Aftrek overige financiële verplichtingen. Overige financiële verplichtingen dienen in alle gevallen, ook al vindt de eerste betaling niet gelijk plaats met het aangaan van de hypotheek, in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast. Met financiële verplichtingen worden alle leningen bedoeld. Dus niet alleen de xxxxxxxx die bekend zijn bij het BKR maar ook alle andere leningen, zoals xxxxxxxx voor een boot, een lening van ouders en/of studiefinanciering alsmede de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning. In de toetsing dient standaard rekening te worden gehouden met een maandlast van 2% van het kredietbedrag tenzij uit de kredietovereenkomst blijkt dat sprake is van een lagere maandlast. Hierbij geldt wel dat deze lagere maandlast tijdens de looptijd niet kan wijzigen. Voor studieschulden, hieronder valt ook het levenlanglerenkrediet, gelden twee verschillende wegingsfactoren: De wegingsfactor van studieschulden onder het oude leenstelsel is 0,75% van de oorspronkelijke studieschuld. De wegingsfactor van studieschulden onder het nieuwe leenstelsel is verlaagd van 0,75% naar 0,45% van de oorspronkelijke studieschuld Onder welke regeling de studieschuld valt en derhalve welk percentage dient te worden gehanteerd, dient te blijken uit de correspondentie van DUO. Voor beide regelingen geldt dat indien tussentijds een extra aflossing op de studieschuld heeft plaatsgevonden, rekening mag worden gehouden met 0,75% c.q. 0,45% van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossing. Deze extra aflossing dient te blijken uit de correspondentie van DUO. Voor de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning geldt dat rekening mag worden gehouden met de netto betalingsverplichting. Indien de aanvrager verplicht is het krediet uiterlijk op de datum van het passeren van de lening af te lossen, dient de aflossing te geschieden uit eigen middelen die aantoonbaar aanwezig zijn. Dit kan worden aangetoond aan de hand van afschriften van een spaarrekening op naam van de aanvrager(s).
Appears in 3 contracts
Samples: Borgtocht, Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht en Normen 2019 1, Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht en Normen 2018 1
Aftrek overige financiële verplichtingen. Overige financiële verplichtingen dienen in alle gevallen, ook al vindt de eerste betaling niet gelijk plaats met het aangaan van de hypotheek, in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast. Met financiële verplichtingen worden alle leningen bedoeld. Dus niet alleen de xxxxxxxx leningen die bekend zijn bij het BKR maar ook alle andere leningen, zoals xxxxxxxx leningen voor een boot, een leasecontract voor een auto, een lening van ouders en/of studiefinanciering alsmede de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning. In de toetsing dient standaard rekening te worden gehouden met een maandlast van 2% van het kredietbedrag tenzij uit de kredietovereenkomst blijkt dat sprake is van een lagere maandlast. Hierbij geldt wel dat deze lagere maandlast tijdens de looptijd niet kan wijzigen. Voor auto leasecontracten geldt dat de financiële verplichting in de toetsing moet worden meegenomen. Voor studieschulden, hieronder valt ook het levenlanglerenkrediet, gelden twee verschillende wegingsfactoren: De wegingsfactor van studieschulden onder het oude leenstelsel is 0,75% van de oorspronkelijke studieschuld. De wegingsfactor van studieschulden onder het nieuwe leenstelsel is verlaagd van 0,75% naar 0,45% van de oorspronkelijke studieschuld Onder welke regeling de studieschuld valt en derhalve welk percentage dient te worden gehanteerd, dient te blijken uit de correspondentie van DUO. Voor beide regelingen geldt dat indien tussentijds een extra aflossing op de studieschuld heeft plaatsgevonden, rekening mag worden gehouden met 0,75% c.q. 0,45% van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossing. Deze extra aflossing dient te blijken uit de correspondentie van DUO. In het geval dat de klant nog geen afgesproken aflossingen verricht of nog aan het studeren is en een studieschuld opbouwt, dient er een reële inschatting gemaakt te worden van wat de schuld zal zijn op het moment van aflossen. Voor de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning geldt dat rekening mag worden gehouden met de netto betalingsverplichting. Indien de aanvrager verplicht is het krediet uiterlijk op de datum van het passeren van de lening af te lossen, dient de aflossing te geschieden uit eigen middelen die aantoonbaar aanwezig zijn. Dit kan bijvoorbeeld worden aangetoond aan de hand van afschriften van een spaarrekening op naam van de aanvrager(s)) of met gelden uit een overbruggingslening. Zakelijke verplichtingen mogen buiten beschouwing worden gelaten, indien deze zijn opgenomen in de Inkomensverklaring Ondernemer.
Appears in 2 contracts
Aftrek overige financiële verplichtingen. Overige financiële verplichtingen dienen in alle gevallen, ook al vindt de eerste betaling niet gelijk plaats met het aangaan van de hypotheek, in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast. Met financiële verplichtingen worden alle leningen bedoeld. Dus niet alleen de xxxxxxxx die bekend zijn bij het BKR maar ook alle andere leningen, zoals xxxxxxxx voor een boot, een lening van ouders en/of studiefinanciering alsmede de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning. In de toetsing dient standaard rekening te worden gehouden met een maandlast van 2% van het kredietbedrag tenzij uit de kredietovereenkomst blijkt dat sprake is van een lagere maandlast. Hierbij geldt wel dat deze lagere maandlast tijdens de looptijd niet kan wijzigenwijz igen. Voor studieschulden, hieronder valt ook het levenlanglerenkrediet, gelden twee verschillende wegingsfactoren: De wegingsfactor van studieschulden onder het oude leenstelsel is 0,75% van de oorspronkelijke studieschuld. De wegingsfactor van studieschulden onder het nieuwe leenstelsel is verlaagd van 0,75% naar 0,45% van de oorspronkelijke studieschuld Onder welke regeling de studieschuld valt en derhalve welk percentage dient te worden gehanteerd, dient te blijken uit de correspondentie van DUO. Voor beide regelingen geldt dat indien tussentijds een extra aflossing op de studieschuld heeft plaatsgevonden, rekening mag worden gehouden met 0,75% c.q. 0,45% van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossing. Deze extra aflossing dient te blijken uit de correspondentie van DUO. Voor de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning geldt dat rekening mag worden gehouden met de netto betalingsverplichting. Indien de aanvrager verplicht is het krediet uiterlijk op de datum van het passeren van de lening af te lossen, dient de aflossing te geschieden uit eigen middelen die aantoonbaar aanwezig zijn. Dit kan worden aangetoond aan de hand van afschriften van een spaarrekening op naam van de aanvrager(s).
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht en Normen 2018 2