Berekening van de vergoeding A. Bij een gedeeltelijk schadegeval vergoeden wij de volgende herstellingskosten: 1. de kosten voor het opsporen van de oorzaak van het schadegeval; 2. de loon- en verplaatsingskosten m.b.t. het demonteren, herstellen en opnieuw monteren; 3. de kosten van de gebruikte materialen en vervangingsstukken, alsook de kosten voor het vervoer ervan. 1. voor het informatica- en kantoormaterieel: de factuur van de herstelling; 2. voor elk ander verzekerde materieel: de factuur van de herstelling zonder toepassing van de slijtage behalve op de regelmatig te vervangen elementen waarvoor wij een forfaitaire slijtage van 50 % toepassen. B. Bij een volledig schadegeval vergoeden wij het beschadigde verzekerde materieel: 1. voor het informatica- en kantoormaterieel: wij vergoeden u in nieuwwaarde zonder de kost te overschrijden van vergelijkbaar nieuw materieel, met hetzelfde vermogen en dezelfde prestaties of, bij gebrek, indien het materieel niet meer beschikbaar is op de markt, het model van hetzelfde type dat dit onmiddellijkvervangt. 2. voor elk ander verzekerde materieel: wij vergoeden u in werkelijke waarde na aftrek van de waarde van de brokstukken en van de nog bruikbare stukken. C. Indien u beslist het beschadigde materieel niet te vervangen of niet te laten herstellen, vergoeden wij u voor: 1. het informatica- en kantoormaterieel: in nieuwwaarde met toepassing van een forfaitaire slijtage van 10 % per jaar te rekenen vanaf de aankoopdatum; 2. elk ander verzekerde materieel: in werkelijke waarde na aftrek van de waarde van de brokstukken en van de nog bruikbare stukken. D. Wij vergoeden de btw in de mate dat deze inbegrepen is in de aangegeven waarde en voor zover deze niet fiscaal recupereerbaar of aftrekbaar is. De vergoeding mag in geen geval de aangegeven waarde voor het verzekerde materieel overschrijden; E. In geval van onderverzekering van meer dan 10 %, passen wij de evenredigheidsregel toe. F. Wij dragen ook de reddingskosten; deze kosten zijn beperkt tot de aangegeven waarde met een maximum van 28.498.386,00 EUR. G. Indien een stuk of elk deel van het beschadigde materieel niet meer kan worden vervangen omdat het verzekerde materieel niet meer gemaakt wordt of de vervangingsstukken niet meer beschikbaar zijn op de markt, zijn wij enkel gehouden tot het bedrag, bij monde van de deskundige, van de kosten voor de vervanging of voor de herstelling van het stuk of het deel van het beschadigde verzekerde materieel. H. Het beschadigde verzekerde materieel wordt beschouwd als hersteld in zijn werkingstoestand van vóór het schadegeval wanneer het weer in gebruik gebracht wordt. Op dat ogenblik houden onze verplichtingen voor dat schadegeval op. I. Onder voorbehoud van artikel 6 B, heeft de verzekerde in geen geval het recht het beschadigde verzekerde materieel aan ons over te laten.
Einde van de vergoeding 7.1 Wanneer heeft u geen recht (meer) op een vergoeding? 7.2 Wat zijn de gevolgen voor uw vergoeding als de Verzuimverzekering wordt beëindigd?
Hoe wordt uw recht op een vergoeding vastgesteld? Uw bedrijfsarts beoordeelt of de verzekerde arbeidsongeschikt is en in hoeverre de verzekerde beperkt is in het verrichten van zijn werkzaamheden. Met de gegevens van de bedrijfsarts bepalen we of er recht op een vergoeding bestaat en wat de hoogte en duur hiervan is. Daarnaast beoordelen we of u en de verzekerde aan de polisvoorwaarden voldoen.
Aanvaarding van de opdracht 1. Opdrachtgever dient het aanbod expliciet en schriftelijk te aanvaarden. Indien opdrachtgever dit nalaat, maar er desondanks mee instemt, of althans die indruk wekt, dat fotograaf werk verricht in het kader van de overeenkomst, dan wordt het aanbod als aanvaard beschouwd. 2. Fotograaf houdt zich het recht voor een opdracht te weigeren indien na aanvaarding nieuwe informatie beschikbaar komt die uitvoering voor fotograaf onaanvaardbaar maken. 3. Na aanvaarding kan de overeenkomst slechts met wederzijdse instemming worden gewijzigd. Fotograaf is in dat geval gerechtigd de voor de overeenkomst verschuldigde prijs aan te passen.
Omvang van de schadevergoeding 46.1 Wordt een inzittende gedood of gewond, dan zal bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding en van de rechthebbenden op vergoeding, het bepaalde in de artikelen 6:107 en 6:108 BW dienovereenkomstig van kracht zijn. 46.2 Indien een inzittende burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de onder deze dekking verzekerde schade, zal de betaling geschieden krachtens de dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen. 46.3 Op deze dekking kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de rechtstreeks bij het schadegeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nagelaten betrekkingen. 46.4 Geen aanspraak op vergoeding bestaat voorzover de inzittende recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of op schadevergoedingen of verstrekkingen uit andere hoofde. 46.5 Het niet dragen van in het motorrijtuig aanwezige autogordels kan eigen schuld aan de schade opleveren. Deze eigen schuld zal naar de maatstaven van het burgerlijk recht bij de vaststelling van de schade worden toegerekend. 46.6 Indien het totale bedrag van de door de inzittenden c.q. hun rechtverkrijgenden geleden schade hoger is dan het verzekerd bedrag, wordt dit bedrag naar evenredigheid van de door ieder van hen geleden schade uitgekeerd.
Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico a. Indien en voor zover, met inachtneming van de in de hiervóór vermelde begrippen ‘Terrorisme’, ‘Kwaadwillige besmetting’ en ‘Preventieve maatregelen’ gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met: • terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, • handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar ter zake van iedere bij haar ingediende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar ter zake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken verzekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzekeringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw gesteld op de krachtens de Wet op het financieel toezicht aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering. b. De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervóór genoemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Vorengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen. c. In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op: • xxxxxx aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan; • gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in het hiervóór vermelde begrip ‘In Nederland toegelaten verzekeraars’ tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen. Voor de toepassing van dit artikellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er ten minste één op het risicoadres is gelegen. Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
Aanvang van de verzekering De verzekerde risico’s zijn gedekt vanaf de ingangsdatum van de verzekering die op het polisblad staat vermeld, doch nooit eerder dan de datum waarop de eerste premie is voldaan.
Beëindiging van de verzekering De verzekering eindigt: 15.2.1 door schriftelijke opzegging van de overeenkomst door de verzekeringnemer: • bij een verzekering met een contractstermijn van één jaar: per het eind van de eerste contractstermijn. Hierbij geldt een opzegtermijn van een maand; • bij een verzekering met een contractstermijn van drie jaar: per het eind van de contractstermijn. Hierbij geldt een opzegtermijn van een maand; • na stilzwijgende verlenging op elk gewenst moment met een opzegtermijn van een maand; • binnen één maand na ontvangst van de schriftelijke mededeling van verzekeraar, houdende een wijziging van de premie en/of voorwaarden ten nadele van de verzekeringnemer en/of verzekerde. De verzekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de schriftelijke mededeling van verzekeraar ingaat, zij het niet eerder dan één maand na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling; • binnen twee maanden nadat verzekeraar tegenover de verzekeringnemer een beroep op de niet nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzeggingsbrief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief; • binnen één maand nadat een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsverplichting kan leiden, door de verzekerde aan verzekeraar is gemeld of nadat verzekeraar een uitkering krachtens de verzekering heeft gedaan dan wel heeft afgewezen. Opzegging is slechts mogelijk op gronden welke van dien aard zijn dat gebondenheid aan de overeenkomst niet meer van de opzeggende partij kan worden gevergd. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan een maand na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief; 15.2.2 door schriftelijke opzegging van de overeenkomst door verzekeraar: • bij een verzekering met een contractstermijn van één jaar: per het eind van de eerste contractstermijn. Hierbij geldt een opzegtermijn van twee maanden; • bij een verzekering met een contractstermijn van drie jaar: per het eind van de contractstermijn. Hierbij geldt een opzegtermijn van twee maanden; • na stilzwijgende verlenging aan het einde van de contractstermijn met een opzegtermijn van twee maanden; • indien de verzekerde naar aanleiding van een gemelde gebeurtenis heeft gehandeld met het opzet verzekeraar te misleiden. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum; • indien de verzekeringnemer de verschuldigde premie niet tijdig betaalt en de verzekeringnemer na het verstrijken van de premievervaldag door verzekeraar vruchteloos tot betaling van de premie is aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, maar niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief; • binnen twee maanden na de ontdekking dat verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet verzekeraar te misleiden dan wel verzekeraar de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum; • binnen één maand nadat een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsverplichting kan leiden, door de verzekerde aan verzekeraar is gemeld of nadat verzekeraar een uitkering krachtens de verzekering heeft gedaan dan wel heeft afgewezen. Opzegging is slechts mogelijk op gronden welke van dien aard zijn dat gebondenheid aan de overeenkomst niet meer van de opzeggende partij kan worden gevergd. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan een maand na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief; 15.2.3 van rechtswege: zodra de activiteiten van verzekeringnemer in de verzekerde hoedanigheid zijn beëindigd of met ingang van de datum waarop aan verzekeringnemer of verzekeraar (voorlopige) surséance van betaling wordt verleend, zijn faillissement wordt uitgesproken, of een verzoek tot wettelijke schuldsanering wordt ingediend. De verzekeringnemer, de verzekerde respectievelijk hun erfgenamen zijn gehouden de verzekeraar hiervan zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is in kennis te stellen. Wijziging van handelsnaam of rechtsvorm brengt geen wijziging in de rechten en plichten van partijen, evenmin het deelnemen in, het treden uit of het overdragen van aandelen in een vennootschap of gemeenschappelijk eigendom.
Duur en afsluiting van de opdracht 11.1 De duur van de opdracht hangt af van de soort dienstverlening en wordt zoveel mogelijk tevoren overeengekomen in de opdrachtbevestiging. In de opdrachtbevestiging wordt indien mogelijk een inschatting van de duur van de opdracht en van het aantal te houden sessies gegeven. 11.2 Na het verstrijken van de duur van de opdracht kan geen aanspraak meer gemaakt worden op niet of nog niet opgenomen onderdelen van de opdracht zoals coachingsuren en lesmateriaal in welke vorm dan ook.
Omvang van de verzekering 4.1 De verzekering omvat een of meer uitkeringen zoals aangegeven op de polis(bladen), indien het gedekte risico zich, waar ook ter wereld, voordoet. 4.2 De hoogte van de uitkering bij overlijden van de verzekerde wordt bepaald door het verzekerde kapitaal op de datum van overlijden. 4.3 Na overlijden van (één van) de verzekerde(n) wordt de overeenkomst beëindigd.