ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. Art. C 21 van het typebestek 105 is van kracht.
ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. Art. C 13 van het typebestek 105 is van kracht.
ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. Artikel C 1 van TB 105 is van kracht. • De luchtverhitters moeten beantwoorden aan de emissienormen van VLAREM II geldig vanaf 1.1.1996 en KB van 11/03/88 en KB 18/03/97 (attest ter goedkeuring voorleggen aan de Bouwheer). • De uitrustingen beantwoorden aan de CE-voorschriften; PED-richtlijn inzake drukapparatuur (97/23EG); gastoestellenrichtlijn (90/396/EG); rendementsrichtlijn (92/42/EG) en EMC-richtlijn (73/23/EG).
ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. De Belgische norm NBN D 51-003 is van toepassing.
ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. 6 van TB 105 is van kracht.
ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. Art. C 7 van TB 105 is van kracht.
ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. Art. C 14 van het typebestek 105 is van kracht. Bijkomende bepalingen
a) Behoudens andersluidende specificaties worden alle inblaas- en afzuigkanalen vervaardigd in electro-verzinkt plaatstaal. Ze hebben een rechthoekige of ronde doorsnede en voldoen aan dichtheidsklasse B volgens TB 105. De extractie van de dampkappen wordt uitgevoerd uit roestvrij staal dikte 1,5 mm, met gelaste verbindingen (dichtheid tot 800°C). Op twee plaatsen (te bepalen door de Bouwheer) worden in de zijwanden hermetisch afsluitbare toezichtsdeuren 40 x 40 cm voorzien.
b) De op de plans aangeduide afmetingen van de kanalen zijn deze van hun nuttige doorsnede (zonder inachtname van de eventuele isolatie).
c) Alle aftakkingen op rechthoekige of ronde kanalen moeten aërodynamisch uitgevoerd worden, of voorzien zijn van airturns.
d) Alle bochten dienen zo uitgevoerd te worden dat de weerstandscoëfficiënt 0,3 niet overschreden wordt.
e) Alle aftakkingen die meer dan één blaasmond of afzuigmond voeden moeten voorzien worden met een debietregelklep voorzien van een uitwendige standaanduiding.
f) Indien dit nodig blijkt te zijn, dienen de aftakkingen voor de roosters in de sporthal voorzien te worden met een debietregelklep met een uitwendige standaanduiding.
g) Wanneer luchtkanalen een uitzettingsvoeg voorbij gaan zullen ze voorzien worden van een elastische mof.
h) Alle steun- en ophangstukken zijn zonder uitzondering uitgevoerd in gegalvaniseerd of gemetalliseerd staal en voorzien van geluidsdempende rubberinlegstroken, passend bij de ophangrails.
i) Elastische materialen worden geplaatst tussen bevestigingen, kanalen en gebouw, teneinde het overplanten van trillingen te verhinderen.
j) Bij doorgang van luchtkanalen in muren moeten ze omwonden worden met een PVC-folie, behalve doorheen wanden met brandweerstand, waar moet voldaan worden aan art. C 24 van onderhavig bestek.
k) De luchtkanalen mogen in geen geval vervormen of hun dichtheid verliezen bij het starten of tijdens de normale werking der ventilatoren. In normale dienst mag er geen enkel gefluit hoorbaar zijn te wijten aan luchtlekken.
l) De zichtbare luchtleidingen dienen een esthetisch verantwoord tracé te volgen.
m) Bevestigingsmiddelen voor ophanging en ondersteuning kanalen moeten voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd worden.
ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. De proeven voor het bepalen van de klasse van een filter G of F worden uitgevoerd volgens de norm NBN EN 779. • Voor de filters van de groepen G en F dient de aannemer het proces-verbaal in van de proef volgens NBN EN 779 op een filter die identiek is aan de door hem voorgestelde filter. Dit proces- verbaal moet de klasse van de beproefde filter vermelden. • Het aanvangsdrukverlies Δpi en het einddrukverlies Δpf van de filter mogen de waarden opgegeven in de volgende tabel, niet overschrijden: Klasse van de filter Maximaal aanvangsdrukverlies bij gebruiksdebiet Δpi, max (Pa) Maximaal einddrukverlies bij gebruiksdebiet Δpf, max (Pa) G1, G2 40 Δpi + 100 Pa G3, G4 50 Δpi + 100 Pa
ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. Art. C 22 van het typebestek 105 is van kracht. Het geheel van de elektrische uitrustingen moeten voldoen aan de voorschriften van A.R.A.B., A.R.E.I. en TB 400.
ALGEMENE TECHNISCHE SPECIFICATIES. Art. C 24 van het typebestek 105 is van kracht. Bijkomende bepalingen Aangevuld door de hiernavolgende bepalingen zijn op onderhavige inrichtingen volgende voorschriften van toepassing: XXX X00-000 en XXX X00-000 - Brandbeveiliging in gebouwen (middelhoge gebouwen). XXX X00-000 - Reactie bij brand van de materialen NBN 713.020 en addendum betreffende de proefmethode op de brandweerstand van de aangewende materialen NBN B61-001 - Stookplaatsen NBN S21-207 - Thermische en aerolische uitrusting Opmerking: Het brandmeld- en detectiesysteem behoort tot het deel elektriciteit.