Hoogte van de premie. De basis pensioenregeling omvat de in II omschreven pensioenen. Voor de financiering van de basis pensioenregeling zijn de regels daaromtrent in de Uitvoeringsovereenkomst van overeenkomstige toepassing. De premie bedraagt voor de periode van 1 januari 2021 tot 1 januari 2026 een jaarlijks percentage van de som van de Pensioengrondslagen van de Werknemers die deelnemen in deze basis pensioenregeling. Dit percentage kan variëren van 22 tot 26. De door de Werkgever verschuldigde premie voor de basis pensioenregeling wordt jaarlijks binnen deze bandbreedte door het Bestuur vastgesteld. De verschuldigde premie wordt hierbij afhankelijk gesteld van de op basis van verwacht rendement nodig geachte gedempte kostendekkende premie voor de financiering van de basis pensioenregeling. In afwijking van het vorenstaande hebben sociale partners voor 2021 een premiepercentage afgesproken van 28% en voor de periode 2022 tot en met 2024 van 30%. Als in een bepaald jaar de voor dat jaar vastgestelde pensioenpremie die de Werkgever beschikbaar stelt, voldoende is om de beoogde pensioenopbouw voor dat jaar te realiseren, dan zal het overschot worden gedoteerd aan het Premie-egalisatiedepot. Het overschot wordt vastgesteld als het verschil tussen de feitelijk door de Werkgever betaalde pensioenpremie en de door het Bestuur voor het betreffende jaar voor het Fonds vastgestelde gedempte kostendekkende premie. Als in een bepaald jaar de voor dat jaar vastgestelde pensioenpremie die de Werkgever beschikbaar stelt, niet voldoende is om de beoogde pensioenopbouw voor dat jaar te realiseren, dan zal in eerste instantie het tekort ten laste worden gebracht van het Premie- egalisatiedepot, voor zover daartoe middelen aanwezig zijn. Het tekort wordt vastgesteld als het verschil tussen de door het Bestuur voor het betreffende jaar voor het Fonds vastgestelde gedempte kostendekkende premie en de feitelijk door de Werkgever betaalde pensioenpremie. Mocht het Premie-egalisatiedepot niet toereikend zijn, dan wordt de pensioenopbouw in het Fonds voor dat jaar naar rato van het tekort lager vastgesteld (voor zowel het ouderdomspensioen als het partner- en wezenpensioen). Deze korting heeft geen invloed op het bij overlijden van de Deelnemer in aanmerking te nemen partner- en wezenpensioen, voor zover dit betrekking heeft op toekomstige Opbouwjaren.
Appears in 3 contracts
Samples: Pensioenreglement, Pensioenreglement, Pensioenreglement
Hoogte van de premie. De basis pensioenregeling omvat de in II A.II omschreven pensioenen. Voor de financiering van de basis pensioenregeling zijn de regels daaromtrent in de Uitvoeringsovereenkomst van overeenkomstige toepassing. De premie bedraagt voor de periode van 1 januari 2021 tot 1 januari 2026 een jaarlijks percentage van de som van de Pensioengrondslagen van de Werknemers die deelnemen in deze basis pensioenregeling. Dit percentage kan variëren van 22 tot 26. De door de Werkgever verschuldigde premie voor de basis pensioenregeling wordt jaarlijks binnen deze bandbreedte door het Bestuur vastgesteld. De verschuldigde premie wordt hierbij afhankelijk gesteld van de op basis van verwacht rendement nodig geachte gedempte kostendekkende premie voor de financiering van de basis pensioenregeling. In afwijking van het vorenstaande hebben sociale partners voor 2021 een premiepercentage afgesproken van 28% en voor de periode 2022 tot en met 2024 van 30%. Als in een bepaald jaar de voor dat jaar vastgestelde pensioenpremie die de Werkgever beschikbaar stelt, voldoende is om de beoogde pensioenopbouw voor dat jaar te realiseren, dan zal het overschot worden gedoteerd aan het Premie-egalisatiedepot. Het overschot wordt vastgesteld als het verschil tussen de feitelijk door de Werkgever betaalde pensioenpremie en de door het Bestuur voor het betreffende jaar voor het Fonds vastgestelde gedempte kostendekkende premie. Als in een bepaald jaar de voor dat jaar vastgestelde pensioenpremie die de Werkgever beschikbaar stelt, niet voldoende is om de beoogde pensioenopbouw voor dat jaar te realiseren, dan zal in eerste instantie het tekort ten laste worden gebracht van het Premie- egalisatiedepot, voor zover daartoe middelen aanwezig zijn. Het tekort wordt vastgesteld als het verschil tussen de door het Bestuur voor het betreffende jaar voor het Fonds vastgestelde gedempte kostendekkende premie en de feitelijk door de Werkgever betaalde pensioenpremie. Mocht het Premie-egalisatiedepot niet toereikend zijn, dan wordt de pensioenopbouw in het Fonds voor dat jaar naar rato van het tekort lager vastgesteld (voor zowel het ouderdomspensioen als het partner- en wezenpensioen). Deze korting heeft geen invloed op het bij overlijden van de Deelnemer in aanmerking te nemen partner- en wezenpensioen, voor zover dit betrekking heeft op toekomstige Opbouwjaren.
Appears in 3 contracts
Samples: Pensioenreglement, Pensioenreglement, Pensioenreglement
Hoogte van de premie. De basis excedent pensioenregeling omvat de in II omschreven pensioenen. Voor de financiering van de basis excedent pensioenregeling zijn de regels daaromtrent in de Uitvoeringsovereenkomst van overeenkomstige toepassing. De premie bedraagt voor de periode van 1 januari 2021 tot 1 januari 2026 een jaarlijks percentage van de som van de Pensioengrondslagen (Excedent) van de Werknemers die deelnemen in deze basis excedent pensioenregeling. Dit percentage kan variëren van 22 tot 26. De door de Werkgever verschuldigde premie voor de basis excedent pensioenregeling wordt jaarlijks binnen deze bandbreedte door het Bestuur vastgesteld. De verschuldigde premie wordt hierbij afhankelijk gesteld van de op basis van verwacht rendement nodig geachte gedempte kostendekkende premie voor de financiering van de basis excedent pensioenregeling. In afwijking van het vorenstaande hebben sociale partners voor 2021 een premiepercentage afgesproken van 28% en voor de periode 2022 tot en met 2024 van 30%. Als in een bepaald jaar de voor dat jaar vastgestelde pensioenpremie die de Werkgever beschikbaar stelt, voldoende is om de beoogde pensioenopbouw voor dat jaar te realiseren, dan zal het overschot worden gedoteerd aan het Premie-egalisatiedepot. Het overschot wordt vastgesteld als het verschil tussen de feitelijk door de Werkgever betaalde pensioenpremie en de door het Bestuur voor het betreffende jaar voor het Fonds vastgestelde gedempte kostendekkende premie. Als in een bepaald jaar de voor dat jaar vastgestelde pensioenpremie die de Werkgever beschikbaar stelt, niet voldoende is om de beoogde pensioenopbouw voor dat jaar te realiseren, dan zal in eerste instantie het tekort ten laste worden gebracht van het Premie- egalisatiedepot, voor zover daartoe middelen aanwezig zijn. Het tekort wordt vastgesteld als het verschil tussen de door het Bestuur voor het betreffende jaar voor het Fonds vastgestelde gedempte kostendekkende premie en de feitelijk door de Werkgever betaalde pensioenpremie. Mocht het Premie-egalisatiedepot niet toereikend zijn, dan wordt de pensioenopbouw in het Fonds voor dat jaar naar rato van het tekort lager vastgesteld (voor zowel het ouderdomspensioen als het partner- en wezenpensioen). Deze korting heeft geen invloed op het bij overlijden van de Deelnemer in aanmerking te nemen partner- en wezenpensioen, voor zover dit betrekking heeft op toekomstige Opbouwjaren.
Appears in 2 contracts
Samples: Pensioenreglement, Pensioenreglement