EISEN AAN DE INHOUD VAN HET ERFPACHTVOORSTEL. In dit deel is aangegeven wat de Kandidaat minimaal bij zijn Erfpachtvoorstel moet indienen om voor beoordeling in aanmerking te komen. De Kandidaat verschaft in zijn Erfpachtvoorstel alle nodige informatie en voegt de nodige bijlagen toe teneinde voldoende aannemelijk te maken dat hij bij toekenning van de Erfpacht in staat zou zijn tot de uitvoering van de Erfpachtovereenkomst overeenkomstig de voorwaarden gesteld in deze Leidraad. De Kandidaat moet met alle Bijlagen van de Leidraad rekening houden. De onderdelen van het Erfpachtvoorstel moeten tot op een zodanig niveau uitgewerkt zijn dat - zonder enig voorbehoud aan de eisen in deze Leidraad kan worden voldaan; - de vereiste kwaliteit en timing wordt gegarandeerd; en - de risico’s worden erkend en de beheersing ervan wordt geaccepteerd. Daarnaast verschaft de Kandidaat in zijn Erfpachtvoorstel voldoende toelichting bij elk van de beslissingscriteria, evenals alle documenten die nodig of nuttig zijn ter beoordeling van de beslissingscriteria voor zover dit niet blijkt uit de hieronder gevraagde documenten. Niet-bijvoeging van de vereiste documentatie, of niet-naleving van de minimale eisen, kan tot de uitsluiting van het betreffende Erfpachtvoorstel leiden. Onverminderd het voorgaande, moet een Erfpachtvoorstel minstens uit de volgende onderdelen bestaan:
a. Administratief deel
1. Gegevensformulier, conform Bijlage 1;
2. Begeleidingsbrief met bewijs van ondertekeningbevoegdheid; De begeleidingsbrief dient onder meer de volgende informatie te bevatten:
a) een opgave van personen die bevoegd zijn de Kandidaat (leden van het Samenwerkingsverband / Aangeduide Onderaannemer / Derde Entiteit) te vertegenwoordigen en eventuele beperkingen van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid;
b) een opgave van de Aangeduide Onderaannemers;
c) een bevestiging van de geldigheidstermijn van het Erfpachtvoorstel;
d) een verklaring dat de Kandidaat aan alle eisen van deze Leidraad kan en zal blijven voldoen;
e) de unieke aanspreekpersoon van de Kandidaat voor het verdere verloop van deze procedure;
3. Attest van de Rechtbank van Koophandel waaruit blijkt dat men zich niet in een toestand van faillissement bevindt;
4. RSZ – attest of gelijkwaardig document waaruit blijkt dat voldaan is aan de verplichtingen inzake de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid;
5. Uittreksel uit het strafregister waaruit blijkt dat men niet veroordeeld is voor een misdrijf dat de professionele integriteit aantast;
6. Bewijs van verzekering...
