Duur, verlenging en opzegging. Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 1 jaar, ingaande op
Duur, verlenging en opzegging. Deze huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van ….…. jaar, ingaande op ……. (hierna te noemen ‘ingangsdatum’) en lopende tot en met …………….
Duur, verlenging en opzegging. [optie 1:] Onbepaalde tijd
Duur, verlenging en opzegging. (artikel 3)
Optie 1 Optie 1 is van toepassing als de huurovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. De huurovereenkomst die voor onbepaalde tijd wordt aangegaan, kan door beide partijen op ieder gewenst moment worden opgezegd. De huurder geniet van meet af aan huurbescherming.
Optie 2 Optie 2 betreft de huurovereenkomst die aangegaan wordt voor onbepaalde tijd met een minimum duur van één jaar. De huurovereenkomst die voor een minimum duur van één jaar wordt aangegaan, kan door beide partijen niet vóór het verstrijken van dat jaar worden opgezegd. De huurder geniet van meet af aan huurbescherming, omdat toepassing van de mogelijkheid van tijdelijke verhuur als bedoeld in artikel 7:271 lid 1 BW uitdrukkelijk wordt uitgesloten (zie daarover: optie 2 van de considerans). Indien partijen van optie 2 gebruik willen maken, wordt nadrukkelijk geadviseerd om dit (bijvoorbeeld middels de voorgestelde tekst) in de considerans tot uitdrukking te brengen (zie hierboven, onder 2.2). De ROZ onderkent hierbij dat het voor zowel verhuurder als huurder van belang kan zijn de vóór de invoering van de op 1 juli 2016 in werking getreden Wet doorstroming huurmarkt 2015 gangbare praktijk om een huurovereenkomst aan te gaan voor onbepaalde tijd met een minimumperiode van één jaar, voort te zetten. In het oude artikel 3 van het ROZ-model woonruimte 2003 was die gangbare praktijk omschreven doordat was bepaald dat de huurovereenkomst voor de duur van één jaar werd aangegaan en dat de huurovereenkomst na het verstrijken van die duur (behoudens opzegging) voor onbepaalde duur werd verlengd. Deze keuze was toen ook ingegeven om een snel wisselend huurdersbestand en de daarmee gepaard gaande kosten voor de verhuurder tegen te gaan. Deze minimumduur van één jaar is voor de praktijk nog steeds van groot belang. Met optie 2 wordt daarin voorzien. Hoewel de ROZ aanleiding heeft te veronderstellen dat de wetgever met de invoering van voornoemde wet geen verandering heeft beoogd in deze bestaande praktijk (vóór de wetswijziging van 1 juli 2016), onderkent de ROZ dat daaromtrent in de literatuur inmiddels discussie is ontstaan. Uit de discussie volgt dat er een behoefte is om de bestaande praktijk voort te zetten. Deze discussie is in de jurisprudentie nog niet uitgekristalliseerd en derhalve bestaat hierover nog geen rechtszekerheid. Ten aanzien van de formulering van optie 2 wordt nog opgemerkt dat er, vanwege het woordgebruik van de minister (te weten “contracten voor onbepaalde d...
Duur, verlenging en opzegging. Deze huurovereenkomst gaat in op ………. (hierna ‘ingangsdatum’) en is aangegaan voor een periode van 3 maanden.
Duur, verlenging en opzegging. ●● 3.1 Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van jaar, ingaande op en lopende ● tot en met .
Duur, verlenging en opzegging. Onbepaalde tijd met een minimum duur van twaalf (12) maanden
Duur, verlenging en opzegging. 3.1 Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van één jaar ingaande op en lopende tot en met………….. Tijdens deze periode kunnen partijen deze overeenkomst niet tussentijds door opzegging beëindigen. Verhuurder zal het gehuurde op de ingangsdatum van de huur aan huurder ter beschikking stellen, tenzij dit geen werkdag is, althans als huurder heeft voldaan aan alle op dat moment bestaande verplichtingen jegens verhuurder.
3.2 Indien in 3.1 een bepaalde tijd is opgenomen en deze periode verstrijkt zonder opzegging, loopt de overeenkomst voor onbepaalde tijd door. Beëindiging van de overeenkomst door opzegging dient te geschieden overeenkomstig 19 van de algemene bepalingen.
Duur, verlenging en opzegging. Deze huurovereenkomst gaat in op 01 juli 2021 (hierna ‘ingangsdatum’) en is aangegaan voor een periode van drie jaar en loopt tot en met 30 juni 2024.
Duur, verlenging en opzegging. 2.1 De overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van 1 kalendermaand. welke telkens voor 1 kalendermaand automatisch verlengd wordt. • 2.2 Huurder heeft het recht om de overeenkomst ieder moment op te zeggen met een opzegtermijn van 1 kalendermaand. De huurovereenkomst eindigt derhalve op de laatste dag van de kalendermaand volgend op de opzegdatum met inachtneming van de opzegtermijn. De definitieve einddatum van de huurovereenkomst wordt door verhuurder schriftelijk bevestigd aan huurder. • 2.3 Opzegging van de overeenkomst door de huurder dient schriftelijk te geschieden per email of (aangetekende) brief, echter nooit mondeling. • 2.4 Als de in 2.1 genoemde periode verstrijkt zonder opzegging overeenkomstig artikel 2.2 en 2.3, loopt de overeenkomst voor onbepaalde tijd door. • 2.5 De verhuurder heeft het recht de huurovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen en de ontruiming aan te zeggen, indien de huurder (als natuurlijk persoon of rechtspersoon): • de huurprijs of de bijkomende vergoeding niet tijdig voldoet en door de verhuurder in gebreke is gesteld. • handelt in strijd met de bepalingen in deze overeenkomst. • wanneer hij geen natuurlijk persoon is, zijn rechtspersoonlijkheid verliest, wordt ontbonden of feitelijk wordt geliquideerd; • surséance van betaling, faillissement of toegang tot de WSNP aanvraagt; • in staat van faillissement wordt verklaard; • een akkoord buiten faillissement aanbiedt of indien executoriaal beslag wordt gelegd op zaken van huurder; • zijn handelings- of beslissingsbevoegdheid verliest. • 2.6 De huurder is gehouden om aan de verhuurder te vergoeden alle schade, kosten en interesten als gevolg van een in artikel 2.5 bedoelde omstandigheid en als gevolg van tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst, ook in geval van faillissement en surséance van betaling. Tot die schade worden in ieder geval gerekend de huurprijs, de eventuele vergoeding voor bijkomende leveringen en diensten, de overige volgens de huurovereenkomst verschuldigde bedragen, de kosten van wederverhuur alsmede alle kosten van maatregelen zowel in als buiten rechte door verhuurder getroffen, daaronder begrepen die van rechtskundige bijstand. De kosten van die maatregelen worden tussen partijen bij voorbaat vastgesteld op een bedrag met een minimum van € 100,00. • 2.7 Verhuurder is zonder rechterlijke tussenkomst gerechtigd datgene waarin huurder in verzuim is naar zijn inzicht voor rekening en risico van huurder te (doen) verrichten. • 2.8 Door ...