volgende Getijde als het LNG Schip Op Tijd is aangekomen overeenkomstig AC 3.1.4.3.4, behalve als het LNG Schip vóór zijn Venster aankwam, dan begint de Effectieve Aanlegperiode bij het eerste Getijde van het Venster. De Effectieve Aanlegperiode blijft lopen tot de los/laadarmen en de retourlijnen losgekoppeld zijn en het LNG Schip toestemming heeft gekregen om te vertrekken en in staat is om te vertrekken. 3.1.4.5.2 De Terminal Operator heeft het recht om aan de Bevrachter of Overslagbevrachter te vragen om het LNG Dok vrij te maken voordat de Toegelaten Aanlegperiode is verstreken: a) onmiddellijk bij een Noodgeval; of b) indien noodzakelijk voor operationele redenen in de LNG Terminal onmiddellijk na voltooiing van de Overdracht en, indien van toepassing, na voltooiing van elke bunkeroperaties, steeds in de veronderstelling dat het veilig is voor de kapitein van het LNG Schip om te vertrekken. 3.1.4.5.3 De kapitein van het LNG Schip heeft het recht om de aanlegplaats onmiddellijk te verlaten bij een Noodgeval op ieder moment van de Overdracht of de bunkeroperatie. De Terminal Operator zal hiervoor, op verzoek van de kapitein van het LNG Schip, alle nodige maatregelen treffen die binnen zijn controle vallen, om een veilig vertrek vanaf de aanlegplaats toe te laten. 3.1.4.5.4 De Terminal Operator werkt met de kapitein van het LNG Schip samen om een continue en efficiënte Overdracht te verzekeren. De Terminal Operator voorziet een veilige aanlegplaats, conform Hoofdstuk 3.7, zodat het LNG Schip prompt kan aanleggen in de LNG Terminal en exploiteert de LNG Terminal zo dat de Overdracht zo snel als redelijkerwijs mogelijk is, kan worden uitgevoerd. De Bevrachter of Overslagbevrachter laat het LNG Schip zo veilig en zo vlot mogelijk aanleggen in samenwerking met de Terminal Operator. De Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator werken samen om de Overdracht te starten of te laten starten na de voltooiing van het aanleggen en om de Transfer te voltooien of te laten voltooien op een zo veilige en vlotte manier als redelijkerwijs mogelijk. De Bevrachter of Overslagbevrachter laat het LNG Schip zo veilig en zo vlot als redelijkerwijs mogelijk vertrekken vanaf zijn aanlegplaats na de voltooiing van de Overdracht in samenwerking met de Terminal Operator. 3.1.4.5.5 Indien er een vertraging plaatsvindt of wordt verwacht bij de aanlegvolgorde van een LNG Schip in de Haven bij de voorbereiding van het aanleggen, het aanleggen, de Overdracht en het vertrek van de aanlegplaats, dan bespreken de Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator dit te goeder trouw en treffen ze alle redelijke maatregelen om dergelijke vertraging zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen en werken ze met elkaar samen om de nodige tegenmaatregelen te treffen (in overeenstemming met hun respectieve verplichtingen hieronder) om een vergelijkbare vertraging in de toekomst zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen.

Appears in 1 contract

Samples: LNG Toegangsreglement

Aanlegperiode. 3.1.4.5.1 De volgende Toegelaten Aanlegperiodes gelden in de Haven: a) Voor het lossen van LNG Schepen gekoppeld aan een Aanmeerrecht: vierentwintig (24) uur, behalve voor het lossen van een volledig geladen Q- Flex LNG Schip, waarvoor de periode dertig (30) uur bedraagt, en voor het lossen van een volledig geladen Q-Max LNG Schip, waarvoor de periode vierendertig (34) uur bedraagt; b) Voor de LNG Schepen die een los- of laadoperatie uitvoeren in het kader van een Overslagaanmeerrecht en voor een hoeveelheid van maximaal 180.000 Kubieke Meter LNG: a. Voor de losoperatie: een periode van zesentwintig (26) uur; b. Voor de laadoperatie: een periode van tweeëndertig (32) uur; c) Voor de overdrachtoperatie in het kader van een Schip-tot-Schip Overslag, en voor een hoeveelheid van maximaal 180.000 Kubieke Meter LNG, wordt de Toegestane Aanlegperiode van het ene LNG Schip zesentwintig (26) uur en voor het andere LNG Schip tweeëndertig (32) uur (gedefinieerd als van het moment waar beide LNG Schepen aan de kade aangemeerd zijn (all fast)); d) Voor voor de ontvangst van LNG Herleveringsdiensten door een LNG Schip, zal de periode van de Toegelaten Aanlegperiode de kleinste waarde zijn van: (i) Tien tien (10) uur plus het vereiste aantal uren voor Vergassingsdiensten, indien van toepassing, plus het vereiste aantal uren voor Afkoeldiensten, indien van toepassing, plus de tijd die wordt verkregen door het Genomineerde Volume LNG te delen door het dan toepasselijke LaaddebietLaadvolume, indien van toepassing; en (ii) De de tijd die nodig is om de Herleveringsdiensten te voltooien, zoals die redelijkerwijs werd bepaald door de Terminal Operator en aan de Bevrachter werd gemeld vóór het begin van dergelijke activiteit, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen ten gevolge van de RBS. e) Voor de ontvangst van LNG Leveringsdiensten van een LNG Schip, zal de periode van de Toegelaten Aanlegperiode de kleinste waarde zijn van: (i) Tien (10) uur plus de tijd die wordt verkregen door het Genomineerde LNG Cargo te delen door het dan toepasselijke Losdebiet, indien van toepassing; en (ii) De tijd die nodig is om de LNG Leveringsdiensten te voltooien, zoals die redelijkerwijs werd bepaald door de Terminal Operator en aan de Bevrachter werd gemeld vóór het begin van dergelijke activiteit, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen ten gevolge van de RBS. De Toegelaten Aanlegperiode wordt met iedere periode van vertraging uitgebreid ten gevolge van: (i) redenen die kunnen worden toegeschreven aan de Havenautoriteit, sleep- sleep-, loods- of aanmeerdiensten in de Haven, naargelang het geval, indien de oorzaak van deze vertraging binnen de redelijke controle valt van de Terminal Operator of de Bevrachter, naargelang het geval; (ii) elke periode tijdens dewelke de Overdracht wordt vertraagd of voorkomen ten gevolge van Overmacht; (iii) Ongunstige Weersomstandigheden in de Haven. De Effectieve Aanlegperiode voor de Overdracht begint op een van de volgende tijdstippen (telkens het vroegste tijdstip): (i) het LNG Schip aan de kade aangemeerd is (all fast), behalve als het LNG Schip tijdens de Overdracht werd vertraagd overeenkomstig AC 3.1.4.4.3. In dat geval begint de Effectieve Aanlegperiode bij het begin van de Overdracht (dat voor alle duidelijkheid niet later is dan het Hoog Getijde van het Geplande Slot of het Geplande Aanmeerrecht, het Getijde van het Geplande Aanvullende Aanmeerrecht of respectievelijk het Laag Getijde van het Geplande Overslagaanmeerrecht); of (ii) bijkomend voor het lossen van LNG Schepen, het volgende Getijde als het LNG Schip Op Tijd is aangekomen overeenkomstig AC 3.1.4.3.4, behalve als het LNG Schip vóór zijn Venster aankwam, dan begint de Effectieve Aanlegperiode bij het eerste Getijde van het Venster. De Effectieve Aanlegperiode blijft lopen tot de los/laadarmen en de retourlijnen losgekoppeld zijn en het LNG Schip toestemming heeft gekregen om te vertrekken en in staat is om te vertrekken. 3.1.4.5.2 De Terminal Operator heeft het recht om aan de Bevrachter of Overslagbevrachter te vragen om het LNG Dok vrij te maken voordat de Toegelaten Aanlegperiode is verstreken: a) onmiddellijk bij een Noodgeval; of b) indien noodzakelijk voor operationele redenen in de LNG Terminal onmiddellijk na voltooiing van de Overdracht en, indien van toepassing, na voltooiing van elke bunkeroperaties, steeds in de veronderstelling dat het veilig is voor de kapitein van het LNG Schip om te vertrekken. 3.1.4.5.3 De kapitein van het LNG Schip heeft het recht om de aanlegplaats onmiddellijk te verlaten bij een Noodgeval op ieder moment van de Overdracht of de bunkeroperatie. De Terminal Operator zal hiervoor, op verzoek van de kapitein van het LNG Schip, alle nodige maatregelen treffen die binnen zijn controle vallen, om een veilig vertrek vanaf de aanlegplaats toe te laten. 3.1.4.5.4 De Terminal Operator werkt met de kapitein van het LNG Schip samen om een continue en efficiënte Overdracht te verzekeren. De Terminal Operator voorziet een veilige aanlegplaats, conform Hoofdstuk 3.7, zodat het LNG Schip prompt kan aanleggen in de LNG Terminal en exploiteert de LNG Terminal zo dat de Overdracht zo snel als redelijkerwijs mogelijk is, kan worden uitgevoerd. De Bevrachter of Overslagbevrachter laat het LNG Schip zo veilig en zo vlot mogelijk aanleggen in samenwerking met de Terminal Operator. De Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator werken samen om de Overdracht te starten of te laten starten na de voltooiing van het aanleggen en om de Transfer te voltooien of te laten voltooien op een zo veilige en vlotte manier als redelijkerwijs mogelijk. De Bevrachter of Overslagbevrachter laat het LNG Schip zo veilig en zo vlot als redelijkerwijs mogelijk vertrekken vanaf zijn aanlegplaats na de voltooiing van de Overdracht in samenwerking met de Terminal Operator. 3.1.4.5.5 Indien er een vertraging plaatsvindt of wordt verwacht bij de aanlegvolgorde van een LNG Schip in de Haven bij de voorbereiding van het aanleggen, het aanleggen, de Overdracht en het vertrek van de aanlegplaats, dan bespreken de Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator dit te goeder trouw en treffen ze alle redelijke maatregelen om dergelijke vertraging zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen en werken ze met elkaar samen om de nodige tegenmaatregelen te treffen (in overeenstemming met hun respectieve verplichtingen hieronder) om een vergelijkbare vertraging in de toekomst zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen.

Appears in 1 contract

Samples: LNG Toegangsreglement