Funderingen. Met funderingen bedoelen wij: de delen van het gebouw die onder de grond zitten, tot aan de laagste vloer van uw woonhuis. Ook leidingen direct onder de laagste vloer horen bij de fundering.
Funderingen. Niet tot het gebouw behorend worden de hierna genoemde zaken beschouwd.
Funderingen. De woningen worden geheel gefundeerd op een raster van gewapende betonnen funderingsbalken op betonnen palen, een en ander volgens de berekeningen van de constructeur. De fundering wordt in het werk gestort.
Funderingen. Voor de woningen worden gewapende betonnen heipalen met daarop een raster van gewapende betonnen funderingsbalken aangebracht. - De ruimte onder de begane grondvloer van de woning wordt geventileerd door middel van roosters in de gevels. - Gezien het peil van de woning ten opzichte van het oppervlakte- en grondwaterpeil kan de ruimte beperkt van hoogte zijn en dient u er rekening mee te houden dat er voortdurend water in deze ruimte kan staan.
Funderingen. Op grond van de resultaten van de uitgevoerde sonderingen (onderzoek naar de draagkracht en samenstelling van de bodemlagen) wordt het gebouw gefundeerd op geschroefde palen met in het werk gestorte betonnen funderingsbalken en -poeren.
Funderingen. Onder funderingen verstaan wij de delen van het woonhuis die zich onder de grond bevinden tot aan de laagst begaanbare vloer en met uitzondering van de leidingen.
Funderingen. Aan de hand van de uitgevoerde grondonderzoeken wordt het woongebouw op betonpalen en funderingsbalken gefundeerd.
Funderingen. De woningen worden gefundeerd op betonnen palen. Op deze palen worden betonnen funderingsbalken aangebracht.
Funderingen. Om de bodemgesteldheid te bepalen zal op voorhand en tijdens de bouwwerken een GRONDIGE grondsondering worden uitgevoerd door onze bodemdeskundige. Op deze wijze wordt de beste kwaliteit en nazicht van de bouwsterkte verzekerd. De funderingsvoeten zullen worden uitgevoerd, dit volgens de opgave van de ingenieur die de afmetingen en de samenstelling zal bepalen. De fundering zal worden uitgevoerd in functie van deze bodemgesteldheid.
Funderingen. 1. Als het aanlegniveau van de fundering niet bekend is, wordt de diepte van de ontgraving van de funderingsinspectieput maximaal 2,50 meter vanaf maaiveld gemeten.
2. Als op een diepte van 2,50 meter nog geen funderingshout is aangetroffen worden de graafwerkzaamheden beëindigd zodat de veiligheid van de grondwerkers, de inspecteur en de omgeving geen risico loopt. De gemaakte kosten worden wel in rekening gebracht.
3. Als het aanlegniveau van de fundering tijdens de offertefase reeds bekend is en de ontgravingsdiepte van de funderingsinspectieput is tussen de 2,50 en 3,50 meter geldt het volgende: • de funderingsinspectieput wordt gestut zodat de kans op instorting, van de inspectieput, tijdens de graafwerkzaamheden en de inspectie minimaal is; • het grondwater wordt weggepompt met een bronneringspomp; • als op een diepte van 3,50 meter onder maaiveld nog geen funderingshout is aangetroffen worden de graafwerkzaamheden gestaakt, het metselwerk wordt geïnspecteerd, de grond- waterstand wordt ingemeten en de bodemopbouw wordt vastgelegd. Bij graafwerkzaamheden dieper dan 3,50 meter wordt namelijk veel grondwater onttrokken waardoor het maaiveld in de omgeving kan inklinken. De veiligheid van de grondwerkers, de inspecteur en de omgeving mag geen risico lopen. De gemaakte kosten worden wel in rekening gebracht.
4. Als de funderingsinspectieput niet op diepte kan worden gegraven door obstakels in de ondergrond worden de gemaakte kosten in rekening gebracht. Onder obstakels in de ondergrond wordt verstaan: • te veel kabels en leidingen, anders dan de Klic- melding aangeeft; • oude funderingsresten; • grote blokken beton, beerput; • kapotte huisaansluiting van het riool; • andere niet genoemde obstakels.