Bemesting - Algemeen Voorbeeldclausules

Bemesting - Algemeen. Een van de voornaamste doelstellingen van biodynamische landbouw is het tot leven brengen van de bodem. Dit betekent het onderhouden en verhogen van de natuurlijke vruchtbaarheid van de bodem door gepaste maatregelen in teelt, veehouderij en bemesting. Het hoofddoel van bemesting is om humus op te bouwen en daarbij bodemvruchtbaarheid te verhogen, waardoor planten worden gevoed. Niet om de plant direct te bemesten. Om deze redenen zijn de mest(stoffen) en compost van het eigen boerenbedrijf van groot belang in biodynamische landbouw. De opslag van alle meststoffen moet op een adequate manier gebeuren, zodat verlies van voedingsstof- fen wordt geminimaliseerd en zodat ongecontroleerde verspreiding in de directe omgeving van de opslag wordt voorkomen. De basis van bemesting voor alle typen boerenbedrijven is compost en vaste mest, geprepareerd met de compostpreparaten. Op extensief beheerde weiden kan Stichting Demeter een bemestingsregime goed- keuren zonder compost, als de compostpreparaten jaarlijks al het land door middel van alternatieve pro- cessen bereiken (bijv. door het koevlatten preparaat). Voor details zie paragraaf 6.2. Biodynamische pre- paraten. De volgende paragrafen behandelen de minimale bemestingsvoorwaarden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende typen boerenbedrijven: • Tuinderijen/tuinbouw. • Meerjarige gewassen/boomgaarden. • Akkerbouw incl. groenteteelt. En de verschillende typen bemesting: • Boerderijmest (zoals vaste mest, compost, vloeibare meststoffen van planten - zie bijlage 4/1.). • Geimporteerde boerderijmest (zoals stalmest, maar ingebracht van andere biodynamische, biologi- sche of niet-biologische boerenbedrijven - zie bijlage 4/1. en 2.). • Gerecylclede mest (zoals gecomposteerd gemeentelijk groenafval of substraat van biogas extractie - zie bijlage 4/1. en 2.). • Commerciële meststoffen (organisch en mineraal - zie bijlage 4/2. en 3.). Hieronder volgen de internationale minimum voorwaarden. Nationale certificeringskantoren worden aangemoedigd om aanvullende voorwaarden te ontwikkelen die rekening houden met regionale omstan- digheden, traditionele landbouwmethodes en -systemen.