Duur van de lening en verlenging. 4.1 De looptijd van de lening gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand, waarin de ingangsdatum van de renteberekening ligt (in de regel de eerste van de maand volgend op de maand waarin de hypotheekakte wordt gepasseerd of de onderhandse overeenkomst van geldlening is getekend ). 4.2 Op het einde van de in de overeenkomst vermelde looptijd van de lening moet deze aan de bank worden terugbetaald. 4.3 Indien de bank bereid is tot verlenging van de looptijd, zal zij daartoe een schriftelijk voorstel doen. 4.4 Indien de lening op de afloopdatum van de looptijd niet aan de bank is terugbetaald, geldt deze – zo de bank een verlengingsvoorstel heeft gedaan – als verlengd conform de bepalingen van dat verlengingsvoorstel, tenzij schuldenaar of, indien er meerdere schuldenaren zijn, één van hen de bank vóór de afloopdatum van de looptijd schriftelijk heeft medegedeeld niet met de inhoud van het verlengingsvoorstel akkoord te gaan 4.5 Indien na afwijzing van het verlengingsvoorstel niet alsnog vóór de afloopdatum van de looptijd door schuldenaar met de bank overeenstemming over de verlenging wordt bereikt, moet de lening overeenkomstig het bepaalde in lid 2 van dit artikel worden terugbetaald. 4.6 De looptijd van de lening kan niet langer zijn dan de duur van een beperkt recht dat op het verbondene gevestigd is of wordt.
Appears in 11 contracts
Samples: Hypotheekovereenkomst, Hypotheekovereenkomst, Hypotheekovereenkomst