Common use of Keuzemenu arbeidsvoorwaarden Clause in Contracts

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op hogeschoolniveau wordt met het lokaal overleg invulling gegeven aan het keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen: 1 Voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die de werknemer kan inzetten als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, en het recht op werktijdmindering senioren uit artikel M-2. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband. Bronnen in geld: – eenmalige uitkeringen voor zover opgenomen in de cao; – structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – salaris. Doelen in tijd: – sabbatsverlof; – verlenging ouderschapsverlof; – studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – extra verlofuren tot een maximum van 90 uur per jaar. Doelen in geld: – aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – eigen bijdrage kinderopvang; – tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – opbouw pensioen op basis van ABP-reglement – geld tot een maximale tegenwaarde van 90 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – het opnemen van sabbatsverlof geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier jaar gedurende een periode van twee maanden, met een maximum van éénmaal per zes jaar gedurende een maximale periode van drie maanden; – een keuze voor sabbatsverlof blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het in het kader van sabbatsverlof opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof dient de werknemer dit terstond te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier weken dan wordt de sabbatsverlofperiode opgeschort; – bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – bijstorting namens de werknemer door de werkgever van OP geschiedt conform de voorschriften van het ABP-reglement; – de fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op hogeschoolniveau wordt Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschool- niveau in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 Voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die de werknemer kan inzetten als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld. In dat geval geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, en het recht op werktijdmindering senioren uit artikel M-2. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband. Bronnen in geld: – eenmalige uitkeringen voor zover opgenomen in de cao; – structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – salaris. Doelen in tijd: – sabbatsverlof; – verlenging ouderschapsverlof; – studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – extra verlofuren tot een maximum van 90 45 uur per jaar. Doelen in geld: – aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – eigen bijdrage kinderopvang; – tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – opbouw pensioen op OP basis van ABP-reglement reglement; – opbouw van levenslooploon in het kader van de levensloopregeling; – geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – het opnemen van sabbatsverlof geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier jaar gedurende een periode van twee maanden, met een maximum van éénmaal per zes jaar gedurende een maximale periode van drie maanden; – een keuze voor sabbatsverlof blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het in het kader van sabbatsverlof opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof dient de werknemer dit terstond te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier weken dan wordt de sabbatsverlofperiode opgeschort; – bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – bijstorting namens de werknemer door de werkgever van OP geschiedt conform de voorschriften van het ABP-reglement; – de fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op hogeschoolniveau wordt Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschool- niveau in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 Voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die de werknemer kan inzetten als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld. In dat geval geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, en het recht op werktijdmindering senioren uit artikel M-2. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband. Bronnen in geld: – eenmalige uitkeringen voor zover opgenomen in de cao; – structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – salaris. Doelen in tijd: – sabbatsverlof; – verlenging ouderschapsverlof; – studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – extra verlofuren tot een maximum van 90 45 uur per jaar. Doelen in geld: – aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – eigen bijdrage kinderopvang; – tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – opbouw pensioen op OP basis van ABP-reglement reglement; – opbouw van levenslooploon in het kader van de levensloopregeling; – geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – het opnemen van sabbatsverlof geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier jaar gedurende een periode van twee maanden, met een maximum van éénmaal per zes jaar gedurende een maximale periode van drie maanden; – een keuze voor sabbatsverlof blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het in het kader van sabbatsverlof opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof dient de werknemer dit terstond te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier weken dan wordt de sabbatsverlofperiode opgeschort; – bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – bijstorting namens de werknemer door de werkgever van OP geschiedt conform de voorschriften van het ABP-reglement; – de fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op hogeschoolniveau wordt Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschool- niveau in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 1. Voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die de werknemer kan inzetten als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – • de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld. In dat geval geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, lid 3 en het recht op werktijdmindering senioren uit vermindering werktijd ouder personeel (artikel M-2). Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband. Bronnen in geld: – • eenmalige uitkeringen voor zover opgenomen in de cao; – • structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – • salaris. Doelen in tijd: – • sabbatsverlof; – • verlenging ouderschapsverlof; – • studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – • extra verlofuren tot een maximum van 90 45 uur per jaar. Doelen in geld: – • aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – • eigen bijdrage kinderopvang; – • tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – • opbouw pensioen op OP basis van ABP-reglement – reglement; • opbouw van levenslooploon in het kader van de levensloop- regeling; • geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 2. Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – • het opnemen van sabbatsverlof geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier 4 jaar gedurende een periode van twee 2 maanden, met een maximum van éénmaal per zes 6 jaar gedurende een maximale periode van drie 3 maanden; – • een keuze voor sabbatsverlof blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; . Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – • bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het in het kader van sabbatsverlof opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld gelijk gesteld aan het voor de werknemer werk- nemer resterende vakantieverlof; – • bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof dient de werknemer dit terstond te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier 4 weken dan wordt de sabbatsverlofperiode sabbats- verlofperiode opgeschort; – • bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – • de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlofouderschaps- verlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – • bijstorting namens de werknemer door de werkgever van FPU/ OP geschiedt conform de voorschriften van het ABP-reglement; – • de fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 3. De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 4. Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 5. Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 6. De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 7. De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op hogeschoolniveau wordt Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschool- niveau in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 1. Voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die de werknemer kan inzetten als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – • de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld. In dat geval geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in uit artikel M-1, artikel M-2 en het recht op werktijdmindering senioren de uren uit artikel M-2bijlage XIII hoofdstuk M cao hbo 2012-2013. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband. Bronnen in geld: – • eenmalige uitkeringen voor zover opgenomen in de cao; – • structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – • salaris. Doelen in tijd: – • sabbatsverlof; – • verlenging ouderschapsverlof; – • studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – • extra verlofuren tot een maximum van 90 45 uur per jaar. Doelen in geld: – • aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – • eigen bijdrage kinderopvang; – • tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – • opbouw pensioen ABP-keuzepensioen op basis van ABP-reglement – reglement; • opbouw van levenslooploon in het kader van de levensloop- regeling; • geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 2. Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – • het opnemen van sabbatsverlof geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier 4 jaar gedurende een periode van twee 2 maanden, met een maximum van éénmaal per zes 6 jaar gedurende een maximale periode van drie 3 maanden; – • een keuze voor sabbatsverlof blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk noodzake- lijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – • bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het in het kader van sabbatsverlof opgebouwde op- gebouwde spaarsaldo gelijkgesteld gelijk gesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – • bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof dient de werknemer dit terstond te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier 4 weken dan wordt de sabbatsverlofperiode sabbats- verlofperiode opgeschort; – • bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – • de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlofouderschaps- verlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd op- gebouwd worden; – • bijstorting namens de werknemer door de werkgever van FPU/ OP geschiedt conform de voorschriften van het ABP-reglement; – • de fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 3. De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 4. Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 5. Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 6. De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 7. De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatieorgani- satie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschoolniveau wordt in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 Voor a voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die welke door de werknemer kan inzetten ingezet kunnen worden als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden, de doelen. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – - de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld, alsdan geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, lid 3 en het recht op werktijdmindering senioren uit vermindering werktijd ouder personeel (artikel M-2. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband). Bronnen in geld: – eenmalige - éénmalige uitkeringen voor zover voorzover opgenomen in de cao; – - structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – ) - salaris, voorzover het salaris direct wordt omgezet in extra vrije uren geldt een maximum van 45 uren per jaar. Doelen in tijd: – sabbatsverlof; – verlenging ouderschapsverlof; – studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – extra verlofuren tot Indien het salaris wordt ingezet voor andere doelen dan geldt een maximum van 90 uur per jaar. Doelen in tijd: - sabattical leave; - verlenging ouderschapsverlof; - studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); - extra vrije uren tot een maximum van 45 uur per jaar. Doelen in geld: – - aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – - eigen bijdrage kinderopvang; – - tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – - opbouw pensioen FPU/OP op basis van ABP-reglement – reglement; - geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 b Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – - het opnemen van sabbatsverlof sabbatical leave geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier 4 jaar gedurende een periode van twee 2 maanden, met een maximum van éénmaal per zes jaar gedurende een maximale periode van drie 3 maanden; – - een keuze voor sabbatsverlof sabbatical leave blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – - bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het de in het kader van sabbatsverlof sabbatical leave opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld gelijk gesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – - bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof sabbatical leave dient de werknemer dit terstond xxxxxxxx te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier weken dan wordt de sabbatsverlofperiode sabbatical leave periode opgeschort; – - bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 op- 1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – - de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – - bijstorting namens de werknemer door de werkgever van FPU/OP geschiedt conform de voorschriften voorschiften van het ABP-reglement; – de - De fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschoolniveau wordt in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 1. Voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die de werknemer kan inzetten als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – • de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld. In dat geval geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, lid 3 en het recht op werktijdmindering senioren uit vermindering werktijd ouder personeel (artikel M-2. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband). Bronnen in geld: – • eenmalige uitkeringen voor zover opgenomen in de cao; – • structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – salaris. ) • salaris Doelen in tijd: – sabbatsverlof• sabattical leave; – • verlenging ouderschapsverlof; – • studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – • extra verlofuren tot een maximum van 90 45 uur per jaar. Doelen in geld: – • aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – • eigen bijdrage kinderopvang; – • tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – • opbouw pensioen OP op basis van ABP-reglement – reglement; • opbouw van levenslooploon in het kader van de levensloopregeling • geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – het opnemen van sabbatsverlof geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier jaar gedurende een periode van twee maanden, met een maximum van éénmaal per zes jaar gedurende een maximale periode van drie maanden; – een keuze voor sabbatsverlof blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het in het kader van sabbatsverlof opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof dient de werknemer dit terstond te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier weken dan wordt de sabbatsverlofperiode opgeschort; – bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – bijstorting namens de werknemer door de werkgever van OP geschiedt conform de voorschriften van het ABP-reglement; – de fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op hogeschoolniveau wordt Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschool- niveau in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 Voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden arbeids- voorwaarden worden verstaan die de werknemer kan inzetten als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld. In dat geval geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, lid 3 en het recht op werktijdmindering senioren uit vermindering werktijd ouder personeel (artikel M-2. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband). Bronnen in geld: – eenmalige uitkeringen voor zover opgenomen in de cao; – structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – salaris. Doelen in tijd: – sabbatsverlof; – verlenging ouderschapsverlof; – studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – extra verlofuren tot een maximum van 90 45 uur per jaar. Doelen in geld: – aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – eigen bijdrage kinderopvang; – tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – opbouw pensioen op OP basis van ABP-reglement reglement; – opbouw van levenslooploon in het kader van de levensloopregeling; – geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – het opnemen van sabbatsverlof geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier 4 jaar gedurende een periode van twee 2 maanden, met een maximum van éénmaal per zes 6 jaar gedurende een maximale periode van drie 3 maanden; – een keuze voor sabbatsverlof blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het in het kader van sabbatsverlof opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld gelijk gesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof dient de werknemer dit terstond te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier 4 weken dan wordt de sabbatsverlofperiode opgeschort; – bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlofouderschaps- verlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – bijstorting namens de werknemer door de werkgever van FPU/OP geschiedt conform de voorschriften van het ABP-ABP- reglement; – de fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling waard vaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschoolniveau wordt in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 Voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die de werknemer kan inzetten als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld. In dat geval geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, lid 3 en het recht op werktijdmindering senioren uit vermindering werktijd ouder personeel (artikel M-2. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband). Bronnen in geld: – eenmalige uitkeringen voor zover opgenomen in de cao; – structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – salaris. Doelen in tijd: – sabbatsverlof; – verlenging ouderschapsverlof; – studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – extra verlofuren tot een maximum van 90 45 uur per jaar. Doelen in geld: – aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – eigen bijdrage kinderopvang; – tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – opbouw pensioen op OP basis van ABP-reglement reglement; – opbouw van levenslooploon in het kader van de levensloopregeling; – geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – het opnemen van sabbatsverlof geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier 4 jaar gedurende een periode van twee 2 maanden, met een maximum van éénmaal per zes 6 jaar gedurende een maximale periode van drie 3 maanden; – een keuze voor sabbatsverlof blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het in het kader van sabbatsverlof opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld gelijk gesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof dient de werknemer dit terstond te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier 4 weken dan wordt de sabbatsverlofperiode opgeschort; – bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlofouderschaps­verlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – bijstorting namens de werknemer door de werkgever van FPU/OP geschiedt conform de voorschriften van het ABP-reglement; – de fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling waard vaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschoolniveau wordt in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 Voor a voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die welke door de werknemer kan inzetten ingezet kunnen worden als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden, de doelen. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – - de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld, alsdan geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, lid 3 en het recht op werktijdmindering senioren uit vermindering werktijd ouder personeel (artikel M-2. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband). Bronnen in geld: – eenmalige - éénmalige uitkeringen voor zover voorzover opgenomen in de cao; – - structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – ) - salaris, voorzover het salaris direct wordt omgezet in extra vrije uren geldt een maximum van 45 uren per jaar. Doelen in tijd: – sabbatsverlof; – verlenging ouderschapsverlof; – studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – extra verlofuren tot Indien het salaris wordt ingezet voor andere doelen dan geldt een maximum van 90 uur per jaar. Doelen in tijd: - sabattical leave; - verlenging ouderschapsverlof; - studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); - extra vrije uren tot een maximum van 45 uur per jaar. Doelen in geld: – - aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – - eigen bijdrage kinderopvang; – - tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – - opbouw pensioen FPU/OP op basis van ABP-reglement – reglement; - geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 b Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – - het opnemen van sabbatsverlof sabbatical leave geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier 4 jaar gedurende een periode van twee 2 maanden, met een maximum van éénmaal per zes jaar gedurende een maximale periode van drie 3 maanden; – - een keuze voor sabbatsverlof sabbatical leave blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – - bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het de in het kader van sabbatsverlof sabbatical leave opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld gelijk gesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – - bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof sabbatical leave dient de werknemer dit terstond xxxxxxxx te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier weken dan wordt de sabbatsverlofperiode sabbatical leave periode opgeschort; – - bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 op- 1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – - de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – - bijstorting namens de werknemer door de werkgever van FPU/OP geschiedt conform de voorschriften voorschiften van het ABP-reglement; – de - De fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 3. De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 één uur. De waardevaststelling waarde vaststelling van een uur bedraagt 1/138e 1/160e deel (0,7250,625%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij in dit percentage inbegrepen. 4 4. Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata rato beginsel. 5 5. Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 6. De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 7. De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschoolniveau wordt in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 1. Voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die de werknemer kan inzetten als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – • de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaaknormjaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld. In dat geval geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, lid 3 en het recht op werktijdmindering senioren uit vermindering werktijd ouder personeel (artikel M-2. Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband). Bronnen in geld: – • eenmalige uitkeringen voor zover opgenomen in de cao; – • structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003); – • salaris. Doelen in tijd: – sabbatsverlof• sabbatical leve; – • verlenging ouderschapsverlof; – • studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – • extra verlofuren tot een maximum van 90 45 uur per jaar. Doelen in geld: – • aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – • eigen bijdrage kinderopvang; – • tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – • opbouw pensioen op OP basis van ABP-reglement – reglement; • opbouw van levenslooploon in het kader van de levensloopregeling; • geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 2. Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke bepalingen: – • het opnemen van sabbatsverlof sabbatical leave geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier 4 jaar gedurende een periode van twee 2 maanden, met een maximum van éénmaal per zes 6 jaar gedurende een maximale periode van drie 3 maanden; – • een keuze voor sabbatsverlof sabbatical leave blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – • bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het in het kader van sabbatsverlof sabbatical leave opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld gelijk gesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – • bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof sabbatical leave dient de werknemer dit terstond te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier 4 weken dan wordt de sabbatsverlofperiode sabbatical leave periode opgeschort; – • bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-1- op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – • de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – • bijstorting namens de werknemer door de werkgever van FPU/OP geschiedt conform de voorschriften van het ABP-reglement; – • de fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever gecompenseerd worden. 3 3. De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 uur. De waardevaststelling waard vaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij dit percentage inbegrepen. 4 4. Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt het pro rata beginsel. 5 5. Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 6. De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 7. De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.

Keuzemenu arbeidsvoorwaarden. Op Met inachtneming van onderstaande bepalingen is op hogeschoolniveau wordt in overleg met het lokaal overleg de vakorganisaties invulling gegeven aan het een keuzemenu arbeidsvoorwaarden met daarin onderstaande bepalingen:arbeidsvoorwaarden. 1 Voor 1. voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden gelden de volgende bronnen bron- nen en doelen, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden wor- den verstaan die welke door de werknemer kan inzetten ingezet kunnen worden als ruilmiddel tegen andere arbeidsvoorwaarden, de doelen. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Bronnen in tijd: – - de te werken uren die uitgaan boven de overeengekomen norm- jaartaak. In de regel zullen dat de vrij opneembare uren boven de wettelijke vakantie- en roostervrije dagen/uren zijn met inachtneming inacht- neming van een maximum van 90 uur per jaar met uitzondering van de situatie waarin tijd direct omgezet wordt in geld, alsdan geldt een maximum van 45 uur per jaar. Indien tijd wordt ingezet voor andere doelen in geld, dan geldt het maximum van 90 uur. Hiertoe worden niet gerekend de uren die als vrije tijd zijn opgenomen in artikel M-1, lid 3 en het recht op werktijdmindering senioren uit vermindering werktijd ouder perso- neel (artikel M-2). Het spaartegoed uit artikel M-1-d kan geheel of gedeeltelijk worden ingezet als bron in tijd. Onverminderd voorgaande bron kan het spaartegoed in artikel M-1-d geheel of gedeeltelijk met een maximum van 45 uur per jaar worden omgezet in geld. Daarnaast kan het spaartegoed geheel of gedeelte- lijk in tijd worden opgenomen aan het einde van het dienstverband. Bronnen in geld: – eenmalige - éénmalige uitkeringen voor zover voorzover opgenomen in de cao; – - structurele eindejaarsuitkering (vanaf 1 januari 2003)) - salaris - sabattical leave; – salaris. Doelen in tijd: – sabbatsverlof; – - verlenging ouderschapsverlof; – - studieverlof (ingeval niet functiegerichte studie); – - extra verlofuren tot een maximum van 90 45 uur per jaar. Doelen in geld: – - aanvulling inkomen gedurende ouderschapsverlof; – - eigen bijdrage kinderopvang; – - tegemoetkoming studiekosten (ingeval niet functiegerichte studie); – - opbouw pensioen OP op basis van ABP-reglement – reglement; - opbouw van levenslooploon in het kader van de levensloop- regeling - geld tot een maximale tegenwaarde van 90 45 uren per jaar; – elektrische fiets. 2 2. Door de invoering van de levensloopregeling is met ingang van 1 januari 2006 verlofsparen, waarbij geld wordt omgezet in tijd, niet meer mogelijk. Het omzetten van bronnen in geld ten behoeve van doelen in tijd kan vanaf 1 januari 2006 alleen plaatsvinden door de opbouw van een levenslooptegoed in het kader van de levensloop- regeling. Over de tot 1 januari 2006 opgebouwde geldelijke aanspra- ken op spaarverlof zullen uiterlijk voor 1 augustus 2007 afspraken worden gemaakt. De werknemer kan ervoor kiezen het tegoed vóór 1 augustus 2007 over te hevelen naar zijn levenslooptegoed, dan wel om te zetten in een tegoed in tijd. Het aanwenden van bronnen in tijd voor doelen in tijd wordt door deze bepaling niet beïnvloed. 3. Ten aanzien van de bronnen en doelen gelden de navolgende specifieke speci- fieke bepalingen: – - het opnemen van sabbatsverlof sabbatical leave geschiedt bij voorkeur éénmaal per vier 4 jaar gedurende een periode van twee 2 maanden, met een maximum maxi- mum van éénmaal per zes jaar gedurende een maximale periode van drie 3 maanden; – - een keuze voor sabbatsverlof sabbatical leave blijft gedurende meerdere jaren ongewijzigd; Een dergelijke bepaling geldt zowel voor de werkgever als de werknemer. Niettemin kunnen zich zodanige omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak kan onder zwaarwegende omstandigheden om- standigheden dan ook noodzakelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de belangen van de dienst waar de betrokken werknemer is aangesteld zich niet hiertegen verzetten; – - bij voortijdige beëindiging van het dienstverband (vrijwillig of onvrijwillig) wordt het de in het kader van sabbatsverlof opgebouwde spaarsaldo gelijkgesteld sabbatical leave opge- bouwde xxxxxxxxxx gelijk gesteld aan het voor de werknemer resterende vakantieverlof; – - bij ziekte gedurende de periode van sabbatsverlof sabbatical leave dient de werknemer dit terstond xxxxxxxx te melden aan de werkgever. Duurt de periode van ziekte langer dan vier weken dan wordt de sabbatsverlofperiode sabbatical leave periode opgeschort; – - bij verzilvering van de gespaarde uren in een toekomstige periode zal er sprake moeten zijn van een 1-op-1 systeem. Dit zal conform de opbouw van verlofrechten zijn; – - de besteding ten behoeve van de doelen rond ouderschapsverlof, kinderopvang en studie kan gedurende enkele jaren opgebouwd worden; – - bijstorting namens de werknemer door de werkgever van FPU/ OP geschiedt conform de voorschriften voorschiften van het ABP-reglement; – de - De fiscale gevolgen in heffing loon- en inkomstenbelasting over de verschillende bronnen en/of doelen in het keuzemodel komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door de werkgever werk- gever gecompenseerd worden. 3 4. De waarde van alle elementen in het model moet in een standaard uitgedrukt kunnen worden. Als standaard wordt gekozen voor 1 één uur. De waardevaststelling waarde vaststelling van een uur bedraagt 1/138e deel (0,725%) van het maandsalaris. De vakantietoeslag is bij in dit percentage inbegrepeninbe- grepen. 4 5. Bij dienstverbanden voor bepaalde tijd zal rekening moeten worden gehouden met de duur van het tijdelijk dienstverband. Voor werknemers werk- nemers die in deeltijd werken geldt het pro rata rato beginsel. 5 6. Een verzoek van de werknemer tot aan- of verkoop van uren wordt vóór aanvang van het jaar (kalender- of studiejaar) ingediend bij de werkgever en geldt in beginsel voor een tijdvak van 1 jaar, tenzij anders is bepaald. De keuzes worden voor het komend jaar definitief nadat de werkgever hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 6 7. De werkgever beslist over de ingediende verzoeken, waarbij elementen elemen- ten als passend binnen de formatie en budgettaire gevolgen bepalend zullen zijn voor inwilliging. 7 8. De werkgever kan op grond van bedrijfseconomische reden een collectief (zijnde een bestaande bedrijfseenheid binnen de organisatieorgani- satie) verzoek doen aan de werknemers uren aan te kopen of te verkopen. De werknemer kan een dergelijk verzoek afwijzen.