Common use of Budgettaire gevolgen Clause in Contracts

Budgettaire gevolgen. Deze maatregel heeft geen budgettaire gevolgen. BELEIDSOPTIE 18: VERBETEREN ALLOCATIE LERAREN BINNEN STEDEN OF REGIO’S OMSCHRIJVING Het ontwikkelen van een instrumentarium om de allocatie van leraren binnen steden of re- gio’s te stimuleren en/of betere allocatie binnen een bestuur te verplichten (evt. samen met 1 en/of 36). RATIONALE Er zijn grote verschillen tussen scholen, wijken en regio’s waar het gaat om de omvang van de tekorten. Uit onderzoek blijkt dat 41% van de scholen geen tekort heeft. Verder rapporteert 7% van de scholen een tekort van 8%-10% en 2% een tekort groter dan 30%. De verschillen in tekorten op scholen zijn vaak groter binnen gemeenten dan tussen gemeenten.130 Uit onderzoek blijkt dat lerarentekorten groter zijn op scholen met veel kwetsbare leer- lingen (een hoge achterstandsscore).131 Door de allocatie van leraren binnen een stad of regio te verbeteren, komt er een betere spreiding van het personeel. Gegeven het lerarentekort worden de beschikbare leraren dan beter verdeeld over scholen en komen ze in grotere mate te werken op de plekken waar ze het hardste nodig zijn. Dit kan een positief effect hebben op kansengelijkheid en kwaliteit van onderwijs. EFFECTEN • Indien de maatregel slaagt en men zich aan de afspraken houdt, ontstaat een even- wichtigere verdeling van leraren en worden uitschieters van tekorten bij scholen voor- komen. Dat is gunstig voor kansengelijkheid en de kwaliteit van onderwijs. • Het stimuleert schoolbesturen en scholen om solidair met elkaar te zijn en om geza- menlijk verantwoordelijkheid te voelen voor de tekorten in een geografisch gebied. Door er budget aan te koppelen, kan die prikkel nog sterker worden. • Bovenschoolse en bestuurlijke mobiliteit kan wellicht bijdragen aan loopbaanperspec- tief als het voor leraren nieuwe uitdagingen kan bieden, die op de huidige werkplek niet gevonden kan worden. • Zonder draagvlak onder leraren die mogelijk worden geheralloceerd, kan deze maatre- gel ook averechts werken en wellicht een hogere uitstroom van leraren veroorzaken. UITVOERING • Leraren hebben een arbeidscontract met een schoolbestuur en niet met een stad of een regio. • Momenteel wordt bekeken hoe invulling gegeven kan worden aan meer regionale sa- menwerking, gericht op aanpak van de tekorten en stimuleren meer solidariteit en mobiliteit/ allocatie. • Omdat de situaties op de onderwijsarbeidsmarkt regionaal verschillen, kan dit door middel van een prestatieafspraak regionaal belegd worden. Besturen moeten hiervoor wel bereid zijn om mee te werken aan afspraken. • Om besturen te stimuleren mee te werken aan dit convenant kan een subsidieregeling worden opgesteld. Op het moment dat een schoolbestuur een werknemer dan her- plaatst krijgt het schoolbestuur een subsidiebedrag. Dit kan met name stimuleren dat schoolbesturen ook bereid zijn om mee te werken aan herallocatie naar een ander be- stuur. • Het bestuur kan hun leraren ook verplichten om mee te werken aan herallocatie bin- nen het bestuur naar een andere school waar de leraar het hardste nodig is. Bij hui- dige contracten zal dit niet altijd mogelijk zijn, omdat er een plaats van ter werk stel- ling kan zijn opgenomen. In nieuwe af te sluiten contracten zou daarentegen gekozen kunnen worden om dit niet op te nemen. • De medewerking van de leraar blijft echter belangrijk in de huidige context met het le- rarentekort. Wanneer de leraar liever niet op een andere school wil werken dan kan hij/zij met het bestuur uitonderhandelen dat de herplaatsing toch niet doorgaat. Of de leraar kan een ander schoolbestuur zoeken om voor te werken, waar de leraar relatief snel in zal slagen gegeven het lerarentekort. • Het is daarnaast arbeidsrechtelijk niet mogelijk om een leraar te verplichten voor een ander bestuur te gaan werken. Mobiliteit tussen besturen kan dus niet verplicht wor- den. 130 Xxxxxxxx, X., X. Xxxxxxx, X. Xxxxxxx en X. xx Xxxx (2021). Personeelstekorten primair onderwijs.

Appears in 4 contracts

Samples: Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs, Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs, Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs

Budgettaire gevolgen. Deze maatregel heeft geen budgettaire gevolgenVoor het onderdeel “lat omhoog” is geld vrijgemaakt in het CA. BELEIDSOPTIE 18: VERBETEREN ALLOCATIE LERAREN BINNEN STEDEN OF REGIO’S OMSCHRIJVING Het ontwikkelen Dit geldt niet voor het aan- passen van een instrumentarium om het onderwijsresultatenmodel. Bij de allocatie van leraren binnen steden of re- gio’s te stimuleren en/of betere allocatie binnen een bestuur te verplichten (evt. samen met 1 en/of 36). RATIONALE Er zijn grote verschillen tussen scholen, wijken en regio’s waar het gaat om raming veronderstellen we dat door de omvang van aan- passingen de tekorten. Uit onderzoek blijkt dat 41% helft van de scholen geen tekort heeftin het primair onderwijs (ca. Verder rapporteert 7% van 3000 scholen) de lat niet haalt. Deze scholen een tekort van 8%-10% moeten dan onderzocht worden en 2% een tekort groter dan 30%ook moet er gekeken worden of er herstel is opgetreden. Een grove inschatting is dat hiervoor 160 fte extra aan personeel bij de Inspectie nodig is. De verschillen kosten hiervan bedragen 21 miljoen. Voor ingroei van deze reeks wordt verondersteld dat het 4 jaar kost om dit personeel bij elkaar te krijgen. Mocht er in tekorten de subvariant, waarbij de correctie voor achtergrondkenmerken wordt geschrapt, voor worden gekozen dat dit consequenties heeft voor het inspectieoordeel, dan zullen meer scholen dan nu het geval is gebruik maken van extra ondersteuning zoals geboden in de pro- gramma’s ‘Goed worden Goed blijven’ (po) en ‘Leren Verbeteren’ (vo). 0 0 5 11 16 21 BELEIDSOPTIE 13: BETERE ARBEIDSVOORWAARDEN VOOR ONDERWIJSPERSONEEL OP SCHOLEN MET RELATIEF VEEL KWETSBARE LEERLINGEN OMSCHRIJVING Schoolbesturen met scholen met relatief veel kwetsbare leerlingen, ontvangen aanvullende middelen om de arbeidsvoorwaarden (primair en secundair) op deze specifieke scholen zijn vaak groter binnen gemeenten dan tussen gemeenten.130 Uit onderzoek blijkt te verbeteren.113, 114 RATIONALE • Een recente rapportage laat zien dat lerarentekorten groter zijn op scholen met relatief veel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand.115 Dit versterkt kansenonge- lijkheid en is slecht voor de onderwijskwaliteit op desbetreffende scholen. • Om meer onderwijspersoneel naar scholen met kwetsbare leer- lingen (een hoge achterstandsscore).131 leerlingen te trekken, kunnen de arbeidsvoorwaarden voor deze specifieke scholen gericht worden verbeterd. EFFECTEN • Het bieden van betere arbeidsvoorwaarden, naast de reeds bestaande arbeidsmarkt- toelage, geeft de betreffende scholen meer mogelijkheden om hun personeel te behou- den en om nieuw personeel aan te trekken. • Door de allocatie van leraren binnen een stad of regio te verbeteren, komt er een betere spreiding van het personeel. Gegeven het lerarentekort worden de beschikbare leraren dan beter verdeeld over scholen en komen ze in grotere mate te werken meer op de plekken plek te krijgen waar ze het hardste meest nodig zijn, verbetert het on- derwijs op desbetreffende scholen. Dit kan een positief effect hebben op kansengelijkheid en kwaliteit van onderwijsvergroot de kansengelijkheid. EFFECTEN Indien Tekorten versterken mogelijk de maatregel slaagt en men zich aan ongelijke verdeling tussen scholen, omdat dit de afspraken houdt, ontstaat een even- wichtigere verdeling onder- handelingspositie van leraren en worden uitschieters van tekorten bij scholen voor- komen. Dat is gunstig voor kansengelijkheid en de kwaliteit van onderwijs. • Het stimuleert schoolbesturen en scholen om solidair met elkaar te zijn en om geza- menlijk verantwoordelijkheid te voelen voor de tekorten in een geografisch gebied. Door er budget aan te koppelen, kan die prikkel nog sterker worden. • Bovenschoolse en bestuurlijke mobiliteit kan wellicht bijdragen aan loopbaanperspec- tief als het voor leraren nieuwe uitdagingen kan bieden, die op de huidige werkplek niet gevonden kan worden. • Zonder draagvlak onder leraren die mogelijk worden geheralloceerd, kan deze maatre- gel ook averechts werken en wellicht een hogere uitstroom van leraren veroorzaken. UITVOERING • Leraren hebben een arbeidscontract met een schoolbestuur en niet met een stad of een regio. • Momenteel wordt bekeken hoe invulling gegeven kan worden aan meer regionale sa- menwerking, gericht op aanpak van de tekorten en stimuleren meer solidariteit en mobiliteit/ allocatie. • Omdat de situaties op de onderwijsarbeidsmarkt regionaal verschillen, kan dit door middel van een prestatieafspraak regionaal belegd worden. Besturen moeten hiervoor wel bereid zijn om mee te werken aan afspraken. • Om besturen te stimuleren mee te werken aan dit convenant kan een subsidieregeling worden opgesteld. Op het moment dat een schoolbestuur een werknemer dan her- plaatst krijgt het schoolbestuur een subsidiebedrag. Dit kan met name stimuleren dat schoolbesturen ook bereid zijn om mee te werken aan herallocatie naar een ander be- stuur. • Het bestuur kan hun leraren ook verplichten om mee te werken aan herallocatie bin- nen het bestuur naar een andere school waar de leraar het hardste nodig is. Bij hui- dige contracten zal dit niet altijd mogelijk zijn, omdat er een plaats van ter werk stel- ling kan zijn opgenomen. In nieuwe af te sluiten contracten zou daarentegen gekozen kunnen worden om dit niet op te nemenversterkt. • De medewerking beleidsoptie kan leiden tot een herverdeling van het onderwijspersoneel waarbij scho- len die niet in aanmerking komen voor de ruimere arbeidsvoorwaarden mogelijk perso- neel kwijtraken (‘waterbedeffect’). • Ook kan het tot ontevredenheid leiden op scholen die (net) niet in aanmerking komen voor de aanvullende middelen. • In het kader van het NP Onderwijs is reeds een arbeidsmarkttoelage ingevoerd met het doel om de arbeidsmarktpositie te versterken van scholen met relatief veel kwetsbare leerlingen. Evaluatieonderzoek vindt nog plaats. De eerste resultaten worden eind 2023 verwacht. In het onderwijsakkoord zijn structureel middelen vrijgemaakt voor een ar- beidsmarkttoelage. UITVOERING Er zijn drie routes om de arbeidsvoorwaarden gericht te verbeteren: Cao-afspraak • De minister kan samen met sociale partners een arbeidsvoorwaardenmaatregel realise- ren. Een goed voorbeeld is het onderwijsakkoord. Sociale partners en de minister maken dan afspraken in een convenant waarin staat opgenomen dat OCW middelen beschikbaar stelt en dat sociale partners een cao-afspraak moeten maken om de besteding van de leraar blijft echter belangrijk in de huidige context met het le- rarentekortmiddelen te organiseren. Wanneer de leraar liever niet op • Sociale partners moeten dan een andere school wil werken dan kan hij/zij met het bestuur uitonderhandelen cao-afspraak afsluiten om ervoor te zorgen dat de herplaatsing toch niet doorgaat. Of de leraar kan een ander schoolbestuur zoeken om voor te werken, waar de leraar relatief snel mid- delen terechtkomen zoals het dan wordt afgesproken in zal slagen gegeven het lerarentekortconvenant. • Het is daarnaast arbeidsrechtelijk niet mogelijk om XXX stelt vervolgens een leraar te verplichten voor een ander bestuur te gaan werkenaanvullende bekostigingsregeling op waarmee de middelen bij de juiste schoolbesturen terechtkomen. Mobiliteit tussen besturen kan dus niet verplicht wor- den. 130 Xxxxxxxx, X., X. Xxxxxxx, X. Xxxxxxx • Deze route kent relatief lage administratieve lasten en X. xx Xxxx (2021). Personeelstekorten primair onderwijsde grootste mate van draagvlak.

Appears in 2 contracts

Samples: Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs, Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs

Budgettaire gevolgen. In miljoenen euro’s (+ is saldoverslechterend) 0000 0000 0000 2026 2027/struc Max. groepsgrootte van 21 leerlingen op scholen met achterstandsscore groter dan nul 40 400 • De budgettaire inschatting is overgenomen uit CPB Kansrijk onderwijsbeleid – update 2020 (link) • Door andere uitgangspunten te hanteren, kan de raming aanzienlijk hoger uitvallen en oplopen tot een bedrag van 1,4 mld euro. Zo worden in de CPB-raming alleen klassen die groter zijn dan 21 verkleind. Deze maatregel heeft geen budgettaire gevolgenmate van gerichtheid is lastig via de bekostiging realiseerbaar. BELEIDSOPTIE 18: VERBETEREN ALLOCATIE LERAREN BINNEN STEDEN OF REGIO’S OMSCHRIJVING Het ontwikkelen van een instrumentarium om de allocatie van leraren binnen steden of re- gio’s te stimuleren en/of betere allocatie binnen een bestuur te verplichten (evt. samen met 1 en/of 36). RATIONALE Er zijn grote verschillen tussen scholen, wijken en regio’s waar lerarentekort bemoeilijkt het gaat om de omvang in één keer invoeren van de tekortenmaatre- gel. Uit onderzoek blijkt Bij het ingroeipad in de raming is daarom verondersteld dat 41de maatregel geleide- lijk wordt ingevoerd waarbij in 2026 10% van de structurele kosten worden gemaakt. BELEIDSOPTIE 20: MEER TIJD VOOR SCHOOLONTWIKKELING OP TEAMNIVEAU OMSCHRIJVING Ieder onderwijsteam in het primair en voortgezet onderwijs krijgt vrijgestelde tijd voor schoolontwikkeling cf. de systematiek van de werkdrukmiddelen. Deze ontwikkelruimte bestaat uit flexibele formatie waarvan onderwijsteams samen bepalen hoe ze deze extra formatieruimte inzetten voor schoolontwikkeling, afhankelijk van de ambities en de maat- schappelijke opgave van de school. Een team kan de formatieruimte bijvoorbeeld verdelen over het hele onderwijsteam, of juist zo verdelen dat een aantal leerkrachten met speci- fieke expertise voor een bepaald vakgebied een aantal dagen extra krijgt bovenop de aan- stelling om vanuit hun expertise bij te dragen aan schoolontwikkeling. RATIONALE • Leraren hebben naast hun kerntaak, het verzorgen van onderwijs, ruimte nodig om veranderingen goed te kunnen realiseren. Deze ruimte om tijd te creëren voor school- ontwikkeling en de in de school aanwezige expertise in te zetten, zogenoemde ontwik- kelruimte, is er onvoldoende.135 De afgelopen tijd zijn er verschillende tijdelijke subsi- dies geweest waarmee aan een select aantal scholen geen tekort heeftruimte werd gegeven om te wer- ken aan schoolontwikkeling. Verder rapporteert 7Met deze maatregel regelen we deze ruimte op structurele basis en voor iedere school. • Door structureel voortdurend te werken aan ontwikkeling, kan ook voortdurend worden gewerkt aan kwaliteitsverbetering, en wordt een leercultuur in het onderwijs versterkt. Tevens kunnen, om de leercultuur te stimuleren, doorgroeimogelijkheden/loopbaanpa- den voor leraren worden gecreëerd (taak-/functiedifferentiatie) wat het beroep ook aantrekkelijker maakt. Ook zouden academische geschoolde leraren hierin een rol kun- nen vervullen (zie fiches 14 t/m 17) zodat zij beter behouden blijven voor het onder- wijs, wat de kwaliteit ten goede komt. EFFECTEN • Het doel van het creëren van tijd voor schoolontwikkeling op teamniveau is om de in de school aanwezige expertise te benutten voor het verbeteren van de onderwijskwali- teit. Onderzoek uit het Verenigd Koninkrijk liet zien dat de inzet van expert-leerkrach- ten voor een specifiek vakgebied leidt tot hogere opbrengsten binnen dat vakgebied.136 • We weten daarnaast dat het ontbreken van tijd buiten het lesgeven om kennis en ex- pertise in te zetten een van de belangrijkste belemmeringen is voor loopbaanmogelijk- heden in het onderwijs.137 71% van de scholen academische leerkrachten die niet meer in het onderwijs werken geeft aan dat het gebrek aan ontwikkel- en loopbaanmogelijkheden een tekort belangrijke factor was bij de beslissing om het onderwijs te verlaten. Het creëren van 8%-10% ontwikkelruimte kan daarmee ook een bijdrage leveren aan betere ontwikkelmoge- lijkheden en 2% een tekort groter dan 30%behoud van academisch opgeleide leerkrachten. De verschillen in tekorten op scholen zijn vaak groter binnen gemeenten dan tussen gemeenten.130 Uit onderzoek blijkt dat lerarentekorten groter zijn op scholen met veel kwetsbare leer- lingen (een hoge achterstandsscore).131 Door de allocatie van leraren binnen een stad of regio te verbeteren, komt er een betere spreiding van het personeel. Gegeven het lerarentekort worden de beschikbare leraren dan beter verdeeld over scholen en komen ze in grotere mate te werken op de plekken waar ze het hardste nodig zijn. Dit kan een positief effect hebben op kansengelijkheid en kwaliteit van onderwijs. EFFECTEN • Indien Zie ook de maatregel slaagt en men zich aan de afspraken houdt, ontstaat een even- wichtigere verdeling van leraren en worden uitschieters van tekorten bij scholen voor- komen. Dat is gunstig voor kansengelijkheid en de kwaliteit van onderwijs. • Het stimuleert schoolbesturen en scholen om solidair met elkaar te zijn en om geza- menlijk verantwoordelijkheid te voelen voor de tekorten in een geografisch gebied. Door er budget aan te koppelen, kan die prikkel nog sterker worden. • Bovenschoolse en bestuurlijke mobiliteit kan wellicht bijdragen aan loopbaanperspec- tief als het voor leraren nieuwe uitdagingen kan bieden, die op de huidige werkplek niet gevonden kan worden. • Zonder draagvlak onder leraren die mogelijk worden geheralloceerd, kan deze maatre- gel ook averechts werken en wellicht een hogere uitstroom van leraren veroorzakenover academische leraren. UITVOERING • Leraren hebben Voor de uitvoering van deze maatregel kan worden aangesloten bij de systematiek die eerder is ontwikkeld voor de werkdrukmiddelen; de middelen worden toegekend in de bekostiging. Om te borgen dat de extra formatie naar schoolontwikkeling gaat is een arbeidscontract cao-afspraak nodig. • In het werkverdelingsplan worden nu reeds door het team (schoolleider, leraren en on- dersteunend personeel) afspraken gemaakt over de besteding van werkdrukmiddelen en middelen voor professionele ontwikkeling. Hier zou het overleg over verdeling van de aanvullende formatieve ruimte voor schoolontwikkeling aan kunnen worden toege- voegd. Dit vraagt afstemming met een de sociale partners over het opnemen van deze maatregel in het werkverdelingsplan inclusief het instemmingsrecht van de personeels- geleding van de medezeggenschap. • Belangrijk is dat de besteding van de middelen past binnen de uitgezette onderwijs- kundige en personele kaders van het schoolbestuur en niet met een stad of een regiode schoolleiding. • Momenteel wordt bekeken hoe invulling gegeven kan worden Het is aan meer regionale sa- menwerking, gericht op aanpak van de tekorten leraren om dit te onderbouwen en stimuleren meer solidariteit en mobiliteit/ allocatieverantwoorden. • Omdat de situaties op de onderwijsarbeidsmarkt regionaal verschillen, kan dit door middel van een prestatieafspraak regionaal belegd worden. Besturen moeten hiervoor wel bereid zijn om mee te werken aan afsprakenTransparantie is daarbij belangrijk ter verantwoording richting het bestuur. • Om besturen de extra tijd voor schoolontwikkeling te stimuleren mee realiseren kan worden gekozen om de lera- ren een aantal dagen te vervangen op dagen dat ze gaan werken aan dit convenant kan een subsidieregeling worden opgesteldschoolontwikke- ling. Op het moment dat een schoolbestuur een werknemer dan her- plaatst krijgt het schoolbestuur een subsidiebedragHier zijn extra leraren voor nodig. Dit kan met name stimuleren dat schoolbesturen ook bereid zijn Een andere optie is om mee te werken aan herallocatie naar een ander be- stuur. • Het bestuur kan hun leraren ook verplichten om mee te werken aan herallocatie bin- nen het bestuur naar een andere school waar de leraar het hardste nodig is. Bij hui- dige contracten zal dit niet altijd mogelijk zijnextra tijd voor 135 Teacher Tapp, omdat er een plaats van ter werk stel- ling kan zijn opgenomen. In nieuwe af te sluiten contracten zou daarentegen gekozen kunnen worden om dit niet vragen gesteld op te nemen. • De medewerking van de leraar blijft echter belangrijk in de huidige context met het le- rarentekort. Wanneer de leraar liever niet op een andere school wil werken dan kan hij/zij met het bestuur uitonderhandelen dat de herplaatsing toch niet doorgaat. Of de leraar kan een ander schoolbestuur zoeken om voor te werken, waar de leraar relatief snel in zal slagen gegeven het lerarentekort. • Het is daarnaast arbeidsrechtelijk niet mogelijk om een leraar te verplichten voor een ander bestuur te gaan werken. Mobiliteit tussen besturen kan dus niet verplicht wor- den. 130 Xxxxxxxx, X., X. Xxxxxxx, X. Xxxxxxx en X. xx Xxxx 14 oktober 2021 (2021link). Personeelstekorten primair onderwijs.

Appears in 2 contracts

Samples: Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs, Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs

Budgettaire gevolgen. In miljoenen euro’s (+ is saldoverslechterend) 0000 0000 0000 2026 2027/struc Xxx. groepsgrootte van 21 leerlingen op scholen met achterstandsscore groter dan nul 40 400 • De budgettaire inschatting is overgenomen uit CPB Kansrijk onderwijsbeleid – update 2020 (link) • Door andere uitgangspunten te hanteren, kan de raming aanzienlijk hoger uitvallen en oplopen tot een bedrag van 1,4 mld euro. Zo worden in de CPB-raming alleen klassen die groter zijn dan 21 verkleind. Deze maatregel heeft geen budgettaire gevolgenmate van gerichtheid is lastig via de bekostiging realiseerbaar. BELEIDSOPTIE 18: VERBETEREN ALLOCATIE LERAREN BINNEN STEDEN OF REGIO’S OMSCHRIJVING Het ontwikkelen van een instrumentarium om de allocatie van leraren binnen steden of re- gio’s te stimuleren en/of betere allocatie binnen een bestuur te verplichten (evt. samen met 1 en/of 36). RATIONALE Er zijn grote verschillen tussen scholen, wijken en regio’s waar lerarentekort bemoeilijkt het gaat om de omvang in één keer invoeren van de tekortenmaatre- gel. Uit onderzoek blijkt Bij het ingroeipad in de raming is daarom verondersteld dat 41de maatregel geleide- lijk wordt ingevoerd waarbij in 2026 10% van de structurele kosten worden gemaakt. BELEIDSOPTIE 20: MEER TIJD VOOR SCHOOLONTWIKKELING OP TEAMNIVEAU OMSCHRIJVING Ieder onderwijsteam in het primair en voortgezet onderwijs krijgt vrijgestelde tijd voor schoolontwikkeling cf. de systematiek van de werkdrukmiddelen. Deze ontwikkelruimte bestaat uit flexibele formatie waarvan onderwijsteams samen bepalen hoe ze deze extra formatieruimte inzetten voor schoolontwikkeling, afhankelijk van de ambities en de maat- schappelijke opgave van de school. Een team kan de formatieruimte bijvoorbeeld verdelen over het hele onderwijsteam, of juist zo verdelen dat een aantal leerkrachten met speci- fieke expertise voor een bepaald vakgebied een aantal dagen extra krijgt bovenop de aan- stelling om vanuit hun expertise bij te dragen aan schoolontwikkeling. RATIONALE • Leraren hebben naast hun kerntaak, het verzorgen van onderwijs, ruimte nodig om veranderingen goed te kunnen realiseren. Deze ruimte om tijd te creëren voor school- ontwikkeling en de in de school aanwezige expertise in te zetten, zogenoemde ontwik- kelruimte, is er onvoldoende.135 De afgelopen tijd zijn er verschillende tijdelijke subsi- dies geweest waarmee aan een select aantal scholen geen tekort heeftruimte werd gegeven om te wer- ken aan schoolontwikkeling. Verder rapporteert 7Met deze maatregel regelen we deze ruimte op structurele basis en voor iedere school. • Door structureel voortdurend te werken aan ontwikkeling, kan ook voortdurend worden gewerkt aan kwaliteitsverbetering, en wordt een leercultuur in het onderwijs versterkt. Tevens kunnen, om de leercultuur te stimuleren, doorgroeimogelijkheden/loopbaanpa- den voor leraren worden gecreëerd (taak-/functiedifferentiatie) wat het beroep ook aantrekkelijker maakt. Ook zouden academische geschoolde leraren hierin een rol kun- nen vervullen (zie fiches 14 t/m 17) zodat zij beter behouden blijven voor het onder- wijs, wat de kwaliteit ten goede komt. EFFECTEN • Het doel van het creëren van tijd voor schoolontwikkeling op teamniveau is om de in de school aanwezige expertise te benutten voor het verbeteren van de onderwijskwali- teit. Onderzoek uit het Verenigd Koninkrijk liet zien dat de inzet van expert-leerkrach- ten voor een specifiek vakgebied leidt tot hogere opbrengsten binnen dat vakgebied.136 • We weten daarnaast dat het ontbreken van tijd buiten het lesgeven om kennis en ex- pertise in te zetten een van de belangrijkste belemmeringen is voor loopbaanmogelijk- heden in het onderwijs.137 71% van de scholen academische leerkrachten die niet meer in het onderwijs werken geeft aan dat het gebrek aan ontwikkel- en loopbaanmogelijkheden een tekort belangrijke factor was bij de beslissing om het onderwijs te verlaten. Het creëren van 8%-10% ontwikkelruimte kan daarmee ook een bijdrage leveren aan betere ontwikkelmoge- lijkheden en 2% een tekort groter dan 30%behoud van academisch opgeleide leerkrachten. De verschillen in tekorten op scholen zijn vaak groter binnen gemeenten dan tussen gemeenten.130 Uit onderzoek blijkt dat lerarentekorten groter zijn op scholen met veel kwetsbare leer- lingen (een hoge achterstandsscore).131 Door de allocatie van leraren binnen een stad of regio te verbeteren, komt er een betere spreiding van het personeel. Gegeven het lerarentekort worden de beschikbare leraren dan beter verdeeld over scholen en komen ze in grotere mate te werken op de plekken waar ze het hardste nodig zijn. Dit kan een positief effect hebben op kansengelijkheid en kwaliteit van onderwijs. EFFECTEN • Indien Zie ook de maatregel slaagt en men zich aan de afspraken houdt, ontstaat een even- wichtigere verdeling van leraren en worden uitschieters van tekorten bij scholen voor- komen. Dat is gunstig voor kansengelijkheid en de kwaliteit van onderwijs. • Het stimuleert schoolbesturen en scholen om solidair met elkaar te zijn en om geza- menlijk verantwoordelijkheid te voelen voor de tekorten in een geografisch gebied. Door er budget aan te koppelen, kan die prikkel nog sterker worden. • Bovenschoolse en bestuurlijke mobiliteit kan wellicht bijdragen aan loopbaanperspec- tief als het voor leraren nieuwe uitdagingen kan bieden, die op de huidige werkplek niet gevonden kan worden. • Zonder draagvlak onder leraren die mogelijk worden geheralloceerd, kan deze maatre- gel ook averechts werken en wellicht een hogere uitstroom van leraren veroorzakenover academische leraren. UITVOERING • Leraren hebben Voor de uitvoering van deze maatregel kan worden aangesloten bij de systematiek die eerder is ontwikkeld voor de werkdrukmiddelen; de middelen worden toegekend in de bekostiging. Om te borgen dat de extra formatie naar schoolontwikkeling gaat is een arbeidscontract cao-afspraak nodig. • In het werkverdelingsplan worden nu reeds door het team (schoolleider, leraren en on- dersteunend personeel) afspraken gemaakt over de besteding van werkdrukmiddelen en middelen voor professionele ontwikkeling. Hier zou het overleg over verdeling van de aanvullende formatieve ruimte voor schoolontwikkeling aan kunnen worden toege- voegd. Dit vraagt afstemming met een de sociale partners over het opnemen van deze maatregel in het werkverdelingsplan inclusief het instemmingsrecht van de personeels- geleding van de medezeggenschap. • Belangrijk is dat de besteding van de middelen past binnen de uitgezette onderwijs- kundige en personele kaders van het schoolbestuur en niet met een stad of een regiode schoolleiding. • Momenteel wordt bekeken hoe invulling gegeven kan worden Het is aan meer regionale sa- menwerking, gericht op aanpak van de tekorten leraren om dit te onderbouwen en stimuleren meer solidariteit en mobiliteit/ allocatieverantwoorden. • Omdat de situaties op de onderwijsarbeidsmarkt regionaal verschillen, kan dit door middel van een prestatieafspraak regionaal belegd worden. Besturen moeten hiervoor wel bereid zijn om mee te werken aan afsprakenTransparantie is daarbij belangrijk ter verantwoording richting het bestuur. • Om besturen de extra tijd voor schoolontwikkeling te stimuleren mee realiseren kan worden gekozen om de lera- ren een aantal dagen te vervangen op dagen dat ze gaan werken aan dit convenant kan een subsidieregeling worden opgesteldschoolontwikke- ling. Op het moment dat een schoolbestuur een werknemer dan her- plaatst krijgt het schoolbestuur een subsidiebedragHier zijn extra leraren voor nodig. Dit kan met name stimuleren dat schoolbesturen ook bereid zijn Een andere optie is om mee te werken aan herallocatie naar een ander be- stuur. • Het bestuur kan hun leraren ook verplichten om mee te werken aan herallocatie bin- nen het bestuur naar een andere school waar de leraar het hardste nodig is. Bij hui- dige contracten zal dit niet altijd mogelijk zijnextra tijd voor 135 Teacher Tapp, omdat er een plaats van ter werk stel- ling kan zijn opgenomen. In nieuwe af te sluiten contracten zou daarentegen gekozen kunnen worden om dit niet vragen gesteld op te nemen. • De medewerking van de leraar blijft echter belangrijk in de huidige context met het le- rarentekort. Wanneer de leraar liever niet op een andere school wil werken dan kan hij/zij met het bestuur uitonderhandelen dat de herplaatsing toch niet doorgaat. Of de leraar kan een ander schoolbestuur zoeken om voor te werken, waar de leraar relatief snel in zal slagen gegeven het lerarentekort. • Het is daarnaast arbeidsrechtelijk niet mogelijk om een leraar te verplichten voor een ander bestuur te gaan werken. Mobiliteit tussen besturen kan dus niet verplicht wor- den. 130 Xxxxxxxx, X., X. Xxxxxxx, X. Xxxxxxx en X. xx Xxxx 14 oktober 2021 (2021link). Personeelstekorten primair onderwijs.

Appears in 2 contracts

Samples: Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs, Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs

Budgettaire gevolgen. Deze maatregel heeft geen budgettaire gevolgenVoor het onderdeel “lat omhoog” is geld vrijgemaakt in het CA. BELEIDSOPTIE 18: VERBETEREN ALLOCATIE LERAREN BINNEN STEDEN OF REGIO’S OMSCHRIJVING Het ontwikkelen Dit geldt niet voor het aan- passen van een instrumentarium om het onderwijsresultatenmodel. Bij de allocatie van leraren binnen steden of re- gio’s te stimuleren en/of betere allocatie binnen een bestuur te verplichten (evt. samen met 1 en/of 36). RATIONALE Er zijn grote verschillen tussen scholen, wijken en regio’s waar het gaat om raming veronderstellen we dat door de omvang van aan- passingen de tekorten. Uit onderzoek blijkt dat 41% helft van de scholen geen tekort heeftin het primair onderwijs (ca. Verder rapporteert 7% van 3000 scholen) de lat niet haalt. Deze scholen een tekort van 8%-10% moeten dan onderzocht worden en 2% een tekort groter dan 30%ook moet er gekeken worden of er herstel is opgetreden. Een grove inschatting is dat hiervoor 160 fte extra aan personeel bij de Inspectie nodig is. De verschillen kosten hiervan bedragen 21 miljoen. Voor ingroei van deze reeks wordt verondersteld dat het 4 jaar kost om dit personeel bij elkaar te krijgen. Mocht er in tekorten de subvariant, waarbij de correctie voor achtergrondkenmerken wordt geschrapt, voor worden gekozen dat dit consequenties heeft voor het inspectieoordeel, dan zullen meer scholen dan nu het geval is gebruik maken van extra ondersteuning zoals geboden in de pro- gramma’s ‘Goed worden Goed blijven’ (po) en ‘Leren Verbeteren’ (vo). 0 0 5 11 16 21 BELEIDSOPTIE 13: BETERE ARBEIDSVOORWAARDEN VOOR ONDERWIJSPERSONEEL OP SCHOLEN MET RELATIEF VEEL KWETSBARE LEERLINGEN OMSCHRIJVING Schoolbesturen met scholen met relatief veel kwetsbare leerlingen, ontvangen aanvullende middelen om de arbeidsvoorwaarden (primair en secundair) op deze specifieke scholen zijn vaak groter binnen gemeenten dan tussen gemeenten.130 Uit onderzoek blijkt te verbeteren.113, 114 RATIONALE • Een recente rapportage laat zien dat lerarentekorten groter zijn op scholen met relatief veel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand.115 Dit versterkt kansenonge- lijkheid en is slecht voor de onderwijskwaliteit op desbetreffende scholen. • Om meer onderwijspersoneel naar scholen met kwetsbare leer- lingen (een hoge achterstandsscore).131 leerlingen te trekken, kunnen de arbeidsvoorwaarden voor deze specifieke scholen gericht worden verbeterd. EFFECTEN • Het bieden van betere arbeidsvoorwaarden, naast de reeds bestaande arbeidsmarkt- toelage, geeft de betreffende scholen meer mogelijkheden om hun personeel te behou- den en om nieuw personeel aan te trekken. • Door de allocatie van leraren binnen een stad of regio te verbeteren, komt er een betere spreiding van het personeel. Gegeven het lerarentekort worden de beschikbare leraren dan beter verdeeld over scholen en komen ze in grotere mate te werken meer op de plekken plek te krijgen waar ze het hardste meest nodig zijn, verbetert het on- derwijs op desbetreffende scholen. Dit kan een positief effect hebben op kansengelijkheid en kwaliteit van onderwijsvergroot de kansengelijkheid. EFFECTEN Indien Tekorten versterken mogelijk de maatregel slaagt en men zich aan ongelijke verdeling tussen scholen, omdat dit de afspraken houdt, ontstaat een even- wichtigere verdeling onder- handelingspositie van leraren en worden uitschieters van tekorten bij scholen voor- komen. Dat is gunstig voor kansengelijkheid en de kwaliteit van onderwijs. • Het stimuleert schoolbesturen en scholen om solidair met elkaar te zijn en om geza- menlijk verantwoordelijkheid te voelen voor de tekorten in een geografisch gebied. Door er budget aan te koppelen, kan die prikkel nog sterker worden. • Bovenschoolse en bestuurlijke mobiliteit kan wellicht bijdragen aan loopbaanperspec- tief als het voor leraren nieuwe uitdagingen kan bieden, die op de huidige werkplek niet gevonden kan worden. • Zonder draagvlak onder leraren die mogelijk worden geheralloceerd, kan deze maatre- gel ook averechts werken en wellicht een hogere uitstroom van leraren veroorzaken. UITVOERING • Leraren hebben een arbeidscontract met een schoolbestuur en niet met een stad of een regio. • Momenteel wordt bekeken hoe invulling gegeven kan worden aan meer regionale sa- menwerking, gericht op aanpak van de tekorten en stimuleren meer solidariteit en mobiliteit/ allocatie. • Omdat de situaties op de onderwijsarbeidsmarkt regionaal verschillen, kan dit door middel van een prestatieafspraak regionaal belegd worden. Besturen moeten hiervoor wel bereid zijn om mee te werken aan afspraken. • Om besturen te stimuleren mee te werken aan dit convenant kan een subsidieregeling worden opgesteld. Op het moment dat een schoolbestuur een werknemer dan her- plaatst krijgt het schoolbestuur een subsidiebedrag. Dit kan met name stimuleren dat schoolbesturen ook bereid zijn om mee te werken aan herallocatie naar een ander be- stuur. • Het bestuur kan hun leraren ook verplichten om mee te werken aan herallocatie bin- nen het bestuur naar een andere school waar de leraar het hardste nodig is. Bij hui- dige contracten zal dit niet altijd mogelijk zijn, omdat er een plaats van ter werk stel- ling kan zijn opgenomen. In nieuwe af te sluiten contracten zou daarentegen gekozen kunnen worden om dit niet op te nemenversterkt. • De medewerking beleidsoptie kan leiden tot een herverdeling van het onderwijspersoneel waarbij scho- len die niet in aanmerking komen voor de ruimere arbeidsvoorwaarden mogelijk perso- neel kwijtraken (‘waterbedeffect’). • Ook kan het tot ontevredenheid leiden op scholen die (net) niet in aanmerking komen voor de aanvullende middelen. • In het kader van het NP Onderwijs is reeds een arbeidsmarkttoelage ingevoerd met het doel om de arbeidsmarktpositie te versterken van scholen met relatief veel kwetsbare leerlingen. Evaluatieonderzoek vindt nog plaats. De eerste resultaten worden eind 2023 verwacht. In het onderwijsakkoord zijn structureel middelen vrijgemaakt voor een ar- beidsmarkttoelage. UITVOERING Er zijn drie routes om de arbeidsvoorwaarden gericht te verbeteren: Xxx-afspraak • De minister kan samen met sociale partners een arbeidsvoorwaardenmaatregel realise- ren. Een goed voorbeeld is het onderwijsakkoord. Sociale partners en de minister maken dan afspraken in een convenant waarin staat opgenomen dat OCW middelen beschikbaar stelt en dat sociale partners een cao-afspraak moeten maken om de besteding van de leraar blijft echter belangrijk in de huidige context met het le- rarentekortmiddelen te organiseren. Wanneer de leraar liever niet op • Sociale partners moeten dan een andere school wil werken dan kan hij/zij met het bestuur uitonderhandelen cao-afspraak afsluiten om ervoor te zorgen dat de herplaatsing toch niet doorgaat. Of de leraar kan een ander schoolbestuur zoeken om voor te werken, waar de leraar relatief snel mid- delen terechtkomen zoals het dan wordt afgesproken in zal slagen gegeven het lerarentekortconvenant. • Het is daarnaast arbeidsrechtelijk niet mogelijk om XXX stelt vervolgens een leraar te verplichten voor een ander bestuur te gaan werkenaanvullende bekostigingsregeling op waarmee de middelen bij de juiste schoolbesturen terechtkomen. Mobiliteit tussen besturen kan dus niet verplicht wor- den. 130 Xxxxxxxx, X., X. Xxxxxxx, X. Xxxxxxx • Deze route kent relatief lage administratieve lasten en X. xx Xxxx (2021). Personeelstekorten primair onderwijsde grootste mate van draagvlak.

Appears in 2 contracts

Samples: Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs, Ibo Sturing Op Kwaliteit Van Onderwijs