Koninkrijkspositie. Het Verdrag zal voor wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft gelden voor het Europese deel van Nederland. Chili was niet bereid het Verdrag mede van toepassing te laten zijn op het Caribische deel (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) van het land Nederland. Dit houdt verband met het feit dat het Caribische deel van Nederland een van het Europese deel van Nederland afwijkend fiscaal stelsel kent en Chili ten tijde van de onderhandelingen hiermee geen praktische ervaring had. De Caribische landen van het Koninkrijk (Aruba, Curaçao en Sint Maarten) zijn fiscaal autonoom en kunnen zelfstandig besluiten al dan niet in onderhandeling te treden met Chili over een belastingverdrag. In artikel I, tweede lid, van het Protocol, is opgenomen dat de verdragsluitende staten kunnen besluiten het Verdrag geheel of met aanpassingen uit te breiden tot Aruba, Curaçao of Sint Maarten, als de verdragsluitende staten het eens zijn dat deze delen van het Koninkrijk der Nederlanden belastingen heffen die kort gezegd (voldoende) gelijksoortig zijn aan de belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is. De Caribische landen van het Koninkrijk, die fiscaal autonoom zijn, kunnen overigens ook zelfstandig besluiten om in onderhandeling te treden met Chili over een belastingverdrag. Indien tot uitbreiding wordt overgegaan, behoeft dit een afzonderlijk verdrag dat door het Koninkrijk met Chili wordt aangegaan ten behoeve van het betreffende Caribische land van het Koninkrijk (Aruba, Curaçao of Sint Maarten). Indien Chili en Nederland besluiten het geografische toepassingsbereik van het Verdrag uit te breiden naar het Caribische deel van het land Nederland kan dit gebeuren door een wijziging van dit Verdrag.
Appears in 3 contracts
Samples: www.tweedekamer.nl, open.overheid.nl, www.tweedekamer.nl
Koninkrijkspositie. Het Verdrag zal voor zal, wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft betreft, gelden voor de inwoners (natuurlijke personen en rechtspersonen) van het Europese deel van Nederland. Chili was niet bereid het Verdrag mede land Nederland en voor natuurlijke personen die inwoner zijn van toepassing te laten zijn op het Caribische deel daarvan (de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba). In Bijlage III bij de NFV 2011 is verwoord dat in onderhandelingen met (potentiële) verdragspartners de belangen van de belastingplichtigen die in Caribisch Nederland wonen of gevestigd zijn uitdrukkelijk zullen worden behartigd. Bij de onderhandelingen met Irak is gehandeld overeenkomstig dit uitgangspunt. Maar voor Irak vormde het land Nederland. Dit houdt verband met het feit dat fiscale stelsel voor lichamen gevestigd in het Caribische deel van Nederland een Nederland, dat geen traditionele en internationaal herkenbare winstbelasting kent, aanleiding te verzoeken de werkingssfeer van het Europese Verdrag wat betreft Caribisch Nederland te beperken tot natuurlijke personen. Met dit verzoek heeft Nederland ingestemd. Deze toelichtende nota is vooral geschreven vanuit het perspectief van het in Europa gelegen deel van Nederland, kortheidshalve dan steeds aangeduid als “Nederland”. Dat laat onverlet dat de verdragsbepalingen en de toelichting daarbij mutatis mutandis evenzeer van toepassing zijn in de relatie tussen Irak en Caribisch Nederland. Daar waar nodig is expliciet ingegaan op de positie van Caribisch Nederland afwijkend fiscaal stelsel kent (zie de onderdelen II.2 en Chili ten tijde II.3 van deze toelichtende nota). Daarnaast kon Irak instemmen met de onderhandelingen hiermee geen praktische ervaring had. De Caribische landen door Nederland gebruikelijk voorgestelde bepaling over een mogelijke uitbreiding van het Koninkrijk (Aruba, Curaçao en Sint Maarten) zijn fiscaal autonoom en kunnen zelfstandig besluiten al dan niet in onderhandeling te treden met Chili over een belastingverdrag. In artikel I, tweede lid, van het Protocol, is opgenomen dat Verdrag naar de verdragsluitende staten kunnen besluiten het Verdrag geheel of met aanpassingen uit te breiden tot Aruba, Curaçao of Sint Maarten, als de verdragsluitende staten het eens zijn dat deze delen van het Koninkrijk der Nederlanden belastingen heffen die kort gezegd (voldoende) gelijksoortig zijn aan de belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is. De Caribische andere landen van het Koninkrijk, die fiscaal autonoom zijn, kunnen overigens ook zelfstandig besluiten om in onderhandeling te treden met Chili over een belastingverdrag. Indien tot uitbreiding wordt overgegaan, behoeft dit een afzonderlijk verdrag dat door het Koninkrijk der Nederlanden met Chili de Republiek Irak wordt aangegaan ten behoeve van het betreffende Caribische desbetreffende andere land van het Koninkrijk (Aruba, Curaçao of Sint Maarten). Indien Chili en Nederland besluiten het geografische toepassingsbereik van het Verdrag uit te breiden naar het Caribische deel van het land Nederland kan dit gebeuren door een wijziging van dit Verdrag.
Appears in 1 contract
Samples: www.raadvanstate.nl