Compensatieregeling. 1. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de pensioenopbouw afgetopt op een fulltime jaarinkomen van € 100.000,=. Dit betekent dat de opbouw van ouderdoms- en nabestaandenpensioen over het salarisdeel boven de € 100.000,= vervalt. Jaarlijks wordt het maximum pensioengevend salaris aangepast aan de fiscale regelgeving. Per 1 januari 2016 is het maximum pensioengevend salaris € 101.519,=. 2. Aan de medewerker met een jaarinkomen boven het maximum pensioengevend salaris wordt een bruto bijdrage toegekend. Deze bijdrage is gelijk aan de pensioenpremie die de werkgever zou hebben betaald voor de medewerker, indien er geen sprake van een aftopping zou zijn, doch zal nooit meer bedragen dan 20%. 3. In 2015 ontvangt de medewerker een compensatie gelijk aan het doorsneepercentage gebaseerd op de voor de groep medewerkers met een jaarinkomen boven de aftoppingsgrens geldende doorsneepremie. 4. Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de bruto compensatie 20% van het deel van het fulltime jaarinkomen boven de aftoppingsgrens. Bij medewerkers met een parttime dienstverband wordt de compensatie naar rato uitgekeerd. Indien de werkgeverspremie wijzigt, zal de compensatie worden aangepast aan de gewijzigde werkgeverspremie, doch deze zal nooit meer bedragen dan 20%. 5. Voor de medewerker die in dienst is per 31 december 2015 geldt een tijdelijke overgangsmaatregel. Gedurende de periode van 5 jaar (2016 tot en met 2020) wordt op basis van de leeftijd per 1 januari van het betreffende jaar een extra bijdrage over het inkomen boven de aftoppingsgrens toegekend ter grootte van: • 3,5% voor de medewerker vanaf 65 jaar. 6. Voor de medewerker voor wie de compensatieregeling geldt, wordt een overlijdensrisicokapitaal verzekerd. De kosten voor de overlijdensrisico- verzekering zijn voor rekening van de medewerker. Voor de medewerker met een parttime dienstverband wordt het kapitaal naar rato verzekerd. Het overlijdens- risicokapitaal komt tot uitkering bij overlijden van de medewerker. Bij uitdiensttreding vervalt de dekking. De gebruteerde premie voor de verzekering wordt in mindering gebracht op de bruto compensatie van de medewerker. Het kapitaal bij overlijden kan hierdoor onbelast worden uitgekeerd. 7. De peildatum voor de toekenning van compensatieregeling en de overlijdensrisicoverzekering is 1 januari van enig jaar of de datum waarop medewerker in dienst komt van ANWB. 8. Bij wijzigingen in de (fiscale) wet- en regelgeving treedt de ANWB in overleg met vakorganisaties om de noodzakelijke aanpassingen door te voeren.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)
Compensatieregeling. 1. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de Boven het fiscaal maximum pensioengevend salaris vindt geen pensioenopbouw afgetopt op een fulltime jaarinkomen van € 100.000,=. Dit betekent dat de opbouw van ouderdoms- en nabestaandenpensioen over het salarisdeel boven de € 100.000,= vervaltplaats (aftoppingsgrens). Jaarlijks wordt het maximum pensioengevend salaris aangepast aan de fiscale regelgeving. Per 1 januari 2016 2021 is het maximum pensioengevend salaris € 101.519,=.112.189,= (bij voltijds dienstverband).
2. Aan de medewerker met een jaarinkomen boven het maximum pensioengevend salaris wordt een bruto bijdrage toegekend, berekend over het deel van het fulltime jaarinkomen boven de aftoppingsgrens. Bij medewerkers met een parttime dienstverband wordt de compensatie naar rato uitgekeerd. Deze bijdrage is gelijk aan de pensioenpremie die de werkgever zou hebben betaald voor de medewerker, indien er geen sprake van een aftopping zou zijn, doch zal nooit meer bedragen dan 20%.
3. In 2015 ontvangt de medewerker een compensatie gelijk aan het doorsneepercentage gebaseerd op de voor de groep medewerkers met een jaarinkomen boven de aftoppingsgrens geldende doorsneepremie.
4. Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de bruto compensatie 20% van het deel van het fulltime jaarinkomen boven de aftoppingsgrens. Bij medewerkers met een parttime dienstverband wordt de compensatie naar rato uitgekeerd. Indien de werkgeverspremie wijzigt, zal de compensatie worden aangepast aan de gewijzigde werkgeverspremie, doch deze zal nooit meer bedragen dan 20%.
5. Voor de medewerker die in dienst is per 31 december 2015 geldt een tijdelijke overgangsmaatregel. Gedurende de periode van 5 jaar (2016 tot en met 2020) wordt op basis van de leeftijd per 1 januari van het betreffende jaar een extra bijdrage over het inkomen boven de aftoppingsgrens toegekend ter grootte van: • 3,5% voor de medewerker vanaf 65 jaar.
63. Voor de medewerker voor wie de compensatieregeling geldt, wordt een overlijdensrisicokapitaal verzekerd. De kosten voor de overlijdensrisico- verzekering zijn voor rekening van de medewerker. Voor de medewerker met een parttime dienstverband wordt het kapitaal naar rato verzekerd. Het overlijdens- risicokapitaal komt tot uitkering bij overlijden van de medewerker. Bij uitdiensttreding vervalt de dekking. De kosten voor de overlijdensrisico- verzekering zijn voor rekening van de medewerker. De gebruteerde premie voor de verzekering wordt in mindering gebracht op de bruto compensatie van de medewerker. Het kapitaal bij overlijden kan hierdoor door de brutering onbelast worden uitgekeerd.
74. De peildatum voor de toekenning van compensatieregeling en de overlijdensrisicoverzekering is 1 januari van enig jaar of de datum waarop medewerker in dienst komt van ANWB.
85. Bij wijzigingen in de (fiscale) wet- en regelgeving treedt de ANWB in overleg met vakorganisaties om de noodzakelijke aanpassingen door te voeren.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement (Cao)
Compensatieregeling. 1. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de pensioenopbouw afgetopt op een fulltime jaarinkomen van € 100.000,=. Dit betekent dat de opbouw van ouderdoms- en nabestaandenpensioen over het salarisdeel boven de € 100.000,= vervalt. Jaarlijks wordt het maximum pensioengevend salaris aangepast aan de fiscale regelgeving. Per 1 januari 2016 2018 is het maximum pensioengevend salaris € 101.519,=.105.075 ,=.
2. Aan de medewerker met een jaarinkomen boven het maximum pensioengevend salaris wordt een bruto bijdrage toegekend. Deze bijdrage is gelijk aan de pensioenpremie die de werkgever zou hebben betaald voor de medewerker, indien er geen sprake van een aftopping zou zijn, doch zal nooit meer bedragen dan 20%.
3. In 2015 ontvangt de medewerker een compensatie gelijk aan het doorsneepercentage gebaseerd op de voor de groep medewerkers met een jaarinkomen boven de aftoppingsgrens geldende doorsneepremie.
4. Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de bruto compensatie 20% van het deel van het fulltime jaarinkomen boven de aftoppingsgrens. Bij medewerkers met een parttime dienstverband wordt de compensatie naar rato uitgekeerd. Indien de werkgeverspremie wijzigt, zal de compensatie worden aangepast aan de gewijzigde werkgeverspremie, doch deze zal nooit meer bedragen dan 20%.
54. Voor de medewerker die in dienst is per 31 december 2015 geldt een tijdelijke overgangsmaatregel. Gedurende de periode van 5 jaar (2016 tot en met 2020) wordt op basis van de leeftijd per 1 januari van het betreffende jaar een extra bijdrage over het inkomen boven de aftoppingsgrens toegekend ter grootte van: • 3,5% voor de medewerker vanaf 65 jaar.
65. Voor de medewerker voor wie de compensatieregeling geldt, wordt een overlijdensrisicokapitaal verzekerd. De kosten voor de overlijdensrisico- verzekering zijn voor rekening van de medewerker. Voor de medewerker met een parttime dienstverband wordt het kapitaal naar rato verzekerd. Het overlijdens- risicokapitaal komt tot uitkering bij overlijden van de medewerker. Bij uitdiensttreding vervalt de dekking. De gebruteerde premie voor de verzekering wordt in mindering gebracht op de bruto compensatie van de medewerker. Het kapitaal bij overlijden kan hierdoor onbelast worden uitgekeerd.
76. De peildatum voor de toekenning van compensatieregeling en de overlijdensrisicoverzekering is 1 januari van enig jaar of de datum waarop medewerker in dienst komt van ANWB.
87. Bij wijzigingen in de (fiscale) wet- en regelgeving treedt de ANWB in overleg met vakorganisaties om de noodzakelijke aanpassingen door te voeren.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)
Compensatieregeling. 1. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de pensioenopbouw afgetopt op een fulltime jaarinkomen van € 100.000,=. Dit betekent dat de opbouw van ouderdoms- en nabestaandenpensioen over het salarisdeel boven de € 100.000,= vervalt. Jaarlijks wordt het maximum pensioengevend salaris aangepast aan de fiscale regelgeving. Per 1 januari 2016 2019 is het maximum pensioengevend salaris € 101.519,=.107.693 ,=.
2. Aan de medewerker met een jaarinkomen boven het maximum pensioengevend salaris wordt een bruto bijdrage toegekend. Deze bijdrage is gelijk aan de pensioenpremie die de werkgever zou hebben betaald voor de medewerker, indien er geen sprake van een aftopping zou zijn, doch zal nooit meer bedragen dan 20%.
3. In 2015 ontvangt de medewerker een compensatie gelijk aan het doorsneepercentage gebaseerd op de voor de groep medewerkers met een jaarinkomen boven de aftoppingsgrens geldende doorsneepremie.
4. Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de bruto compensatie 20% van het deel van het fulltime jaarinkomen boven de aftoppingsgrens. Bij medewerkers met een parttime dienstverband wordt de compensatie naar rato uitgekeerd. Indien de werkgeverspremie wijzigt, zal de compensatie worden aangepast aan de gewijzigde werkgeverspremie, doch deze zal nooit meer bedragen dan 20%.
54. Voor de medewerker die in dienst is per 31 december 2015 geldt een tijdelijke overgangsmaatregel. Gedurende de periode van 5 jaar (2016 tot en met 2020) wordt op basis van de leeftijd per 1 januari van het betreffende jaar een extra bijdrage over het inkomen boven de aftoppingsgrens toegekend ter grootte van: • 3,5% voor de medewerker vanaf 65 jaar.
65. Voor de medewerker voor wie de compensatieregeling geldt, wordt een overlijdensrisicokapitaal verzekerd. De kosten voor de overlijdensrisico- verzekering zijn voor rekening van de medewerker. Voor de medewerker met een parttime dienstverband wordt het kapitaal naar rato verzekerd. Het overlijdens- risicokapitaal komt tot uitkering bij overlijden van de medewerker. Bij uitdiensttreding vervalt de dekking. De kosten voor de overlijdensrisico- verzekering zijn voor rekening van de medewerker. De gebruteerde premie voor de verzekering wordt in mindering gebracht op de bruto compensatie van de medewerker. Het kapitaal bij overlijden kan hierdoor door de brutering onbelast worden uitgekeerd.
76. De peildatum voor de toekenning van compensatieregeling en de overlijdensrisicoverzekering is 1 januari van enig jaar of de datum waarop medewerker in dienst komt van ANWB.
87. Bij wijzigingen in de (fiscale) wet- en regelgeving treedt de ANWB in overleg met vakorganisaties om de noodzakelijke aanpassingen door te voeren.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Compensatieregeling. 1. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de Boven het fiscaal maximum pensioengevend salaris vindt geen pensioenopbouw afgetopt op een fulltime jaarinkomen van € 100.000,=. Dit betekent dat de opbouw van ouderdoms- en nabestaandenpensioen over het salarisdeel boven de € 100.000,= vervaltplaats (aftoppingsgrens). Jaarlijks wordt het maximum pensioengevend salaris aangepast aan de fiscale regelgeving. Per 1 januari 2016 2022 is het maximum pensioengevend salaris € 101.519,=.114.866,= (bij voltijds dienstverband).
2. Aan de medewerker met een jaarinkomen boven het maximum pensioengevend salaris wordt een bruto bijdrage toegekend, berekend over het deel van het fulltime jaarinkomen boven de aftoppingsgrens. Bij medewerkers met een parttime dienstverband wordt de compensatie naar rato uitgekeerd. Deze bijdrage is gelijk aan de pensioenpremie die de werkgever zou hebben betaald voor de medewerker, indien er geen sprake van een aftopping zou zijn, doch zal nooit meer bedragen dan 20%.
3. In 2015 ontvangt de medewerker een compensatie gelijk aan het doorsneepercentage gebaseerd op de voor de groep medewerkers met een jaarinkomen boven de aftoppingsgrens geldende doorsneepremie.
4. Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de bruto compensatie 20% van het deel van het fulltime jaarinkomen boven de aftoppingsgrens. Bij medewerkers met een parttime dienstverband wordt de compensatie naar rato uitgekeerd. Indien de werkgeverspremie wijzigt, zal de compensatie worden aangepast aan de gewijzigde werkgeverspremie, doch deze zal nooit meer bedragen dan 20%.
5. Voor de medewerker die in dienst is per 31 december 2015 geldt een tijdelijke overgangsmaatregel. Gedurende de periode van 5 jaar (2016 tot en met 2020) wordt op basis van de leeftijd per 1 januari van het betreffende jaar een extra bijdrage over het inkomen boven de aftoppingsgrens toegekend ter grootte van: • 3,5% voor de medewerker vanaf 65 jaar.
63. Voor de medewerker voor wie de compensatieregeling geldt, wordt een overlijdensrisicokapitaal verzekerd. De kosten voor de overlijdensrisico- verzekering zijn voor rekening van de medewerker. Voor de medewerker met een parttime dienstverband wordt het kapitaal naar rato verzekerd. Het overlijdens- risicokapitaal komt tot uitkering bij overlijden van de medewerker. Bij uitdiensttreding vervalt de dekking. De kosten voor de overlijdensrisico- verzekering zijn voor rekening van de medewerker. De gebruteerde premie voor de verzekering wordt in mindering gebracht op de bruto compensatie van de medewerker. Het kapitaal bij overlijden kan hierdoor door de brutering onbelast worden uitgekeerd.
74. De peildatum voor de toekenning van compensatieregeling en de overlijdensrisicoverzekering is 1 januari van enig jaar of de datum waarop medewerker in dienst komt van ANWB.
85. Bij wijzigingen in de (fiscale) wet- en regelgeving treedt de ANWB in overleg met vakorganisaties om de noodzakelijke aanpassingen door te voeren.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)