Kosten van het geding Voorbeeldclausules

Kosten van het geding. Dr. B. en Dokterspraktijk D. B. moeten als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden tot de kosten van het geding (art. 1017, 1ste lid Ger.W.). Hiertoe behoort ook de rechtsplegingsvergoeding waarop AZ terecht aanspraak maakt als de in het gelijk gestelde partij (art. 1022 Ger.W.). Dr. B. en Dokterspraktijk D. B. hébben als de in het ongelijk gestelde partij geen recht op de rechtsplegingsvergoeding. AZ maakt volgens haar laatste conclusie in graad van beroep aanspraak op een bedrag van 14.000,00 euro per aanleg. Voor wat de procedure in eerste aanleg betreft, kende de arbeidsrechtbank aan AZ een rechtsplegingsvergoeding toe van 12.000 euro, zijnde het door AZ gevorderde bedrag. Er werd door AZ geen incidenteel beroep aangetekend tegen dit vonnis. Dat het bedrag van de basisrechtsplegingsvergoeding intussen door een volgende indexatie nog verder verhoogd is, kan overigens geen invloed meer hebben op het bedrag van de rechtsplegingsvérgoeding dat in eerste aanleg werd toegekend (zie en vgl. (zie en vgl. B. XXX XXX XXXXX en X. XXXXXX, "Wie zal dat betalen...?" De rechtsplegingsvergoeding ont(k)leed, Wolters Xxxxxx Xxxxxxx, Xxxxxxxx, 0000, p. 12-13). Wat de procedure in graad van beroep betreft, begroot AZ het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding, zoals reeds vermeld, op 14.000,00 euro in de conclusie die zij neerlegde op 30 juni 2022. Dit is het basisbedrag van de rechtsplegingsvergoeding van toepassing vanaf, 1 april 2022 voor vorderingen in de schijf van 500.000,01 — 1.000.000,00 euro. Met ingang van 1 november 2022 vond evenwel een nieuwe indexatie plaats zodat het basisbedrag vang de rechtsplegingsvergoeding voor vorderingen in deze schijf actueel 15.000,00 euro bedraagt. De rechter dient met toepassing van de bepalingen van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding het correcte basisbedrag van de rechtsplegingsvergoeding te bepalen. De rechter die zulks doet, miskent daarbij niet het algemeen rechtsbeginsel houdende de autonomie van de procespartijen in het civiele geding en evenmin het algemeen rechtsbeginsel tot eerbiediging van het recht van verdediging (zie en vgl. Cass. 3 maart 2023, AR hr. C.22.0258.N, RW 2022-23, 1473; Cass. 13 januari 2023, C.22.0158.N, xxxxx://xxxxxxxx.xx). De rechtsplegingsvergoeding waarop AZ in graad van beroep recht heeft, wordt bijgevolg bepaald op 15.000,00 euro.
Kosten van het geding. A. Voor het onderzoek vanklachten enberoepen, worden de verschillende partijen, die er rechtstreeks belang bij hebben, opgeroepen en toegelaten hun rechten te verdedigen, voor zover dit nodig blijkt.
Kosten van het geding. Uit de bepaling van art. 1017, vierde lid Ger.W. volgt dat de rechter de gedingkosten kan omslaan telkens wanneer de partijen over en weer in enig geschilpunt worden afgewezen. Voor de toepassing van deze bepaling is derhalve niet vereist dat de partijen wederzijdse vorderingen hebben ingesteld (vgl. Cass. 19 januari 2012, F.10.0142.N/1, xxx.xxxxxxxxxx.xx). Partijen werden effectief over en weer in enig geschilpunt afgewezen, zodat de Rechtbank het in casu passend acht om de gerechtskosten om te slaan (vgl. Xxxx. 23 november 2012, RABG 2013, 336), in die zin dat alle partijen hun eigen kosten dragen. Wanneer verschillende vorderingen op eenzelfde grondslag zijn ingesteld en in wezen eenzelfde geschil vormen, zal de Rechtbank de in het ongelijk gestelde partij veroordelen tot één rechtsplegingsvergoeding, ook al doet iedere vordering in beginsel een afzonderlijke procesverhouding ontstaan (Cass. 8 december 2014, RABG 2015, 421, noot N. C. en R.W. 2015-16, 223, noot J. V. D.). Deze rechtsplegingsvergoeding wordt in dat geval verdeeld onder de in het gelijk gestelde partijen naar verhouding van hun aanspraken (zie B. V. D. B. en S. S., De rechtsplegingsvergoeding in al zijn facetten, Mechelen, Kluwer, 2016,99). Zowel eisers als de NV begroten hun rechtsplegingsvergoeding op een bedrag van € 3.000,00. Gelet op de in geld waardeerbare vordering voor elke eiser, vervat in de schaal tussen € 40.000,01 en € 60.000,00, werd de rechtsplegingsvergoeding aan beide zijden correct begroot op € 3.000,00.

Related to Kosten van het geding

  • Welke kosten zijn verzekerd? ARAG betaalt alle kosten die verbonden zijn aan de behandeling van uw zaak door haar medewerkers; de zogenaamde interne kosten. Daarnaast vergoedt ARAG de volgende externe kosten tot een maximum van € 40.000,- all in per gebeurtenis binnen Nederland en € 15.000,- all in per gebeurtenis voor alle andere gevallen. Zijn er verschillende met elkaar samenhangende gebeurtenissen, dan gelden deze kosten voor de reeks van gebeurtenissen tezamen:

  • Gebruik van het voertuig 1. Huurder dient op zorgvuldige wijze met het voertuig om te gaan en ervoor te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt.

  • Overige kosten termijnbedrag Binnen drie dagen na aanmelding ontvang je van ons een e-mail met daarin de geplande startdatum van levering en de hoogte van het termijnbedrag. Het maandelijkse termijnbedrag wordt rond de 26e van de maand, voorafgaand aan de maand van levering, geïncasseerd. De incasso van het eerste termijnbedrag kan hiervan afwijken. Mislukt de incasso dan proberen we het een week later nogmaals. Mislukt ook de tweede poging dan ontvang je een herinnering. Eenmaal per jaar wordt er een jaarafrekening gemaakt op basis van jouw daadwerkelijke verbruik.

  • Bijkomende kosten Wij vergoeden de verplaatsingskosten door de verzekerde gemaakt ingevolge de tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit, vergoeden wij de administratiekosten.