Common use of Keuzemogelijkheden voor de werkgever Clause in Contracts

Keuzemogelijkheden voor de werkgever. 1. De werkgever heeft in het kader van dit pensioenreglement per 1 januari 2013 dan wel de latere datum waarop de uitvoeringsovereenkomst en/of het uitvoeringsreglement met het pensioenfonds ingaat en met inachtneming van het bepaalde in dit artikel en artikel 14 van dit hoofdstuk, de navolgende mogelijkheden om de pensioenregeling voor de in de onderneming werkzame (aspirant-) deelnemers aan te passen: a. Het verhogen van het in artikel 5 vermelde standaard maximum pensioengevend jaarsalaris tot het fiscaal maximaal toegestane pensioengevend jaarsalaris (zie lid 2). b. Het verlagen van de in artikel 6 vermelde standaard-franchise met als ondergrens de minimaal fiscaal toegestane franchise. Deze lager gekozen franchise zal jaarlijks per 1 januari worden aangepast met de algemene stijging van de AOW-uitkering voor een gehuwde zonder toeslag in het afgelopen jaar, tot maximaal het niveau van de standaard-franchise. c. Het verhogen van het in artikel 9, derde lid vermelde standaard-opbouwpercentage ouderdomspensioen naar het van toepassing zijnde fiscaal maximale opbouwpercentage of het verlagen van het in artikel 9 vermelde standaard-opbouwpercentage ouderdomspensioen. Een verhoging of verlaging vindt plaats in stappen van 0,001%. Een verlaging van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen is niet mogelijk over dat deel van de pensioengrondslag waarover doorsneepremie verschuldigd is (zijnde het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub I. minus de standaard- franchise als bedoeld in artikel 6, lid 1). Het partner- en wezenpensioen volgt de verhoging of verlaging van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen in gelijke mate. d. Het verlenen van een onvoorwaardelijke toeslag ter grootte van het in artikel 13, lid 3 van dit reglement vermelde uitgangspunt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers inzake onvoorwaardelijke toeslag (zie lid 3). e. Het verzekeren van een tijdelijk partnerpensioen voor de partner van de (aspirant-) deelnemer afgeleid van de in lid 4 genoemde wettelijke uitkering (zie lid 4). f. Bij uitstel van de pensioeningang pensioenopbouw mogelijk maken vanaf de standaard- pensioendatum (67 jaar) tot het tijdstip dat het dienstverband wordt beëindigd dan wel het ouderdomspensioen (volledig) ingaat (zie lid 5). Naast bovengenoemde keuzemogelijkheden hebben vrijwillig aangesloten werkgevers een aanvullende keuzemogelijkheid CDC. Deze keuzemogelijkheid is beschreven in een addendum bij dit pensioenreglement. 2. Met betrekking tot de verhoging van het in artikel 5 vermelde standaard maximum pensioengevend jaarsalaris, heeft de werkgever de volgende opties: a. Indien de aangesloten werkgever werkzaam is in de bedrijfstak Herwinning grondstoffen (Hegro) en deze werkgever het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub I. wenst te verhogen, dan moet dit minimaal verhoogd worden tot het in artikel 5, lid 3, sub II. vastgelegde maximum voor de bedrijfstak Groothandel. Vervolgens is het bepaalde in sub b. van toepassing. b. Het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub II. van dit reglement kan naar keuze van de werkgever verhoogd worden tot het van toepassing zijnde fiscaal maximale pensioengevend jaarsalaris. 3. Indien een werkgever kiest voor onvoorwaardelijke toeslagverlening op de opgebouwde pensioenaanspraken van zijn/haar actieve deelnemers dan geldt dit zowel voor de vanaf 1 januari 2013 krachtens dit reglement opgebouwde pensioenaanspraken (eigen beheer) alsmede over de eventuele tot en met 31 december 2012 krachtens voorgaande pensioenreglementen opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers (verzekerd deel), beide inclusief de hierover reeds verleende toeslagen. In het geval SPNG op hetzelfde moment een voorwaardelijke toeslag verzekerd deel en/of eigen beheer toekent, dan wordt deze voorwaardelijke toeslag in mindering gebracht op de onvoorwaardelijke toeslag. De onvoorwaardelijke toeslag kan echter niet negatief zijn. De onvoorwaardelijke toeslag komt vanaf de standaard-pensioendatum krachtens dit reglement tot uitkering. De financiering van de onvoorwaardelijke toeslag is vastgelegd in artikel 26, lid 8. 4. De werkgever kan er voor kiezen om een tijdelijk partnerpensioen te verzekeren. De hoogte van het tijdelijk partnerpensioen is een percentage van de per 1 januari vastgestelde jaarlijkse nabestaandenuitkering Anw (bruto bedrag inclusief vakantiegeld) die door de Sociale Verzekeringsbank aan nabestaande partner (zonder kind) wordt uitgekeerd. Het door de werkgever te kiezen percentage bedraagt minimaal 40% en maximaal 100% en dient op een veelvoud van 5% te worden vastgesteld. Het bedrag van de nabestaandenuitkering Anw waarvan het tijdelijk partnerpensioen wordt afgeleid, is in bijlage 3 bij dit reglement opgenomen. Het tijdelijk partnerpensioen wordt verzekerd tot de (standaard) pensioendatum van de (aspirant-) deelnemer of de eerdere datum waarop het dienstverband met de werkgever wordt beëindigd. Bij overlijden van de (aspirant-) deelnemer gedurende deze verzekeringsperiode wordt het verzekerde tijdelijk partnerpensioen uitgekeerd aan de partner van de overleden (aspirant-) deelnemer. Het tijdelijk partnerpensioen gaat in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer overlijdt. Het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt dan wel uiterlijk tot de eerste dag van de maand waarin de partner de leeftijd van 67 jaar bereikt Bij overlijden na beëindiging van het dienstverband met de werkgever dan wel bij overlijden na de standaard-pensioendatum, bestaat er geen recht op tijdelijk partnerpensioen. Het tijdelijk partnerpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dit betekent dat het pensioen vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Deze pensioenaanspraak en pensioenuitkering wordt in euro’s en als bruto jaarbedrag vastgesteld. Op deze pensioenaanspraak is eerst na ingang van de pensioenuitkering de voorwaardelijke toeslagregeling als bedoeld in artikel 13, lid 4 van toepassing. 5. De werkgever kan er na afstemming met het pensioenfonds voor kiezen om pensioenopbouw na de standaard-pensioendatum mogelijk te maken. Dit is alleen mogelijk indien de deelnemer de ingangsdatum van zijn ouderdomspensioen heeft uitgesteld en indien en voor zover hij/zij nog in dienst is bij de werkgever. In tegenstelling tot het gestelde in lid 4, eerste alinea en artikel 34 blijven de risicoaanspraken in stand.

Appears in 3 contracts

Samples: Pension Regulations, Pension Regulations, Pension Regulations

Keuzemogelijkheden voor de werkgever. 1. De werkgever heeft in het kader van dit pensioenreglement per 1 januari 2013 dan wel de latere datum waarop de uitvoeringsovereenkomst en/of het uitvoeringsreglement met het pensioenfonds ingaat en met inachtneming van het bepaalde in dit artikel en artikel 14 van dit hoofdstuk, de navolgende mogelijkheden om de pensioenregeling voor de in de onderneming werkzame (aspirant-) deelnemers aan te passen: a. Het verhogen van het in artikel 5 vermelde standaard maximum pensioengevend jaarsalaris tot het fiscaal maximaal toegestane pensioengevend jaarsalaris (zie lid 2). b. Het verlagen van de in artikel 6 vermelde standaard-franchise met als ondergrens de minimaal fiscaal toegestane franchise. Deze lager gekozen franchise zal jaarlijks per 1 januari worden aangepast met de algemene stijging van de AOW-uitkering voor een gehuwde zonder toeslag in het afgelopen jaar, tot maximaal het niveau van de standaard-franchise. c. Het verhogen van het in artikel 9, derde lid vermelde standaard-opbouwpercentage ouderdomspensioen naar het van toepassing zijnde fiscaal maximale opbouwpercentage of het verlagen van het in artikel 9 vermelde standaard-opbouwpercentage ouderdomspensioen. Een verhoging of verlaging vindt plaats in stappen van 0,001%. Een verlaging van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen is niet mogelijk over dat deel van de pensioengrondslag waarover doorsneepremie verschuldigd is (zijnde het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub I. minus de standaard- franchise als bedoeld in artikel 6, lid 1). Het partner- en wezenpensioen volgt de verhoging of verlaging van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen in gelijke mate. d. Het verlenen van een onvoorwaardelijke toeslag ter grootte van het in artikel 13, lid 3 van dit reglement vermelde uitgangspunt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers inzake onvoorwaardelijke toeslag (zie lid 3). e. Het verzekeren van een tijdelijk partnerpensioen voor de partner van de (aspirant-) deelnemer afgeleid van de in lid 4 genoemde wettelijke uitkering (zie lid 4). f. Bij uitstel van de pensioeningang pensioenopbouw mogelijk maken vanaf de standaard- pensioendatum (67 jaar) tot het tijdstip dat het dienstverband wordt beëindigd dan wel het ouderdomspensioen (volledig) ingaat (zie lid 5). Naast bovengenoemde keuzemogelijkheden hebben vrijwillig aangesloten werkgevers een aanvullende keuzemogelijkheid CDC. Deze keuzemogelijkheid is beschreven in een addendum bij dit pensioenreglement. 2. Met betrekking tot de verhoging van het in artikel 5 vermelde standaard maximum pensioengevend jaarsalaris, heeft de werkgever de volgende opties: a. Indien de aangesloten werkgever werkzaam is in de bedrijfstak Herwinning grondstoffen (Hegro) en deze werkgever het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub I. wenst te verhogen, dan moet dit minimaal verhoogd worden tot het in artikel 5, lid 3, sub II. vastgelegde maximum voor de bedrijfstak Groothandel. Vervolgens is het bepaalde in sub b. van toepassing. b. Het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub II. van dit reglement kan naar keuze van de werkgever verhoogd worden tot het van toepassing zijnde fiscaal maximale pensioengevend jaarsalaris. 3. Indien een werkgever kiest voor onvoorwaardelijke toeslagverlening op de opgebouwde pensioenaanspraken van zijn/haar actieve deelnemers dan geldt dit zowel voor de vanaf 1 januari 2013 krachtens dit reglement opgebouwde pensioenaanspraken (eigen beheer) alsmede over de eventuele tot en met 31 december 2012 krachtens voorgaande pensioenreglementen opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers (verzekerd deel), beide inclusief de hierover reeds verleende toeslagen. In het geval SPNG op hetzelfde moment een voorwaardelijke toeslag verzekerd deel en/of eigen beheer toekent, dan wordt deze voorwaardelijke toeslag in mindering gebracht op de onvoorwaardelijke toeslag. De onvoorwaardelijke toeslag kan echter niet negatief zijn. De onvoorwaardelijke toeslag komt vanaf de standaard-pensioendatum krachtens dit reglement tot uitkering. De financiering van de onvoorwaardelijke toeslag is vastgelegd in artikel 26, lid 8. 4. De werkgever kan er voor kiezen om een tijdelijk partnerpensioen te verzekeren. De hoogte van het tijdelijk partnerpensioen is een percentage van de per 1 januari vastgestelde jaarlijkse nabestaandenuitkering Anw (bruto bedrag inclusief vakantiegeld) die door de Sociale Verzekeringsbank aan nabestaande partner (zonder kind) wordt uitgekeerd. Het door de werkgever te kiezen percentage bedraagt minimaal 40% en maximaal 100% en dient op een veelvoud van 5% te worden vastgesteld. Het bedrag van de nabestaandenuitkering Anw waarvan het tijdelijk partnerpensioen wordt afgeleid, is in bijlage 3 bij dit reglement opgenomen. Het tijdelijk partnerpensioen wordt verzekerd tot de (standaard) pensioendatum van de (aspirant-) deelnemer of de eerdere datum waarop het dienstverband met de werkgever wordt beëindigd. Bij overlijden van de (aspirant-) deelnemer gedurende deze verzekeringsperiode wordt het verzekerde tijdelijk partnerpensioen uitgekeerd aan de partner van de overleden (aspirant-) deelnemer. Het tijdelijk partnerpensioen gaat in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer overlijdt. Het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt dan wel uiterlijk tot de eerste dag van de maand waarin de partner de leeftijd van 67 jaar bereikt Bij overlijden na beëindiging van het dienstverband met de werkgever dan wel bij overlijden na de standaard-pensioendatum, bestaat er geen recht op tijdelijk partnerpensioen. Het tijdelijk partnerpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dit betekent dat het pensioen vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Deze pensioenaanspraak en pensioenuitkering wordt in euro’s en als bruto jaarbedrag vastgesteld. Op deze pensioenaanspraak is eerst na ingang van de pensioenuitkering de voorwaardelijke toeslagregeling als bedoeld in artikel 13, lid 4 van toepassing. 5. De werkgever kan er na afstemming met het pensioenfonds voor kiezen om pensioenopbouw na de standaard-pensioendatum mogelijk te maken. Dit is alleen mogelijk indien de deelnemer de ingangsdatum van zijn ouderdomspensioen heeft uitgesteld en indien en voor zover hij/zij nog in dienst is bij de werkgever. In tegenstelling tot het gestelde in lid 4, eerste alinea en artikel 34 blijven de risicoaanspraken in stand.

Appears in 1 contract

Samples: Pension Regulations

Keuzemogelijkheden voor de werkgever. 1. De werkgever heeft in het kader van dit pensioenreglement per 1 januari 2013 dan wel de latere datum waarop de uitvoeringsovereenkomst en/of het uitvoeringsreglement met het pensioenfonds ingaat en met inachtneming van het bepaalde in dit artikel en artikel 14 van dit hoofdstuk, de navolgende mogelijkheden om de pensioenregeling voor de in de onderneming werkzame (aspirant-) deelnemers aan te passen: a. Het verhogen van het in artikel 5 vermelde standaard maximum pensioengevend jaarsalaris tot het fiscaal maximaal toegestane pensioengevend jaarsalaris (zie lid 2). b. Het verlagen van de in artikel 6 vermelde standaard-franchise met als ondergrens de minimaal fiscaal toegestane franchise. Deze lager gekozen franchise zal jaarlijks per 1 januari worden aangepast met de algemene stijging van de AOW-uitkering voor een gehuwde zonder toeslag in het afgelopen jaar, tot maximaal het niveau van de standaard-franchise. c. Het verhogen van het in artikel 9, derde lid vermelde standaard-opbouwpercentage ouderdomspensioen naar het van toepassing zijnde fiscaal maximale opbouwpercentage of het verlagen van het in artikel 9 vermelde standaard-opbouwpercentage ouderdomspensioen. Een verhoging of verlaging vindt plaats in stappen van 0,0010,005%. Een verlaging van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen is niet mogelijk over dat deel van de pensioengrondslag waarover doorsneepremie verschuldigd is (zijnde het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub I. minus de standaard- franchise als bedoeld in artikel 6, lid 1). Het partner- en wezenpensioen volgt de verhoging of verlaging van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen in gelijke mate. d. Het verlenen van een onvoorwaardelijke toeslag ter grootte van het in artikel 13, lid 3 van dit reglement vermelde uitgangspunt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers inzake onvoorwaardelijke toeslag (zie lid 3). e. Het verzekeren van een tijdelijk partnerpensioen voor de partner van de (aspirant-) deelnemer afgeleid van de in lid 4 genoemde wettelijke uitkering uitkering. (zie lid 4). f. Bij uitstel van de pensioeningang pensioenopbouw mogelijk maken vanaf de standaard- pensioendatum (67 jaar) tot het tijdstip dat het dienstverband wordt beëindigd dan wel het ouderdomspensioen (volledig) ingaat (zie lid 5). Naast bovengenoemde keuzemogelijkheden hebben vrijwillig aangesloten werkgevers een aanvullende keuzemogelijkheid CDC. Deze keuzemogelijkheid is beschreven in een addendum bij dit pensioenreglement. 2. Met betrekking tot de verhoging van het in artikel 5 vermelde standaard maximum pensioengevend jaarsalaris, heeft de werkgever de volgende opties: a. Indien de aangesloten werkgever werkzaam is in de bedrijfstak Herwinning grondstoffen (Hegro) en deze werkgever het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub I. wenst te verhogen, dan moet dit minimaal verhoogd worden tot het in artikel 5, lid 3, sub II. vastgelegde maximum voor de bedrijfstak Groothandel. Vervolgens is het bepaalde in sub b. van toepassing. b. Het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub II. van dit reglement kan naar keuze van de werkgever verhoogd worden tot het van toepassing zijnde fiscaal maximale pensioengevend jaarsalaris. 3. Indien een werkgever kiest voor onvoorwaardelijke toeslagverlening op de opgebouwde pensioenaanspraken van zijn/haar actieve deelnemers dan geldt dit zowel voor deelnemers, wordt een extra toeslag toegekend. Deze extra toeslag wordt verleend over de vanaf 1 januari 2013 krachtens dit reglement opgebouwde pensioenaanspraken (eigen beheer) alsmede over de eventuele tot en met 31 december 2012 krachtens voorgaande pensioenreglementen opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers (verzekerd deel)deelnemers, beide inclusief de hierover reeds verleende toeslagen. In De hoogte van deze extra toeslag is in principe gelijk aan het geval SPNG op hetzelfde moment een verschil tussen het in artikel 13, lid 3 genoemde uitgangspunt (maximaal 3%) voor de voorwaardelijke toeslagverlening aan de deelnemers en de daadwerkelijk door het bestuur verleende toeslag verzekerd deel en/of eigen beheer toekent, dan wordt deze voorwaardelijke toeslag in mindering gebracht op aan de onvoorwaardelijke toeslagdeelnemers. De onvoorwaardelijke toeslag kan echter niet negatief zijn. De onvoorwaardelijke extra toeslag komt vanaf de standaard-pensioendatum krachtens dit reglement tot uitkering. De financiering van de onvoorwaardelijke deze extra toeslag is vastgelegd in artikel 26, lid 8. 4. De werkgever kan er voor kiezen om een tijdelijk partnerpensioen te verzekeren. De hoogte van het tijdelijk partnerpensioen is een percentage van de per 1 januari vastgestelde jaarlijkse nabestaandenuitkering Anw (bruto bedrag inclusief vakantiegeld) die door de Sociale Verzekeringsbank aan nabestaande partner (zonder kind) wordt uitgekeerd. Het door de werkgever te kiezen percentage bedraagt minimaal 40% en maximaal 100% en dient op een veelvoud van 5% te worden vastgesteld. Het bedrag van de nabestaandenuitkering Anw waarvan het tijdelijk partnerpensioen wordt afgeleid, is in bijlage 3 bij dit reglement opgenomen. Het tijdelijk partnerpensioen wordt verzekerd tot de (standaard) pensioendatum van de (aspirant-) deelnemer of de eerdere datum waarop het dienstverband met de werkgever wordt beëindigd. Bij overlijden van de (aspirant-) deelnemer gedurende deze verzekeringsperiode wordt het verzekerde tijdelijk partnerpensioen uitgekeerd aan de partner van de overleden (aspirant-) deelnemer. Het tijdelijk partnerpensioen gaat in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer overlijdt. Het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt dan wel uiterlijk tot de eerste dag van de maand waarin de partner de leeftijd van 67 jaar bereikt Bij overlijden na beëindiging van het dienstverband met de werkgever dan wel bij overlijden na de standaard-pensioendatum, bestaat er geen recht op tijdelijk partnerpensioen. Het tijdelijk partnerpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dit betekent dat het pensioen vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Deze pensioenaanspraak en pensioenuitkering wordt in euro’s en als bruto jaarbedrag vastgesteld. Op deze pensioenaanspraak is eerst na ingang van de pensioenuitkering de voorwaardelijke toeslagregeling als bedoeld in artikel 13, lid 4 van toepassing. 5. De werkgever kan er na afstemming met het pensioenfonds voor kiezen om pensioenopbouw na de standaard-pensioendatum mogelijk te maken. Dit is alleen mogelijk indien de deelnemer de ingangsdatum van zijn ouderdomspensioen heeft uitgesteld en indien en voor zover hij/zij nog in dienst is bij de werkgever. In tegenstelling tot het gestelde in lid 4, eerste alinea en artikel 34 blijven de risicoaanspraken in stand.

Appears in 1 contract

Samples: Pension Regulations

Keuzemogelijkheden voor de werkgever. 1. De werkgever heeft in het kader van dit pensioenreglement per 1 januari 2013 2023 dan wel de latere datum waarop de uitvoeringsovereenkomst met en/of het uitvoeringsreglement met van het pensioenfonds ingaat en met inachtneming van het bepaalde in dit artikel en artikel 14 van dit hoofdstukpensioenreglement, de navolgende mogelijkheden om de pensioenregeling voor de in de onderneming werkzame (aspirant-aspirant) deelnemers aan te passen: a. Het verhogen van het in artikel 5 vermelde standaard maximum pensioengevend jaarsalaris tot het fiscaal maximaal toegestane pensioengevend jaarsalaris (zie lid 2).; b. Het verlagen van de in artikel 6 vermelde standaard-franchise met als ondergrens de minimaal fiscaal toegestane franchise. Deze lager gekozen franchise zal jaarlijks per 1 januari worden aangepast met de algemene stijging van de AOW-uitkering voor een gehuwde zonder toeslag in het afgelopen jaar, tot maximaal het niveau van de standaard-franchise.; c. Het verhogen van het in artikel 9, derde lid vermelde standaard-opbouwpercentage ouderdomspensioen naar het van toepassing zijnde fiscaal maximale opbouwpercentage of het verlagen van het in artikel 9 vermelde standaard-opbouwpercentage ouderdomspensioen. Een verhoging of verlaging vindt plaats in stappen van 0,001%. Een verlaging van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen is niet mogelijk over dat deel van de pensioengrondslag waarover doorsneepremie verschuldigd is (zijnde het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub I. minus de standaard- franchise als bedoeld in artikel 6, lid 1). Het partner- en wezenpensioen volgt de verhoging of verlaging van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen in gelijke mate. d. Het verlenen van een onvoorwaardelijke toeslag ter grootte van het in artikel 13, lid 3 van dit reglement vermelde uitgangspunt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers inzake onvoorwaardelijke toeslag (zie lid 3). e. Het verzekeren van een tijdelijk partnerpensioen risicopartnerpensioen voor de partner van de (aspirant-aspirant) deelnemer afgeleid van de in lid 4 3 genoemde wettelijke uitkering (zie lid 43). f. Bij uitstel van de pensioeningang pensioenopbouw mogelijk maken vanaf de standaard- pensioendatum (67 jaar) tot het tijdstip dat het dienstverband wordt beëindigd dan wel het ouderdomspensioen (volledig) ingaat (zie lid 5). Naast bovengenoemde keuzemogelijkheden hebben vrijwillig aangesloten werkgevers een aanvullende keuzemogelijkheid CDC. Deze keuzemogelijkheid is beschreven in een addendum bij dit pensioenreglement. 2. Met betrekking tot de verhoging van het in artikel 5 vermelde standaard maximum pensioengevend jaarsalaris, heeft de werkgever de volgende opties: a. Indien de aangesloten werkgever werkzaam is in de bedrijfstak Herwinning grondstoffen (Hegro) Hegro en deze werkgever het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub I. wenst te verhogen, dan moet dit minimaal verhoogd worden tot het in artikel 5, lid 3, sub II. II vastgelegde maximum voor de bedrijfstak Groothandel. Vervolgens is het bepaalde in sub b. b van toepassing. b. Het standaard maximum pensioengevend jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub II. II van dit reglement kan naar keuze van de werkgever verhoogd worden tot het van toepassing zijnde fiscaal maximale pensioengevend jaarsalaris. 3. Indien een werkgever kiest voor onvoorwaardelijke toeslagverlening op de opgebouwde pensioenaanspraken van zijn/haar actieve deelnemers dan geldt dit zowel voor de vanaf 1 januari 2013 krachtens dit reglement opgebouwde pensioenaanspraken (eigen beheer) alsmede over de eventuele tot en met 31 december 2012 krachtens voorgaande pensioenreglementen opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers (verzekerd deel), beide inclusief de hierover reeds verleende toeslagen. In het geval SPNG op hetzelfde moment een voorwaardelijke toeslag verzekerd deel en/of eigen beheer toekent, dan wordt deze voorwaardelijke toeslag in mindering gebracht op de onvoorwaardelijke toeslag. De onvoorwaardelijke toeslag kan echter niet negatief zijn. De onvoorwaardelijke toeslag komt vanaf de standaard-pensioendatum krachtens dit reglement tot uitkering. De financiering van de onvoorwaardelijke toeslag is vastgelegd in artikel 26, lid 8. 4. De werkgever kan er voor kiezen om voor (aspirant) deelnemers een tijdelijk partnerpensioen risicopartnerpensioen te verzekeren. De hoogte van het tijdelijk partnerpensioen risicopartnerpensioen is een percentage van de per 1 januari vastgestelde jaarlijkse nabestaandenuitkering Anw (bruto bedrag inclusief vakantiegeld) die door de Sociale Verzekeringsbank aan nabestaande partner (zonder kind) wordt uitgekeerd. Het door de werkgever te kiezen percentage bedraagt minimaal 40% en maximaal 100% en dient op een veelvoud van 5% te worden vastgesteld. Het bedrag van de nabestaandenuitkering Anw waarvan het tijdelijk partnerpensioen risicopartnerpensioen wordt afgeleid, is in bijlage 3 2 bij dit reglement opgenomen. Het tijdelijk partnerpensioen risicopartnerpensioen wordt verzekerd tot de (standaard) pensioendatum van de (aspirant-aspirant) deelnemer of de eerdere datum waarop het dienstverband met de werkgever wordt beëindigd. 4. Bij overlijden van de (aspirant-aspirant) deelnemer gedurende deze verzekeringsperiode wordt het verzekerde tijdelijk partnerpensioen risicopartnerpensioen uitgekeerd aan de partner van de overleden (aspirant-) deelnemer. Het tijdelijk partnerpensioen gaat in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer overlijdt. Het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt dan wel uiterlijk tot de eerste dag van de maand waarin de partner de leeftijd van 67 jaar bereikt bereikt. Bij overlijden na beëindiging van het dienstverband met de werkgever dan wel bij overlijden na de standaard-pensioendatum, bestaat er geen recht op tijdelijk partnerpensioenrisicopartnerpensioen. 5. Het tijdelijk partnerpensioen risicopartnerpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dit betekent dat het pensioen vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Deze pensioenaanspraak en pensioenuitkering wordt in euro’s en als bruto jaarbedrag vastgesteld. Op deze pensioenaanspraak is eerst na ingang van de pensioenuitkering de voorwaardelijke toeslagregeling als bedoeld in artikel 13, lid 4 van dit pensioenreglement van toepassing. 5. De werkgever kan er na afstemming met het pensioenfonds voor kiezen om pensioenopbouw na de standaard-pensioendatum mogelijk te maken. Dit is alleen mogelijk indien de deelnemer de ingangsdatum van zijn ouderdomspensioen heeft uitgesteld en indien en voor zover hij/zij nog in dienst is bij de werkgever. In tegenstelling tot het gestelde in lid 4, eerste alinea en artikel 34 blijven de risicoaanspraken in stand.

Appears in 1 contract

Samples: Pension Regulations