Aftrek overige financiële verplichtingen. Overige financiële verplichtingen dienen in alle gevallen, ook al vindt de eerste betaling niet gelijk plaats met het aangaan van de hypotheek, in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast. Met financiële verplichtingen worden alle leningen bedoeld. Dus niet alleen de leningen die bekend zijn bij het BKR maar ook alle andere leningen, zoals leningen voor een boot, een leasecontract voor een auto, een lening van ouders en/of studiefinanciering alsmede de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning. In de toetsing dient standaard rekening te worden gehouden met een maandlast van 2% van het kredietbedrag tenzij uit de kredietovereenkomst blijkt dat sprake is van een vaste maandlast. Als deze vaste maandlast tijdens de looptijd niet kan wijzigen, dient minimaal met de werkelijke last rekening gehouden te worden. Voor auto leasecontracten geldt dat de financiële verplichting in de toetsing moet worden meegenomen. Voor studieschulden, hieronder valt ook het levenlanglerenkrediet, gelden twee verschillende wegingsfactoren: de wegingsfactor van studieschulden onder het oude en de wegingsfactor van studieschulden onder het nieuwe leenstelsel. Onder welke regeling de studieschuld valt, dient te blijken uit de correspondentie van DUO. In het geval dat de aanvrager nog geen afgesproken aflossingen verricht of nog aan het studeren is en een studieschuld opbouwt, dient er een reële inschatting gemaakt te worden van wat de schuld zal zijn op het moment dat de aanvrager begint met aflossen van de studieschuld. Voor beide leenstelsels geldt dat tussentijdse extra aflossingen in mindering mogen worden gebracht op het oorspronkelijke leningbedrag, mits het maandbedrag verlaagd is. Dit moet blijken uit correspondentie van DUO. De wegingsfactor wordt bepaald aan de hand van het rentepercentage zoals voor dat jaar vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hierbij is de datum van het bindend aanbod leidend. Indien op dat moment nog geen nieuw rentepercentage is vastgesteld, mag het rentepercentage van het voorafgaande jaar worden gebruikt. Voor de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning geldt dat rekening mag worden gehouden met de netto betalingsverplichting. Indien de aanvrager verplicht is het krediet uiterlijk op de datum van het passeren van de lening af te lossen, dient de aflossing te geschieden uit eigen middelen die aantoonbaar aanwezig zijn. Dit kan bijvoorbeeld worden aangetoond aan de hand van afschriften van een spaarrekening op naam van de aanvrager(s) of met gelden uit een overbruggingslening. Zakelijke verplichtingen mogen buiten beschouwing worden gelaten, indien deze zijn opgenomen in de Inkomensverklaring Ondernemer.
Appears in 3 contracts
Samples: Voorwaarden en Normen, Voorwaarden en Normen, Voorwaarden en Normen
Aftrek overige financiële verplichtingen. Overige financiële verplichtingen dienen in alle gevallen, ook al vindt de eerste betaling niet gelijk plaats met het aangaan van de hypotheek, in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast. Met financiële verplichtingen worden alle leningen bedoeld. Dus niet alleen de leningen die bekend zijn bij het BKR maar ook alle andere leningen, zoals leningen voor een boot, een leasecontract voor een auto, een lening van ouders en/of studiefinanciering alsmede de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning. In de toetsing dient standaard rekening te worden gehouden met een maandlast van 2% van het kredietbedrag tenzij uit de kredietovereenkomst blijkt dat sprake is van een vaste lagere maandlast. Als Hierbij geldt wel dat deze vaste lagere maandlast tijdens de looptijd niet kan wijzigen, dient minimaal met de werkelijke last rekening gehouden te worden. Voor auto leasecontracten geldt dat de financiële verplichting in de toetsing moet worden meegenomen. Voor studieschulden, hieronder valt ook het levenlanglerenkrediet, gelden twee verschillende wegingsfactoren: de wegingsfactor van studieschulden onder het oude en de wegingsfactor van studieschulden onder het nieuwe leenstelsel. Onder welke regeling de studieschuld valt, dient te blijken uit de correspondentie van DUO. In het geval dat de aanvrager nog geen afgesproken aflossingen verricht of nog aan het studeren is en een studieschuld opbouwt, dient er een reële inschatting gemaakt te worden van wat de schuld zal zijn op het moment dat de aanvrager begint met aflossen van de studieschuld. Voor beide leenstelsels geldt dat tussentijdse extra aflossingen in mindering mogen worden gebracht op het oorspronkelijke leningbedrag, mits het maandbedrag verlaagd is. Dit moet blijken uit correspondentie van DUO. De wegingsfactor wordt bepaald aan de hand van het rentepercentage zoals voor dat jaar vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hierbij is de datum van het bindend aanbod leidend. Indien op dat moment nog geen nieuw rentepercentage is vastgesteld, mag het rentepercentage van het voorafgaande jaar worden gebruikt. Voor de lening voor de restschuld van de verkoop van de woning geldt dat rekening mag worden gehouden met de netto betalingsverplichting. Indien de aanvrager verplicht is het krediet uiterlijk op de datum van het passeren van de lening af te lossen, dient de aflossing te geschieden uit eigen middelen die aantoonbaar aanwezig zijn. Dit kan bijvoorbeeld worden aangetoond aan de hand van afschriften van een spaarrekening op naam van de aanvrager(s) of met gelden uit een overbruggingslening. Zakelijke verplichtingen mogen buiten beschouwing worden gelaten, indien deze zijn opgenomen in de Inkomensverklaring Ondernemer.
Appears in 1 contract
Samples: Voorwaarden en Normen