Loopbaanontwikkelingsbudget van werknemers korter dan vijf jaar in dienst op 1 januari 2010. 10.5.1 Een werknemer die op 1 januari 2010 nog geen vijf jaar in dienst is bij de onderneming, heeft recht op een loopbaanontwikkelingsbudget naar rato, met een minimum van 900 euro.Voor de (eenmalige) berekening van de hoogte van het loopbaanontwikkelings- budget op 1 januari 2010 (het startbudget) wordt het aantal volle kalendermaanden in dienst van de werknemer voor 1 januari 2010 gedeeld op 60 maanden. Het loopbaan- ontwikkelingsbudget van 4.500 euro wordt vermenigvuldigd met bovenstaande factor. 10.5.2 Voor de werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week, wordt het berekende loopbaanontwikkelingsbudget uit voorgaand artikel vervolgens herrekend naar evenredigheid van de arbeidsduur op 1 januari 2010 met een minimum arbeidsduur van 50 procent. 10.5.3 Het loopbaanontwikkelingsbudget (het startbudget) van de werknemer zoals bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel groeit jaarlijks op 1 januari met 900 euro.Voor een 10.5.4 Het loopbaanontwikkelingsbudget geldt voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 en bedraagt maximaal 4.500 euro.Voor de werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week geldt een lager maximum. 10.5.5 Een wijziging in de overeengekomen arbeidsduur leidt niet tot herberekening van het startbudget gedurende een kalenderjaar. Op 1 januari van de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014 worden eventuele wijzigingen van de arbeidsduur van de werknemer verrekend in de hoogte van het resterende startbudget, voor de komende periode vanaf 1 januari van het betreffende jaar tot en met 31 december 2014. 10.5.6 Indien de werknemer meer loopbaanontwikkelingsbudget heeft besteed dan hetgeen na herrekening op 1 januari resteert, vindt geen terugbetaling van budget plaats van de werknemer aan de werkgever. 10.5.7 Loopbaanontwikkelingsbudget uit de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 dat in die periode niet is besteed, blijft staan. Het ontstaan van nieuwe rechten op het loopbaanontwikkelingsbudget vindt vanaf 1 januari 2015 plaats conform artikel 10.6 CAO.
Appears in 1 contract
Samples: Cao Woondiensten 2014 2016
Loopbaanontwikkelingsbudget van werknemers korter dan vijf jaar in dienst op 1 januari 2010. 10.5.1 Een werknemer die op 1 januari 2010 nog geen vijf jaar in dienst is bij de onderneming, heeft recht op een loopbaanontwikkelingsbudget naar rato, met een minimum van 900 euro.Voor de (eenmalige) berekening van de hoogte van het loopbaanontwikkelings- budget op 1 januari 2010 (het startbudget) wordt het aantal volle kalendermaanden in dienst van de werknemer voor 1 januari 2010 gedeeld op 60 maanden. Het loopbaan- ontwikkelingsbudget van 4.500 euro wordt vermenigvuldigd met bovenstaande factor.
10.5.2 Voor de werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week, wordt het berekende loopbaanontwikkelingsbudget uit voorgaand artikel vervolgens herrekend naar evenredigheid van de arbeidsduur op 1 januari 2010 met een minimum arbeidsduur van 50 procent.
10.5.3 Het loopbaanontwikkelingsbudget (het startbudget) van de werknemer zoals bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel groeit jaarlijks op 1 januari met 900 euro.Voor eeneen werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week groeit het loopbaan- ontwikkelingsbudget naar rato van de arbeidsduur op 1 januari van elk jaar, met een minimum van 450 euro.
10.5.4 Het loopbaanontwikkelingsbudget geldt voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 en bedraagt maximaal 4.500 euro.Voor de werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week geldt een lager maximum.
10.5.5 Een wijziging in de overeengekomen arbeidsduur leidt niet tot herberekening van het startbudget gedurende een kalenderjaar. Op 1 januari van de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014 worden eventuele wijzigingen van de arbeidsduur van de werknemer verrekend in de hoogte van het resterende startbudget, voor de komende periode vanaf 1 januari van het betreffende jaar tot en met 31 december 2014.
10.5.6 Indien de werknemer meer loopbaanontwikkelingsbudget heeft besteed dan hetgeen na herrekening op 1 januari resteert, vindt geen terugbetaling van budget plaats van de werknemer aan de werkgever.
10.5.7 Loopbaanontwikkelingsbudget uit de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 dat in die periode niet is besteed, blijft staan. Het ontstaan van nieuwe rechten op het loopbaanontwikkelingsbudget vindt vanaf 1 januari 2015 plaats conform artikel 10.6 CAO10.6.
Appears in 1 contract
Samples: Cao Woondiensten
Loopbaanontwikkelingsbudget van werknemers korter dan vijf jaar in dienst op 1 januari 2010. 10.5.1 Een werknemer die op 1 januari 2010 nog geen vijf jaar in dienst is bij de onderneming, heeft recht op een loopbaanontwikkelingsbudget naar rato, met een minimum van 900 euro.. Voor de (eenmalige) berekening van de hoogte van het loopbaanontwikkelings- budget loopbaanontwikkelingsbudget op 1 januari 2010 (het startbudget) wordt het aantal volle kalendermaanden in dienst van de werknemer voor 1 januari 2010 gedeeld op 60 maanden. Het loopbaan- ontwikkelingsbudget loopbaanontwikkelingsbudget van 4.500 euro wordt vermenigvuldigd met bovenstaande factor.
10.5.2 Voor de werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week, wordt het berekende loopbaanontwikkelingsbudget uit voorgaand artikel vervolgens herrekend naar evenredigheid van de arbeidsduur op 1 januari 2010 met een minimum arbeidsduur van 50 procent.
10.5.3 Het loopbaanontwikkelingsbudget (het startbudget) van de werknemer zoals bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel groeit jaarlijks op 1 januari met 900 euro. Voor een werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week groeit het loopbaanontwikkelingsbudget naar rato van de arbeidsduur op 1 januari van elk jaar, met een minimum van 450 euro.Voor een
10.5.4 Het loopbaanontwikkelingsbudget geldt voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 en bedraagt maximaal 4.500 euro.. Voor de werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week geldt een lager maximum.
10.5.5 Een wijziging in de overeengekomen arbeidsduur leidt niet tot herberekening van het startbudget gedurende een kalenderjaar. Op 1 januari van de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014 worden eventuele wijzigingen van de arbeidsduur van de werknemer verrekend in de hoogte van het resterende startbudget, voor de komende periode vanaf 1 januari van het betreffende jaar tot en met 31 december 2014.
10.5.6 Indien de werknemer meer loopbaanontwikkelingsbudget heeft besteed dan hetgeen na herrekening op 1 januari resteert, vindt geen terugbetaling van budget plaats van de werknemer aan de werkgever.
10.5.7 Loopbaanontwikkelingsbudget uit de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 dat in die periode niet is besteed, blijft staan. Het ontstaan van nieuwe rechten op het loopbaanontwikkelingsbudget vindt vanaf 1 januari 2015 plaats conform artikel 10.6 CAO.
Appears in 1 contract
Samples: Cao Woondiensten
Loopbaanontwikkelingsbudget van werknemers korter dan vijf jaar in dienst op 1 januari 2010. 10.5.1 Een werknemer die op 1 januari 2010 nog geen vijf jaar in dienst is bij de onderneming, heeft recht op een loopbaanontwikkelingsbudget naar rato, met een minimum van 900 euro.. Voor de (eenmalige) berekening van de hoogte van het loopbaanontwikkelings- budget loopbaanontwikkelingsbudget op 1 januari 2010 (het startbudget) wordt het aantal volle kalendermaanden in dienst van de werknemer voor 1 januari 2010 gedeeld op 60 maanden. Het loopbaan- ontwikkelingsbudget loopbaanontwikkelingsbudget van 4.500 euro wordt vermenigvuldigd met bovenstaande factor.
10.5.2 Voor de werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week, wordt het berekende loopbaanontwikkelingsbudget uit voorgaand artikel vervolgens herrekend naar evenredigheid van de arbeidsduur op 1 januari 2010 met een minimum arbeidsduur van 50 procent.
10.5.3 Het loopbaanontwikkelingsbudget (het startbudget) van de werknemer zoals bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel groeit jaarlijks op 1 januari met 900 euro. Voor een werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week groeit het loopbaanontwikkelingsbudget naar rato van de arbeidsduur op 1 januari van elk jaar, met een minimum van 450 euro.Voor een
10.5.4 Het loopbaanontwikkelingsbudget geldt voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 en bedraagt maximaal 4.500 euro.. Voor de werknemer met een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week geldt een lager maximum.
10.5.5 Een wijziging in de overeengekomen arbeidsduur leidt niet tot herberekening van het startbudget gedurende een kalenderjaar. Op 1 januari van de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014 worden eventuele wijzigingen van de arbeidsduur van de werknemer verrekend in de hoogte van het resterende startbudget, voor de komende periode vanaf 1 januari van het betreffende jaar tot en met 31 december 2014.
10.5.6 Indien de werknemer meer loopbaanontwikkelingsbudget heeft besteed dan hetgeen na herrekening op 1 januari resteert, vindt geen terugbetaling van budget plaats van de werknemer aan de werkgever.. GEBRUIKSAANWIJZING 42
10.5.7 Loopbaanontwikkelingsbudget uit de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 dat in die periode niet is besteed, blijft staan. Het ontstaan van nieuwe rechten op het loopbaanontwikkelingsbudget vindt vanaf 1 januari 2015 plaats conform artikel 10.6 CAO10.6.
Appears in 1 contract
Samples: Cao Woondiensten