Common use of Dagelijkse en wekelijkse onafgebroken rusttijd Clause in Contracts

Dagelijkse en wekelijkse onafgebroken rusttijd. 1. Werkgever organiseert de arbeid zodanig dat voldoende rust in overeenstemming met de ATW gegarandeerd is a. hetzij doordat werknemers tenminste een aangesloten rusttijd hebben van 11 uur na een dag werken; 4 keer per 4 weken mag deze rusttijd worden ingekort tot 8 uur; b. hetzij doordat werknemers tenminste een aaneengesloten rusttijd hebben van 36 uur per periode van 7 maal 24 uur; c. hetzij doordat werknemers tenminste een aaneengesloten rusttijd hebben van 72 uur per periode van 14 maal 24 uur (eventueel opgesplitst in aaneengesloten rustperioden van 32 uren). Maximaal 8 keer per jaar mag hiervan worden afgeweken; de rusttijd mag dan minimaal 60 uur bedragen in een periode van 14 keer 24 uur. 2. Ten aanzien van jeugdige werknemers (16- en 17-jarigen) zal werkgever de werkzaamheden zodanig organiseren, dat deze een aaneengesloten rusttijd hebben van tenminste 12 uren in elke periode van 24 achtereenvolgende uren, waarin zijn begrepen de uren tussen 23.00 en 06.00 uur. 3. Ten aanzien van zwangere werknemers, en werknemers die borstvoeding geven is de organisatie van werk- en rusttijd in lijn met de Arbeidstijdenwet. 4. De in voorgaande leden bedoelde perioden van 24 uur vangen, conform de ATW, aan op het eerste tijdstip van de dag waarop werknemer arbeid verricht.

Dagelijkse en wekelijkse onafgebroken rusttijd. 1. Werkgever De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat voldoende rust in overeenstemming met de ATW gegarandeerd is a. hetzij doordat werknemers tenminste een aangesloten rusttijd hebben die onder de werking van 11 uur na een dag werken; 4 keer per 4 weken mag deze rusttijd worden ingekort tot 8 uur; b. hetzij doordat werknemers tenminste het Arbeidstijdenbesluit Podiumkunsten vallen een aaneengesloten rusttijd hebben van 36 uur per periode van 7 maal 24 uur; c. hetzij doordat werknemers tenminste een aaneengesloten . Deze rusttijd hebben van 72 uur per periode van 14 maal 24 uur (eventueel opgesplitst in aaneengesloten rustperioden van 32 uren). Maximaal mag maximaal 8 keer per jaar mag hiervan worden afgeweken; de rusttijd mag dan minimaal 60 uur bedragen in een per periode van 14 keer 24 uur. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemers die onder de werking van het Arbeidstijdenbesluit vallen een aaneengesloten rusttijd hebben van ten minste 11 uren per 24 uur. Deze rusttijd mag vier maal in een periode van 4 aaneengesloten weken worden ingekort tot tenminste 8 uren. 2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemers van 18 jaar en ouder in alle overige functies een onafgebroken rusttijd hebben van hetzij tenminste 36 uren in elke aaneengesloten tijdruimte van 7 maal 24 uren, of een onafgebroken rusttijd van ten minste 60 uren in elke aaneengesloten periode van 9 x 24 uren, welke rusttijd eenmaal in elke periode van 5 achtereenvolgende weken mag worden bekort tot 32 uren. 3. Ten aanzien van jeugdige werknemers (16- en 17-17 jarigen) zal de werkgever de werkzaamheden zodanig organiseren, dat deze een aaneengesloten rusttijd hebben van: • tenminste 36 uren in elke aaneengesloten tijdruimte van 7 maal 24 uren; • tenminste 12 uren in elke periode van 24 achtereenvolgende uren, waarin zijn begrepen de uren periode tussen 23.00 hetzij 22.00 uur en 06.00 uur. 3. Ten aanzien van zwangere werknemers, hetzij 23.00 en werknemers die borstvoeding geven is de organisatie van werk- en rusttijd in lijn met de Arbeidstijdenwet07.00 uur begrepen is. 4. De in voorgaande leden bedoelde perioden tijdruimte van 7 x 24 uur vangen, conform de ATW, uren vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop werknemer arbeid verrichtmaandag morgen 06.00 uur.

Dagelijkse en wekelijkse onafgebroken rusttijd. 1. Werkgever organiseert de arbeid zodanig dat voldoende rust in overeenstemming met de ATW gegarandeerd is a. hetzij doordat werknemers tenminste een aangesloten rusttijd hebben van 11 uur na een dag werken; 4 keer per 4 weken mag deze rusttijd worden ingekort tot 8 uur; b. hetzij doordat werknemers tenminste een aaneengesloten rusttijd hebben van 36 uur per periode van 7 maal 24 uur; c. hetzij doordat werknemers tenminste een aaneengesloten rusttijd hebben van 72 uur per periode van 14 maal 24 uur (eventueel opgesplitst in aaneengesloten rustperioden van 32 uren). Maximaal 8 keer per jaar mag hiervan worden afgeweken; de rusttijd mag dan minimaal 60 uur bedragen in een periode van 14 keer 24 uur. 2. Ten aanzien van jeugdige werknemers (16- en 17-jarigen) zal werkgever de werkzaamheden zodanig organiseren, dat deze een aaneengesloten rusttijd hebben van tenminste 12 uren in elke periode van 24 achtereenvolgende uren, waarin zijn begrepen de uren tussen 23.00 en 06.00 uur. 3. Ten aanzien van zwangere werknemers, en werknemers die borstvoeding geven is wordt de organisatie van werk- en rusttijd beschreven in lijn met de Arbeidstijdenwetartikel 46 van deze cao. 4. De in voorgaande leden bedoelde perioden van 24 uur vangen, conform de ATW, aan op het eerste tijdstip van de dag waarop werknemer arbeid verricht.

Dagelijkse en wekelijkse onafgebroken rusttijd. 1. Werkgever organiseert de arbeid zodanig dat voldoende rust in overeenstemming met de ATW gegarandeerd is: a. hetzij doordat werknemers werknemer tenminste een aangesloten aaneengesloten rusttijd hebben heeft van 11 uur na een dag werken; 4 keer per 4 weken mag deze rusttijd worden ingekort tot 8 uur; b. hetzij doordat werknemers werknemer tenminste een aaneengesloten rusttijd hebben heeft van 36 uur per periode van 7 maal 24 uur; c. hetzij doordat werknemers werknemer tenminste een aaneengesloten rusttijd hebben heeft van 72 uur per periode van 14 maal 24 uur (eventueel opgesplitst in aaneengesloten rustperioden van 32 uren). Maximaal 8 keer per jaar mag hiervan worden afgeweken; de rusttijd mag dan minimaal 60 uur bedragen in een periode van 14 keer 24 uur. 2. Ten aanzien van jeugdige werknemers (16- en 17-jarigen) zal werkgever de werkzaamheden zodanig organiseren, dat deze een aaneengesloten rusttijd hebben van tenminste 12 uren in elke periode van 24 achtereenvolgende uren, waarin zijn begrepen de uren tussen 23.00 en 06.00 uur. 3. Ten aanzien van de zwangere werknemers, en werknemers die en/of borstvoeding geven is gevende werknemer wordt de organisatie van werk- en rusttijd beschreven in lijn met artikel 46 van de Arbeidstijdenwetcao. 4. De in voorgaande leden bedoelde perioden van 24 uur vangen, conform de ATW, aan op het eerste tijdstip van de dag waarop werknemer arbeid verricht.

Dagelijkse en wekelijkse onafgebroken rusttijd. 1. Werkgever organiseert de arbeid zodanig dat voldoende rust in overeenstemming met de ATW gegarandeerd is: a. hetzij doordat werknemers tenminste werknemer xxxxxxxxx een aangesloten aaneengesloten rusttijd hebben heeft van 11 uur na een dag werken; 4 keer per 4 weken mag deze rusttijd worden ingekort tot 8 uur; b. hetzij doordat werknemers tenminste werknemer xxxxxxxxx een aaneengesloten rusttijd hebben heeft van 36 uur per periode van 7 maal 24 uur; c. hetzij doordat werknemers tenminste werknemer xxxxxxxxx een aaneengesloten rusttijd hebben heeft van 72 uur per periode van 14 maal 24 uur (eventueel opgesplitst in aaneengesloten rustperioden van 32 uren). Maximaal 8 keer per jaar mag hiervan worden afgeweken; de rusttijd mag dan minimaal 60 uur bedragen in een periode van 14 keer 24 uur. 2. Ten aanzien van jeugdige werknemers (16- en 17-jarigen) zal werkgever de werkzaamheden zodanig organiseren, dat deze een aaneengesloten rusttijd hebben van tenminste 12 uren in elke periode van 24 achtereenvolgende uren, waarin zijn begrepen de uren tussen 23.00 en 06.00 uur. 3. Ten aanzien van de zwangere werknemers, en werknemers die en/of borstvoeding geven is gevende werknemer wordt de organisatie van werk- en rusttijd beschreven in lijn met artikel 46 van de Arbeidstijdenwetcao. 4. De in voorgaande leden bedoelde perioden van 24 uur vangen, conform de ATW, aan op het eerste tijdstip van de dag waarop werknemer arbeid verricht.

Dagelijkse en wekelijkse onafgebroken rusttijd. 1. Werkgever organiseert de arbeid zodanig dat voldoende rust in overeenstemming met de ATW gegarandeerd is: a. hetzij doordat werknemers werknemer tenminste een aangesloten aaneengesloten rusttijd hebben heeft van 11 uur na een dag werken; 4 keer per 4 weken mag deze rusttijd worden ingekort tot 8 uur; b. hetzij doordat werknemers werknemer tenminste een aaneengesloten rusttijd hebben heeft van 36 uur per periode van 7 maal 24 uur; c. hetzij doordat werknemers werknemer tenminste een aaneengesloten rusttijd hebben heeft van 72 uur per periode van 14 maal 24 uur (eventueel opgesplitst in aaneengesloten rustperioden van 32 uren). Maximaal 8 keer per jaar mag hiervan worden afgeweken; de rusttijd mag dan minimaal 60 uur bedragen in een periode van 14 keer 24 uur. 2. Ten aanzien van jeugdige werknemers (16- en 17-jarigen) zal werkgever de werkzaamheden zodanig organiseren, dat deze een aaneengesloten rusttijd hebben van tenminste 12 uren in elke periode van 24 achtereenvolgende uren, waarin zijn begrepen de uren tussen 23.00 en 06.00 uur. 3. Ten aanzien van de zwangere werknemers, en werknemers die en/of borstvoeding geven is gevende werknemer wordt de organisatie van werk- en rusttijd beschreven in lijn met artikel 49 van de Arbeidstijdenwetcao. 4. De in voorgaande leden bedoelde perioden van 24 uur vangen, conform de ATW, aan op het eerste tijdstip van de dag waarop werknemer arbeid verricht.