Informatie bij ingang pensioen Voorbeeldclausules

Informatie bij ingang pensioen. Op de ingangsdatum van het pensioen, bij tussentijdse wijzigingen in het nettopensioen en daarna jaarlijks verstrekt het Pensioenfonds aan de rechthebbende een opgave van zijn pensioenuitkering.

Related to Informatie bij ingang pensioen

  • informatie bij aanvang dienstverlening 1. Deze kantoorklachtenregeling is openbaar gemaakt. De advocaat wijst de cliënt voor het aangaan van de overeenkomst van opdracht erop dat het kantoor een kantoorklachtenregeling hanteert en dat deze van toepassing is op de dienstverlening. 2. De advocaat heeft in de overeenkomst van opdracht opgenomen bij welke onafhankelijke partij of instantie een klacht die na behandeling niet is opgelost kan worden voorgelegd ter verkrijging van een bindende uitspraak en heeft dit bij de opdrachtbevestiging kenbaar gemaakt. 3. Klachten als bedoeld in artikel 1 van deze kantoorklachtenregeling die na behandeling niet zijn opgelost worden voorgelegd aan de rechtbank.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Informatieverstrekking door de klant De klant stelt alle informatie, gegevens en bescheiden die relevant zijn voor de correcte uitvoering van de overeenkomst tijdig en in gewenste vorm en op gewenste wijze beschikbaar aan TNW Interieur.

  • Informatieplicht- en onderzoeksplicht Afgezien van het hiervoor bepaalde staat Verkoper er voor in aan Koper met betrekking tot het Verkochte die informatie te hebben gegeven die naar geldende verkeersopvattingen door hem ter kennis van Koper behoort te worden gebracht. Xxxxx aanvaardt uitdrukkelijk dat de resultaten van het onderzoek naar die feiten en omstandigheden die naar geldende verkeersopvattingen tot zijn onderzoeksgebied behoren, voor zijn risico komen (voor zover deze aan Verkoper thans niet bekend zijn).

  • Informatie-uitwisseling De provincie Antwerpen verbindt zich ertoe om gegevens die nuttig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van het EVAP aan het EVAP ter beschikking te stellen.

  • Informatieplicht 14.1. Indien een kenmerk van de Aan- sluiting of het Allocatiepunt, waaronder bijvoorbeeld de pro- fielcategorie, wijzigt ten opzichte van hetgeen tussen de Partijen is overeengekomen, zijn de Partijen verplicht elkaar hiervan onmiddel- lijk op de hoogte te stellen. In der- gelijke gevallen is Eneco gerechtigd de vergoeding voor de Levering aan te passen vanaf het moment van inwerkingtreding van de wijziging. 14.2. Indien de Klant kan verwachten, dat a. zijn werkelijk af te nemen hoe- veelheid elektriciteit meer dan twintig procent, of meer dan 1.000.000 kilowattuur (kWh) per jaar af zal gaan wijken van de gecontracteerde hoeveel- heid elektriciteit per jaar onder andere als gevolg van eigen elektriciteitsproductie, en/of b. zijn werkelijk af te nemen hoe- veelheid gas meer dan tien procent per jaar af zal gaan wijken van de gecontracteer- de hoeveelheid gas per jaar, en/of c. zijn verwachte afnameprofiel afwijkt van het (eerder door de Klant aan Eneco aangele- verde) historische afname- profiel, is de Klant verplicht dit onmiddellijk door te geven aan Eneco. Eneco bepaalt vervolgens in redelijkheid onder welke condities voor de resterende overeengekomen leveringsperiode aan de Klant elektriciteit en/of gas gele- verd wordt. 14.3. De Klant is verplicht om Eneco on- middellijk Schriftelijk op de hoogte te stellen van de voor de uitvoering van de Overeenkomst relevante omstandighe(i)d(en) en/of wijzi- ging(en), waaronder in ieder geval: a. geplande onderbrekingen en/ of geplande wijzigingen in de standaardbedrijfsvoering; b. niet-geplande onderbrekingen, storingen, afschakelingen en/of overige nietgeplande afwijkingen van de standaard- bedrijfsvoering; c. informatie over (mogelijke) verslechtering van zijn finan- ciële positie; x. xxxxxxxxxxx in de tenaamstel- ling van de Klant zoals opge- nomen in de Overeenkomst; x. xxxxxxxxx van de eventuele vertegenwoordiger; x. xxxxxxxxxxx van namen en e-mailadressen van contact- personen; x. xxxxxxxxxxx van bankrekening- nummers en factuur- en/of correspondentieadres(sen); h. een voorgenomen verhuizing, contractovername of bedrijfs- beëindiging; en i. organisatorische wijzigingen, zoals fusies, overnames, gedeeltelijke verkoop van bedrijfsactiviteiten, of nieuwe bedrijfsactiviteiten. 14.4. Eneco is gerechtigd gegevens, voorvallen en wijzigingen in omstandigheden in de zin van artikel 14.3 door te geven aan de betreffende Netbeheerder, indien en onder de voorwaarde dat de Netbeheerder deze nodig heeft en uitsluitend gebruikt voor de vervulling van zijn wettelijke taken en/of verplichtingen. 14.5. De Klant is verplicht onmiddellijk de (voorgenomen) wijzigingen, afwijkingen, of voorvallen als genoemd in artikel 14.1 tot en met

  • Informatieverstrekking door opdrachtgever 1. Opdrachtgever stelt alle informatie die voor de uitvoering van de opdracht relevant is beschikbaar voor dienstverlener. 2. Opdrachtgever is verplicht alle gegevens en bescheiden, die dienstverlener meent nodig te hebben voor het correct uitvoeren van de opdracht, tijdig en in de gewenste vorm en op de gewenste wijze ter beschikking te stellen. 3. Opdrachtgever staat in voor de juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van de aan dienstverlener ter beschikking gestelde gegevens en bescheiden, ook indien deze van derden afkomstig zijn, voor zover uit de aard van de opdracht niet anders voortvloeit. 4. Opdrachtgever vrijwaart dienstverlener voor elke schade in welke vorm dan ook die voortvloeit uit het niet voldoen aan het in het eerste lid van dit artikel gestelde. 5. Indien en voor zover opdrachtgever dit verzoekt, retourneert dienstverlener de betreffende bescheiden. 6. Stelt opdrachtgever niet, niet tijdig of niet behoorlijk de door dienstverlener verlangde gegevens en bescheiden beschikbaar en loopt de uitvoering van de opdracht hierdoor vertraging op, dan komen de daaruit voortvloeiende extra kosten en extra honoraria voor rekening van opdrachtgever.

  • Informatie door de reiziger 3.1 De persoon die de pakketreisovereenkomst afsluit, moet aan de organisator en de doorverkoper alle nuttige inlichtingen verstrekken omtrent hemzelf en zijn medereizigers die van belang kunnen zijn voor het sluiten of de uitvoering van de overeenkomst. 3.2 Wanneer de reiziger verkeerde inlichtingen verstrekt en dit tot extra kosten leidt voor de organisator en/of doorverkoper, mogen die kosten in rekening worden gebracht.

  • INFORMATIE UIT DE GEMEENTELIJKE INVENTARIS De OVAM heeft geen aanwijzingen dat deze grond een risicogrond is.

  • Overige informatie en bijlagen 4.1 Welke overige informatie die hiervoor nog niet is genoemd, is voor de NZa relevant voor de beoordeling?