Common use of Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid Clause in Contracts

Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid. 15.1 De deelnemer is verplicht de binnen de praktijkbiedende organisatie geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. De praktijkbiedende organisatie licht de student voor aanvang van de bpv over deze regels in. 15.2 De deelnemer is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen. 15.3 De praktijkbiedende organisatie treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de deelnemer. 15.4 De praktijkbiedende organisatie is aansprakelijk voor schade die de student tijdens of in verband met de bpv mocht lijden, tenzij de praktijkbiedende organisatie aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemer. 15.5 De praktijkbiedende organisatie is aansprakelijk voor de schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de bpv toebrengt aan de (eigendommen van het) leerbedrijf of aan (de eigendommen van) derden, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemer. 15.6 De instelling is gevrijwaard voor schade die is ontstaan aan de deelnemer, de praktijkbiedende organisatie of derden in de uitoefening van de bpv. 15.7 De aansprakelijkheid van de instelling is in alle gevallen beperkt tot de voorwaarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van de instelling. Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van de instelling. 15.8 De praktijkbiedende organisatie is verzekerd tegen het financiële risico van wettelijke bedrijfsaansprakelijkheid, ook tegenover de deelnemer. De instelling sluit voorts ten behoeve van de deelnemer een verzekering af met een secundaire dekking tegen de risico’s van wettelijke aansprakelijkheid. Dit laat de primaire aansprakelijkheid van de praktijkbiedende organisatie onverlet. 15.9 De instelling is niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de deelnemer op de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht, dan wel voor schade die de deelnemer lijdt ingeval van schorsing en/of verwijdering als bedoeld in de betreffende artikelen van de onderwijsovereenkomst.

Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid. 15.1 De deelnemer student is verplicht de binnen de praktijkbiedende organisatie geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. De praktijkbiedende organisatie licht de student voor aanvang van de bpv over deze regels in. 15.2 De deelnemer student is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen. 15.3 De praktijkbiedende organisatie treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de deelnemerstudent. 15.4 De praktijkbiedende organisatie is aansprakelijk voor schade die de student tijdens of in verband met de bpv mocht lijden, tenzij de praktijkbiedende organisatie aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemerstudent. 15.5 De praktijkbiedende organisatie is aansprakelijk voor de schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de bpv toebrengt aan de (eigendommen van het) leerbedrijf of aan (de eigendommen van) derden, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemerstudent. 15.6 De instelling Curio is gevrijwaard voor schade die is ontstaan aan de deelnemerstudent, de praktijkbiedende organisatie of derden in de uitoefening van de bpv. 15.7 De aansprakelijkheid van de instelling Curio is in alle gevallen beperkt tot de voorwaarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van de instelling. Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van de instelling. 15.8 De praktijkbiedende organisatie is verzekerd tegen het financiële risico van wettelijke bedrijfsaansprakelijkheid, ook tegenover de deelnemerstudent. De instelling Curio sluit voorts ten behoeve van de deelnemer student een verzekering af met een secundaire dekking tegen de risico’s van wettelijke aansprakelijkheid. Dit laat de primaire aansprakelijkheid van de praktijkbiedende organisatie onverlet. 15.9 De instelling Curio is niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de deelnemer student op de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht, dan wel voor schade die de deelnemer student lijdt ingeval van schorsing en/of verwijdering als bedoeld in de betreffende artikelen van de onderwijsovereenkomsthet studentenstatuut.

Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid. 15.1 1. De deelnemer student is verplicht de binnen de praktijkbiedende organisatie het leerbedrijf geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. De praktijkbiedende organisatie Het leerbedrijf licht de student voor aanvang van de bpv over deze regels in. 15.2 2. De deelnemer student is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen. 15.3 De praktijkbiedende organisatie 3. Het leerbedrijf treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de deelnemerstudent. 15.4 De praktijkbiedende organisatie 4. Het leerbedrijf is conform artikel 6:1702 en 7:6583, van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor schade die de student tijdens in de uitoefening van de werkzaamheden maakt en/of in verband met de bpv mocht lijdenlijdt, tenzij de praktijkbiedende organisatie aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemerstudent. 15.5 De praktijkbiedende organisatie 5. Het leerbedrijf is aansprakelijk voor de schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de bpv toebrengt aan de (eigendommen van het) leerbedrijf of aan (de eigendommen van) derden, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemerstudent. 15.6 6. De instelling is gevrijwaard voor schade die is ontstaan aan de deelnemerstudent, de praktijkbiedende organisatie het leerbedrijf of derden in de uitoefening van de bpv. 15.7 7. De aansprakelijkheid van de instelling is in alle gevallen beperkt tot de voorwaarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van de instelling. Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van de instelling. 15.8 8. De praktijkbiedende organisatie is verzekerd tegen het financiële risico van wettelijke bedrijfsaansprakelijkheidonderwijsinstelling heeft voor de student in de beroepspraktijkvorming (BPV) een ongevallenverzekering afgesloten die, behalve tijdens de beroepspraktijkvorming, ook tegenover de deelnemer. De instelling sluit voorts ten behoeve dekking biedt gedurende één uur hiervoor en erna, of zoveel langer als het rechtstreeks komen naar en het gaan van de deelnemer een verzekering af met een secundaire dekking tegen de risico’s van wettelijke aansprakelijkheid. Dit laat de primaire aansprakelijkheid van de praktijkbiedende organisatie onverletberoepspraktijkvormingsplaats naar huis of school vergt. 15.9 De instelling is niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de deelnemer op de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht, dan wel voor schade die de deelnemer lijdt ingeval van schorsing en/of verwijdering als bedoeld in de betreffende artikelen van de onderwijsovereenkomst.

Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid. 15.1 7.1 De deelnemer is verplicht de binnen de praktijkbiedende organisatie het leerbedrijf geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. De praktijkbiedende organisatie Het leerbedrijf licht de student deelnemer voor aanvang van de bpv BPV over deze regels in. 15.2 7.2 De deelnemer is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen. De resultaten van opdrachten uitgevoerd in het kader van de beroepspraktijkvorming zijn eigendom van het leerbedrijf. 15.3 De praktijkbiedende organisatie 7.3 Het leerbedrijf treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de deelnemer. 15.4 De praktijkbiedende organisatie 7.4 Het leerbedrijf is aansprakelijk voor schade die de student deelnemer tijdens of in verband met de bpv BPV mocht lijden, tenzij de praktijkbiedende organisatie het leerbedrijf aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemer. 15.5 De praktijkbiedende organisatie 7.5 Het leerbedrijf is aansprakelijk voor de schade die de student deelnemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de bpv BPV toebrengt aan de (eigendommen van het) leerbedrijf of aan (de eigendommen van) derden, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemer. Het leerbedrijf of diens verzekeraar kan in dat geval voor haar eigen schade regres (recht op schadevergoeding) nemen op de deelnemer. 15.6 De instelling 7.6 Het Alfa-college is gevrijwaard voor schade die is ontstaan aan de deelnemer, de praktijkbiedende organisatie het leerbedrijf of derden in de uitoefening van de bpvBPV. 15.7 7.7 Het leerbedrijf heeft haar aansprakelijkheid afdoende verzekerd. Op deze verzekering is de deelnemer gedurende zijn BPV-periode medeverzekerde. 7.8 De aansprakelijkheid van de instelling het Alfa-college is in alle gevallen beperkt tot de voorwaarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van de instellinghet Alfa-college. Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van de instellinghet Alfa- college. 15.8 De praktijkbiedende organisatie is verzekerd tegen het financiële risico van wettelijke bedrijfsaansprakelijkheid, ook tegenover de deelnemer. De instelling sluit voorts ten behoeve van de deelnemer een verzekering af met een secundaire dekking tegen de risico’s van wettelijke aansprakelijkheid. Dit laat de primaire aansprakelijkheid van de praktijkbiedende organisatie onverlet. 15.9 De instelling is niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de deelnemer op de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht, dan wel voor schade die de deelnemer lijdt ingeval van schorsing en/of verwijdering als bedoeld in de betreffende artikelen van de onderwijsovereenkomst.

Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid. 15.1 1.1 De deelnemer student is verplicht de binnen de praktijkbiedende organisatie het stagebedrijf geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. De praktijkbiedende organisatie Het stage-bedrijf licht de student voor aanvang van de bpv stage in over deze regels inregels. 15.2 1.2 De deelnemer student is verplicht alles geheim te houden wat hem de student onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij die het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen. Het stagebedrijf stelt de student op de hoogte van zaken die in elk geval onder de geheimhouding vallen. 15.3 De praktijkbiedende organisatie 1.3 Het stagebedrijf treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, Arbeidsomstandighedenwet maatregelen die gericht zijn op de bescherming van de lichamelijke en geestelijke veiligheid van de deelnemerstudent. 15.4 De praktijkbiedende organisatie 1.4 Het stagebedrijf is aansprakelijk voor schade die de student tijdens of in verband met de bpv stage mocht lijden, tenzij de praktijkbiedende organisatie het stage-bedrijf aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemerstudent. 15.5 1.5 De praktijkbiedende organisatie is aansprakelijk voor de schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de bpv toebrengt aan de (eigendommen van het) leerbedrijf of aan (de eigendommen van) derden, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemer. 15.6 De instelling school is gevrijwaard voor schade die is ontstaan aan de deelnemer, de praktijkbiedende organisatie of derden in student tijdens de uitoefening van de bpvstage. 15.7 1.6 De school vrijwaart het stagebedrijf tegen eventuele aanspraken van derden op grond van artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek wegens aansprakelijk- heid van de student tijdens de uitoefening van werkzaamheden voor het stage-bedrijf. De school vergoedt materiële schade van het stage-bedrijf tot een maximum van €100.000,00, indien en voorzover de student wettelijk aansprakelijk is voor deze schade, op grond van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, mits deze aansprakelijkheid voortvloeit uit de overeen- gekomen stage-werkzaamheden en niet op enigerlei wijze anders is verzekerd. 1.7 De vrijwaring en de aansprakelijkheid van de instelling school is in alle gevallen beperkt tot de voorwaarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van de instellingschool. Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van de instelling. 15.8 De praktijkbiedende organisatie is verzekerd tegen het financiële risico van wettelijke bedrijfsaansprakelijkheid, ook tegenover de deelnemerschool. De instelling sluit voorts ten behoeve polisvoorwaarden van de deelnemer een verzekering af met een secundaire dekking tegen de risico’s zijn op te vragen bij het College van wettelijke aansprakelijkheid. Dit laat de primaire aansprakelijkheid van de praktijkbiedende organisatie onverletBestuur. 15.9 De instelling is niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de deelnemer op de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht, dan wel voor schade die de deelnemer lijdt ingeval van schorsing en/of verwijdering als bedoeld in de betreffende artikelen van de onderwijsovereenkomst.