De procedure. 1.1 Eiser heeft dit geding aanhangig gemaakt met een brief van 10 juli 2015. Zijn gemachtigde heeft bij diezelfde brief de memorie van eis ingediend met acht producties, genummerd 1-8. Xxxxx vordert in kort geding bij arbitraal vonnis:
(I) een verbod aan de Stichting en de Medische Staf om de door hen geëntameerde procedure ingevolge het “Kwaliteitsreglement Borging Functioneren Leden Medische Staf” voort te zetten en,
(II) een gebod aan de Stichting en de Medische Staf om met eiser en de vakgroep anesthesiologie overleg te plegen over de inhoud en strekking van de vraagstelling ten behoeve van het beoogde onderzoek en over de samenstelling van de commissie en de te volgen procedure, en
(III) een veroordeling van de Stichting en de Medische Staf om inzage te verstrekken in de diverse bescheiden als genoemd in punt 12 van de memorie van eis en om aan eiser een redelijke termijn te verlenen om deze te kunnen bestuderen en zich uit te kunnen laten omtrent de inhoud daarvan in het kader van zijn deelname aan deze procedure, met
(IV) veroordeling van de Stichting en de Medische Staf in de kosten van deze procedure.
1.2 De stichting en de medische staf hebben bij brief van hun gemachtigde van 4 augustus 2015 acht producties ingediend, xxxxxxxxx 0-0, xxxxxx zij zich ter zitting wensen te beroepen.
1.3 Eiser heeft met een brief van 5 augustus 2015 nog 26 producties (genummerd 1- 26) ingezonden.
1.4 De maatschap heeft bij brief van 5 augustus 2015 met vier producties, genummerd 1-4, verzocht zich te mogen voegen als belanghebbende aan de zijde van xxxxx en heeft daarbij aangegeven voor zoveel rechtens noodzakelijk de vordering van eiser te willen overnemen.
1.5 De stichting en de medische staf hebben bij brief van hun gemachtigde van 5 augustus 2015 bezwaar gemaakt tegen de verzochte voeging van C., en eiser heeft daarop bij brief van zijn gemachtigde van 7 augustus 2015 nog gereageerd. Namens de voorzitter is bij email van 7 augustus 2015 aan partijen bericht dat ter zitting zowel het voegingsverzoek als de zaak zelf zal worden behandeld en wel geïntegreerd, waartoe ook de directeur van de maatschap en (een) vertegenwoordiger(s) van de maatschap worden uitgenodigd ter zitting aanwezig te zijn.
1.6 De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden te X. op 12 augustus 2015. Xxxxx is in persoon verschenen vergezeld van zijn partner, bijgestaan door zijn gemachtigde. De stichting is verschenen in de persoon van de mevrouw mr. D., voorzitter van de raad van b...
De procedure. Voordat je een bezwaarprocedure kunt starten moet je je geschil eerst binnen drie weken nadat het is ontstaan bespreken met je leidinggevende. Jij en/of je leidinggevende kan de personeelsadviseur vragen bij dit gesprek als bemiddelaar aanwezig te zijn.
De procedure. 1. Uitgaande van het werkpakket van een vestiging stelt de werkgever een dienstenpakket op.
2. Uitgaande van de voor de dienstuitvoering noodzakelijke inzet gebaseerd op het dienstenpakket (rijdiensten en reserve) stelt de werkgever per vestiging of groep voor het dienstregelingsjaar een concept basisrooster op van blokken waarbinnen de diensten ingedeeld kunnen worden. In het dienstrooster worden reserveblokken opgenomen om mutaties (ziekte, verlof e.d.) op te vangen. Binnen de onderneming worden dagelijks reservediensten gesteld om bij calamiteiten te kunnen worden ingezet.
3. De blokken omvatten raamtijden waarbinnen diensten ingedeeld worden.
4. De werknemers geven voor het dienstregelingsjaar op basis van hun arbeidsovereenkomst en eventuele tijdelijke aanpassingen aan welke werkdagen en blokken zij willen werken. Bij deze keuze wordt rekening gehouden met 9 diensten per 14 dagen. De werkgever dient bij de vaststelling van het basisrooster rekening te houden met 80 % van de vakantieaanvragen betrekking hebbend op dat dienstregelingsjaar met inachtneming van de op bedrijfsniveau afgesproken vakantieregeling.
5. Het overige verlof wordt op basis van aanvragen in de loop van het jaar toegekend.
6. Vanuit de inschrijvingen en rekening houdend met de wensen van de werknemers stelt de werkgever een definitief individueel basisrooster op. Bij de presentatie van het individuele basisrooster wordt aangegeven op welke wijze eventuele afwijkingen tussen persoonlijke voorkeuren en het basisrooster zijn verwerkt. Indien werknemers vooraf aangeven een voorkeur te hebben voor het vastzetten van de reeks 4 – 5 (in een aaneengesloten periode van 14 dagen) en dit vervolgens consequent invoeren in het systeem en na matching blijkt dat zij voornoemd patroon niet geheel conform hun wens toegekend hebben gekregen, dan zullen werkgevers zich tot het uiterste inspannen om voor hen alsnog het 4 – 5 patroon te optimaliseren.
7. Dit individuele basisrooster omvat per werknemer een overzicht van de voor hem vastgestelde blokken tijdens de looptijd van de dienstregeling waarin per week diensten ingedeeld worden en blokken die met reserve aangemerkt worden.
8. De regels die bij dit proces van concept tot definitief individueel basisrooster aangehouden worden, dienen goedgekeurd te worden door de ondernemingsraad.
De procedure. 1.1 De commissie beslist op basis van haar reglement en op basis van de door partijen aan Kifid ingestuurde documenten inclusief bijlagen. Het gaat om: 1) de klachtbrief van de consument;
De procedure. 1.1 Eisers hebben met een brief van 5 juli 2017 deze procedure aanhangig gemaakt. Met een memo- rie van eis van 5 juli 2017 hebben zij het Scheidsgerecht verzocht bij arbitraal vonnis:
I. de opzegging met onmiddellijke ingang van de Ledenovereenkomst door verweerster ten aanzien van eiser nietig te verklaren dan wel te vernietigen;
II. verweerster te gebieden om [eiser] in staat te stellen om binnen drie werkdagen na de datum van dit vonnis zijn werkzaamheden binnen zowel het C. als het Ziekenhuis weer in volle om- vang uit te oefenen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,-- per dag of gedeelte van een dag dat verweerster weigert aan de veroordeling uit- voering te geven;
III. verweerster te veroordelen om aan eisers binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis de gederfde inkomsten tot en met het moment dat [xxxxx] zijn werkzaamheden volledig heeft kunnen hervatten te vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te reke- nen vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis en zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,-- per dag of gedeelte van een dag dat verweerster weigert aan de veroordeling uitvoering te geven;
IV. verweerster te veroordelen om binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis een scha- devergoeding van € 200.000,-- aan eisers te betalen te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te rekenen vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis, althans een door uw Scheidsgerecht in goede justitie en naar redelijkheid en billijkheid te bepalen bedrag, waarbij rekening wordt gehouden met het (structurele) onrechtmatige handelen van het [bestuur van verweerster] jegens eisers, aantasting van de eer en goede naam van [xxxxx] en de ge- maakte juridische kosten en eisers, zo nodig, in de gelegenheid te stellen deze schade nadere te specificeren, te onderbouwen en te begroten, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,-- per dag of gedeelte van een dag dat verweerster weigert aan de veroordeling uitvoering te geven;
V. te verklaren voor recht dat verweerster gehouden is de kosten voor waarneming te dragen; Subsidiair:
VI. verweerster te veroordelen om binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis een scha- devergoeding aan eisers te betalen, welk bedrag in ieder geval dient te worden begroot op een bedrag ad € 3.000.000,--, althans een door uw Scheidsgerecht in goede justitie en naar redelijkheid en billijkheid te bepalen bedrag, waarbij rekening wordt geho...
De procedure. 1.1 Eiser heeft met een brief van 23 december 2021 deze procedure aanhangig gemaakt. Met een memorie van eis van 22 december 2021 heeft hij het Scheidsgerecht verzocht bij arbitraal xxxxxx verweerster te veroordelen tot betaling van:
1) een bedrag van € 54.426,50 aan vergoeding van schade ten gevolge van onrechtmatige beëindiging van de maatschapsovereenkomst en een bedrag van € 25.000,- aan vergoeding van reputatieschade;
2) een bedrag van € 60.866,- aan goodwill en winst;
3) een bedrag van € 34.835,90 aan vergoeding van de kosten van rechtsbijstand;
4) de proceskosten. Bij deze memorie zijn 36 producties (genummerd: 1, A, 1-14, B, 1-6, C, 15, D, 16, E, 7, F, G, H, 2-5) gevoegd.
1.2 B heeft met een memorie van antwoord, gedateerd 18 januari 2022, verweer gevoerd. Bij deze memorie zijn 15 producties (genummerd: 1-15) gevoegd.
1.3 Met een brief van 2 februari 2022 heeft de gemachtigde van B een nadere productie (genummerd: 16) ingezonden.
1.4 Met een brief van 14 februari 2022 heeft de gemachtigde van xxxxx een nadere productie (genummerd: 6) ingezonden.
1.5 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden te Utrecht op 18 februari 2022. Aan de zijde van eiser waren aanwezig: eiser en zijn gemachtigde. Aan de zijde van B waren aanwezig: drs. C (voorzitter van het bestuur van B) en de gemachtigde van B. Verder waren als toehoorders aanwezig: mr. R.J. Xxxxxxx (kantoorgenoot van de gemachtigde van xxxxx) en mr. X. xxx xxx Xxxxx (kantoorgenoot van de gemachtigde van B).
1.6 De gemachtigde van xxxxx heeft het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen. Daarbij zijn, naar het Scheidsgerecht begrijpt, de vorderingen van eiser vermeerderd in die zin dat eiser het Scheidsgerecht nu verzoekt bij arbitraal vonnis verweerster te veroordelen tot betaling van:
1) een bedrag van € 108.853 aan vergoeding van schade ten gevolge van onrechtmatige beëindiging van de maatschapsovereenkomst en een bedrag van € 25.000,- aan vergoeding van reputatieschade;
2) een bedrag van € 60.866,- aan goodwill en winst;
3) een bedrag van € 30.353,24 aan vergoeding voor niet-genoten vakantiedagen;
4) een bedrag van € 52.673,90 aan vergoeding van de kosten van rechtsbijstand;
5) de proceskosten.
1.7 Ook de gemachtigde van B heeft het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen. Partijen hebben verder vragen van het Scheidsgerecht beantwoord en gereageerd op elkaars standpunten.
De procedure. 6.1 Rekening houdend met het genoemde onder de punten 4 en 5 kan de werknemer jaarlijks opgeven hoeveel vakantiedagen hij wenst te sparen in tijd of wenst uit te laten betalen. De opgave dient schriftelijk voor 15 december van ieder jaar, bij de afdeling Personeels- en salarisadministratie middels het daarvoor ter beschikking gesteld formulier.
6.2 Indien het maximum spaarsaldo van 100 dagen is bereikt, kunnen geen dagen meer worden gespaard.
6.3 De tussen werkgever en werknemer gemaakte afspraken in het kader van de cao à la Carte worden vastgelegd in het personeelsdossier van de betrokken werknemer.
De procedure. 1.1 De commissie beslist op basis van haar reglement en op basis van de door partijen aan Kifid ingestuurde documenten inclusief bijlagen. Het gaat om: 1) het klachtformulier van de consumenten; 2) het verweerschrift van Interbank en 3) de reactie van de consumenten (de repliek).
1.2 De commissie is van oordeel dat dit geschil zich leent voor verkorte behandeling als bedoeld in artikel 32 van haar reglement. Dit betekent dat de uitspraak niet bindend is en dat partijen elkaar dus niet aan de uitspraak kunnen houden.
De procedure. 1.1 De commissie beslist op basis van haar reglement en op basis van de door partijen aan Kifid ingestuurde documenten inclusief bijlagen. Het gaat om: 1) het klachtformulier van de consument; 2) de aanvullende stukken van de consument; 3) het verweerschrift van de verzekeraar; 4) de repliek van de consument; 5) de aanvulling op de repliek van de consument en 6) de dupliek van de verzekeraar.
1.2 Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 29 november 2021. Partijen zijn aldaar verschenen.
1.3 De consument en de verzekeraar hebben gekozen voor een bindend advies. Dit betekent dat partijen elkaar aan de uitspraak kunnen houden.
De procedure. De procedure voor het behandelen van de klacht is:
1. De directie van EBN Certification bevestigt binnen 1 week de ontvangst van de klacht. In geval van een mondelinge klacht zal EBN Certification de bevestiging aanvullen met de omschrijving van de klacht.
2. De klacht wordt binnen 8 weken na ontvangst afgehandeld. Afschrift van de klacht wordt verstrekt aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, met behoudt van vertrouwelijkheid.
3. Door de directie wordt een persoon aangesteld, die op geen enkele wijze betrokken is bij het onderwerp van de klacht. Deze persoon wordt belast met de behandeling van de klacht. De naam van deze persoon wordt vermeld in de bevestiging van de klacht.
4. De persoon stelt een onderzoek in waarbij hij de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid stelt te worden gehoord. Van het horen wordt een verslag gemaakt.
5. De bevindingen, vergezeld van advies en aanbevelingen, worden gerapporteerd aan de directie van EBN Certification.
6. De directie van EBN Certification stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht en van de eventuele conclusies die zij daaraan verbindt.
7. In overleg met de klant besluiten of de klacht gepubliceerd wordt. De directie van EBN Certification is verantwoordelijk voor alle beslissingen op elk niveau van het proces van behandeling van klachten en beroepszaken, het verzamelen en verifiëren van alle noodzakelijke informatie voor het valideren van de klacht- en of beroepszaak en draagt er zorg voor dat de eventuele conclusies volgend uit punt 6 opgevolgd worden door de hiervoor verantwoordelijke personen binnen EBN Certification.