Feiten. Op 13 oktober 2011 (datum van het ontvangstbewijs) dient de eerste tussenkomende partij bij de vierde tussenkomende partij een aanvraag in voor een verkavelingsvergunning. De aanvraag betreft een verkaveling van twaalf loten waarvan er twee gelegen zijn langs de bestaande Duffelsesteenweg en de overige tien gelegen zijn langs een nieuw aan te leggen doodlopende weg met een pijpekop. De gemeenteraad van de gemeente Lint neemt op 19 december 2011 een beslissing over de zaak van de wegenis. De eerste verzoekende partij heeft tegen deze beslissing beroep ingediend bij de Raad van State. Het beroep is nog hangende. De percelen zijn gelegen binnen het bij koninklijk besluit van 3 oktober 1979 vastgestelde gewestplan „Antwerpen‟. De percelen zijn eveneens gelegen binnen de grenzen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan „Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen‟, goedgekeurd met een besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009. Tijdens het openbaar onderzoek, georganiseerd van 21 oktober 2011 tot en met 19 november 2011, worden acht bezwaarschriften ingediend. Ook de verzoekende partijen hebben een bezwaarschrift ingediend. De brandweer van de gemeente Edegem brengt op 18 oktober 2011 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De GECORO van de gemeente Lint brengt op 14 november 2011 een voorwaardelijk gunstig advies uit:
1. Teneinde het onderhoud van de nieuwe gracht langsheen de nieuwe straat te garanderen en aldus in een gegarandeerde regenwaterafvoer te voorzien dient langsheen de nieuwe rooilijn de strook grond (gelegen in agrarisch gebied) van 4 meter breed (één meter langs beide zijden van de 2-meter brede gracht), tussen de achterste perceelsgrens van lot 1 en de perceelsgrens van het stuk grond – sectie D 476a – voor openbaar nut aan de gemeente te worden afgestaan.
2. Bij de aanvang van de werken dient de betrokken aannemer er voor te zorgen dat de gracht op de perceelsgrens van de verkaveling “Roetaard” en deze nieuwe verkaveling geruimd wordt en kan afwateren naar de Babbelkroonbeek. De verkavelaar dient alvast eenmalig de gracht tussen de verkaveling en de Babbelkroonbeek oordeelkundig te ruimen en de gemeente er op de één of andere manier van te verzekeren dat die gracht door de aangelanden verder zal worden onderhouden zodat een degelijke afvoer van het regenwater kan worden gegarandeerd. …” “… Volgens de aanvraag wordt tegemoet gekomen aan het decreet grond- en pandenbeleid d.d. 27/03/2009. Bij de latere vergunningen zal worden opgenomen ...
Feiten. De feiten kunnen ingevolge het bestreden arrest worden weergegeven als volgt:
a. Kanzi is de naam die is gegeven aan een welbepaalde appelsoort, afkomstig van bomen van het ras Nicoter, om haar te onderscheiden van andere appelrassen of variëteiten. Xxxxxxx brengt als enig appelboomras de Kanzi-appelen voort.
b. In het Mededelingenblad van het Communautair Bureau voor plantenrassen van 15 juni 2001 werd de aanvraag door nv Xxxxxxx gepubliceerd voor het appelras Nicoter, gedaan op 27 april 2001. De kwekersrechten werden door Xxxxxxx ingebracht in Better3fruit op 3 september 2002. Volgens het Mededelingenblad ging het houderschap van het kwekersrecht over van Nicolaï naar Better3Fruit op 20 april 2004.
c. Het merk Kanzi werd op 8 november 2001 gedeponeerd met als merkhouder Better3fruit (klassen 16 en 31). Als licentiehouder zijn de cvba EFC en de nv Greenstar Kanzi Europe vermeld.
d. Ingevolge een licentieovereenkomst van 2003 heeft Better3fruit aan Xxxxxxx een exclusief recht verleend tot het kweken en verkopen van de Nicoterbomen met gebruik van de daaraan verbonden merken. In deze licentieovereenkomst is in artikel 6 bedongen dat Xxxxxxx “geen enkel licentieproduct zou overdragen of verkopen indien de betrokken tegenpartij niet voorafgaandelijk schriftelijk de teeltlicentie onder bijlage 6 onderschrijft (in geval van tegenpartij/teler) of de vermarketinglicentie vermeld onder bijlage 7 onderschrijft (in geval van tegenpartij/handelspartner)”. De licentieovereenkomst afgesloten tussen Better3fruit en Nicolaï werd op 20 januari 2005 ontbonden.
e. Volgens factuur nr. 240255 van 24 december 2004 verkocht Xxxxxxx 7000 appelbomen, omschreven als Kanzi-Nicoter-bomen aan J.H. , eerste verweerder. In deze koop-verkoop heeft X. zich niet verbonden tot naleving van bepaalde voorschriften met betrekking tot de teelt van Kanzi-appelen en de verkoop van de oogst. Op 4 december 2007 werd door de gerechtsdeurwaarder vastgesteld dat op de markt van Hasselt J.G. , de tweede verweerder, appelen te koop aanbood onder de benaming Kanzi die afkomstig bleken te zijn van H. . Op een tussen partijen betwiste datum verkreeg de eiseres, Greenstar Kanzi Europe (hierna GKE), opgericht op 5 mei 2004, de exclusieve exploitatierechten van het kwekersrecht op Nicoter en op de merknaam Kanzi wat de fruitteelt betreft.
f. De eiseres leidde de oorspronkelijke vordering in waarbij de ingeroepen schending van het kwekersrecht en het merkenrecht hierop neerkomt dat de eiseres aan de eerste ve...
Feiten. Op 8 februari 2000 verleent het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Oud- Heverlee een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van drie gekoppelde woningen. Op 27 juni 2011 (datum van het ontvangstbewijs) dienen de tussenkomende partijen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Oud-Heverlee een aanvraag in voor een stedenbouwkundige vergunning voor “het verbouwen van een woning”. De betrokken woning betreft één der vermelde woningen. Het perceel is volgens de bestemmingsvoorschriften van het bij koninklijk besluit van 7 april 1977 vastgestelde gewestplan „Leuven‟ gelegen in woonuitbreidingsgebied. Het perceel is niet gelegen in een gebied waarvoor een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan geldt, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde, niet vervallen verkaveling. Tijdens het openbaar onderzoek, georganiseerd van 22 augustus 2011 tot en met 21 september 2011, dient de verzoekende partij een bezwaarschrift in. Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Oud-Heverlee weigert op 8 november 2011 een stedenbouwkundige vergunning aan de tussenkomende partijen. Het college motiveert zijn beslissing als volgt:
1. De muur waarop deze wijzigingen zullen plaatsvinden is gemeenschappelijk en voor de helft eigendom van de bezwaarindiener.
2. Een constructie van 2 meter extra muur bovenop de bestaande buitenmuur achteraan het huis rekenend vanaf de dakgoot, betekent een hoogte van 5 à 6 meter blinde muur voor bezwaarindiener vanaf het terras op zijn eigendom.
3. Voor de keukenuitbreiding vanaf de bestaande achtermuur wordt 1m extra muur opgetrokken, gemeenschappelijke eigendom en blinde muur naast het terras.
4. Blinde muren tot 6 meter hoogte, ontnomen zonlicht (door het verhinderen van de passage tussen 12 en 17u).
5. Zon- en lichtinval via de koepel van onze veranda en in de living zal drastisch verminderen. Extra verlichting in de woning nodig. Foto‟s werden toegevoegd.
6. Het verminderen van zonlicht zal extra verwarming betekenen.
7. De extra grote opstaande ramen op de tweede verdieping, in plaats van schuine dakramen, zullen de privacy schaden voor zwembad tuin.
8. Het concept van drie aanpalende woningen die gezamenlijk gebouwd werden met eenzelfde constructie en van hoogstaande kwaliteit en waarde, wordt volledig onderbroken door het optrekken van een verdieping voor slechts 1 van de 3 woningen en dit met een waardevermindering tot gevolg voor het ganse geheel...
Feiten. Op 29 december 2010 (datum van het ontvangstbewijs) dient de tussenkomende partij bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente een aanvraag in voor een stedenbouwkundige vergunning tot “ , omvattende het bouwen van aanleunflats en/of assistentieflats onder de vorm van 4 aparte bouwvolumes alsook het realiseren van bijkomende randaccommodatie in een bestaand pand.” De aanvraag heeft betrekking op een terrein van circa 1 hectare groot. Het perceel, waarop de aanvraag betrekking heeft, beslaat in principe het volledige kadastrale perceel , maar een klein gedeelte van dit perceel wordt geruild tegen een gedeelte van het rechts aanpalende kadastrale perceel om rechtere perceelsgrenzen te verkrijgen en een voldoende tuinstrook te creëren achter het nieuw op te richten . Mevrouw en de heer verkochten in de jaren „60 van de vorige eeuw het grootste deel . van hun eigendommen, waaronder voormeld terrein, aan één van hun kinderen en haar . . echtgenoot, mevrouw en de heer .. De verzoekende partijen zijn de erfgenamen van wijlen de heer , samen met zijn broers en xxxxxx eisende partij in een procedure tot nietigverklaring van deze verkoopovereenkomst, die . nog steeds hangende zou zijn voor de rechtbank van eerste aanleg te . De percelen zijn, zo blijkt uit de bestemmingsvoorschriften van het bij koninklijk besluit van 24 februari 1977 vastgestelde gewestplan „ ‟, gelegen in woongebied. De percelen zijn niet gelegen in een gebied waarvoor een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan geldt, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde, niet vervallen verkaveling. Tijdens het openbaar onderzoek, georganiseerd van 13 januari 2011 tot en met 11 februari 2011, dient één buur een bezwaarschrift in. adviseert gunstig op 17 januari 2011. adviseert gunstig op 4 februari 2011. De brandweer van de stad adviseert voorwaardelijk gunstig op 4 april 2011. Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente verleent op 18 april 2011 als volgt onder voorwaarden een stedenbouwkundige vergunning aan de tussenkomende partij:
Feiten. Op datum heeft een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij belanghebbende en een motorrijtuig met kenteken kentekennummer betrokken waren. Voor dit motorrijtuig liep op het moment van het verkeersongeval een aansprakelijkheidsverzekering bij verzekeraar. Belanghebbende heeft door dit ongeval letsel opgelopen waarvoor belanghebbende verzekerde en/of verzekeraar aansprakelijk heeft gesteld. Verzekeraar heeft de aansprakelijkheid voor de geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval erkend / deels erkend / betwist1 Belanghebbende en verzekeraar hebben met elkaar onderhandeld over een definitieve afwikkeling van de geleden en te lijden schade. Belanghebbende heeft zich laten bijstaan door <naam belangenbehartiger>. De intentie van deze overeenkomst is: voorkoming van onduidelijkheid over geleden en mogelijk in de toekomst te lijden schade, zowel voor wat betreft de verschillende schadeposten als over de schadehoogte daarvan; het bieden van een oplossing voor een eventueel geschil over de mate van de aansprakelijkheid en daarmee over de omvang van de schadevergoedingsverplichting. Bij het sluiten van deze vaststellingsovereenkomst realiseren verzekeraar en belanghebbende zich dat er onzekerheden bestaan over toekomstige ontwikkelingen, zoals een eventuele wijziging in de lichamelijke toestand van belanghebbende, wijziging van de hoogte en/of duur van de sociale verzekeringen en/of voorzieningen, wijziging van belastingdruk enz. In deze vaststellingsovereenkomst zijn de goede en kwade kansen meegewogen, zodat partijen hierop niet terug kunnen komen bij wijzigende omstandigheden. Met het aangaan van deze overeenkomst is de zaak definitief afgedaan. In deze overeenkomst wordt vastgelegd welk bedrag aan schadevergoeding belanghebbende krijgt voor de schade die hij heeft geleden en in de toekomst nog zal lijden. Deze overeenkomst geldt zowel voor materiële als voor immateriële schade. De wettelijke basis voor deze overeenkomst is te vinden in de artikelen 7:900 en verder van het Burgerlijk Wetboek.
Feiten. 1. Op 4 oktober 2005 (datum van het ontvangstbewijs) dient de eerste tussenkomende partij bij het college van burgemeester en schepenen van de stad ......... een aanvraag in voor een stedenbouwkundige vergunning voor “het oprichten van een topsporthal”. Voorafgaandelijk aan de aanvraag heeft de eerste tussenkomende partij een milieueffectenrapport laten opstellen, dat op 29 september 2005 door de Cel Mer werd goedgekeurd. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek, georganiseerd van 10 oktober 2005 tot en met 9 november 2005, worden 18 bezwaarschriften ingediend, onder meer door de eerste verzoekende partij. De Lijn brengt op 8 november 2005 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De Administratie Wegen en Verkeer, afdeling Antwerpen, brengt op 4 oktober 2005 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel brengt op 15 november 2005 een advies uit; het advies is negatief voor wat betreft de overkraging van het openbaar domein door de zuidelijke hoek van de topsporthal. De gemachtigde ambtenaar heeft op 13 februari 2006 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht over de aanvraag. In de voorwaarden wordt o.m. gesteld dat voldaan moet worden aan de milderende maatregelen van het milieueffectenrapport en dat deze maatregelen verwerkt moeten worden in een bedrijfsvervoersplan dat door de aanvrager moet worden opgemaakt vóór het verkrijgen van de vergunning. Overeenkomstig het op dat ogenblik geldende gewestplan ‘Antwerpen’ zijn de percelen gelegen in recreatiegebied en in reservatiezone. De percelen zijn op dat ogenblik niet gelegen binnen de perimeter van een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde niet vervallen verkaveling. Het college van burgemeester en schepenen van de stad verleent op 31 maart 2006 een stedenbouwkundige vergunning onder voorwaarden aan de eerste tussenkomende partij. Als voorwaarde wordt opgelegd dat het bedrijfsvervoerplan moet worden nageleefd. Deze stedenbouwkundige vergunning werd voor de Raad van State aangevochten met een vordering tot schorsing en nietigverklaring door de ......... (G/A.173/702/X-12.876) en door de ......... (G/A.173.343/X-12.845). De topsporthal, thans ......... genoemd, werd blijkens de informatie verschaft door de eerste tussenkomende partij reeds opgericht en in gebruik genomen op 10 maart 2007. Bij arrest nr. 193.863 van 4 juni 2009 heeft de Raad van State voornoemde stedenbouwkundige vergunning vernietigd. De Raad van ...
Feiten. De commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1. Tussen klaagster en verweerster is een wandelovereenkomst tot stand gekomen voor onbepaalde tijd, waarbij er voor de hond Dixie, een Australian Shepherd, minimaal één wandeling op een vaste dag per week wordt afgenomen bij verweerster.
2.2. De wandelovereenkomst is ondertekend op 12 april 2023. Op de wandelovereenkomst zijn de Algemene voorwaarden van verweerster van toepassing.
2.3. Op 31 juli 2023 vraagt klaagster aan verweerster waarom zij voor twee gemiste wandelingen van Xxxxx moet betalen, terwijl zij ruimschoots op tijd had geannuleerd wegens vakantie, en meldt ook de aankomende wandeling niet aanwezig te zijn. Op 1 augustus 2023 antwoordt verweerster dat het wandelcontract doorloopt tijdens vakanties en vergelijkt de overeenkomst met een TV/internetabonnement, dat ook doorloopt tijdens de vakantie. Verweerster verwijst naar artikel 3 van de wandelovereenkomst en wijst klaagster op de mogelijkheid om de gemiste wandelingen gedurende het kalenderjaar gratis in te halen, mits er plaats is in de bus van verweerster en de hond in de groep past. Verweerster meldt tevens dat de inhaalwandelingen gewoon via het reserveringssysteem kunnen worden aangevraagd en dat het de verantwoordelijkheid van de klant is om zelf in de gaten te houden of het minimale aantal wandelingen wordt gehaald.
2.4. Op 14 augustus 2023 reageert Xxxxx tijdens een wandeling niet op het commando ‘hier’ en liep weg bij verweerster. Klaagster en verweerster hebben hierna telefonisch overleg.
2.5. Op 28 augustus 2023 loopt Xxxxx wederom weg tijdens een wandeling met verweerster en reageert niet op het commando ‘hier’. Xxxxxx het een tweede voorval betrof, besluit verweerster om Xxxxx niet langer los te laten lopen, maar haar mee te nemen aan een lange uitlooplijn. Verweerster benadrukt dat dit niet een ideale situatie creëert en er gekeken gaat worden of deze oplossing werkbaar is. Klaagster stemt daarin toe.
2.6. Op 4 september 2023 wordt Xxxxx meegenomen aan een lange uitlooplijn en op 11 september 2023 is er gekozen om Xxxxx mee te nemen naar een HOP, een speciaal omheinde honden ontmoetingsplaats.
2.7. Op 18 september 2023 wordt Xxxxx wederom uitgelaten op de HOP, maar vergeten derden om het hek goed af te sluiten. Hierdoor weet Xxxxx opnieuw te ontsnappen en negeert de verdere commando’s van verweerster.
2.8. Op diezelfde dag stuurt verweerster aan klaagster een mail waarin zij meldt dat er per direct wordt gestopt met het meenemen v...
Feiten. De commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1. Op 28 augustus 2023 om 9.42 uur mailt klaagster aan verweerder het volgende:
2.2. Op diezelfde dag om 12.27 uur antwoordt verweerder aan klaagster het volgende: “…Wat leuk om te horen, kunt u het via deze link proberen? … “
2.3. Op 3 september 2023 om 14.58 uur mailt klaagster aan verweerder dat het haar opgevallen is dat de puppycursus op dinsdagavond wordt gegeven, maar klaagster dan vaak niet kan vanwege haar werk. Klaagster vraagt of de cursus ook op een ander moment gevolgd kan worden.
2.4. Op diezelfde dag om 18.13 uur antwoordt verweerder aan klaagster dat hij ook een cursus aanbiedt die flexibel ingepland kan worden.
2.5. Op 4 september 2023 om 10.42 uur geeft klaagster aan dat zij graag de cursus met flexibele tijdstippen wil afnemen en stelt vragen over de aanvangstijd en de wijze van betaling.
2.6. Op diezelfde dag om 19.53 uur antwoordt verweerder met de vraag welke dagen en momenten klaagster zou kunnen. Hij geeft hierbij aan vanaf 8 september 2023 plaats te hebben.
2.7. Op diezelfde dag om 20.11 uur mailt klaagster een overzicht van beschikbare data.
2.8. Op diezelfde dag om 20.41 uur bevestigt verweerder via Whatsapp dat de eerste afspraak gepland staat op 11 september 2023 om 18.00 uur en stuurt hierbij een tikkie met het bedrag ad € 250,00 voor het cursusgeld (10 lessen van 30 minuten).
2.9. Op diezelfde dag om 20.42 uur bevestigt klaagster via Whatsapp de afspraak en meldt dat ze het cursusgeld heeft voldaan.
2.10. Op 11 september 2023 belde verweerder rond 16 uur met klaagster om te melden dat hij met spoed naar de dierenarts moest en dat daarom de afspraak van 18 uur niet door kon gaan. Klaagster en verweerder spreken een nieuwe datum af en de afspraak wordt verplaatst naar 14 september 2023.
2.11. Op 14 september 2023 vindt de eerste les plaats (totaal 1 uur) en de tweede les wordt ingepland op 19 september 2023 om 11.00 uur. Over de les van 14 september 2023 schrijft klaagster: “Ik ben met onze puppy gegaan. We waren er in totaal 1 uur. We hebben kennis gemaakt en hij heeft verteld en uitleg gegeven. Er waren geen andere deelnemers. Mijn puppy heeft heel de tijd geblaft, wat ik erg storend vond, omdat we daar zo veel mee geoefend hebben en hij de laatste dagen erg rustig was qua blaffen. Dit hebben we via een hondentrainster voor elkaar gekregen, d.m.v. trainingsdiscs (een sliplijn en discs). Deze heb ik hier niet gebruikt, want Xxxxxx (verweerder) was hier geen voorstander van. Hij w...
Feiten. Op 13 oktober 2011 (datum van het ontvangstbewijs) dient de eerste tussenkomende partij bij de vierde tussenkomende partij een aanvraag in voor een verkavelingsvergunning. De aanvraag betreft een verkaveling van twaalf loten waarvan er twee gelegen zijn langs de bestaande Duffelsesteenweg en de overige tien gelegen zijn langs een nieuw aan te leggen doodlopende weg met een pijpekop. De nieuwe wegenis wordt voorzien langsheen de grens met het agrarisch gebied. De gehele verkaveling bevindt zich in het deel van de percelen dat in woongebied of woongebied met Iandelijk karakter gelegen is. De woningen die voorzien worden zijn vrijstaande woningen (loten 1 en 2, en loten 9 tot en met 12) of halfopen bebouwingen met een gekoppelde garage (loten 3 tot en met 8). De percelen zijn volgens de bestemmingsvoorschriften van het bij koninklijk besluit van 3 oktober 1979 vastgestelde gewestplan „Antwerpen‟, gelegen in woongebied, woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied. De percelen zijn eveneens gelegen binnen de grenzen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan „Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen‟, goedgekeurd met een besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009. De gewestplanbestemming blijft gelden. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek, georganiseerd van 21 oktober 2011 tot en met 19 november 2011, worden acht bezwaarschriften ingediend. Ook de verzoekende partijen hebben een bezwaarschrift ingediend. De brandweer van de gemeente Edegem brengt op 18 oktober 2011 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De GECORO van de derde tussenkomende partij brengt op 14 november 2011 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De vierde tussenkomende partij verleent op 16 januari 2012 het volgende voorwaardelijk gunstig advies: De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar brengt op 16 februari 2012 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De vierde tussenkomende partij verleent op grond van voormeld advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar op 5 maart 2012 een verkavelingsvergunning onder voorwaarden aan de eerste tussenkomende partij en motiveert haar beslissing als volgt:
Feiten. 3.1 Chronologisch overzicht
3.1.1 Eerste aanwijzingen van het GGD-datalek