Groepen en verenigingen met kinderen tot twaalf jaar. Dienen telkens één volwassen begeleider per twintig kinderen te voorzien. Per begonnen twintigtal is een extra volwassen begeleider nodig. • De begeleiders dragen aangepaste kledij (zwempak of met fluovest). • De toezichthoudende begeleider moet zich constant op de kade bevinden en alle baders die tot een groep behoren rechtstreeks kunnen gadeslaan; het aantal baders onder zijn/haar toezicht mag maximum 35 bedragen. Dit wil zeggen dat de bijkomende begeleiders in het water kunnen gaan. • Indien begeleiders de zwemhal willen verlaten moeten zij een collega-begeleider en de redders hiervan op de hoogte brengen, zodat deze het toezicht kan overnemen. • Indien een zwemmer in moeilijkheden verkeert, moeten zij hulp bieden en onmiddellijk de redder verwittigen.