Buitengewoon verlof ten behoeve van jeugd- en jongerenwerk Lid 1. Aan de ambtenaren kan, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten. buitengewoon verlof van korte duur met behoud van de bezoldiging worden verleend voor:
a. het leiden of volgen van een cursus, gericht op vrijwilligers die zich met jeugd- en jongerenwerk bezighouden;
b. het leiden van een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit als hoofdleider (leidercoördinator);
c. het assisteren van de hoofdleider van een jeugdkamp/kindervakantie-activiteit op basis van één vrijwillig medewerkende op elke 15 deelnemers en één vrijwillig medewerkende op elke 3 deelnemers wanneer het een kamp/vakantie-activiteit betreft voor lichamelijk of geestelijk gehandicapte jeugd. Voor de onder 1 sub c bedoelde gevallen kan alleen buitengewoon verlof worden verleend indien de aanwezigheid voor het welslagen van een jeugdkamp/kindervakantie-activiteit dringend gewenst is en geen andere persoon beschikbaar is.