Waardeverminderingen. Op voorraden en bestellingen in uitvoering Geboekt
Waardeverminderingen. Op voorraden en bestellingen in uitvoering Geboekt ................................................................................................... Teruggenomen ......................................................................................... Op handelsvorderingen Geboekt ................................................................................................... Teruggenomen ......................................................................................... Toevoegingen ............................................................................................... Bestedingen en terugnemingen .................................................................... Bedrijfsbelastingen en -taksen ...................................................................... Andere .......................................................................................................... Totaal aantal op de afsluitingsdatum ............................................................ Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten .................................. Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren ...................................................... Kosten voor de vennootschap ...................................................................... Codes Boekjaar Vorig boekjaar 9125 ........................ ........................ 9126 ........................ ........................ 754 ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ 6501 ........................ ........................ 6502 ........................ ........................ 6510 ........................ ........................ 6511 ........................ ........................ 653 ........................ ........................ 6560 ........................ ........................ 6561 ........................ ........................ 654 ........................ ........................ 655 ........................ ........................ 2.854 2.739 ........................ ........................ ........................ ........................ RECURRENTE FINANCIËLE OPBRENGSTEN Door de overheid toegekende subsidies, aangerekend op de resultatenrekening Kapitaalsubsidies ..................................................................................... Interestsubsidies ...................................
Waardeverminderingen. In miljoenen euro 2kw2005 1kw2006 2kw2006 6m2005 6m006
Waardeverminderingen. De waardeverminderingen dalen met 28,5 % ten opzichte van 2012. De risicokost van de kredietportefeuille blijft heel laag. De loan loss ratio bedraagt 0,14% ten opzichte van 0,10% in 2012. Het geconsolideerd nettoresultaat bedraagt dus 45,2 miljoen euro, in vergelijking met 73,4 miljoen euro een jaar eerder, en is conform het voorziene budget. Exclusief de uitzonderlijke elementen van 2012 ligt het onderliggend resultaat 2013 10,4% hoger dan 2012.
Waardeverminderingen. De waardeverminderingen mogen niet worden gehandhaafd als de boekhoudkundige waarde van het desbetreffende actief daardoor op het einde van het financiële boekjaar lager is dan de gebruikswaarde ervan. Deze gebruikswaarde stemt overeen met de toekomstige economische voordelen of het dienstverleningspotentieel dat het actief voor een bestuur zal opleveren.
Waardeverminderingen. Gedurende het jaar bestaat de mogelijkheid dat er ook op deze vorderingen, net zoals op de vorderingenop korte en lange termijn, waardeverminderingen moeten worden toegepast, indien voor het geheel of een gedeelte ervan onzekerheid bestaat over de betaling ervan op de vervaldag. Indien op deze vorderingen reeds waardeverminderingen werden geboekt, bestaat de mogelijkheid dat deze niet meer mogen gehandhaafd wordenop basisvan een actuele beoordeling van hun inbaarheid.
Waardeverminderingen. In miljoenen euro 4kw04 (pro forma) 3kw05 4kw05 12m04 (pro forma) 12m05
Waardeverminderingen. Net zoals op vorderingen op korte termijn moeten ook op de vorderingen op lange termijn tijdig waardeverminderingen worden geboekt als er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling ervan op de vervaldag. Ook indien de realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan hun boekhoudkundige waarde mogen waardeverminderingen worden toegepast op deze vorderingen. Deze waardeverminderingen mogen niet worden gehandhaafd in die mate dat ze hoger zijn dan een actuele beoordeling vereist. Met het boeken van waardeverminderingen moet men niet wachten tot een vordering oninbaar is verklaard, het is zelfs niet nodig om hiervoor de vervaldag af tewachten. Er zijn dus twee momenten waarop overeen waardevermindering kan worden beslist:
Waardeverminderingen. Op de dubieuze vorderingen moeten waardeverminderingen worden toegepast als er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling ervan op de vervaldag. Ook indien de realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan hun boekhoudkundige waarde, mogen waardeverminderingen worden toegepast op deze vorderingen. Deze waardeverminderingen mogen niet worden gehandhaafd in die mate dat ze hoger zijn dan een actuele beoordeling vereist. Er zijn dus twee momenten waarop overeen waardevermindering kan worden beslist: Op het ogenblik dat zich een feit voordoet waaruit kan worden afgeleid dat de debiteur betalingsproblemen heeft. Op balansdatum. Voor elk bestuur is het belangrijk zich per 31 december te bezinnen over de waarde van de vorderingen. Het gebeurt dat een bestuur, bijvoorbeeld bij het toekennen van een lening, nogal optimistisch oordeelt over de kans op terugvordering.
Waardeverminderingen. Op de overige materiële vaste activa (zowel met beperkte als onbeperkte levensduur) moeten ook waardeverminderingen worden geboekt als hun (eventueel geherwaardeerde) boekhoudkundige waarde hoger is dan de realisatiewaarde. Deze laatste is de hoogste waarde van de bedrijfswaarde (= de contante waarde van de ontvangsten en uitgaven waarvan verwacht wordt dat ze voortvloeien uit een actief) en de reële waarde (= bedrag waarvoor een activum verhandeld zou kunnen worden tussen onafhankelijke partijen die ter zake goed geïnformeerd zijn, en die tot een transactie bereid zijn), verminderd met de verkoopkosten. Er zal evenwel maar sprake kunnen zijn van waardeverminderingen voor zover de verlaging van het bedrag van het overig materieel vast actief ten gevolge van een herwaardering groter is dan de eventueel eerder uitgedrukte herwaarderingsreserves.