Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1. Het begin en het einde van het dienstverband moeten bepaald zijn in de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen duur is verstreken, dus zonder dat voorafgaande opzegging vereist is. De aanzegplicht is vermeld in artikel 15 van deze cao. 2. Werkgever en werknemer kunnen een keten van maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten, die samen niet langer duren dan 36 maanden. Om een nieuwe keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten te kunnen starten moet er een periode van langer dan 6 maanden tussen twee arbeidsovereenkomsten zijn gelegen. 3. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden opgezegd als deze mogelijkheid in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze opzeggingsmogelijkheid van toepassing.
Duur en (tussentijdse) beëindiging van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst eindigt door het verstrijken van de overeengekomen tijdsduur en eindigt tussentijds: a. met wederzijds goedvinden; b. door ontbinding van de overeenkomst in of buiten rechte; c. door opzegging van de overeenkomst door Xxxxxxxx Xxxxx, als met het oog op de wettelijke zorgplicht van Zilveren Kruis of financiële situatie van de Zorgaanbieder voortzetting van de overeenkomst in redelijkheid niet meer van Zilveren Kruis kan worden verlangd; d. door opzegging van de overeenkomst wegens gewichtige redenen per onmiddellijke ingang door één der partijen; e. als de Zorgaanbieder en Oefentherapeut één en dezelfde persoon is en de Zorgaanbieder niet langer in staat is het beroep volgens de standaard van de beroepsgroep uit te oefenen, de Zorgaanbieder niet bevoegd is tot het uitoefenen van het beroep of de Zorgaanbieder (gedeeltelijk) is geschorst of ontzet is van/uit de beroepsuitoefening; f. door opzegging met onmiddellijke ingang als gevolg van de uitkomsten van de controle en/of het Fraudeonderzoek zoals bedoeld in deze overeenkomst, voortzetting van de overeenkomst in redelijkheid niet meer van Zilveren Kruis kan worden gevergd; g. door faillissement van één van de partijen, met ingang van de dag waarop het faillissement is uitgesproken; h. als Zilveren Kruis en/of de Zorgaanbieder niet meer voldoen aan de definities in deze overeenkomst; i. door opheffing van de rechtspersoon/rechtsvorm die de Zorgaanbieder exploiteert, met ingang van de dag van de opheffing. 2. Zilveren Kruis kan de overeenkomst tussentijds beëindigen in de volgende situaties: a. als blijkt dat de Zorgaanbieder gedurende de looptijd van de overeenkomst niet meer voldoet aan alle voorwaarden of de verbeterafspraak niet binnen de afgesproken tijd wordt gerealiseerd; b. in geval van niet nakoming van de verplichtingen door één der partijen, waarbij de andere partij tweemaal een verzoek heeft gedaan tot nakoming van de verplichtingen uit deze overeenkomst; c. door opzegging met onmiddellijke ingang als uit controle blijkt dat niet wordt voldaan aan bepalingen met betrekking tot kwaliteit, doelmatigheid, deskundigheid en aansprakelijkheid voortvloeiend uit deze overeenkomst; d. door opzegging met onmiddellijke ingang indien de situatie van artikel 9 lid 3 van Hoofdstuk 5 zich voordoet; e. de Zorgaanbieder niet aantoonbaar al het mogelijke heeft gedaan om voor continuïteit van Zorg c.q. praktijkvoering zorg te dragen en/of de continuïteit niet kan aantonen; f. door surseance van betaling aan één van de partijen, met ingang van de dag waarop de surseance wordt verleend; g. bij zodanige wijzigingen in wet- en regelgeving, dat instandhouding van onderhavige overeenkomst redelijkerwijs niet kan worden verlangd van één der partijen. 3. De partij die de overeenkomst tussentijds eindigt, deelt dit schriftelijk en expliciet mee aan de andere partij. 4. Bij beëindiging van deze overeenkomst is Zilveren Kruis gerechtigd eventuele al aan de Zorgaanbieder betaalde bedragen (voorschotten) te verrekenen met het door de Zorgaanbieder tot het moment van beëindiging van deze overeenkomst gedeclareerde bedrag, en ook met eventuele nog openstaande toekomstige declaraties van de Zorgaanbieder.
Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
Wat zijn de gevolgen als u de premie niet op tijd of niet volledig betaalt? Als u de premie en kosten niet op tijd of niet volledig betaalt, schorsen we de dekking van uw module. U ontvangt van ons bericht vanaf welke datum uw dekking geschorst is. Wordt de verzekerde tijdens de schorsing arbeidsongeschikt? Xxx heeft u geen recht op een vergoeding voor deze verzekerde. Dit geldt voor de gehele periode dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, ook als u de premie en kosten later alsnog betaalt en de verzekerde nog steeds arbeidsongeschikt is. Moeten wij voor deze verzekerde de vergoeding op grond van de garantieverklaring aan UWV betalen, dan zullen wij deze vergoeding van u terugvorderen. Was de verzekerde al arbeidsongeschikt voordat de dekking werd geschorst? Xxx heeft u voor deze verzekerde wel recht op een vergoeding. Hebben we de dekking geschorst en betaalt u de premie en kosten nog steeds niet? Dan kunnen we de module beëindigen. U bent dan niet langer verzekerd. U wordt dan weer verplicht verzekerd bij UWV.
Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.
OMVANG VAN DE AANBESTEDING II.1.1) Benaming II.1.2) CPV-code(s) II.1.3) Type opdracht
Inhoud en omvang van de verzekerde zorg Uw aanvullende verzekering geeft u recht op (vergoeding van de kosten van) zorg zoals omschreven in deze verzekeringsvoorwaarden.
Wat zijn de gevolgen voor de vergoeding als iemand aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde? Is een derde aansprakelijk voor de arbeidsongeschiktheid van een verzekerde en gaat u de schade op hem verhalen? Dan zullen we onze vergoeding voor de loondoorbetaling verlagen met het door u verhaalde loon. Gaat u het loon niet verhalen, dan kunnen we de vergoeding voor deze verzekerde verminderen met het bedrag dat u had kunnen verhalen als u dat wel had gedaan. Dit bedrag stellen we zelf vast.
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst 1. Een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden beëindigd. 2. Het tussentijds beëindigen van een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dan wel het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, geschiedt: a. door opzegging; b. door onverwijlde opzegging wegens een voor de werkgever of de werknemer dringende reden als bedoeld in art. 7:678 c.q. art. 7:679 van het Burgerlijk Wetboek; c. door ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van art.7:671b c.q. artikel 7:671c dan wel wegens wanprestatie als bedoeld in art. 7:686 van het Burgerlijk Wetboek; d. met wederzijds goedvinden op het door de werkgever en werknemer overeengekomen tijdstip; e. op verzoek van de werknemer voor het geheel of een gedeelte van de voor hem geldende betrekkingsomvang met het oog op een uitkering als bedoeld in het pensioenreglement van de Stichting ABP of een FPU-uitkering, zoals geregeld in het FPU-reglement van het VUT-fonds. 3. Van rechtswege eindigt: a. de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd door het verstrijken van de tijd waarvoor het is aangegaan; b. de arbeidsovereenkomst van de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt een en ander met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin voornoemde leeftijd is bereikt, met dien verstande dat de werkgever in overleg met de werknemer deze ontslagdatum telkenmale met maximaal een jaar kan opschorten; c. de arbeidsovereenkomst bij overlijden van de werknemer;
Voorwerp en omvang van de verzekering Artikel 1 Met deze overeenkomst dekt de maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voorwaarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het omschreven voertuig in België veroorzaakt schadegeval. De dekking wordt ook verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land van de Europese Unie, in de vorstendommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, in Bulgarije, in Hongarije, in IJsland, in Liechtenstein, op Malta, in Noorwegen, in Polen, in Roemenië, in San-Xxxxxx, in de Tsjechische Republiek, in de Slovaakse Republiek, in Slovenie, in Zwitserland, in Marokko, in Tunesië, in Turkije, alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3, 1, van de wet van 21 november 1989. Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorvoertuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent. In het geval het schadegeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeenschap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden kunnen tegengeworpen worden ook tegenwerpbaar aan de benadeelde personen die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap indien die excepties, nietigheden en verval hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excepties, dezelfde nietigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde voorwaarden, tegengeworpen worden voor de gehele dekking wanneer de wet van het land op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niet-tegenwerpbaarheid voorziet. De dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privé-terreinen. Artikel 2 Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen vermeld in artikel 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven voertuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij haar persoonlijke borg tot ten hoogste 61.973,38 EUR voor het omschreven voertuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de maatschappij. Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug. Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de maatschappij op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing. Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de maatschappij geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de maatschappij, op haar eenvoudig verzoek, terug te betalen.