De Algemene vergadering - Samenstelling. De algemene vergadering is samengesteld overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 7 maart 1991. De leden die in aanmerking moeten worden genomen om het aantal te verkiezen afgevaardigden te bepalen, zijn de gerechtigden bedoeld bij artikel 6 van voornoemd koninklijk besluit. Deze vertegenwoordigers worden door de leden en de personen te hunnen laste verkozen voor een hernieuwbare periode van maximum zes jaar. Het aantal mandaten van afgevaardigde wordt als volgt vastgesteld: − 75 mandaten van afgevaardigde voor de eerste schijf van 75.000 gerechtigden; − en een bijkomend mandaat van afgevaardigde per volledige schijf van 10.000 gerechtigden boven het aantal van 75.000 De leden en de personen te hunnen laste kunnen plaatsvervangers kiezen voor de algemene vergadering en dit volgens dezelfde modaliteiten. Het mandaat van een lid van de algemene vergadering is onbezoldigd, met uitzondering van de vergoedingen zoals opgenomen in “Bijlage 1” van de statuten.