Common use of Honden en andere huisdieren Clause in Contracts

Honden en andere huisdieren. Als uitgangspunt in het gebied geldt dat honden kort aangelijnd het gebied mogen betreden, tenzij het gebied is aangewezen als gebied waar honden in het geheel niet zijn toegestaan (lid 1). Te denken valt aan broedgebieden. Daarnaast kan het algemeen bestuur gebieden aanwijzen waar honden of andere huisdieren niet hoeven te worden aangelijnd maar los mogen lopen, waarbij dat soms jaarrond zal mogen en soms alleen in een bepaalde periode (buiten het broedseizoen). Het algemeen bestuur kan voorts gebieden aanwijzen waar het africhten van honden is toegestaan, alsook gebieden waar de commerciële honden- uitlaatdiensten terecht kunnen met groepen honden. Aan dit artikel - alsook aan artikel 2.15 - ligt in zijn algemeenheid het motief van voorkoming en bestrijding van overlast door honden ten grondslag. Aangenomen moet worden dat de aanwijzing van gebieden aan te merken is als besluit van algemene strekking. Daarvoor gelden de gebruikelijke bekendmakingsvereisten ex artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2.14 bepaalt, in aanvulling daarop, dat bekendmaking ook plaatsvindt door aanduiding op in het gebied aanwezige borden. Het zesde lid bevat de verboden die gericht zijn tot de eigenaren van dieren. Het zevende lid voorziet in een uitzondering voor geleidehonden, mede naar aanleiding van jurisprudentie daarover. De bepaling in het achtste lid is opgenomen om paal en perk te stellen aan het aantal honden dat in het gebied voorkomt. Het staat bezoekers uiteraard vrij om in het gebied te wandelen met honden, maar het zou ongewenst zijn wanneer het gebied te dichtbevolkt raakt met viervoeters. Daarmee komt het recreëren door overige bezoekers in het gedrang. Daarom bevat de verordening, evenals de voorgaande verordening, een verbod om zich met meer dan drie honden in het gebied te bevinden.

Appears in 2 contracts

Samples: Algemene Verordening Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer, Algemene Verordening Recreatieschap Spaarnwoude

Honden en andere huisdieren. Als uitgangspunt in 1. Het algemeen bestuur kan delen van het gebied geldt dat honden kort aangelijnd het gebied mogen betreden, tenzij het gebied is aangewezen als gebied waar honden in het geheel niet zijn toegestaan (lid 1). Te denken valt aan broedgebieden. Daarnaast kan het algemeen bestuur gebieden aanwijzen waar honden of andere huisdieren niet hoeven te worden aangelijnd maar los mogen lopen, waarbij dat soms jaarrond zal mogen en soms alleen in gedurende een bepaalde periode (buiten het broedseizoen)periode, ook aangelijnd, niet zijn toegestaan. 2. Het algemeen bestuur kan voorts gebieden delen van het gebied aanwijzen waar honden of andere huisdieren jaarrond of in een bepaalde periode mogen loslopen. 3. Het algemeen bestuur kan delen van het gebied aanwijzen waar africhting van honden of andere huisdieren is toegestaan. 4. Het algemeen bestuur kan delen van het gebied aanwijzen waar het africhten van is toegestaan om voor commerciële doeleinden honden is toegestaan, alsook gebieden waar de commerciële honden- uitlaatdiensten terecht kunnen met groepen hondenuit te laten. 5. Aan dit artikel - alsook aan artikel 2.15 - ligt in zijn algemeenheid het motief van voorkoming en bestrijding van overlast door honden ten grondslag. Aangenomen moet worden dat Van de aanwijzing van gebieden aan te merken is als besluit van algemene strekking. Daarvoor gelden bedoeld in de gebruikelijke bekendmakingsvereisten ex voorgaande leden wordt, onverminderd artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2.14 bepaalt, in aanvulling daarop, dat bekendmaking ook plaatsvindt kennisgegeven door middel van aanduiding op borden in het gebied aanwezige bordengebied. 6. Het zesde is de eigenaar, houder of verzorger van een hond of een ander huisdier, alsmede degene die een hond of ander huisdier onder zijn hoede heeft, verboden: a) die hond of dat huisdier de door het algemeen bestuur ingevolge het eerste lid bevat aangewezen openbare terreinen of gedeelten daarvan te doen betreden; b) die hond of dat huisdier los te laten lopen buiten de verboden door het algemeen bestuur ingevolge het tweede lid aangewezen terreingedeelten of buiten de voor een losloop- gebied vastgestelde periode; c) die gericht hond of dat huisdier vanuit een rijdend voertuig te begeleiden of voorop te rijden; d) met die hond of dat andere huisdier anderen overlast te bezorgen; e) buiten de ingevolge het derde lid door het algemeen bestuur aangewezen terrein- gedeelten honden of andere huisdieren af te richten; f) buiten de ingevolge het vierde lid door het algemeen bestuur aangewezen terrein- gedeelten voor commerciële doeleinden honden uit te laten. 7. De verboden, genoemd in het vijfde lid, gelden niet voor zover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden of als een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot de eigenaren van dierengeleide- hond. 8. Het zevende lid voorziet in een uitzondering voor geleidehonden, mede naar aanleiding is verboden zich zonder vergunning van jurisprudentie daarover. De bepaling in het achtste lid is opgenomen om paal en perk te stellen aan het aantal honden dat in het gebied voorkomt. Het staat bezoekers uiteraard vrij om in het gebied te wandelen met honden, maar het zou ongewenst zijn wanneer het gebied te dichtbevolkt raakt met viervoeters. Daarmee komt het recreëren door overige bezoekers in het gedrang. Daarom bevat de verordening, evenals de voorgaande verordening, een verbod om zich algemeen bestuur met meer dan drie honden in het gebied op de openbare terreinen te bevinden.

Appears in 2 contracts

Samples: Algemene Verordening Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer, Algemene Verordening Recreatieschap Spaarnwoude

Honden en andere huisdieren. Als uitgangspunt in 1. Het algemeen bestuur kan delen van het gebied geldt dat honden kort aangelijnd het gebied mogen betreden, tenzij het gebied is aangewezen als gebied waar honden in het geheel niet zijn toegestaan (lid 1). Te denken valt aan broedgebieden. Daarnaast kan het algemeen bestuur gebieden aanwijzen waar honden of andere huisdieren niet hoeven te worden aangelijnd maar los mogen lopen, waarbij dat soms jaarrond zal mogen en soms alleen in huisdie- ren gedurende een bepaalde periode (buiten het broedseizoen)periode, ook aangelijnd, niet zijn toegestaan. 2. Het algemeen bestuur kan voorts gebieden delen van het gebied aanwijzen waar honden of andere huisdie- ren jaarrond of in een bepaalde periode mogen loslopen. 3. Het algemeen bestuur kan delen van het gebied aanwijzen waar africhting van honden of andere huisdieren is toegestaan. 4. Het algemeen bestuur kan delen van het gebied aanwijzen waar het africhten van is toegestaan om voor commerciële doeleinden honden is toegestaan, alsook gebieden waar de commerciële honden- uitlaatdiensten terecht kunnen met groepen hondenuit te laten. 5. Aan dit artikel - alsook aan artikel 2.15 - ligt in zijn algemeenheid het motief van voorkoming en bestrijding van overlast door honden ten grondslag. Aangenomen moet worden dat Van de aanwijzing van gebieden aan te merken is als besluit van algemene strekking. Daarvoor gelden bedoeld in de gebruikelijke bekendmakingsvereisten ex voorgaande leden wordt, onverminderd artikel 3:42 Algemene Al- gemene wet bestuursrecht. Artikel 2.14 bepaalt, in aanvulling daarop, dat bekendmaking ook plaatsvindt kennisgegeven door middel van aanduiding op borden in het gebied aanwezige bordenge- bied. 6. Het zesde is de eigenaar, houder of verzorger van een hond of een ander huisdier, alsmede degene die een hond of ander huisdier onder zijn hoede heeft, verboden: a) die hond of dat huisdier de door het algemeen bestuur ingevolge het eerste lid bevat aange- wezen openbare terreinen of gedeelten daarvan te doen betreden; b) die hond of dat huisdier los te laten lopen buiten de verboden door het algemeen bestuur ingevol- ge het tweede lid aangewezen terreingedeelten of buiten de voor een losloopgebied vastgestelde periode; c) die gericht hond of dat huisdier vanuit een rijdend voertuig te begeleiden of voorop te rijden; d) met die hond of dat andere huisdier anderen overlast te bezorgen; e) buiten de ingevolge het derde lid door het algemeen bestuur aangewezen terreingedeel- ten honden of andere huisdieren af te richten; f) buiten de ingevolge het vierde lid door het algemeen bestuur aangewezen terreinge- deelten voor commerciële doeleinden honden uit te laten. 7. De verboden, genoemd in het vijfde lid, gelden niet voor zover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden of als een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot de eigenaren van dierengeleidehond. 8. Het zevende lid voorziet in een uitzondering voor geleidehonden, mede naar aanleiding is verboden zich zonder vergunning van jurisprudentie daarover. De bepaling in het achtste lid is opgenomen om paal en perk te stellen aan het aantal honden dat in het gebied voorkomt. Het staat bezoekers uiteraard vrij om in het gebied te wandelen met honden, maar het zou ongewenst zijn wanneer het gebied te dichtbevolkt raakt met viervoeters. Daarmee komt het recreëren door overige bezoekers in het gedrang. Daarom bevat de verordening, evenals de voorgaande verordening, een verbod om zich algemeen bestuur met meer dan drie honden in het gebied hon- den op de openbare terreinen te bevinden.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Verordening Recreatieschap Geestmerambacht