Afkoop van kleine pensioenen en pensioenaanspraken. 1. Als bij ingang van het pensioen (pensionering) het ouderdomspensioen lager is dan de wettelijke grens die daarvoor op dat moment geldt, heeft het pensioenfonds het recht om de pensioenaanspraken af te kopen. Het pensioenfonds heeft dat recht, indien de gepensioneerde met de afkoop instemt. De afkoopwaarde wordt uitgekeerd aan de gewezen deelnemer. 2. Bij beëindiging van de partnerrelatie heeft het pensioenfonds een recht tot afkoop van de aanspraken op partnerpensioen als het partnerpensioen dan lager blijkt te zijn dan de wettelijke grens. De afkoopwaarde wordt dan uitgekeerd aan de gewezen partner. 3. Als bij overlijden van een (gewezen) deelnemer het partnerpensioen en/of het wezenpensioen lager blijken te zijn dan de wettelijke grens, heeft het pensioenfonds een recht tot afkoop van deze pensioenen. De afkoopwaarde wordt dan uitgekeerd aan de partner en de wees. 4. Bij een afkoop past het pensioenfonds afkoopfactoren toe. Deze afkoopfactoren zijn vermeld in bijlage 12 bij dit pensioenreglement. De afkoopfactoren kunnen jaarlijks per 1 januari (per kalenderjaar), door het bestuur van het fonds, gehoord een actuaris, worden aangepast. De afkoopfactoren zoals geldend op de afkoopdatum zijn bepalend voor de vaststelling van de afkoopsom. 5. Indien bij beëindiging van het deelnemerschap op of na 1 januari 2019 het jaarlijks ouderdomspensioen € 2,- of minder bedraagt, vervallen de pensioenaanspraken op dat moment aan het pensioenfonds, tenzij de deelnemer verhuist naar een staat die deel uit maakt van de Europese Unie of die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte en hij het pensioenfonds daarvan bij de beëindiging op de hoogte heeft gesteld. 6. Na opname in de pensioenregeling is het pensioenfonds verplicht de ontvangen waarde van kleine pensioenen uit een vorig dienstverband aan te wenden ter verwerving van pensioenaanspraken voor de deelnemer. Aan de hand van de beschikbare overdrachtswaarde bepaalt het pensioenfonds de extra aanspraken op ouderdoms-, levenslang partner- en wezenpensioen. De extra aanspraken worden vervolgens op dezelfde manier behandeld als aanspraken die in deze pensioenregeling zijn opgebouwd. 7. Indien na beëindiging van het deelnemerschap op of na 1 januari 2018 het ouderdomspensioen minder bedraagt dan het bedrag dat de Pensioenwet noemt voor afkoop van pensioen, draagt het pensioenfonds de waarde van de pensioenaanspraken niet automatisch over naar de pensioenuitvoerder waar de gewezen deelnemer pensioen opbouwt. De deelnemer moet hier zelf om verzoeken. 8. Indien het deelnemerschap voor 1 januari 2018 is beëindigd en daarna het ouderdomspensioen minder bedraagt dan het bedrag dat de Pensioenwet noemt voor de afkoop van pensioenen, draagt het pensioenfonds de waarde van de pensioenaanspraken niet over naar de pensioenuitvoerder waar de gewezen deelnemer pensioen opbouwt. 9. Indien het deelnemerschap voor 1 januari 2019 is beëindigd en daarna het ouderdomspensioen minder bedraagt dan € 2,- of minder, vervallen de pensioenaanspraken aan het pensioenfonds. 10. De in de voorgaande leden bedoelde wettelijke grens voor afkoop van klein pensioen wordt jaarlijks per 1 januari krachtens de Pensioenwet vastgesteld en is opgenomen in bijlage 3 bij dit pensioenreglement.
Appears in 3 contracts
Samples: Pension Regulations, Pension Regulations, Pension Regulations
Afkoop van kleine pensioenen en pensioenaanspraken. 1. Als bij ingang van het pensioen (pensionering) het aan te kopen ouderdomspensioen lager is dan de wettelijke grens die daarvoor op dat moment geldt, heeft het pensioenfonds het recht om de pensioenaanspraken af te kopen. Het pensioenfonds heeft dat recht, indien de gepensioneerde met de afkoop instemt. De afkoopwaarde wordt onder het verrichten van de wettelijke inhoudingen uitgekeerd aan de gewezen deelnemer.
2. Bij beëindiging van de partnerrelatie heeft het pensioenfonds een recht tot afkoop van de aanspraken op partnerpensioen als het aan te kopen partnerpensioen dan lager blijkt te zijn dan de wettelijke grens. De afkoopwaarde wordt dan onder het verrichten van de wettelijke inhoudingen uitgekeerd aan de gewezen partner.
3. Als bij overlijden van een (gewezen) deelnemer het (aan te kopen) partnerpensioen en/of het (aan te kopen) wezenpensioen lager blijken te zijn dan de wettelijke grens, heeft het pensioenfonds een recht tot afkoop van deze pensioenen. De afkoopwaarde wordt dan uitgekeerd aan de partner en de weeswees onder het verrichten van de wettelijke inhoudingen.
4. Bij een afkoop past het pensioenfonds afkoopfactoren toe. Deze afkoopfactoren zijn vermeld in bijlage 12 bij dit pensioenreglement. De afkoopfactoren kunnen jaarlijks per 1 januari (per kalenderjaar), door het bestuur van het fondspensioenfonds, gehoord een actuaris, worden aangepast. De afkoopfactoren zoals geldend op de afkoopdatum zijn bepalend voor de vaststelling van de afkoopsom.
5. Indien bij beëindiging van het deelnemerschap op of na 1 januari 2019 het jaarlijks ouderdomspensioen € 2,- of minder bedraagt, vervallen de pensioenaanspraken op dat moment aan het pensioenfonds, tenzij de deelnemer verhuist naar een staat die deel uit maakt van de Europese Unie of die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte en hij het pensioenfonds daarvan bij de beëindiging op de hoogte heeft gesteld.
6. Na opname in de pensioenregeling is het pensioenfonds verplicht de ontvangen waarde van kleine pensioenen uit een vorig dienstverband aan te wenden ter verwerving van pensioenaanspraken voor de deelnemer. Aan de hand van de beschikbare overdrachtswaarde bepaalt het pensioenfonds de extra aanspraken op ouderdoms-, levenslang partner- en wezenpensioen. De extra aanspraken worden vervolgens op dezelfde manier behandeld als aanspraken die in deze pensioenregeling zijn opgebouwd.
7. Indien na beëindiging van het deelnemerschap op of na 1 januari 2018 het ouderdomspensioen minder bedraagt dan het bedrag dat de Pensioenwet noemt voor afkoop van pensioen, draagt het pensioenfonds de waarde van de pensioenaanspraken niet automatisch over naar de pensioenuitvoerder waar de gewezen deelnemer pensioen opbouwt. De deelnemer moet hier zelf om verzoeken.
8. Indien het deelnemerschap voor 1 januari 2018 is beëindigd en daarna het ouderdomspensioen minder bedraagt dan het bedrag dat de Pensioenwet noemt voor de afkoop van pensioenen, draagt het pensioenfonds de waarde van de pensioenaanspraken niet over naar de pensioenuitvoerder waar de gewezen deelnemer pensioen opbouwt.
9. Indien het deelnemerschap voor 1 januari 2019 is beëindigd en daarna het ouderdomspensioen minder bedraagt dan € 2,- of minder, vervallen de pensioenaanspraken aan het pensioenfonds.
10. De in de voorgaande leden bedoelde wettelijke grens voor afkoop van klein pensioen wordt jaarlijks per 1 januari krachtens de Pensioenwet vastgesteld en is opgenomen in bijlage 3 2 bij dit pensioenreglement.
Appears in 1 contract
Samples: Pension Regulations