Common use of Inkomen, jaarinkomen en loon Clause in Contracts

Inkomen, jaarinkomen en loon. 1. Onder inkomen wordt verstaan het tussen werkgever en werknemer krachtens de arbeidsovereenkomst overeengekomen vaste bruto maandsalaris. 2. Onder inkomen voor handelsvertegenwoordigers wordt verstaan het overeen- gekomen vaste bruto maandsalaris, vermeerderd met eventuele provisie. 3. Onder jaarinkomen wordt verstaan het in lid 1 of lid 2 bedoelde inkomen, her- leid tot een jaarbedrag, vermeerderd met de vakantietoeslag, de diplomatoe- slag, de toeslag voor regelmatig weerkerend overwerk, de ploegentoeslag, andere vaste toeslagen, de prestatiebeloning en de vaste gratificatie. 4. Onder loon in de zin van artikel 47 lid 1 CAO wordt verstaan de geldelijke in- komsten uit hoofde van de dienstbetrekking, met uitzondering van verdiensten uit overwerk, vakantiebijslagen, winstuitkeringen, uitkeringen bij bijzondere gelegenheden, uitkeringen ingevolge aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde één of meer uitkeringen te ontvangen, vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van noodzake- lijke kosten, die de werknemer in verband met zijn of haar dienstbetrekking heeft te maken, bijzondere vergoedingen voor kostwinners en gezinshoofden, uitkeringen ingevolge een premiespaarregeling als bedoeld in artikel 31a, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 of een eindejaarsuitkering.

Inkomen, jaarinkomen en loon. 1. Onder inkomen wordt verstaan het tussen werkgever en werknemer krachtens de arbeidsovereenkomst arbeidsovereen- ‌‌ komst overeengekomen vaste bruto maandsalaris(maand)salaris. 2. Onder inkomen voor handelsvertegenwoordigers wordt verstaan het overeen- gekomen overeengekomen vaste bruto maandsalaris, vermeerderd met eventuele provisie. 3. Onder jaarinkomen wordt verstaan het in lid 1 of lid 2 bedoelde inkomen, her- leid herleid tot een jaarbedragjaarbe- drag, vermeerderd met de met: a. onderstaande toeslagen: – vakantietoeslag, de diplomatoe- slag– diplomatoeslag, de – toeslag voor regelmatig weerkerend overwerk, de – ploegentoeslag, – andere vaste toeslagen, de prestatiebeloning en de ; b. prestatiebeloning: c. vaste gratificatie. 4. Onder loon in de zin van artikel 47 lid 1 CAO wordt verstaan de geldelijke in- komsten inkomsten uit hoofde van de dienstbetrekking, met uitzondering van van: – verdiensten uit overwerk, – vakantiebijslagen, – winstuitkeringen, – uitkeringen bij bijzondere gelegenheden, – uitkeringen ingevolge als gevolg van aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde één of meer uitkeringen te ontvangen, – vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van noodzake- lijke kosten, kosten die de werknemer in verband met zijn of haar dienstbetrekking heeft te maken, – bijzondere vergoedingen voor kostwinners en gezinshoofden, – uitkeringen ingevolge een premiespaarregeling als bedoeld in artikel 31a, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 of 1964, of, – een eindejaarsuitkering.eindejaarsuitkering.1

Inkomen, jaarinkomen en loon. 1. Onder inkomen wordt verstaan het tussen werkgever en werknemer krachtens de arbeidsovereenkomst overeengekomen vaste bruto maandsalaris(maand)salaris. 2. Onder inkomen voor handelsvertegenwoordigers wordt verstaan het overeen- gekomen vaste bruto maandsalaris, vermeerderd met eventuele provisie. 3. Onder jaarinkomen wordt verstaan het in lid 1 of lid 2 bedoelde inkomen, her- leid herleid tot een jaarbedrag, vermeerderd met de met: a. toeslagen: - vakantietoeslag, de diplomatoe- slag- diplomatoeslag, de - toeslag voor regelmatig weerkerend overwerk, de - ploegentoeslag, - andere vaste toeslagen, de prestatiebeloning en de ; b. prestatiebeloning; c. vaste gratificatie. 4. Onder loon in de zin van artikel 47 lid 1 CAO wordt verstaan de geldelijke in- komsten inkomsten uit hoofde van de dienstbetrekking, met uitzondering van van: - verdiensten uit overwerk, - vakantiebijslagen, - winstuitkeringen, - uitkeringen bij bijzondere gelegenheden, - uitkeringen ingevolge als gevolg van aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde één of meer uitkeringen te ontvangen, - vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van noodzake- lijke kosten, noodzakelijke kosten die de werknemer in verband met zijn of haar dienstbetrekking heeft te maken, - bijzondere vergoedingen voor kostwinners en gezinshoofden, - uitkeringen ingevolge een premiespaarregeling als bedoeld in artikel 31a, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 of 1964, of, - een eindejaarsuitkering.

Inkomen, jaarinkomen en loon. 1. Onder inkomen wordt verstaan het tussen werkgever en werknemer krachtens de arbeidsovereenkomst overeengekomen vaste bruto maandsalaris. 2. Onder inkomen voor handelsvertegenwoordigers wordt verstaan het overeen- gekomen vaste bruto maandsalaris, vermeerderd met eventuele provisie. 3. Onder jaarinkomen wordt verstaan het in lid 1 of lid 2 bedoelde inkomen, her- leid tot een jaarbedrag, vermeerderd met de vakantietoeslag, de diplomatoe- slag, de toeslag voor regelmatig weerkerend overwerk, de ploegentoeslag, andere vaste toeslagen, de prestatiebeloning en de vaste gratificatie. 4. Onder loon in de zin van artikel 47 lid 1 CAO wordt verstaan de geldelijke in- komsten inkomsten uit hoofde van de dienstbetrekking, met uitzondering van verdiensten verdien- sten uit overwerk, vakantiebijslagen, winstuitkeringen, uitkeringen bij bijzondere bijzonde- re gelegenheden, uitkeringen ingevolge aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde één of meer uitkeringen te ontvangen, vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van noodzake- lijke kosten, die de werknemer in verband met zijn of haar dienstbetrekking heeft te maken, bijzondere vergoedingen voor kostwinners en gezinshoofden, uitkeringen ingevolge een premiespaarregeling als bedoeld in artikel 31a, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 of een eindejaarsuitkering.