De procedure. 1.1 Eisers hebben op 7 april 2016 deze procedure aanhangig gemaakt onder indiening van een memorie van eis. Daarin hebben zij het Scheidsgerecht verzocht om bij arbitraal vonnis:
1. de tussen partijen geldende – in de memorie van eis benoemde – overeenkomsten te ontbinden met ingang van een datum, gelegen zes maanden na de datum van de uitspraak van het scheidsgerecht;
2. voor recht te verklaren dat het MSB gehouden is de aan A. toekomende vergoeding uit hoofde van de met hem gesloten overeenkomst volledig en zonder enige korting door te betalen tot de datum van de sub 1 uit te spreken ontbinding van de overeenkomst;
3. voor recht te verklaren dat het MSB gehouden is op de datum als krachtens het onder 1 gevorderde bepaald aan A. een vergoeding te betalen op de voet van artikel 7 van de Ledenovereenkomst, te betalen op de in die overeenkomst voorgeschreven wijze, te vermeerderen met wettelijke handelsrente vanaf die datum tot aan de dag van algehele betaling;
4. aan B. een vergoeding toe te kennen terzake de voortijdige beëindiging van de overeenkomsten, tot een bedrag van € 1.050.000, althans een door het Scheidsgerecht in goede justitie te bepalen bedrag, te verhogen met wettelijke handelsrente vanaf de datum van indiening van deze memorie van eis tot aan de dag van algehele betaling;
5. het MSB te veroordelen aan B. een bedrag te betalen van € 22.455, verhoogd met wettelijke handelsrente vanaf de dag van verschuldigdheid, althans vanaf heden, en verhoogd met alle eventuele verdere onterechte inhoudingen vanaf 1 april 2016 tot de datum van ontbinding, eveneens verhoogd met rente zoals gevorderd;
6. alles met veroordeling van de stichting in de kosten van deze procedure, de kosten van de raadsman van X. en de buitengerechtelijke kosten daaronder begrepen. Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1–66).
1.2 Op 23 mei 2016 heeft de stichting een memorie van antwoord ingezonden. Zij heeft daarbij geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring, althans afwijzing, van alle vorderingen zoals ingesteld door eisers jegens de stichting, met veroordeling van eisers hoofdelijk in de kosten van dit arbitraal geding, de volledige kosten van rechtsbijstand daaronder begrepen, dan wel een door het Scheidsgerecht redelijk geachte tegemoetkoming in de kosten daarvan. Bij deze memorie van antwoord zijn producties gevoegd (genummerd 1–12, waarbij productie 1, zijnde een ‘historisch overzicht’, bestaat uit een aantal afzonderlijke producties genummerd 1–74).
...
De procedure. Voordat je een bezwaarprocedure kunt starten moet je je geschil eerst binnen drie weken nadat het is ontstaan bespreken met je leidinggevende. Jij en/of je leidinggevende kan de personeelsadviseur vragen bij dit gesprek als bemiddelaar aanwezig te zijn.
De procedure. 1.1 De commissie beslist op basis van haar reglement en op basis van de door partijen aan Kifid ingestuurde documenten inclusief bijlagen. Het gaat om: 1) de klachtbrief van de consument;
De procedure. 1. Uitgaande van het werkpakket van een vestiging stelt de werkgever een dienstenpakket op.
2. Uitgaande van de voor de dienstuitvoering noodzakelijke inzet gebaseerd op het dienstenpakket (rijdiensten en reserve) stelt de werkgever per vestiging of groep voor het dienstregelingsjaar een concept basisrooster op van blokken waarbinnen de diensten ingedeeld kunnen worden. In het dienstrooster worden reserveblokken opgenomen om mutaties (ziekte, verlof e.d.) op te vangen. Binnen de onderneming worden dagelijks reservediensten gesteld om bij calamiteiten te kunnen worden ingezet.
3. De blokken omvatten raamtijden waarbinnen diensten ingedeeld worden.
4. De werknemers geven voor het dienstregelingsjaar op basis van hun arbeidsovereenkomst en eventuele tijdelijke aanpassingen aan welke werkdagen en blokken zij willen werken. Bij deze keuze wordt rekening gehouden met 9 diensten per 14 dagen. De werkgever dient bij de vaststelling van het basisrooster rekening te houden met 80 % van de vakantieaanvragen betrekking hebbend op dat dienstregelingsjaar met inachtneming van de op bedrijfsniveau afgesproken vakantieregeling.
5. Het overige verlof wordt op basis van aanvragen in de loop van het jaar toegekend.
6. Vanuit de inschrijvingen en rekening houdend met de wensen van de werknemers stelt de werkgever een definitief individueel basisrooster op. Bij de presentatie van het individuele basisrooster wordt aangegeven op welke wijze eventuele afwijkingen tussen persoonlijke voorkeuren en het basisrooster zijn verwerkt. Indien werknemers vooraf aangeven een voorkeur te hebben voor het vastzetten van de reeks 4 – 5 (in een aaneengesloten periode van 14 dagen) en dit vervolgens consequent invoeren in het systeem en na matching blijkt dat zij voornoemd patroon niet geheel conform hun wens toegekend hebben gekregen, dan zullen werkgevers zich tot het uiterste inspannen om voor hen alsnog het 4 – 5 patroon te optimaliseren.
7. Dit individuele basisrooster omvat per werknemer een overzicht van de voor hem vastgestelde blokken tijdens de looptijd van de dienstregeling waarin per week diensten ingedeeld worden en blokken die met reserve aangemerkt worden.
8. De regels die bij dit proces van concept tot definitief individueel basisrooster aangehouden worden, dienen goedgekeurd te worden door de ondernemingsraad.
De procedure. 1.1 Eiser heeft met een brief van 4 maart 2013 deze procedure aanhangig gemaakt. Met een memorie van eis van 12 juni 2013 heeft hij het Scheidsgerecht verzocht dat het bij arbitraal vonnis:
x. xxx verklaren voor recht dat het besluit d.d. 7 februari 2013 tot de beëindiging van de toelatingsovereenkomst nietig is, dan wel dit te vernietigen, vanwege de daaraan klevende gebreken, zodanig dat het bestreden besluit tot opzegging zonder rechtsgevolg zal blijven, alsmede;
b. zal bepalen dat het voor eiser ook na 8 augustus 2013 mogelijk zal worden gemaakt om zijn beroepsuitoefening bij verweerster in volle omvang te kunnen hervatten;
c. zal verklaren voor recht dat verweerster jegens eiser toerekenbaar tekort is geschoten, althans onrechtmatig heeft gehandeld als gevolg waarvan verweerster gehouden is aan eiser de daardoor geleden en nog te lijden schade te vergoeden, deze A. – B., 13/15 Pagina 1 van 15 schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW;
d. verweerster zal veroordelen om eisers proceskosten te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW. Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1-16).
1.2 Bij brief van 16 juli 2013 heeft de gemachtigde van de stichting een memorie van antwoord met 62 producties ingezonden. Zij heeft daarbij geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van eiser met veroordeling van eiser in kosten van deze procedure, waaronder begrepen de kosten van arbiters alsmede de redelijke kosten van rechtsbijstand aan de zijde van de stichting.
1.3 Bij brieven van 19 en 25 september 2013 heeft de gemachtigde van xxxxx een aantal aanvullende producties overgelegd (respectievelijk genummerd 17 – 25 en 26 – 28). De gemachtigde van de stichting heeft op 25 september 2013 eveneens aanvullende producties toegestuurd (genummerd 63 en 64).
1.4 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden te Utrecht op 26 september 2013. Xxxxx is verschenen in persoon, bijgestaan door zijn advocaat en vergezeld door zijn echtgenote en de heer X. (hierna: C.), cardioloog-intensivist in het B. (hierna: B.). Aan de zijde van de stichting zijn verschenen: drs. X., voorzitter Raad van Bestuur (hierna: D.), dr. X., voorzitter Stafbestuur (hierna: E.), en drs. X., vakgroepvoorzitter (hierna: F.), met bijstand van mr. T.A.M. xxx xxx Xxxx. Beide partijen hebben ter zitting, mede aan de hand van pleitaantekeningen, het woord gevoerd.
De procedure. 1.1 De commissie beslist op basis van haar reglement en op basis van de door partijen aan Kifid ingestuurde documenten inclusief bijlagen. Het gaat om: 1) het klachtformulier en de aanvullende stukken van de consument; 2) het verweerschrift van de bank; 3) de repliek van de consument en 4) de dupliek van de bank.
1.2 De commissie is van oordeel dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak wordt daarom op grond van de stukken beslist.
1.3 De consument en de bank hebben gekozen voor een bindend advies. Dit betekent dat partijen elkaar aan de uitspraak kunnen houden.
De procedure. 6.1 Rekening houdend met het genoemde onder de punten 4 en 5 kan de werknemer jaarlijks opgeven hoeveel vakantiedagen hij wenst te sparen in tijd of wenst uit te laten betalen. De opgave dient schriftelijk voor 15 december van ieder jaar, bij de afdeling Personeels- en salarisadministratie middels het daarvoor ter beschikking gesteld formulier.
6.2 Indien het maximum spaarsaldo van 100 dagen is bereikt, kunnen geen dagen meer worden gespaard.
6.3 De tussen werkgever en werknemer gemaakte afspraken in het kader van de cao à la Carte worden vastgelegd in het personeelsdossier van de betrokken werknemer.
De procedure. 1.1. Xxxxxxx (hierna ook te noemen “[Leverancier]”) heeft op 3 april 2018 in overeenstemming met de artikelen 6.1 van het Arbitragereglement van de Stichting Geschillenoplossing Automatisering (hierna te noemen het “Arbitragereglement”) onder overlegging van 4 producties een inleidend verzoekschrift bij het Bureau van de Stichting Geschillenoplossing Automatisering (hierna te noemen de “SGOA”) ingediend. Het Bureau van de SGOA heeft verweerster (hierna ook te noemen “[Afnemer]”) hiervan op de hoogte gesteld, waarna verweerster bij Kort Antwoord van 23 april 2018 heeft gereageerd. Overeenkomstig artikel 15.1 van het Arbitragereglement heeft eiseres bij akte van 28 mei 2018 een memorie van eis, tevens houdende akte vermeerdering van eis ((de “memorie van eis”) ingediend, met 1 productie. Daarbij heeft eiseres, voor zover op haar de bewijslast zou rusten, een bewijsaanbod gedaan, onder meer door het horen van [de heer vL] als getuige. Verweerster heeft overeenkomstig artikel 15.2 van het Arbitragereglement bij akte van 19 juni 2018 een memorie van antwoord met 1 productie ingediend, waarin ook een eis in reconventie is opgenomen. Daarbij heeft verweerster, voor zover op haar de bewijslast zou rusten, een bewijsaanbod gedaan, onder meer door het horen van [mevrouw X.] als getuige over de gang van zaken rond de migratie en de daarbij gemaakte afspraken. Bij akte van 22 juni 2018 heeft eiseres, verweerster in reconventie, een memorie van antwoord in reconventie ingediend.
1.2. Bij brief van 30 april 2018 heeft het bestuur van de SGOA met inachtneming van de wensen van partijen en in overeenstemming met artikel 10 en 11 juncto artikel 13 van het Arbitragereglement mr. [Arbiter] als arbiter in dit geschil benoemd, die zijn benoeming schriftelijk heeft aanvaard.
1.3. Bij e-mail van 20 juni 2018 heeft de arbiter, in het licht van het bewijsaanbod van partijen, en mede gezien het feit dat partijen hebben meegedeeld geen zitting te wensen, uit oogpunt van proces economie ieder der partijen in de gelegenheid gesteld een verklaring over te leggen van de door haar met name genoemde getuige, waarbij de andere partij schriftelijk zou mogen reageren op daarbij overgelegde producties. Bij e- mail van 3 juli 2018 heeft verweerster een verklaring overgelegd van [mevrouw C.]. Bij e-mail van 24 juli 2018 heeft eiseres een akte ter zake van bewijs overgelegd, met twee producties. Daarop heeft verweerster bij akte uitlating producties van 14 augustus 2018 gereageerd.
1.4. In haar ...
De procedure. De procedure voor het behandelen van de klacht is:
1. De directie van EBN Certification bevestigt binnen 1 week de ontvangst van de klacht. In geval van een mondelinge klacht zal EBN Certification de bevestiging aanvullen met de omschrijving van de klacht.
2. De klacht wordt binnen 8 weken na ontvangst afgehandeld. Afschrift van de klacht wordt verstrekt aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, met behoudt van vertrouwelijkheid.
3. Door de directie wordt een persoon aangesteld, die op geen enkele wijze betrokken is bij het onderwerp van de klacht. Deze persoon wordt belast met de behandeling van de klacht. De naam van deze persoon wordt vermeld in de bevestiging van de klacht.
4. De persoon stelt een onderzoek in waarbij hij de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid stelt te worden gehoord. Van het horen wordt een verslag gemaakt.
5. De bevindingen, vergezeld van advies en aanbevelingen, worden gerapporteerd aan de directie van EBN Certification.
6. De directie van EBN Certification stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht en van de eventuele conclusies die zij daaraan verbindt.
7. In overleg met de klant besluiten of de klacht gepubliceerd wordt. De directie van EBN Certification is verantwoordelijk voor alle beslissingen op elk niveau van het proces van behandeling van klachten en beroepszaken, het verzamelen en verifiëren van alle noodzakelijke informatie voor het valideren van de klacht- en of beroepszaak en draagt er zorg voor dat de eventuele conclusies volgend uit punt 6 opgevolgd worden door de hiervoor verantwoordelijke personen binnen EBN Certification.
De procedure. 1.1. De Accountantskamer heeft kennisgenomen van de volgende stukken: - het klaagschrift met bijlagen - het verweerschrift met bijlagen - de brief van xxxxxx van 20 november 2023 met bijlagen - de op de zitting overgelegde pleitaantekeningen.
1.2. De klacht is behandeld op de openbare zitting van 4 december 2023. Klager is in persoon verschenen, bijgestaan door [B] AA. Betrokkene is ook verschenen, bijgestaan door mr. [A] RA die door middel van een videoverbinding heeft deelgenomen aan de zitting.