Betaling en bescherming bij insolventie Voorbeeldclausules

Betaling en bescherming bij insolventie. 2.1 De volgende bepalingen gelden in het algemeen voor het betalen van de reissom. Voor diensten die betaling in termijnen mogelijk maken (‚PayLater‘ van BillPay GmbH) gelden aanvullend onze bijzondere voorwaarden bij betaling in termijnen. Indien en voor zover de bijzondere voor- waarden bij betaling in termijnen wat betreft het betalen van de reissom strijdig zijn met bepalingen in de algemene voorwaarden, dan prevaleren bij diensten die betaling in termijnen mogelijk maken de bijzondere voorwaarden bij betaling in termijnen. De bijzondere voorwaarden bij betaling in termijnen vindt u hier (van deze diensten kunt u uitsluitend via deelnemende online-boekingsportalen gebruikmaken). 2.2 (Aan)betalingen op de reissom mogen voordat de reis beëindigd is uitsluitend worden gedaan tegen overhandiging van het garantiebewijs (Sicherungsschein) zoals bedoeld in § 651r lid 4 onder 1 BGB. Na het sluiten van de overeenkomst dient direct een aanbetaling op de reissom te worden gedaan. Indien alleen een hotel wordt geboekt, bedraagt deze 20 % van de reissom; bij vliegpakketreizen bedraagt deze vanwege de onder 5.3 beschreven bijzonderheden 30 % van de reissom. Bij het boeken van een losse vlucht is de reissom direct volledig verschuldigd. 2.3 Indien de reis niet langer duurt, het om een dagreis in de zin van § 651a lid 5 onder 2 BGB gaat, geen overnachting inbegrepen is en de reissom niet hoger is dan € 75,00, dan mag betaling van de volledige reissom ook zonder overhandiging van een garantiebewijs worden gevraagd. Het- zelfde geldt bij boeking van losse diensten zoals hotelovernachtingen of andere losse reisbouwstenen. 2.4 De touroperator behoudt zich het recht voor om de reisovereenkomst te ontbinden indien de aanbetaling of de restbetaling op de reissom ver- schuldigd is en de klant niet het volledige bedrag betaalt. Voorwaarde is daarbij dat de touroperator de klant na de vervaldatum van de betaling en voordat hij verklaart de overeenkomst te ontbinden nog eenmaal een redelijke termijn geeft en hem aanmaant om alsnog te betalen, waarbij hij hem op de gevolgen van niet-tijdige betaling wijst. In het geval dat de touroperator de overeenkomst ontbindt, zal hij de schade die hij hierdoor lijdt volgens de onder punt 5 van deze reisvoorwaarden aangegeven berekening bepalen en op de klant verhalen. 2.5 Indien de klant niet tijdig betaalt of er op een andere wijze voor verantwoordelijk is dat reisbescheiden, met name vliegtickets, op de luchthaven klaargelegd moeten worden...

Related to Betaling en bescherming bij insolventie

  • Insolventie van derden Indien de verzekerde wegens de insolventie van een geïdentificeerde aansprakelijke derde er niet in slaagt, zelfs niet door gedwongen uitvoering, de schadevergoeding te verkrijgen die hem/haar werd toegekend door een rechtbank op basis van een extracontractuele aansprakelijkheid, betalen wij deze vergoeding, die per schadegeval beperkt is tot het bedrag vermeld in de bijzondere voorwaarden. Indien u slachtoffer bent van een misdrijf tegen de openbare trouw, aanranding van de eerbaarheid, diefstal of afpersing, poging tot diefstal of afpersing, bedrog, poging tot bedrog, inbraak, agressie, gewelddaad of vandalisme, is er geen tussenkomst in insolventie. Wij zullen wel het nodige doen om uw dossier in te leiden en uw belangen te verdedigen bij het Fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.

  • Regeling bij vakantie en calamiteiten Patiënten kunnen tijdens mijn afwezigheid gedurende vakantie en ziekte terecht bij

  • Betaling en kosten 1. De aan het Bedrijf op grond van het Abonnement toekomende tarieven en bedragen dienen maandelijks middels automatische incasso te worden voldaan en worden op de 26e van de maand afgeschreven van de opgegeven bankrekening. Indien de bankrekening wijzigt dient de Klant dit meteen schriftelijk door te geven aan het Bedrijf. 2. De vergoedingen voor werkzaamheden buiten het kader van het Abonnement zullen apart in rekening worden gebracht door middel van een machtiging tot automatische incasso of een aparte nota. Indien de Klant niet instemt met automatische incasso ontvangt de Klant een factuur en worden extra administratiekosten in rekening gebracht. 3. De verplichting tot betaling van het Abonnement gaat in op de ingangsdatum van het Abonnement. 4. Een nota dient door de Klant te worden voldaan binnen 14 dagen na factuurdatum. 5. Bij niet tijdige of niet volledige betaling van de vergoedingen en/of facturen wordt door het Bedrijf een aanmaning verzonden waarin de Klant een termijn van14 dagen krijgt om alsnog te betalen. In de aanmaning wordt het bedrag aan incassokosten genoemd, dat na het verstrijken van de termijn in rekening wordt gebracht. De incassokosten bedragen 15 % met een minimum van € 40 over de eerste € 2500. Alsdan is de Klant de administratie- en incassokosten op grond van artikel 6:96 BW verschuldigd. Bij niet tijdige betaling is de Klant bovendien de van toepassing zijnde wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW verschuldigd. 6. Bij niet tijdige of niet volledige betaling van de vergoedingen en/of facturen schort het Bedrijf al zijn verplichtingen, voortvloeiende uit het Abonnement op, totdat alsnog door de Klant al hetgeen de Klant verschuldigd is, betaald is. 7. Het niet-gebruiken van het Toestel, alsmede het niet goed functioneren van het Toestel, levert geen redenen op voor staking dan wel opschorting van de betalingsverplichting. Onder niet-gebruiken wordt mede verstaan het niet kunnen gebruiken van het Toestel indien de elektriciteits-, water- en/of gaslevering, om wat voor reden dan ook, is onderbroken.

  • Betaling en incassokosten 1. Betaling dient steeds te geschieden binnen 14 dagen na factuurdatum, op een door Gebruiker aan te geven wijze in de valuta waarin is gefactureerd, tenzij schriftelijk anders door Xxxxxxxxx aangegeven. Gebruiker is gerechtigd om periodiek te factureren. 2. Indien de Opdrachtgever in gebreke blijft in de tijdige betaling van een factuur, dan is de Opdrachtgever van rechtswege in verzuim. De Opdrachtgever is alsdan een rente verschuldigd van 1% per maand, tenzij de wettelijke rente hoger is, in welk geval de wettelijke rente verschuldigd is. De rente over het opeisbare bedrag zal worden berekend vanaf het moment dat de Opdrachtgever in verzuim is tot het moment van voldoening van het volledig verschuldigde bedrag. 3. Gebruiker heeft het recht de door Opdrachtgever gedane betalingen te laten strekken in de eerste plaats in mindering van de kosten, vervolgens in mindering van de opengevallen rente en tenslotte in mindering van de hoofdsom en de lopende rente. Gebruiker kan, zonder daardoor in verzuim te komen, een aanbod tot betaling weigeren, indien de Opdrachtgever een andere volgorde voor de toerekening van de betaling aanwijst. Gebruiker kan volledige aflossing van de hoofdsom weigeren, indien daarbij niet eveneens de opengevallen en lopende rente en incassokosten worden voldaan. 4. De Opdrachtgever is nimmer gerechtigd tot verrekening van het door hem aan Gebruiker verschuldigde. Bezwaren tegen de hoogte van een factuur schorten de betalingsverplichting niet op. De Opdrachtgever die geen beroep toekomt op afdeling 6.5.3 (de artikelen 231 tot en met 247 boek 6 BW) is evenmin gerechtigd om de betaling van een factuur om een andere reden op te schorten. 5. Indien de Opdrachtgever in gebreke of in verzuim is in de (tijdige) nakoming van zijn verplichtingen, dan komen alle redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte voor rekening van de Opdrachtgever. De buitengerechtelijke kosten worden berekend op basis van hetgeen in de Nederlandse incassopraktijk gebruikelijk is, momenteel de berekeningsmethode volgens Rapport Voorwerk II. Indien Gebruiker echter hogere kosten ter incasso heeft gemaakt die redelijkerwijs noodzakelijk waren, komen de werkelijk gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking. De eventuele gemaakte gerechtelijke en executiekosten zullen eveneens op de Opdrachtgever worden verhaald. De Opdrachtgever is over de verschuldigde incassokosten eveneens rente verschuldigd.

  • Betaling en zekerheid 12.1 Betaling dient te geschieden binnen dertig (30) dagen na factuurdatum. Opdrachtnemer heeft echter te allen tijde het recht gehele of gedeeltelijke vooruitbetaling te vorderen en/of anderszins voor betaling zekerheid te verkrijgen. 12.2 Het recht van Opdrachtgever op verrekening of opschorting ter zake van aan Opdrachtnemer verschuldigde bedragen is uitgesloten. 12.3 Indien de factuur alleen betrekking heeft op gerealiseerde uren van de Opdrachtnemer medewerker kan met Opdrachtgever overeengekomen worden dat Opdrachtgever de betaling van de factuur gesplitst kan uitvoeren, namelijk dertig (30)%, gelijk aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van inhouding en betaling van loonbelasting en sociale premies (de "Wettelijke Verplichtingen") van het door Opdrachtnemer gefactureerde uurtarief, op de G-rekening van Opdrachtnemer en de resterende zeventig (70)% op de rekening zoals door Opdrachtnemer gedefinieerd op de betreffende factuur. Voor dat doel zal Opdrachtnemer gedurende de looptijd van de Overeenkomst een G-rekening aanhouden bij een gerenommeerde bank. 12.4 Bezwaren tegen door Opdrachtnemer gefactureerde bedragen dienen vóór het verstrijken van de betalingstermijn schriftelijk aan Opdrachtnemer kenbaar te zijn gemaakt, bij gebreke waarvan de juistheid van de gefactureerde bedragen na het verstrijken van de betalingstermijn komt vast te staan tussen partijen. Voor de bepaling van de door Opdrachtgever verschuldigde bedragen zijn de gegevens van Opdrachtnemer beslissend tenzij Opdrachtgever aantoont dat deze gegevens onjuist zijn. 12.5 Indien Opdrachtgever enig door hem verschuldigd bedrag niet conform de voorgaande artikelen voldoet, is Opdrachtgever zonder ingebrekestelling in verzuim. Zodra Opdrachtgever met enige betaling in verzuim is zijn alle overige vorderingen van Opdrachtnemer op Opdrachtgever opeisbaar en treedt ook ten aanzien van die vorderingen het verzuim zonder ingebrekestelling onmiddellijk in. Met ingang van de dag waarop Opdrachtgever in verzuim is, is Opdrachtgever aan Opdrachtnemer de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 a en 6:120 Burgerlijke Wetboek (wettelijke handelsrente), alsmede de redelijke (buitengerechtelijke) kosten en incassokosten, verschuldigd.

  • Wat zijn de gevolgen als u een wijziging in uw medewerkersbestand niet of te laat doorgeeft? We willen uw melding van een nieuwe medewerker binnen een maand ontvangen. Ontvangen we uw melding niet of te laat, dan is deze medewerker niet verzekerd. Dat betekent dat u een eventuele aanvulling die we aan deze medewerker verlenen, aan ons moet terugbetalen. We verlenen deze aanvulling alleen als we daartoe verplicht zijn op grond van de Pensioenwet. Ontvangen we uw melding van een nieuwe medewerker na een maand of later alsnog? Dan nemen we hem in de module op vanaf de datum dat hij in dienst is getreden, of – als dat later is – vanaf de ingangsdatum van de module. Vanaf die datum bent u ook premie verschuldigd voor deze medewerker. De dekking van de module gaat echter pas in op het moment dat hij is aangemeld.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

  • Loondoorbetaling bij ziekte 5.1.1 Voor werknemers die ziek zijn geworden geldt in beginsel een loondoorbetalingsplicht van twee jaar. Tijdens het eerste jaar van ziekte betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 100 procent van het laatstverdiende brutoloon dat aan de werknemer zou zijn uitbetaald, indien de werknemer niet ziek zou zijn. Tijdens het tweede ziektejaar betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 70 procent van het totale laatstverdiende brutoloon. 5.1.2 Bij succesvolle re-integratie in het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer met terugwerkende kracht over de periode dat de werknemer inspanning heeft verricht voor de re-integratie een aanvulling in het tweede ziektejaar van 20 procent van het laatstverdiende brutoloon. Er is sprake van een succesvolle re-integratie als de werknemer twee maanden gere-integreerd is tegen minimaal 50 procent van het brutoloon. De peildatum voor de bepaling van de hoogte van het brutoloon is de laatste dag van het eerste ziektejaar. 5.1.3 Als het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) oordeelt dat de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen om de werknemer te re-integreren of het re-integratieverslag niet tijdig heeft ingediend, kan de loondoorbetalingsverplichting worden verlengd met maximaal een jaar. Gedurende deze verlengde periode vult de werkgever het wettelijk verplichte brutoloon van 70 procent uit artikel 7:629 BW aan tot 100 procent van het brutoloon. 5.1.4 De werkgever kan het doorbetalen van brutoloon bij ziekte opschorten, zolang de werknemer de controlevoorschriften van de werkgever en/of arbodienst niet of onvoldoende naleeft of onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie of weigert passende arbeid te verrichten. 5.1.5 Als het UWV instemt met een gezamenlijk verzoek van de werkgever en werknemer om de wachttijd voor de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) te verlengen, zal de werkgever 100 procent van het brutoloon van de werknemer doorbetalen voor een periode van maximaal vier maanden.

  • Betaling aan derden Wij mogen andere (rechts)personen rechtstreeks betalen en/of schikkingen met hen aangaan.

  • Faillissement van de verzekeringnemer De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement van de verzekeringnemer ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring.