Indicatiestelling. De indicatie voor wijkverpleegkundige zorg wordt gesteld door de verpleegkundig specialist (artikel 14, wet BIG, hbo-master) of een verpleegkundige niveau 5 (artikel 3, wet BIG, hbo-bachelor). In- houdelijk moet de indicatiestelling voldoen aan het normenkader van V&VN. De indicatiestelling wordt vervat in een zorgplan. De indicatie voor verpleegkundige zorg die uitge- voerd wordt onder verantwoordelijkheid en directe aansturing van een medisch specialist wordt ge- steld door de medisch specialist.
Indicatiestelling. Het stellen van de verpleegkundige diagnose - ook wel ‘de indicatiestelling’ genoemd - is het uitgangspunt voor het verlenen van de juiste zorg aan de verzekerde die deze zorg nodig heeft. De hbo-verpleegkundige stelt de indicatie, stimuleert de zelfredzaamheid en zelfregie, neemt de wens om langer thuis te blijven wonen mee en zorgt ervoor dat vermijdbare zorg voorkomen wordt. Met als belangrijkste uitgangspunt het bevorderen en bewaken van de gezondheid van de verzekerde. De hbo-verpleegkundige werkt in een netwerk met de geïntegreerde eerste lijn, het ziekenhuis, de gemeente en mantelzorg. Dit is een taak waarbij een veelheid aan (complexe) facetten bij elkaar gebracht wordt. Wij gaan ervan uit dat de hbo- verpleegkundigen hun indicatie opstellen volgens de Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving van de V&VN. Salland Zorgverzekeraar en de beroepsgroep zijn het erover eens dat, gezien de complexiteit van de taken waarmee verpleegkundigen te maken kunnen krijgen, alleen hbo-verpleegkundigen gemachtigd zijn om indicaties te stellen. Het stellen van een indicatie vraagt inzicht in het 8 verpleegkundig proces en in classificatiesystemen. Het terugdringen van ongewenste praktijkvariatie in de indicatiestelling binnen de wijkverpleging is volgens Salland Zorgverzekeraar een belangrijke stap naar meer passende zorg. Ongewenste praktijkvariatie betekent dat er een groot verschil zit in de indicatiestellingen bij vergelijkbare situaties. Deze variatie is onwenselijk, brengt ongelijkheid tussen patiënten in vergelijkbare situaties en maakt de zorg onnodig duur. Wij vinden het van belang dat herindicaties (zoveel mogelijk) worden uitgevoerd door de dezelfde hbo- verpleegkundige die de initiële indicatie heeft gesteld.
Indicatiestelling. De indicatie wordt gesteld door de verpleegkundig specialist (artikel 14, wet BIG, hbo-master) of een verpleegkundige niveau 5 (artikel 3, wet BIG, hbo- bachelor). Inhoudelijk moet de indicatiestelling voldoen aan het normenkader van V&VN. Degene die de indicatie stelt, moet zijn werkwijze met be- trekking tot indiceren minimaal één keer per jaar aantoonbaar toetsen aan de werkwijze van ver- pleegkundigen van collega-organisaties.
Indicatiestelling. 1. De indicatie wordt gesteld door een wijkverpleegkundige die verpleegkundig specialist (art. 14, wet BIG, hbo- master) of hbo-verpleegkundige (art. 3, wet BIG, hbo-bachelor) is.
2. In de indicatiestelling wordt een aantoonbare afweging gemaakt ten aanzien van de inzet van professionele zorg, waarbij de stapsgewijze verkenning van de zelfredzaamheid van de cliënt en het cliëntsysteem wordt gevolgd, conform norm 3 van het Normenkader (V&VN, 2014). De indicatiestelling vindt plaats op basis van het verpleegkundig proces. Zie xxxxx.xx/xxxxx/x0xxxxx0/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxx-xxx-0000-xxx.xxx
3. Het vastleggen van de indicatie gebeurt op basis van een (digitaal) classificatiesysteem zoals OMAHA, RAI, NNN of gelijkwaardig.
4. In de indicatiestelling is opgenomen hoe lang deze geldig is. Deze indicatie moet continu passend zijn gezien de actuele gezondheidssituatie van de klant. Herijking van de indicatiestelling vindt plaats bij het verstrijken van de gestelde geldigheidstermijn, of bij een afwijking van de zorgvraag.
5. Zilveren Kruis controleert actief of indicaties worden gesteld op basis van het Normenkader V&VN en de bijbehorende handreiking. Zie hiervoor xxxxx.xx/xxxxx-x/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx en xxxxx.xx/xxxxx/x0xxx00x/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx-xxx0000-xxx.xxx
6. De wijkverpleegkundige zoals bedoeld in lid 1 kan een bezoek afleggen aan het ziekenhuis met als doeleinden coördinatie van zorg, warme overdracht en indicatiestelling. Het gaat hierbij om maximaal 1 bezoek aan het ziekenhuis. De indicatiestelling wordt alsnog afgerond nadat de verzekerde weer thuis is. De meerwaarde van het bezoek aan het ziekenhuis wordt door de wijkverpleegkundige afgewogen en herleidbaar en navolgbaar onderbouwd conform artikel 6.
7. De wijkverpleegkundige zoals bedoeld in lid 1 kan een bezoek afleggen aan een zorginstelling bij een cliënt die eerstelijns verblijf of geriatrische revalidatiezorg ontvangt, met als doeleinden coördinatie van zorg, warme overdracht en indicatiestelling. Het gaat hierbij om maximaal 1 bezoek aan de zorginstelling. De indicatiestelling wordt alsnog afgerond nadat de verzekerde weer thuis is. De meerwaarde van het bezoek aan de zorginstelling wordt door de wijkverpleegkundige afgewogen en herleidbaar en navolgbaar onderbouwd conform artikel 6.
Indicatiestelling. De uren kraamzorg die de klant krijgt is op objectieve wijze vastgesteld met behulp van het Landelijk Indicatieprotocol kraamzorg. Dit protocol wordt door alle zorgverzekeraars en alle kraamzorgaanbieders in Nederland gebruikt. De uren kraamzorg die de klant gaat krijgen worden vastgesteld aan de hand van gezin- en zorgsituatie. Zo wordt er rekening gehouden met bijzondere omstandigheden en kan de kraamzorg op maat worden gegeven. Als alles goed verloopt en de klant voor het geven van borstvoeding heeft gekozen, ontvangt de klant 49 uur kraamzorg. Met de komst van het landelijke protocol is de klant zélf verantwoordelijk voor het regelen van mantelzorg door familieleden, buren en/of kennissen. Deze mantelzorgers zullen, indien nodig, extra taken kunnen uitvoeren die de klant tijdelijk zelf niet kan doen.
Indicatiestelling. De Zorgverlener stelt de indicatie of heeft daarvoor een assistent aangesteld, die de indicatiestelling onder supervisie van de Zorgverlener uitvoert. De Zorgverlener is uiteindelijk volledig verantwoordelijk voor het opstellen van het behandelplan.
Indicatiestelling. 1. De indicatie wordt gesteld door een wijkverpleegkundige die verpleegkundig specialist (art. 14, wet BIG, hbo- master) of hbo-verpleegkundige (art. 3, wet BIG, hbo-bachelor) is.
2. In de indicatiestelling wordt een aantoonbare afweging gemaakt ten aanzien van versterken van de eigen regie en zelfredzaamheid en de inzet van mantelzorg.
3. De indicatiestelling vindt plaats op basis van het verpleegkundig proces.
4. Het vastleggen van de indicatie gebeurt op basis van een (digitaal) classificatiesysteem zoals OMAHA, RAI, NNN of gelijkwaardig.
5. In de indicatiestelling is opgenomen hoe lang deze geldig is. Deze indicatie moet continu passend zijn gezien de actuele gezondheidssituatie van de klant. Herijking van de indicatiestelling vindt plaats bij het verstrijken van de gestelde geldigheidstermijn, of bij een afwijking van de zorgvraag.
6. Zilveren Kruis controleert actief of indicaties worden gesteld op basis van het Normenkader V&VN.
Indicatiestelling. De toegang speelt een cruciale rol in dit bekostigingsmodel. Wanneer de gemeente immers enkel kijkt naar of de resultaten zijn behaald en of cliënten tevreden zijn maar niet controleert hoeveel uren daadwerkelijk geleverd zijn, is het van belang om zoveel mogelijk controle en invloed uit te oefenen op de toegang via het wijkteam. De verwijzer heeft een belangrijke rol in het vaststellen van het ondersteuningsplan, het indelen van de cliënt in een cliëntgroep, het bepalen welke resultaatgebieden en welke intensiteiten de aanbieder moet behalen en de duur van de indicatie. Deze indicatiestelling dient de gemeente goed te organiseren om het bekostigingsmodel te laten functioneren. De verwijzers hebben onder andere een duidelijk overzicht nodig van de kwaliteit van het aanbod per cliëntgroep zodat zij naar de juiste aanbieders kunnen doorverwijzen.
Indicatiestelling. Uit de diagnosestelling volgen de indicaties voor het opstellen van een revalidatieprogramma. Door een permanent diagnostisch proces wordt de revalidatie voortdurend bijgestuurd en door telkens weer een verband te leggen tussen beperkingen en functies wordt de behandeling afgestemd op het functioneren in het dagelijkse leven.
Indicatiestelling. De indicatiestelling bij verpleging en verzorging vindt tijdens werkdagen plaats. In dringende gevallen start de zorg direct en vindt indicatiestelling achteraf plaats. De indicatie voor dieetadvisering wordt gesteld middels een verwijsbrief van een arts.