Historische verontreiniging DATUM: 17.02.1999 Voorbeeldclausules

Historische verontreiniging DATUM: 17.02.1999. TYPE: Oriënterend bodemonderzoek

Related to Historische verontreiniging DATUM: 17.02.1999

  • Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.

  • Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald. 6.2 Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. 6.3 De Gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.

  • Prijsverhoging 1. Indien gebruiker met de consument bij het sluiten van de overeenkomst een bepaalde prijs overeenkomt, is gebruiker niettemin gerechtigd tot verhoging van de prijs, ook wanneer de prijs oorspronkelijk niet onder voorbehoud is opgegeven. 2. Indien een prijsverhoging plaatsvindt binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst, kan de consument de overeenkomst door een schriftelijke verklaring ontbinden ongeacht het percentage van de verhoging, tenzij - de prijsverhoging voortvloeit uit een bevoegdheid of een op de gebruiker rustende verplichting ingevolge de wet of - indien bedongen is dat de aflevering langer dan drie maanden na de koop zal plaatsvinden.

  • Proceskosten en wettelijke rente Boven het verzekerd bedrag worden vergoed: a. de kosten van gerechtelijke procedures die zijn gevoerd met goedvinden of op verlangen van ons; b. de kosten van rechtsbijstand die in onze opdracht is verleend; c. de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte deel van de hoofdsom.

  • Verontreiniging a. De aanwezigheid van een stof in of op de bodem of het oppervlaktewater in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen (streefwaarde of een overeenkomstige waarde) die gelden op het moment dat de aanwezigheid van de stof zich manifesteert, worden overschreden. b. De aanwezigheid van asbest in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen die gelden op het moment dat de aanwezigheid van asbest zich manifesteert, worden overschreden.

  • Onzekerheidsvereiste Deze overeenkomst beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade, op vergoeding waarvan jegens MS Xxxxx respectievelijk een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis of een handelen of nalaten waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde of een derde was ontstaan of naar de normale gang van zaken nog zou ontstaan.

  • Toelage onregelmatige dienst 1 Aan de werknemer niet behorend tot het onderwijsgevend personeel voor wie het salaris wordt vastgesteld volgens een van de schalen 1 tot en met 10 en die regelmatig of vrij regelmatig in opdracht van de werkgever arbeid verricht op andere tijden dan op de dagen maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur, wordt een toelage toegekend. 2 De toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de werknemer geldende salaris per uur en wel: a 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 uur en 22.00 uur; b 40% voor de uren op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur; c 40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur; d 65% voor de uren op niet-werkdagen, met dien verstande, dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris behorende bij schaal 6. 3 Voor de in het tweede lid onder a genoemde uren wordt de toelage slechts toegekend indien de werknemer zijn werkzaamheden is begonnen vóór 07.00 uur of heeft beëindigd na 20.00 uur.

  • Algemene Verordening Gegevensbescherming 1. De Offerte, de Overeenkomst en deze Algemene Transport Voorwaarden Xxxxxxx zijn tevens van toepassing op alle Persoonsgegevens die door Partijen aan elkaar worden verzonden, beschikbaar worden gesteld of door Partijen worden ontvangen voor het uitvoeren van de werkzaamheden. 2. De Persoonsgegevens worden door de Partijen enkel gebruikt om het doel van het vastgestelde werk of de dienstverlening te bereiken en zullen na beëindigen van het doel worden verwijderd. 3. Partijen dienen zorg te dragen voor de naleving van de voorwaarden die op grond van de AVG en andere wet- en regelgeving worden gesteld aan het verwerken van Persoonsgegevens. 4. Partijen dienen bij een datalek elkaar binnen 24 uur de informatie te verstrekken over de aard en de oorzaak van de inbreuk, welke Persoonsgegevens zijn getroffen en welke maatregelen een Partij heeft genomen om de mogelijke schade te beperken. 5. Partijen nemen passende technische en organisatorische maatregelen om Persoonsgegevens te beveiligen en beveiligd te houden tegen verlies of enige vorm van onzorgvuldige, ondeskundige of onrechtmatige verwerking of gebruik. 6. Partijen nemen in ieder geval de volgende maatregel om wijziging en verlies van de persoonsgegevens te voorkomen, zoals pseudonimiseren, encryptie/hashing (versleuteling) van digitale bestanden met Persoonsgegevens. 7. Deze maatregel garandeert een passend beveiligingsniveau gelet op de risico’s die verwerking en de gevoelige aard van de Persoonsgegevens met zich mee brengt. 8. Partijen houden de Persoonsgegevens geheim. Partijen dragen ervoor zorg dat de Persoonsgegevens niet direct of indirect ter beschikking komen van derden. Onder derden wordt ook het personeel van Partijen begrepen voor zover het niet noodzakelijk is dat zij kennis hoeft te nemen van de Persoonsgegevens. 9. Partijen zorgen ervoor dat haar personeel gebonden is aan de in dit artikel opgenomen geheimhoudingsplicht. 10. Partijen hebben het recht de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst te controleren, waarbij de kosten van de controle ligt bij diegene die de controle uitvoert. De ene Partij kan na toestemming van de andere partij daartoe zelf overgaan of hij kan dat laten doen door een onafhankelijke registeraccountant, registerinformaticus of andere daartoe gecertificeerde auditor. 11. Partijen dragen ervoor zorg dat een Betrokkene altijd zijn rechten die voortvloeien uit de AVG kan uitoefenen. 12. Partijen dragen hun eigen verantwoordelijkheid en zijn aansprakelijk voor schade die voortvloeien als er in strijd wordt gehandeld met de AVG. 13. In het kader van de AVG vrijwaart de ene Partij de andere Partij tegen aanspraken van derden.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Wat zijn de gevolgen voor verzekerden die al arbeidsongeschikt zijn? Is een verzekerde arbeidsongeschikt op het moment dat we de verzekering aanpassen? Dan blijven de bestaande voorwaarden voor hem van kracht. De nieuwe voorwaarden gelden pas als hij niet meer arbeidsongeschikt is. De nieuwe premie gaat wel in op het moment dat we de verzekering aanpassen.