Bouwkundig Toezicht Voorbeeldclausules

Bouwkundig Toezicht 

Related to Bouwkundig Toezicht

  • Toezichthoudende autoriteit een onafhankelijke overheidsinstantie verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de wet in verband met de verwerking van Persoonsgegevens. In Nederland is dit de Autoriteit Persoonsgegevens.

  • Toezicht op naleving 7.1 Verwerker zal Verantwoordelijke op diens verzoek en voor diens rekening inlichtingen verschaffen over de Verwerking van de Gegevens door Verwerker of Sub-verwerkers. Verwerker zal de gevraagde inlichtingen zo snel mogelijk verstrekken, doch uiterlijk binnen vijf werkdagen. 7.2 Verantwoordelijke heeft eenmaal per jaar en voor eigen rekening het recht om een door Verantwoordelijke en Verwerker gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke derde een inspectie te laten uitvoeren om te verifiëren of Verwerker de verplichtingen onder de AVG en deze verwerkersovereenkomst nakomt. Verwerker zal daaraan alle redelijkerwijs noodzakelijke medewerking verlenen. Verwerker heeft het recht om haar kosten die gepaard gaan met de inspectie in rekening te brengen bij Verantwoordelijke. 7.3 Verwerker zal in het kader van haar verplichting onder lid 1 van dit artikel aan Verantwoordelijke dan wel een daartoe door Verantwoordelijke ingeschakelde derde in ieder geval: 7.3.1 alle relevante inlichtingen en documenten verstrekken; 7.3.2 toegang verlenen tot alle relevante gebouwen, informatiesystemen en Gegevens. 7.4 Verantwoordelijke en Verwerker zullen zo spoedig mogelijk na het gereedkomen van het rapport met elkaar in overleg treden om de eventuele risico’s en tekortkomingen te adresseren. Verwerker zal op kosten van Verantwoordelijke maatregelen nemen om de geconstateerde risico’s en tekortkomingen op een voor Verantwoordelijke acceptabel niveau te brengen respectievelijk op te heffen, tenzij partijen schriftelijk anders overeen zijn gekomen.

  • Toezicht 10.1 Huurder draagt zorg voor de handhaving van de orde en het toezicht op de naleving van de in de artikelen 7, 8 en 9 genoemde verplichtingen. Voorts ziet huurder erop toe dat uitsluitend toegang wordt verleend tot en gebruik wordt gemaakt van de sportaccommodatie op de overeengekomen tijdstippen door personen, die op basis van de huurovereenkomst en de aard van het gebruik gerechtigd zijn de sportaccommodatie te betreden. 10.2 Huurder zorgt ervoor dat genoemd toezicht wordt uitgeoefend door één of meerdere toezichthouders, die in het bezit zijn van de daartoe vereiste diploma’s of certificaten, waaronder in ieder geval een geldig EHBSO-certificaat en/of minimaal een geldig EHBO- diploma en een geldig diploma BHV/AED. De toezichthouder bij de zwembaden heeft daarnaast met goed gevolg deelgenomen aan de jaarlijkse zwemtest welke door het Sportbedrijf wordt afgenomen. Het diploma Zwemmend Redden, KNBRD-A en landelijk erkende certificaten op het gebied van lifeguard, begeleider recreatieve zwemactiviteiten en eventueel het certificaat lesgever Zwem-ABC (water safety inspector) zijn aanvullende diploma’s waarvan minimaal één diploma verplicht is. Het aantal toezichthouders dient in overeenstemming te zijn met de geldende wettelijke en plaatselijke voorschriften. Tijdens de reguliere openingstijden van de sporthallen, sportzalen en gymnastieklokalen hoeven de toezichthouder(s) van de huurder van sporthallen, sportzalen en gymnastieklokalen niet in het bezit te zijn van BHV/AED. Huurder zorgt ervoor dat er in de sporthallen, sportzalen en gymnastieklokalen ten minste één toezichthouder aanwezig is die waakt over de gezondheid en de veiligheid van de in de sportaccommodatie aanwezige personen. Deze toezichthouder beschikt minimaal over een geldig EHBSO-certificaat. 10.3 Huurder zorgt ervoor dat genoemde toezichthouders kennisnemen van de in onderhavige afdeling opgenomen gebruiks- en veiligheidsvoorschriften en huisregels. 10.4 Huurder zorgt ervoor dat een plaatsvervanger van de in artikel 10.1 genoemde toezichthouder(s), die voldoet aan de in artikel 10.2 genoemde kwalificaties, beschikbaar is, zodat de taken van genoemde toezichthouder(s) te allen tijde kunnen worden overgenomen. 10.5 Huurder en personen die van huurder toestemming hebben de sportaccommodatie te betreden, worden niet eerder tot de sportaccommodatie toegelaten voordat de in artikel 10.1 genoemde toezichthouder aanwezig is. Deze toezichthouder verlaat de sportaccommodatie pas nadat alle gebruikers de sportaccommodatie hebben verlaten. 10.6 Verhuurder en/of medewerkers van verhuurder en/of in opdracht van verhuurder handelende derden hebben te allen tijde toegang tot de sportaccommodatie teneinde te controleren of de in onderhavige overeenkomst genoemde, op huurder en door of vanwege huurder tot de sportaccommodatie toegelaten personen rustende verplichtingen worden nageleefd.

  • Arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer ontvangt bij arbeidsongeschiktheid 100% van het voor de werknemer geldende salaris inclusief de daarbij geldende eindejaarsuitkering en het gemiddelde van in de 12 maanden voorafgaande ontvangen structurele toeslagen gedurende het eerste tijdvak van 26 weken, voor de daaropvolgende periode van 26 weken is dit 90% en voor de daaropvolgende periode van 52 weken 75%. De werknemer die in het tweede ziektejaar op therapeutische basis werkzaamheden verricht in het kader van zijn integratie gedurende ten minste 50% van de door de arbo- of bedrijfsarts vastgestelde hoeveelheid ziekte-uren, zal in tegenstelling tot voorgaande alinea het tweede ziektejaar 85% ontvangen over zijn ziekte- uren. 2. Indien sprake is van een volledig beroepsgerelateerde arbeidsongeschiktheid ontvangt de werknemer gedurende twee jaar een aanvulling tot 100% van het voor de werknemer bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid geldende maandsalaris inclusief de daarbij geldende eindejaarsuitkering en het gemiddelde van in de 12 maanden voorafgaande ontvangen structurele toeslagen. Dit in tegenstelling tot de percentages opgenomen in lid 1. Indien gedurende de eerste twee jaar van de arbeidsongeschiktheid is vastgesteld dat sprake is van een blijvende volledige arbeidsongeschiktheid, ontvangt de werknemer een aanvulling tot 100% tot aan het einde van de periode van twee jaar van arbeidsongeschiktheid. 3. De werkgever is gerechtigd de loondoorbetaling op te schorten gedurende de periode dat de werknemer zich niet houdt aan door de werkgever schriftelijk gegeven voorschriften met betrekking tot het verstrekken van inlichtingen die de werkgever nodig heeft om het recht op loon te kunnen vaststellen. In dat geval is de werkgever gerechtigd over de periode waarin de richtlijnen niet zijn nageleefd: - slechts 70% van het basisloon te betalen en ten minste het voor de werknemer toepasselijke minimumloon; - voor zover het basisloon van de werknemer meer bedraagt dan het maximumdagloon als bedoeld in WfSV 70% van het maximumdagloon. 4. Met betrekking tot de loondoorbetalingplicht volgens lid 1 van dit artikel is de werkgever gerechtigd bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte 2 wachtdagen in acht te nemen bij een derde en volgende periode van ziekte binnen een tijdsbestek van 52 weken. Indien een werknemer zich opnieuw ziekmeldt binnen een periode van vier weken nadat een wachtdag in acht genomen is, mag de werkgever niet opnieuw een wachtdag in acht nemen. Deze regel geldt niet ten aanzien van werknemer over wie de bedrijfsarts van mening is dat hij lijdt aan een chronische of regelmatig terugkerende ziekte. 5. In afwijking van het in lid 1 gestelde heeft de werkgever geen verplichting tot salarisbetaling van meer dan 70% en ten minste het minimumloon als de arbeidsongeschiktheid voortvloeit uit werkzaamheden die verricht zijn in een nevenbetrekking en als de arbeidsongeschiktheid is ontstaan doordat de werknemer bewust excessieve risico’s heeft genomen. 6. In geval van ziekte tijdens een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 6 lid 4, lid 6 en lid 7 dient de werkgever het aantal uren uit te betalen, conform lid 1, dat de werknemer gemiddeld heeft gewerkt gedurende het aan de ziekte voorafgaande half jaar. 7. Dit artikel is niet van toepassing voor werknemers met de AOW-gerechtigde leeftijd.

  • Ziekte en arbeidsongeschiktheid Op de (gewezen) werknemer, als bedoeld in artikel T-1 die wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid geheel of gedeeltelijk verhinderd is arbeid te verrichten is van toepassing het bepaalde in: a de ZAHBO; b bij ziekte aangevangen na 1 januari 2001 de ZW, indien hij voldoet aan de bepalingen van de ZW; c het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

  • Wat doen u en de verzekerden bij arbeidsongeschiktheid? Bij arbeidsongeschiktheid moeten u en de verzekerden zich houden aan de wettelijke verplichtingen rond preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie. Als de verzekerde arbeidsongeschikt is, heeft u als werkgever de volgende verplichtingen: - u laat zich bij de begeleiding van de verzekerde bijstaan door een arbodienst of bedrijfsarts; - u laat de bedrijfsarts tijdig een probleemanalyse maken; - u stelt tijdig een Plan van Xxxxxx op; - u wijst tijdig een casemanager aan; - u bespreekt regelmatig met de verzekerde de afspraken uit het Plan van Xxxxxx; - u zorgt zo nodig voor passende arbeid voor de verzekerde. Is passende arbeid binnen uw bedrijf niet mogelijk, dan begeleidt u de verzekerde zo nodig naar passende arbeid bij een andere werkgever. Als de verzekerde arbeidsongeschikt is, heeft hij de volgende verplichtingen: - hij doet er alles aan om zo snel mogelijk weer aan het werk te kunnen; - hij werkt mee aan het (tijdig) opstellen van een Plan van Xxxxxx; - hij komt de afspraken uit het Plan van Xxxxxx na; - hij accepteert de passende arbeid die u aanbiedt, als de bedrijfsarts hem daartoe in staat acht.

  • Opzicht Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade: a. aan zaken die een verzekerde, of iemand namens hem onder zich heeft: - uit hoofde van een huur-, huurkoop-, lease-, erfpacht-, pacht-, pandovereenkomst of vruchtgebruik (waaronder het recht van gebruik en bewoning); - uit hoofde van de uitoefening van een (neven)bedrijf of (neven) beroep; - uit hoofde van het verrichten van handenarbeid; b. aan zaken die een verzekerde onrechtmatig onder zich heeft; c. aan motorrijtuigen, (sta)caravans, vouwwagens, motor- en zeil- vaartuigen (waaronder zeilplanken) en luchtvaartuigen die een verzekerde of iemand namens u onder zich heeft; d. bestaande uit en/of als gevolg van verlies, diefstal of vermissing van geld, geldswaardige papieren, bank-, giro-, betaalpassen, chipcards of creditcards, die een verzekerde of iemand namens u onder zich heeft. e. De uitsluitingen genoemd in artikel 5.2.a t/m 5.2.d gelden niet voor: - de aansprakelijkheid van u of één van de inwonende verzekerden - niet zijnde een minderjarige logé - voor schade veroorzaakt door brand aan het door u binnen Nederland permanent bewoonde gehuurde pand, tot een maximum van € 175.000,- per gebeurtenis; - de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade, veroorzaakt door brand aan de door u, voor vakantiedoeleinden gehuurde, in het buitenland gelegen woning en de daartoe behorende inboedel; - de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt door een antenne, vlaggenstok, zonwering, voorzetramen en soortgelijke zaken, die zijn gemonteerd op of aan de door u voor eigen bewoning gehuurde woning, voorzover sprake is van schade aan de woning en/of de daarbij behorende bebouwingen en verzekerde voor die schade als huurder aansprakelijk is.

  • Raad van Toezicht De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld.

  • Arbeidsongeschikt Een verzekerde is arbeidsongeschikt als hij dat is in de zin van de WIA. De arbeidsongeschiktheid begint op de eerste dag waarop de verzekerde wegens ziekte of een ongeval niet werkt of het werk tijdens werktijd staakt. Op die dag begint ook de wachttijd voor de WIA. Perioden van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan vier weken beschouwen we als één arbeidsongeschiktheid.

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.